Inspectierichtlijn. Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit. Artikelcode: VROM-Inspectie Regio Noord-West
|
|
- Tine Pieters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VROM-Inspectie Regio Noord-West Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit Kennemerplein 6-8 Postbus BA Haarlem Telefoon Fax Artikelcode: 5074
2 Voorwoord In 2000 is door de VROM Inspectie de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit uitgebracht. Daarin zijn afspraken vastgelegd tussen de VROM Inspectie en de waterleidingbedrijven in afwijking van en/of in aanvulling op de voorschriften van het Waterleidingbesluit. In 2001 werd een nieuwe versie van het Waterleidingbesluit gepubliceerd en ook op EG-niveau zijn er sindsdien de nodige documenten uitgekomen. Dit maakte het noodzakelijk om zowel de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit als de Inspectierichtlijn Melding Normoverschrijdingen aan te passen, opdat zij toepasbaar blijven bij de handhavingstaken van de VROM Inspectie. Deze nieuwe Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit is opgesteld door Kiwa Water Research (M.N. Mons), onder toezicht van de VROM-Inspectie (F. Wetsteyn) en het RIVM (J.F.M. Versteegh). De tekstvoorstellen zijn voorgelegd aan de hoofden van de waterleidinglaboratoria. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 2/32
3 1 Inleiding 4 2 Toezicht van de VROM Inspectie op de waterleidingbedrijven Algemeen 5 3 Verplichtingen en mogelijkheden van de VROM-Inspectie Selectie van onderwerpen waarvoor geharmoniseerde afspraken zijn gemaakt 8 4 Afspraken met betrekking tot bronnen en winning Grondwater als ruw water bron Algemeen De bemonstering van ruw grondwater afkomstig uit verschillende bronnen Oppervlaktewater als ruw water bron Algemeen Onderzoeksprogramma bij infiltratie van oppervlaktewater Oeverfiltraat als ruw water bron Algemeen Onderzoeksprogramma bij oeverfiltratie/oevergrondwaterwinning 12 5 Afspraken met betrekking tot zuivering en distributie Onderzoeksprogramma voor de zuiveringsstappen Aanwijzen van plaatsen voor drukmeting in het distributienet Bemonsteringsplaatsen in het distributienet Onderzoek water af pompstation en af tap bij duin- en diepinfiltratie en bij oevergrondwaterwinning De wijze van onderzoek bij de inkooppunten van drinkwater 16 6 Afspraken met betrekking tot specifieke parameters en monitoring Aanvullende metingen af pompstation Bemonstering Legionella Bemonstering zware metalen Aantonen vergelijkbaarheid meetmethoden Metingen van tritium, α-, β-, (γ-) activiteit Metingen van vanadium, kobalt, antimoon, beryllium, zilver en tritium Het vervangen van verouderde parameters Het meten van niet wettelijke additionele parameters AOC Ongewervelde dieren 25 7 De interpretatie van overige bepalingen in de Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit Opmerkingen met betrekking tot specifieke parameters Levering van huishoudwater 28 8 Referenties 30 9 Bijlagen 32 VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 3/32
4 1 Inleiding In de Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit is voorgeschreven dat de toezichthouder (VROM- Inspectie) afspraken met de waterleidingbedrijven in hun regio moet en/of kan maken over de uitvoering van het meetprogramma. Dergelijke afspraken hebben betrekking op de nadere invulling van het meetprogramma in afwijking van en/of in aanvulling op de voorschriften van het Waterleidingbesluit. De afspraken hebben niet alleen betrekking op de parameters die moeten worden bepaald en de meetfrequenties, maar ook op de meetmethoden en de meet- en bemonsteringsplaatsen. Alhoewel de specifieke, regionaal gerelateerde, problematiek van het waterleidingbedrijf de basis vormt voor een daarop afgestemd meetprogramma, is het van belang dat de Regionale Inspecties onderling in hun eisen aan die meetprogramma's eenduidigheid en coördinatie nastreven. De afspraken behoeven niet te leiden tot uniformiteit van de meetprogramma s, maar wel tot een harmonisatie. De invoering van de EG-Drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) heeft veel invloed gehad op het Waterleidingbesluit waarvan in 2001 een nieuwe versie is gepubliceerd. Daarnaast zijn sinds die tijd nog aanvullende regels en standpunten uitgebracht door de EG die ook hun beslag dienden te krijgen in Nederland. Hierbij valt te denken aan regels omtrent het meten van zware metalen en radioactiviteit en regels omtrent materialen en chemicaliën die gebruikt worden in de drinkwatervoorziening. Dit alles maakte een herziening van de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit noodzakelijk. Deze Inspectierichtlijn geeft een vrij concrete omschrijving van de wijze waarop de Inspecties in Nederland de meetprogramma's van de Waterleidingbedrijven (zullen) beoordelen op hun geschiktheid om de kwaliteit van het drinkwater te bewaken. Tevens kan de Inspectie voor derden (bijvoorbeeld de Minister, Tweede Kamer, Algemene Rekenkamer, Waterleidingbedrijven en andere geïnteresseerden) inzichtelijk maken op welke basis de Inspecties inhoud geven aan hun wettelijke toezicht op de drinkwaterkwaliteit. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 4/32
