Waar de zorgwerkers wonen

Er blijkt een samenhang te bestaan tussen de buurt waarin mensen wonen en de bedrijfstak waarin ze werken.

Zorgwerkers in zorgbuurten

In buurten rondom een zorginstelling zijn relatief veel inwoners werkzaam in de zorg. Een voorbeeld is de buurt ‘Duin en Bosch’ in Castricum, waar 72 procent van de bewoners in de zorgsector werkt. Buurten van de universiteitssteden hebben vaak veel inwoners uit het onderwijs, zoals ‘Drienerveld’ in Enschede en ‘de Uithof’ in Utrecht (meer dan 20 procent).

Langs de grens met Duitsland in Twente of de Achterhoek wonen vaker mensen die werkzaam zijn in de industrie. Voorbeelden zijn ‘Nieuwoord’, ‘Westerhaar West’ of ‘Vriezenveense wijk’ in de gemeente Twenterand, waar meer dan 40 procent van de inwoners werkzaam is in de industrie.

Ook verschillen binnen één gemeente

Ook binnen één gemeente zijn er buurten aan te wijzen met hogere aandelen werkzame personen in bepaalde sectoren. Zo heeft de gemeente Assen in vrijwel het hele centrum veel buurten waar mensen wonen die werkzaam zijn in de zorg.

Mensen die werken in de handel, wonen vooral aan de noordkant van het centrum. In het buitengebied wonen relatief veel mensen die werken in de landbouw.

Verspreiding werkzame personen naar sector in Assen, 2004

Verspreiding werkzame personen naar sector in Assen, 2004

Aandeel werkzame personen verschilt sterk

Het aandeel werkzame personen verschilt sterk per buurt. De buurten ‘Aalten Kern ’t Kobus’ in Aalten, ‘Staelduin’ in Westland en ‘Volendam-Middengebied’ in Edam-Volendam, hebben alle meer dan 90 procent werkzame personen.

Er zijn ook buurten met een zeer laag aandeel werkzame personen, bijvoorbeeld buurten met alleen een zorginstelling. In dergelijke buurten is het aandeel uitkeringsontvangers of gepensioneerden meestal relatief hoog.

Pensioen- en uitkeringsontvangers naar aandeel werkzame personen in de buurt, 2004

Pensioen- en uitkeringsontvangers naar aandeel werkzame personen in de buurt, 2004

Ook verschil naar herkomst

Het aandeel werkzame personen verschilt ook per herkomstgroep. In 2004 lag in driekwart van de buurten het aandeel werkzame personen onder niet-westerse allochtonen 10 tot 30 procentpunt lager dan onder autochtonen. In slechts 130 buurten (3 procent) waren niet-westerse allochtonen even vaak of vaker werkzaam als autochtonen.

Verschil in aandeel werkzame niet-westerse allochtonen en aandeel werkzame autochtonen, 2004

Verschil in aandeel werkzame niet-westerse allochtonen en aandeel werkzame autochtonen, 2004

Chantal Melser en Koos Arts

Dit artikel is het derde uit een reeks over de buurtcijfers van het CBS. De vorige artikelen vindt u hier:

• Jongeren in stadsbuurten, kinderen op het platteland
• Nieuwbouwwijken stromen vol

Bron: StatLine, Kerncijfers wijken en buurten 2003-2006

Een korte uitleg over de werking van StatLine vindt u hier.