26 oktober 2006

Keuzes in kaart 2008-2011; economische effecten van acht verkiezingsprogramma's

CPB analyseert economische effecten verkiezingsprogramma's

Persbericht
Op verzoek van acht politieke partijen heeft het Centraal Planbureau (CPB) de economische effecten van hun verkiezingsprogramma in beeld gebracht. De analyse laat zien dat elke voorgenomen beleidsmaatregel voordelen èn nadelen heeft. De programma's weerspiegelen de uiteenlopende keuzes die partijen voorstaan.

De vandaag openbaar gemaakte CPB-publicatie Keuzes in kaart 2008-2011; economische effecten van acht verkiezingsprogramma's presenteert de gevolgen van de partijprogramma's voor de overheidsfinanciën, de macro-ontwikkeling van de Nederlandse economie en de koopkracht van diverse groepen. Ook zijn analyses gemaakt op het gebied van de vergrijzing en de kenniseconomie.
Het is de zesde keer dat het planbureau op verzoek van partijen een dergelijke analyse verricht. Deze traditie, waarin Nederland uniek is, is in 1986 gestart, toen alleen voor CDA, PvdA en VVD. In de loop der jaren is het aantal partijen toegenomen. Dit keer hebben naast de genoemde drie partijen ook SP, GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP gevraagd om een analyse. De SGP heeft alleen verzocht om een analyse van de ex-ante budgettaire effecten.

Doel van 'doorrekening'
De analyse van de verkiezingsprogramma's leidt niet tot een goedkeuringsstempel of stemadvies. Doel is vooral om op een onpartijdige wijze de programma's vergelijkbaar te maken, met daarbij een overzicht van de economische effecten. Dat het CPB de diverse voor- en nadelen van voorgestelde maatregelen inzichtelijk maakt, is een dienstverlening aan kiezers en partijen. Het is aan de kiezer om te bepalen welke voor- en nadelen hem het meest aanspreken. Bovendien gaan programma's en verkiezingen vanzelfsprekend over meer dan de economie alleen.
Keuzes in kaartkan ook in het formatieproces na de verkiezingen een nuttig houvast bieden. Bij alle politieke verschillen van inzicht die er uit de aard der zaak bestaan tussen partijen, vergemakkelijkt de analyse een goede informatie-uitwisseling tussen partijen over de gevolgen van hun programma's. Als de partijen hier gebruik van willen maken, dan kan dit een handvat bieden bij het formuleren van een regeerakkoord.

Tijdsdruk door vervroegde verkiezingen
Vanwege de val van het kabinet en de daaruit voortvloeiende vervroeging van de verkiezingen met een half jaar is de analyse dit keer onder veel grotere tijdsdruk tot stand gekomen dan bij eerdere verkiezingen. Daardoor komt de analyse nu pas vier weken voor 22 november beschikbaar. Een vroegere publicatie was wel wenselijk, maar niet haalbaar, onder meer vanwege het besluitvormingsproces binnen de partijen.

Helaas geen analyse van programma-effecten milieu en infrastructuur
De tijdsdruk is er ook de oorzaak van dat de milieuconsequenties van de programma's - in tegenstelling tot in 2002 - niet zijn beoordeeld. Met het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) was daarover vóór de val van het kabinet al wel een afspraak gemaakt, maar dit bleek daarna helaas niet meer haalbaar. Om dezelfde reden heeft het CPB ook moeten afzien van haar oorspronkelijke plan om de baten van investeringen in infrastructuur in beeld te brengen. Op twee andere terreinen biedt deze analyse wel extra informatie in vergelijking met eerdere verkiezingen, te weten kennisbeleid en vergrijzing.

Onderwijs, onderzoek en innovatie
Deze Keuzes in kaartbiedt een overzicht van de te verwachten programma-effecten van voorstellen van de politieke partijen op het terrein van onderwijs, wetenschap en innovatie. Dit sluit aan bij de in juli gepubliceerde studie Kansrijk kennisbeleid, waarin beleidsopties op basis van beschikbaar empirisch onderzoek worden beoordeeld als kansrijk, niet kansrijk of (door het ontbreken van ervaringen elders) onbekend.

Vergrijzing en houdbaarheid overheidsfinanciën
Op lange termijn is het huidige niveau van publieke voorzieningen en belasting- en premietarieven niet zonder aanpassing houdbaar. Er is thans sprake van een houdbaarheidstekort van 1½% BBP. Alle partijen stellen maatregelen voor die in wisselende mate bijdragen aan de verbetering van de houdbaarheid, maar geen enkele partij biedt naar de huidige inzichten uitzicht op volledig houdbare overheidsfinanciën. Dat betekent dat later extra maatregelen genomen zullen moeten worden. De verbetering van de houdbaarheid hoeft overigens niet per se te komen van maatregelen die het kabinet neemt om het saldo meteen al in de komende kabinetsperiode te verbeteren. Er zijn ook maatregelen mogelijk die dat vooral op termijn doen, bijvoorbeeld maatregelen die geleidelijk worden ingevoerd of doordat ze aangrijpen op vergrijzingsgerelateerde uitgaven. Deze laatste categorie uitgaven heeft op termijn, wanneer de vergrijzing op zijn hoogtepunt is, een groter effect op het saldo.

Voorzichtigheidsmarge
Conform de aanbeveling van de Studiegroep Begrotingsruimte vormt het voorzichtige scenario uit de Economische verkenning 2008-2011 de basis voor de analyse in Keuzes in kaart. Hierin is een voorzichtigheidsmarge van ¼% BBP gehanteerd. Omdat tegenvallers immers voor meer problemen zorgen dan meevallers, wordt uitgegaan van een iets lagere economische groei dan gemiddeld genomen verwacht mag worden.

De uitkomsten van de analyse voor de diverse politieke partijen zijn te vinden in de studie. Het eerste hoofdstuk biedt een samenvattend overzicht over de partijen heen. De hoofdstukken daarna behandelen respectievelijk het basisscenario voor de middellange termijn, de effecten per partij en de analyse van de kennisvoorstellen.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Zeven partijen (CDA, PvdA, VVD, SP, GroenLinks, D66, ChristenUnie) hebben dit keer het CPB gevraagd om de economische effecten van hun programma te analyseren. Eén partij (SGP) heeft verzocht om alleen de ex-ante budgettaire effecten van het programma in kaart te brengen.

Het vertrekpunt voor de analyse in deze studie is het beleidsarme voorzichtige scenario dat het CPB heeft gepubliceerd in de Economische Verkenning 2008-2011. Dit scenario is beleidsarm omdat het geen rekening houdt met nieuw beleid. De budgettaire uitgangspunten zijn gebaseerd op de meerjarencijfers uit de Miljoenennota 2007 en het door het CPB opgestelde scenario voor de zorg in de periode 2008-2011.

Een schets van het voorzichtige scenario valt aan te treffen in hoofdstuk 2 van deze studie. De opzet van deze samenvatting is als volgt. Paragraaf 1.2 is om te beginnen gewijd aan de voorstellen van de partijen voor het budgettaire beleid. Vervolgens komen in paragraaf 1.3 de macro-economische effecten van de programma’s aan bod. In paragraaf 1.4 wordt aangegeven in hoeverre de partijen met hun beleidspakketten erin slagen om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren.

Daarna komt in paragraaf 1.5 de ontwikkeling van de koopkracht van verschillende groepen huishoudens ter sprake. Paragraaf 1.6 gaat vervolgens in op de voorstellen van de partijen voor het kennisbeleid. Deze samenvatting eindigt met een korte slotbeschouwing.

Lees meer over