5 2 Toezicht van de VROM Inspectie op de waterleidingbedrijven 2.1 Algemeen Onderzoekprogramma Het onderzoek van het ruwe water, reine water en water in het distributiegebied dient te geschieden volgens de parameters en de frequenties zoals die zijn aangegeven in bijlage A en B van de laatste wijziging van het Waterleidingbesluit (d.d. 9 januari 2001). Het onderzoek zelf moet geschieden volgens de methoden die zijn aangegeven in bijlage C. Naast onderzoek naar de parameters die vermeld staan in het Waterleidingbesluit dienen de waterleidingbedrijven zich ook te houden aan de uit artikel 4 van het Waterleidingbesluit en de Waterleidingwet vloeiende zorgplicht voor overige kwaliteitsparameters. Dit houdt in dat eveneens onderzoek dient te worden uitgevoerd naar parameters die niet zijn opgenomen in het Waterleidingbesluit (b.v. ongewervelde organismen), of naar wettelijke parameters waarvoor geen norm is opgesteld (b.v. AOX), of voor wettelijke parameters die in principe niet in de betreffende bron hoeven te worden gemeten, maar waarvan bekend is dat ze wel inde bron voorkomen (b.v. bromaat in grondwater). Bij het voorleggen van de door de waterleidingbedrijven opgestelde overzichten aan de Inspecteur dienen zoveel mogelijk de in het Waterleidingbesluit gebruikte benamingen, nummeringen en volgorde te worden aangehouden. Eventuele afwijkingen van het Waterleidingbesluit dienen uitdrukkelijk in een overzicht te worden vermeld en te worden voorzien van een toelichting omtrent de reden of de noodzaak van de afwijking. Hierbij moet worden opgemerkt dat het voor de Inspecteur niet altijd mogelijk is afwijkingen toe te staan. Afwijkingen zijn alleen mogelijk bij onderzoek van water dat door een waterleidingbedrijf van anderen wordt betrokken (art. 6, lid 10) en bij het onderzoek van ruw- en reinwater van het pompstation voorzover dit een parameter van groep II betreft. Ontheffing Indien niet kan worden voldaan aan de eisen die worden gesteld in tabel II van bijlage A van het Waterleidingbesluit (chemische parameters, dient ontheffing te worden aangevraagd bij de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Bij het verzoek om ontheffing dient een duidelijke toelichting te worden gevoegd. Indien de eisen, gesteld in tabel III worden overschreden (indicatoren), dient dit te worden gemeld aan de Inspecteur (art. 4b, lid 1). Ook hierbij dient een toelichting te worden gegeven. Voorstellen Alle voorstellen, inclusief daarvoor in aanmerking komende tekeningen, schema's etc. dienen aan de Inspectie te worden toegezonden ter schriftelijke goedkeuring door de Inspecteur. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 5/32
6 Jaarlijkse samenvatting Volgens art. 6b, lid 2 van het Waterleidingbesluit moet de eigenaar van een Waterleidingbedrijf jaarlijks, binnen 3 maanden na afloop van het kalenderjaar, aan de Inspecteur een samenvatting verstrekken van de resultaten van het onderzoek dat moet worden verricht. Per parameter en per type water dient te worden opgegeven: het aantal monsters in het betreffende jaar; de gemiddelde waarde van de uitkomsten van het onderzoek; de maximale en de minimale waarde; eventuele overschrijdingen van de normen van het Waterleidingbesluit met de data, de gevonden waarden, de oorzaken ervan en de maatregelen die zijn getroffen. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 6/32
7 3 Verplichtingen en mogelijkheden van de VROM-Inspectie In de Waterleidingwet (en het Waterleidingbesluit) is er sprake van een verplichting dan wel de mogelijkheid om afspraken te maken tussen de VROM Inspectie en het waterleidingbedrijf. De VROM-Inspecteur moet: - de plaatsen aanwijzen waar de druk in het distributienet gemeten moet worden (volgens artikel 11, lid 1 onder b). Op grond van de verplichtingen van de inspecteur en mede op basis van praktijkervaringen zijn voor het aanwijzen van plaatsen voor drukmeting in het distributienet afspraken gemaakt. De VROM-Inspecteur kan: - bepalen dat door hem aangegeven parameters, genoemd in tabel I van bijlage B, frequenter worden onderzocht dan in tabel II van bijlage B is aangegeven (art. 6, lid 7); - bepalen dat andere parameters dan genoemd in tabel I van bijlage B moeten worden onderzocht indien dat naar zijn oordeel van belang is voor het verkrijgen van voldoende inzicht in de kwaliteit van het water (art. 6, lid 7); - toestaan dat de meetfrequentie van parameters wordt verlaagd (onder bepaalde voorwaarden; art. 6, lid 8 voor 'bewakings'-parameters en art. 6 lid 9 voor 'audit'- parameters); - toestaan dat het water dat door een waterleidingbedrijf van een ander waterleidingbedrijf wordt betrokken op een andere wijze wordt onderzocht dan is weergegeven in tabel I en II van bijlage B (art. 6, lid 10); - toestaan dat van alternatieve analysemethoden gebruik wordt gemaakt, indien deze naar zijn oordeel tenminste even betrouwbaar zijn als de gespecificeerde analysemethoden (art. 7, lid 2); - duidelijkheid verschaffen bij mogelijke interpretatieverschillen ten aanzien van de tekst in het Waterleidingbesluit of de Waterleidingwet. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 7/32
8 3.1.1 Selectie van onderwerpen waarvoor geharmoniseerde afspraken zijn gemaakt Op basis van de ervaringen met de huidige wetgeving zijn voor de selectie van te meten parameters, afwijkingen van het meetprogramma en interpretatieverschillen omtrent het meetprogramma afspraken vastgelegd met betrekking tot bronnen en winning, zuivering en distributie, specifieke parameters en monitoring, en overige bepalingen van het Waterleidingbesluit. Een aantal andere onderwerpen behoeft nog nadere invulling zoals: - de keuze van het te meten bestrijdingsmiddelenpakket; - definitie van 'humaan-toxicologische relevante metabolieten'; en - ministeriële erkenning van waterleidinglaboratoria. Voor wat betreft de keuze van het te meten bestrijdingsmiddelenpakket en de definitie van 'humaantoxicologisch relevante metabolieten' is binnen de VROM Inspectie een project opgestart om deze lacunes op te vullen. Daarin zal tevens ingegaan worden op de ontheffingverlening voor normoverschrijdingen van enkele bestrijdingsmiddelen. Verwachting is dat eind 2004 hierover al meer duidelijkheid zal bestaan en dat begin 2005 de invulling definitief kan worden gemaakt. Met betrekking tot BAM, AMPA en dikegulac is inmiddels vastgesteld dat deze worden beschouwd als humaan toxicologisch niet relevant. Zij behoeven dus niet te voldoen aan de norm van 0,1 µg/l. Een aparte norm of grenswaarde zal te zijner tijd hiervoor worden vastgesteld door de VROM Inspectie. In aanvulling hierop is inmiddels ook duidelijk dat 1,2-dichloorpropaan niet meer beschouwd wordt als bestrijdingsmiddel. In het advies van RIVM (d.d. 19 december 2002 briefnr. 057/02 LWD TB/Av/spd) aan VI/N is voorgesteld de stof te rangschikken onder gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen met de bijbehorende norm van 1 µg/l. In de voorgaande editie van de Inspectierichtlijn werd aangegeven dat ook afspraken gewenst waren omtrent parameters die frequenter dienden te worden gemeten, of juist minder vaak hoefden te worden gemeten. Met de invoering van het nieuwe Waterleidingbesluit in 2001 is hierin echter meer duidelijkheid gebracht, waardoor de behoefte aan verder afspraken daaromtrent niet meer aanwezig is. In de volgende hoofdstukken zijn alle afzonderlijke afspraken vastgelegd. De aanloop tot deze afspraak of de achterliggende redenen van de afspraak worden beschreven in de begeleidende toelichting. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 8/32
9 4 Afspraken met betrekking tot bronnen en winning 4.1 Grondwater als ruw water bron Algemeen Gescheiden winning In geval van gescheiden winning van meerdere watersoorten uit gescheiden winplaatsen, dient hiervan aparte opgave van hoeveelheden en onderzoekprogramma's te worden gedaan. Gemengde winning In geval van gemengde winning van meerdere watersoorten, dient (een redelijke schatting van) het aandeel van de verschillende soorten te worden opgegeven. Monsterpunten De locaties van de monsterpunten dienen op het schema van de winplaats aangegeven te worden De bemonstering van ruw grondwater afkomstig uit verschillende bronnen Toelichting Bij sommige pompstations wordt het ruw grondwater aangevoerd via individuele putten. De betreffende waterleidingbedrijven zijn in principe verplicht voor deze pompstations het volledige meetprogramma voor grondwater uit te voeren voor alle afzonderlijke putten. Een deel van deze informatie biedt echter geen meerwaarde bij de kwaliteitscontrole. Harmonisatieafspraak In het kader van kennis omtrent de grondstof dienen in principe alle pompputten elk jaar minimaal één keer te worden geanalyseerd op het volledige pakket parameters (zowel Groep I als Groep II parameters). Als uit langdurige metingen blijkt dat de kwaliteit van diverse putten ver onder de norm ligt, vergelijkbaar is met die van nabij liggende putten en weinig tot niet fluctueert, kan reductie van de meetfrequentie worden aangevraagd bij de VROM Inspectie. Het is mogelijk dat in dergelijke situaties volstaan kan worden met het uitvoeren van metingen per puttenveld of per strang. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 9/32
10 4.2 Oppervlaktewater als ruw water bron Algemeen Spaarbekkens Spaarbekkens worden aangemerkt als een onderdeel van het zuiveringsproces. De grenswaarden die behoren bij de meldingsplicht aan de Inspectie hebben betrekking op het punt waar het oppervlaktewater wordt ingenomen voor voeding van het spaarbekken. Ook het innameverbod en de daarbij behorende grenswaarden zijn van toepassing voor het punt waar het oppervlaktewater wordt ingenomen voor voeding van het spaarbekken (zie de notitie 'Oppervlaktewater voor Drinkwater' (W.F.E. Reinhold, november 1995). Monsterpunten De locaties van de monsterpunten dienen op het schema van de winplaats aangegeven te worden. Inkoop halffabrikaat Bij inkoop van (voorbehandeld) halffabrikaat wordt het inkooppunt van halffabrikaat beschouwd als tussenfase in het zuiveringsproces. In verband met de overgang van verantwoordelijkheden dient het inkooppunt echter wel terdege bewaakt te worden. De bewaking van de kwaliteit van het ingekochte halffabrikaat dient te geschieden volgens het door het Waterleidingbesluit voorgeschreven onderzoek van ruw water, zodat adequate kwaliteitsbewaking is gegarandeerd. (Voor de vraag in hoeverre daarbij gebruik gemaakt mag worden van analyse gegevens van het leverende bedrijf wordt een interpretatie gehanteerd naar analogie van ingekocht drinkwater, zie hoofdstuk 4.13). Als aanvulling op de jaarlijks aan de Inspecteur te verstrekken uitkomsten van het onderzoekprogramma dat wordt uitgevoerd door het halffabrikaat verwerkende waterleidingbedrijf, dient tevens een samenvatting van kwaliteitsgegevens van het ingenomen ruwe water te worden verstrekt. Deze aanvulling dient tenminste de in bijlage B van het Waterleidingbesluit genoemde parameters behorende bij het onderzoek naar de kwaliteit van het water dat aan de winplaats wordt onttrokken te bevatten. Productiebedrijf halffabrikaat Een bedrijf dat halffabrikaat levert aan een waterleidingbedrijf wordt gehouden een bewakingsprogramma uit te voeren conform het Waterleidingbesluit met betrekking tot de winplaats en het (eventuele) zuiveringsproces. De producent van het halffabrikaat wordt tevens gehouden aan de genoemde verplichtingen onder spaarbekkens en monsterpunten van deze paragraaf. Jaarlijks dient rapportage van de resultaten van het onderzoekprogramma aan de Inspectie plaats te vinden Onderzoeksprogramma bij infiltratie van oppervlaktewater Toelichting In artikel 6a lid 1 van het Waterleidingbesluit staat vermeld: "de eigenaar, die gebruik maakt van grondwater, oppervlaktewater, of een daaruit vervaardigd halffabrikaat ten behoeve van de bereiding van leidingwater, neemt bij het opstellen van het meetprogramma".."tevens tabel III van bijlage B in acht." In tabel III van bijlage B staan de metingen die moeten worden verricht in 'water dat aan de winplaats wordt onttrokken'. Bij infiltratie van oppervlaktewater kan het onduidelijk zijn welk punt moet worden beschouwd als winplaats. Het is daarom wenselijk dit punt nader te omschrijven. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 10/32
11 Het water dat aan de winplaats wordt onttrokken kan zijn: - het oppervlaktewater dat geïnfiltreerd wordt; - het water, dat na de infiltratie uit de bodem wordt teruggewonnen (het duin- en diepfiltraat) De notitie 'Oppervlaktewater voor drinkwater' (W.F.E. Reinhold, november 1995, pag.12) geeft hierop een duidelijk antwoord op basis van een beschouwing van de wetsgeschiedenis: "Het onderzoek van het water, dat als grondstof voor de bereiding van drinkwater wordt gebruikt, dient betrekking te hebben op het ruw oppervlaktewater." Het lijkt ook alleszins redelijk om de kwaliteitszorg zich te laten uitstrekken tot het ingenomen oppervlaktewater. Het is namelijk een praktisch bedrijfsbelang om de kwaliteit van het te infiltreren water te kennen om verontreiniging van het duinpakket (de eigen grondstofvoorraad) te voorkomen. Bovendien stelt het Infiltratiebesluit eisen aan de kwaliteit van het te infiltreren water en hiervoor moet onderzoek worden verricht. Harmonisatieafspraak De kwaliteitsbewaking dient zich primair te richten op het ingenomen 'ruw' oppervlaktewater. Hier dient de signalering van kwaliteitsafwijkingen plaats te vinden en het volledige meetprogramma voor oppervlaktewater te worden uitgevoerd op basis van tabel Ib en tabel III bijlage B van het Waterleidingbesluit (zie ook de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetfrequenties Waterleidingbesluit 2001). Het water dat aan de winplaats wordt onttrokken is derhalve het 'water dat aan de rivier onttrokken wordt' en de kwaliteitsbewaking dient dus op het rivierwater te worden uitgevoerd. Spaarbekkens, voorzuivering, infiltratie en terugwinning uit het duin worden beschouwd als stappen in het zuiveringsproces, waarvoor het bedrijf een onderzoeksprogramma ter goedkeuring aan de Inspecteur dient voor te leggen. Aangezien op deze wijze vele parameters op meerdere plaatsen in de zuivering voorafgaande aan de nazuivering op het pompstation worden gemeten, behoeft niet steeds te worden verlangd dat het volledige oppervlaktewater meetprogramma op het ingenomen rivierwater wordt uitgevoerd. Wel dienen de meetprogramma's in de verschillende stadia van de voorzuivering tezamen tenminste het volledige meetprogramma voor oppervlaktewater te omvatten. Indien wordt aangetoond dat bepaalde Groep II - parameters (genoemd in tabel III van bijlage B) ruim onder de norm blijven en over een langere periode niet wezenlijk aan concentratie fluctuaties onderhevig zijn, kan met een lagere meetfrequentie (voor sommige parameters met een meetfrequentie van 1x per jaar) worden volstaan. Een 'toetsing' van de oppervlaktewaterkwaliteit aan Bijlage D van het Waterleidingbesluit behoeft in geval van infiltratie (bodempassage) niet te worden uitgevoerd. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 11/32
12 4.3 Oeverfiltraat als ruw water bron Algemeen Herkomst grondstof In de opgave van het bedrijf dient een zo goed mogelijke schatting gegeven te worden van de herkomst van het onttrokken water en een opgave van wat er bekend is over de minimum verblijftijd en de verblijftijdsspreiding. Monsterpunten De locaties van de monsterpunten dienen op het schema van de winplaats aangegeven te worden Onderzoeksprogramma bij oeverfiltratie/oevergrondwaterwinning Toelichting In de notitie 'Oppervlaktewater voor drinkwater' (W.F.E. Reinhold, november 1995, p. 12) wordt over oeverinfiltratie het volgende gezegd : "(...) het is niet duidelijk wat de grondstof is: het bij de oeverinfiltratie betrokken oppervlaktewater of het onttrokken infiltraat. Met andere woorden: vormt de oeverinfiltratie onderdeel van de zuiveringsbehandeling?" Als beleid wordt vervolgens aangegeven: "Als grondstof wordt beschouwd het betrokken oppervlaktewater." "Het infiltreren wordt dus gezien als een vorm van behandeling", zodat het onderzoek van het infiltraat kan worden ondergebracht in het door de VROM Inspectie goed te keuren onderzoeksschema (zie ook paragraaf 4.2). Aanvankelijk werd er door de Inspectie en de waterleidingbedrijven vanuit gegaan, dat het onderzoek van het 'aan de winplaats onttrokken water' diende plaats te vinden in het 'onttrokken infiltraat'. Dit stemde echter niet overeen met bovenstaand beleid. Probleem is dat bij oeverinfiltratie sprake is van een 'diffuus' innamepunt. Representatieve bemonstering van de 'bron' is in de praktijk niet mogelijk. Bij een oevergrondwaterwinning is bovendien steeds sprake van een gecombineerde winning van grondwater en geïnfiltreerd polder- en rivierwater, waarbij vaak niet exact is aan te geven welk deel van het onttrokken infiltraat nu precies uit welk oppervlaktewater afkomstig is. Bij oeverinfiltratie is het onttrokken infiltraat wel representatief voor het water dat bij de bereiding van het drinkwater wordt gebruikt. Het lijkt daarom niet onlogisch het onderzoek van de grondstof ('het water dat aan de winplaats wordt onttrokken') toch ook voor een belangrijke deel op het onttrokken oeverfiltraat te doen plaatsvinden. Harmonisatieafspraak Onderzoek dient zowel op het infiltrerende oppervlaktewater als op het onttrokken infiltraat plaats te vinden. De informatie over het infiltrerende oppervlaktewater en het onttrokken filtraat dienen tezamen een duidelijk beeld te geven van de kwaliteit van het als grondstof voor de drinkwaterbereiding gebruikte water. 1. Onderzoek op het infiltrerende water Bekendheid met de actuele kwaliteit van het infiltrerende rivier- en polderwater (volledig pakket parameters) dient uitgangspunt te zijn. Een belangrijke reden hiervoor is dat de infiltratie niet echt kan worden stopgezet bij signalering van kwaliteitsproblemen in het infiltrerende oppervlaktewater (zoals bij duin- en diepinfiltratie) en men dus niet kan voorkomen dat eventuele verontreinigingen op termijn doordringen in de grondstof. Men zal dus veelal aangewezen zijn op zuiveringstechnische maatregelen, die soms een lange voorbereidingstijd vergen (hierbij kan worden gedacht aan de bentazon problematiek). VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 12/32
13 Van het volledige oppervlaktewater meetprogramma kan slechts worden afgeweken, indien het bedrijf de keuze voor een minder volledig meetprogramma voldoende kan onderbouwen. Actuele resultaten van de kwaliteitsbewaking van het oppervlaktewater ter plaatse kunnen wel door een andere instantie (bijvoorbeeld RIWA, RWS, of een ander waterleidingbedrijf) beschikbaar worden gesteld aan het oevergrondwaterbedrijf. 2. Onderzoek op het onttrokken infiltraat Naast het onderzoek op het infiltrerende oppervlaktewater dient men een meetprogramma uit te voeren op het onttrokken infiltraat. Omdat de infiltratie in de bovenstaande beleidsvisie als onderdeel van het zuiveringsproces wordt beschouwd, behoeft op het onttrokken infiltraat niet een volledig meetprogramma te worden uitgevoerd. Desondanks dient wel onderzoek naar kwaliteitsbepalende parameters te worden uitgevoerd. Veelal zal de kwaliteit, als gevolg van de bodempassage en de verblijftijd(-spreiding) in de ondergrond, gunstig worden beïnvloed. Naast het grondwatermeetprogramma dient ook onderzoek plaats te vinden naar specifieke oppervlaktewater parameters, die met een lagere meetfrequentie mogen worden onderzocht, dan voorgeschreven voor oppervlaktewater. Deze parameters zijn weergegeven in tabel 3. Tabel 3. Specifieke oppervlaktewater parameters, die met een lagere meetfrequentie mogen worden onderzocht. Cyanide Kwik Chroom Lood Nikkel Monocyclische koolwaterstoffen (GC pakket aromaten) 1) Koper Specifieke (chloor)fenolen 1) Zink AOX of specifieke organochloorbestrijdingsmiddelen en PCB s (ter vervanging van EOX) 1) Arseen Vluchtige gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen (ter vervanging van VOX) 1) Seleen Polycyclische aromatische koolwaterstoffen Cadmium Specifieke organochloor en andere bestrijdingsmiddelen 1) Barium Oppervlakte actieve stoffen 1) Deze parameters vervangen verouderde parameters in het huidige Waterleidingbesluit (zie ook paragraaf 5.6). Alle parameters in tabel 3 zijn groep II-parameters, wat betekent dat met een lagere frequentie (tot een minimale meetfrequentie van 1 x per jaar) kan worden gemeten, indien wordt aangetoond dat de concentratie ruim onder de norm blijft en over een langere periode niet aan wezenlijke fluctuaties onderhevig is. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 13/32
14 5 Afspraken met betrekking tot zuivering en distributie 5.1 Onderzoeksprogramma voor de zuiveringsstappen Toelichting In de editie van 2 april 1984 van het Waterleidingbesluit stond opgenomen dat de eigenaar van een waterleidingbedrijf een schema dient op te stellen voor het onderzoek van het water tussen de verschillende stadia van behandeling. Bij de omzetting van dat Waterleidingbesluit naar de versie die op 9 januari 2001 is gepubliceerd, is bovenstaande bepaling onbedoeld verloren gegaan. Het is de bedoeling om bij de herziening van het Waterleidingbesluit een dergelijke bepaling wederom op te nemen, omdat de wens van een onderzoeksprogramma voor het water tijdens de zuivering onverminderd aanwezig is bij de toezichthouder. Tot die tijd blijft de harmonisatieafspraak, zoals hieronder weergegeven, van kracht. Harmonisatieafspraak In het gehele traject van inkomend ruw water tot het uitgaande drinkwater zullen per procesonderdeel (b.v. beluchting, filtratie, conditionering, desinfectie, reservoirs/opjagers) een of meer monsterpunten moeten worden aangewezen waar regelmatig monsters worden genomen. Het voorstel voor het onderzoekprogramma van een bedrijf (monsterpunten, parameters, meetfrequenties) dient dusdanig te zijn opgesteld dat adequate procesbewaking is gegarandeerd. Dit houdt in dat onderzoek zal worden verlangd naar parameters die kunnen aantonen dat het procesonderdeel goed functioneert. Tevens zal onderzoek dienen te worden uitgevoerd naar parameters die mogelijke ongewenste effecten van de zuivering in beeld brengen (bijvoorbeeld oxidatie- en desinfectienevenproducten) en de microbiologische kwaliteit waarborgen. De locaties van de monsterpunten dienen op het zuiveringsschema aangegeven te worden. Het onderzoeksprogramma voor de zuiveringsstappen en de rapportage van de resultaten dient op het zelfde moment te worden ingediend bij de VROM Inspectie als het wettelijke jaarlijkse meetprogramma en de resultaten daarvan. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 14/32
15 5.2 Aanwijzen van plaatsen voor drukmeting in het distributienet Toelichting Artikel 11, lid 1 onder b van het Waterleidingbesluit luidt als volgt: "De eigenaar draagt zorg dat op een aantal door de VROM Inspecteur aan te wijzen plaatsen in het distributiegebied de druk van het water voortdurend wordt geregistreerd." Als aanvulling op dit artikel zijn de volgende afspraken gemaakt. Harmonisatieafspraak De VROM Inspectie verwacht voor het aanwijzen van de drukmeetpunten in het distributiegebied een voorstel van het waterleidingbedrijf met een motivering van de keuze. De drukmeetpunten dienen representatief over het distributienet te worden verdeeld, waarbij rekening wordt gehouden met drukverlies, uitlopers en hoogteverschillen van het maaiveld of de gebouwen. Waterleidingbedrijven behoren ervoor te zorgen dat het water bij alle tappunten, tot een hoogte van 20 meter boven het maaiveld, beschikbaar is onder een effectieve druk van 200 kpa. Met de drukmetingen moet kunnen worden aangetoond dat daaraan wordt voldaan. De plaatsen van drukmeting in het distributienet dienen schriftelijk te worden vastgelegd. De waterleidingbedrijven moeten, in 2-voud, tekeningen indienen van het distributienet waarop deze locaties staan aangegeven. Eén set van tekeningen wordt, voorzien van een akkoordverklaring, door de Inspecteurs teruggestuurd. 5.3 Bemonsteringsplaatsen in het distributienet Toelichting In de editie van 2 april 1984 van het Waterleidingbesluit was een bepaling opgenomen over het aantal monsters dat in het distributiegebied dient te worden genomen. Daarnaast werd tevens vermeld dat de bepaling van de plaatsen waar monsters worden genomen, onderworpen is aan de goedkeuring van de VROM Inspectie. Met het publiceren van de Inspectierichtlijn Harmonisatieafspraken Meetfrequenties Waterleidingbesluit 2001 is duidelijkheid verschaft over het aantal monsters dat af tap ('t') dient te worden genomen. Bij de omzetting van het Waterleidingbesluit naar de versie die op 9 januari 2001 is gepubliceerd, is echter geen bepaling meer opgenomen omtrent het goedkeuren van de plaatsen waar de monsters genomen worden. Het is de bedoeling om bij de herziening van het Waterleidingbesluit een dergelijke bepaling wederom op te nemen, omdat de wens van een gemotiveerde onderbouwing van de monsterplaatsen af tap onverminderd aanwezig is bij de VROM Inspectie. Tot die tijd blijft de harmonisatieafspraak, zoals hieronder weergegeven, van kracht. Harmonisatieafspraak De waterleidingbedrijven moeten een voorstel voor de keuze van de monsterplaatsen in het distributienet voorleggen aan de Inspectie. Dit voorstel moet een motivering vanuit een oogpunt van kwaliteitsbewaking omvatten. Hierbij moeten criteria worden gehanteerd zoals: - geografische spreiding over het distributienet; - aandacht voor kwetsbare punten (uitlopers, kwaliteit van het leidingnet, etc.); - een argumentatie voor het gebruik van 'vaste' bemonsteringsplaatsen (geen vaste bemonsteringspunten op plaatsen die slechts uit een oogpunt van gemak voor de monsterneming zijn gekozen). Reservoirs en opjagers worden als zodanig niet beschouwd als onderdeel van het distributienet. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 15/32
16 5.4 Onderzoek water af pompstation en af tap bij duin- en diepinfiltratie en bij oevergrondwaterwinning. Toelichting Voor het toepassen van de voorschriften aangaande de meetfrequentie van het water bij het verlaten van het pompstation (p) en af tap (t) moet worden vastgesteld of - alleen grondwater wordt gebruikt bij de bereiding van drinkwater; of - alleen oppervlaktewater of een mengsel van oppervlaktewater en grondwater wordt gebruikt Met ingang van het Waterleidingbesluit 2001 speelt deze vraag alleen een rol voor E. coli, Clostridium perfringens en enterococcen. Harmonisatieafspraak In principe dient bij duin- en diepinfiltratie en oevergrondwaterwinning de meetfrequentie af pompstation en/of af tap voor de parameters E. coli, Clostridium perfringens en enterococcen te worden gehanteerd overeenkomstig die voor een oppervlaktewaterstation. Indien duidelijk kan worden aangetoond dat het water na infiltratie van grondwaterkwaliteit is, kan in overleg met de Inspectie besloten worden om voor bovengenoemde parameters de meetfrequentie van een grondwaterstation te hanteren. 5.5 De wijze van onderzoek bij de inkooppunten van drinkwater Toelichting Artikel 6, lid 10 van het Waterleidingbesluit luidt: "De eigenaar van een waterleidingbedrijf die drinkwater van een ander betrekt teneinde dit zonder behandeling aan derden ter beschikking te stellen, onderzoekt dit ter plaatse waar hij dit water betrekt overeenkomstig de tabellen I en II, opgenomen in bijlage B. Indien in dit geval water wordt betrokken van een ander waterleidingbedrijf kan de inspecteur toestaan dat bedoeld onderzoek op andere, door hem aan te geven wijze wordt uitgevoerd. " De wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd is afhankelijk van het type inkooppunt. De meetfrequentie wordt bepaald door de hoeveelheid geleverd drinkwater. Indien 'representatieve' gegevens van de waterkwaliteit op het inkooppunt bij het leverende bedrijf beschikbaar zijn voor het ontvangende bedrijf, kan worden afgezien van nieuw onderzoek op het inkooppunt. Het ontvangende bedrijf dient zich echter in dat geval steeds direct op de hoogte te laten stellen van die analyseresultaten, aangezien de verantwoordelijkheid voor de waterkwaliteit bij het inkooppunt overgaat op de eigenaar van het ontvangende bedrijf. Aangezien er in de praktijk verschillende typen inkooppunten zijn en er onduidelijkheid bestond over het pakket 'representatieve gegevens' is een aantal afspraken gemaakt. Harmonisatieafspraak In het algemeen kunnen drie soorten van inkooppunten onderscheiden worden, namelijk - inkoop rechtstreeks van een pompstation; - inkoop via koppeling van hoofdtransportleidingen van de distributienetten; en - inkoop via koppelpunten met een vermaasd distributienet van een naburig waterleidingbedrijf. Inkoop rechtstreeks van pompstations. Bij rechtstreekse inkoop van drinkwater af pompstation van een ander waterleidingbedrijf is het aan het inkopende bedrijf vanzelfsprekend toegestaan om het onderzoekprogramma en de resultaten van het leverende bedrijf aan de Inspectie te overleggen. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 16/32
17 De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het aan de consumenten geleverde drinkwater ligt evenwel onverminderd bij het inkopende waterleidingbedrijf. Inkoop via hoofdtransportleidingen van een distributienet of via een vermaasd distributienet. Voor het meetprogramma kan worden volstaan met onderzoek van het ingekochte water op het punt van inkoop op p/t-parameters en t-parameters. De meetfrequentie is daarbij gebaseerd op het geleverde volume, overeenkomstig tabel II van bijlage B. Voor p/t-parameters geldt de verdeling van de metingen op het pompstation en af tap zoals weergegeven in de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetfrequenties Waterleidingbesluit Voor wat betreft de p-parameters geldt dat het inkopende bedrijf gebruik kan maken van de analyseresultaten van het leverende waterleidingbedrijf. Op het inkooppunt zelf hoeven voor p/t-parameters alleen die analyses te worden uitgevoerd die in voorgenoemde Inspectierichtlijn staan weergegeven als metingen die aan de tap (t) dienen te worden uitgevoerd. Herkomst drinkwater Opgegeven dient te worden van welk bedrijf/pompstation het water afkomstig is. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 17/32
18 6 Afspraken met betrekking tot specifieke parameters en monitoring 6.1 Aanvullende metingen af pompstation Toelichting Met de inwerkingtreding van het nieuwe Waterleidingbesluit 9 februari 2001 is de EG Drinkwaterrichtlijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Door de werkgroep 'Harmonisatie Meetfrequenties' is in opdracht van VEWIN en de Inspectie Milieuhygiëne het Basisdocument Harmonisatie Meetfrequenties opgesteld om te komen tot een landelijke uniformering van de wettelijk verplichte meetprogramma s. Door de VROM-Inspectie kan echter bepaald worden dat uit een oogpunt van integrale kwaliteitscontrole aanvullende metingen dienen te worden verricht. Harmonisatieafspraak In September 2004 is door de VROM Inspectie een brief uitgestuurd naar de waterbedrijven waarin beschreven is welke metingen aanvullend dienen te worden uitgevoerd in het water af pompstation. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen bedrijven die grondwater als bron voor drinkwater gebruiken en bedrijven die oppervlaktewater als bron voor drinkwater gebruiken. De brief en de bijehorende bijlagen staan weergegeven in bijalge 1. Deze metingen dienen te worden uitgevoerd in aanvulling op hetgeen in de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetfrequenties vermeld staat. 6.2 Bemonstering Legionella Toelichting Waterleidingbedrijven dienen, evenals eigenaren van collectieve installaties te kunnen aantonen dat het geleverde leidingwater aan de wettelijke norm voor Legionella voldoet. Aanvankelijk waren hiervoor eisen opgenomen in de Tijdelijke Regeling Legionellapreventie. Deze is echter momenteel niet meer van kracht. Inmiddels is een concept Besluit tot Wijziging van het Waterleidingbesluit gepubliceerd in verband met de preventie van Legionella (Staatscourant 14 aug 2002). Verwachting is dat in 2005 de definitieve versie van het Besluit zal worden uitgebracht. Harmonisatieafspraak Voor de wijze van monitoring van Legionella af pompstation en in het distributiegebied is in oktober 2003 een protocol door het RIVM opgesteld (zie bijlage 1). Deze houdt in dat af pompstation en in het distributiegebied Legionella met auditfrequentie geanalyseerd dient te worden. De bedrijven dienen zelf de monsterpunten te bepalen, waarbij de voorkeur uitgaat naar VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 18/32
19 plaatsen dicht bij de watermeter, waarbij de waterkwaliteit zo min mogelijk beïnvloed is door de binneninstallatie. Analyse van de monsters dient te geschieden volgens de methode beschreven in NEN In afwachting van de definitieve versie van de wijziging van het Waterleidingbesluit is in het overleg tussen de Laboratoria en de Inspectie in Oktober 2004 afgesproken dat vooralsnog als richtlijn de waarde van kleiner of gelijk aan 100 kve/l (< 100kve/l) zal worden gehanteerd (zie ook toegevoegde noot bij bijlage 1). 6.3 Bemonstering zware metalen Toelichting In Bijlage A staat onder tabel II voetnoot 2 die vermeldt dat "de normen voor chroom, koper, lood en nikkel gelden voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt. Deze methode zal worden vastgesteld door de Inspecteur, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele pieken die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid. Waar nodig schrijft de Inspecteur de toepassing van bemonsterings- en controlemethoden voor, die zijn geharmoniseerd overeenkomstig de in Richtlijn 98/83/EG vastgelegde procedure". In aanvulling daarop staat in Bijlage B onder tabel Ia en Ib voetnoot 3 die vermeldt "dat de bemonstering van het drinkwater plaats dient te hebben op het punt waar het aan het tappunt beschikbaar komt voor menselijke consumptie". In 2003 is door de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van bijlagen II en III van de EG- Drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) aangenomen. Daarin staat dat "de voor de bewaking in de leveringsgebieden te gebruiken methode die is van de willekeurige over de dag gespreide steekproeven (Random Day Time, RDT). Deze dient minimaal met auditfrequentie te worden uitgevoerd en Lidstaten wordt dringend verzocht om aanvullende monitoring uit te voeren, omdat verwacht wordt dat de lage meetfrequentie onvoldoende is om de volksgezondheid te beschermen." Tot 2003 werd in Nederland de metaalafgifte veelal gemeten met buizenopstellingen op het pompstation. De ervaringen met de buizenproef zijn over het algemeen zeer positief, al is de laatste jaren wel duidelijk geworden dat een buizenopstelling op een pompstation een 'worst-case' situatie weergeeft. Desalniettemin lijkt het zinvol de buizenproef te handhaven, onder ander omdat dan effecten van veranderingen in de waterkwaliteit goed te volgen zijn. In Juni 2003 heeft bij Kiwa Water Research een workshop plaatsgevonden waar de door de EU voorgeschreven methode van Random Day Time (RDT) bemonstering en de verhouding tot de plateauwaarden die in de koperen en loden buizenproef zijn toegelicht. Daaruit bleek dat voor RDT bemonstering een breed draagvlak bestaat, maar met de kanttekening dat deze monstername volgens de minimaal voorgeschreven (audit)frequentie weinig informatie geeft over de werkelijke situatie in het net. Aanvullende metingen zijn dan ook noodzakelijk. Op basis van het EU-document en de resultaten van de workshop is een protocol opgesteld voor de monitoring van zware metalen, dat eind 2003 is verstuurd naar de waterleidingbedrijven (zie bijlage 3). Harmonisatieafspraak Het protocol heeft betrekking op het meten van chroom, koper, lood en nikkel in leidingwater aan het tappunt. Naast deze metalen zullen ook de metalen arseen, antimoon, cadmium, kwik en seleen in hetzelfde monster worden geanalyseerd. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 19/32
20 In het protocol staan de volgende eisen met betrekking tot de bemonstering: - de monsters dienen te worden genomen in huizen of gebouwen uit kranen die normaal worden gebruikt voor menselijke consumptie en die random over het distributiegebied verspreid zijn; - de meetfrequentie voor chroom, koper, lood en nikkel is tweemaal (2x) de auditfrequentie - voor de andere metalen (antimoon, arseen, cadmium, kwik, en seleen) geldt de normale auditfrequentie - het monster wordt genomen aan de meest gebruikte kraan (meestal de keukenkraan) direct na het opendraaien van de kraan, dus zonder doorspoelen; - het benodigde monstervolume is 1 liter; - de analyse dient plaats te vinden volgens de regulier geaccrediteerde methode - bij overschrijding van de norm dient de eigenaar van het pand op de hoogte gesteld en geadviseerd te worden. Tevens dient de VROM Inspectie op de hoogte te worden gesteld en moet een herhalingsmonster worden genomen (zie ook Inspectierichtlijn voor de melding van normoverschrijdingen drinkwaterkwaliteit) Omdat expliciet door de EU wordt aangegeven dat aanvullende monitoring gewenst is voor een voldoende bescherming van de volksgezondheid schrijft de VROM Inspectie het volgende voor met betrekking tot de loden en koperen buizenproef: - voor zover loden buizenproeven nog operationeel zijn, is het aan het waterleidingbedrijf zelf om deze te handhaven in gebieden waar mogelijk nog loden binnenleidingen zijn; - omdat de EU aanbeveelt om de maximale koperconcentratie per distributiegebied vast te stellen en de koperen buizenproef een goede indicatie geeft van de te verwachten koperafgifte, stelt de VROM Inspectie dat de bestaande koperen buizenproeven voor minstens vijf jaar (dus tot eind 2008) gehandhaafd dienen te blijven. Zij dienen vier maal per jaar bemonsterd te worden; - op pompstations waar nu geen koperen buizenproefopstelling is, wordt deze alsnog opgesteld of wordt overlegd tussen de VROM Inspectie en het waterleidingbedrijf of een opstelling zinvol is; - op pompstations waar doorgaan met de opstelling niet zinvol wordt geacht, is overleg met de VROM Inspectie over beëindiging eveneens mogelijk; - de resultaten van de koperen buizenproef dienen eveneens via REWAB te worden gerapporteerd. Voor nikkel en chroom zijn er geen buizenproeven en het is niet zinvol om deze te gaan ontwikkelen, omdat deze metalen meestal uit onderdelen van de binnenhuisinstallatie komen en niet door de waterkwaliteit beïnvloed lijken te worden. 6.4 Aantonen vergelijkbaarheid meetmethoden Toelichting Bij de uitvoering van het microbiologisch en fysisch-chemisch onderzoek dienen de analysemethoden te worden gehanteerd zoals in Bijlage C van het Waterleidingbesluit zijn gespecificeerd. Echter, biedt een gespecificeerde analysemethode niet in alle gevallen de beste methode voor het type monsters dat in onderzoek moet worden genomen dan mag op grond van art. 7, lid 2, van alternatieve analysemethoden gebruik worden gemaakt, indien deze naar het oordeel van de inspecteur tenminste even betrouwbaar zijn als de in Bijlage C gespecificeerde analysemethoden. In de overgangsfase naar het nieuwe Waterleidingbesluit is door waterleidingbedrijven en laboratoria beoordeeld of en zo ja voor welke parameter(s) alternatieve analysemethoden gewenst waren. Daaruit is toen voor dat moment geconcludeerd dat voor de meeste parameters het hanteren van de gespecificeerde analysemethoden niet tot problemen zou leiden, met uitzondering van de nieuw voorgeschreven methode NEN-EN-ISO voor de analyse van E. coli en bacteriën van de coligroep. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 20/32
21 Daartoe is een vergelijkingsstudie opgezet met de voorgeschreven en een alternatieve methode, waarbij aangetoond kon worden dat het voorgestelde alternatieve kweekmedium (laurylsulfaat agar) gelijkwaardig was aan het gespecificeerde kweekmedium (Lactose-TTC- agar). Vervolgens heeft VROM Inspectie toestemming verleend voor het toepassen van deze alternatieve analysemethode. De vergelijkingsmethode die door de laboratoria werd gehanteerd is intussen beschreven in de norm ISO Water Quality Criteria for establishing equivalence between microbiological methods. Harmonisatieafspraak Indien bedrijven het voornemen hebben om een alternatieve analysemethode (hetzij microbiologisch hetzij fysisch-chemisch) te gaan toepassen dient dit voornemen kenbaar te worden gemaakt aan VROM Inspectie, zodat in een vroeg stadium afspraken gemaakt kunnen worden over de vereiste omvang van de vergelijkingsstudie en de criteria voor de beoordeling van gelijkwaardigheid van gespecificeerde en alternatieve analysemethode. De aanvrager dient bij zijn verzoek alle voor de beoordeling van de alternatieve analysemethode relevante gegevens te verstrekken in de door de inspecteur aangegeven vorm. 6.5 Metingen van tritium, α-, β-, (γ-) activiteit Toelichting In Bijlage B van het Waterleidingbesluit stelt noot 8 bij tabel 1b dat "de meetfrequenties, meetmethodes en meetlocaties te zijner tijd worden vastgesteld in overeenstemming met een krachtens artikel 12 van Richtlijn 98/83/EG aan te nemen voorstel van de Europese Commissie. Na aanvaarding van dit voorstel zal de inspecteur, vooruitlopend op de desbetreffende wijziging van het besluit, het voorstel als uitgangspunt nemen bij de vaststelling van de meetprogramma's, onverlet de meetverplichting krachtens tabel III van deze bijlage". In 2003 is door de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van bijlagen II en III van de EG- Drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) aangenomen. Daarin zijn geharmoniseerde regels vastgesteld voor de bewakingsfrequentie en de totale indicatieve dosis en voor tritium. Tevens zijn methoden en locaties voor de bewaking van de totale indicatieve dosis vastgesteld. De totale indicatieve dosis is een indicatorparameter voor radioactiviteit. Harmonisatieafspraak In Nederland leidt de doorwerking van het voorstel van de EU tot de volgende afspraken, (zie ook bijlage 4) tussen waterleidingbedrijven en de VROM-Inspectie: - om de totale indicatieve dosis vast te stellen kunnen screeningsmethoden voor totale α- activiteit en totale β-activiteit worden toegepast; - indien de totale α- activiteit en de totale β-activiteit onder de norm liggen, kan worden aangenomen dat de totale indicatieve dosis < 0,1 msv/jr is en is geen verder onderzoek nodig; - indien de norm voor totale α- activiteit, totale β-activiteit, tritium of de totale indicatieve dosis wordt overschreden dient nader onderzoek naar specifieke radionucliden uitgevoerd te worden; - hetzelfde geldt voor de situatie waarin bekend is dat er een bron van versterkte natuurlijke of kunstmatige radioactiviteit in het winningsgebied aanwezig is en niet aangetoond kan worden dat de concentratie of de totale indicatieve dosis ver beneden de norm ligt; - bemonstering vindt plaats in het ruwe water; - in 2004 dienen de vereiste metingen voor totale α- activiteit, totale β-activiteit en tritium te worden uitgevoerd met auditfrequentie; - in plaats van de screeningsmethode voor totale α- of totale β-activiteit mogen Lidstaten screeningsmethoden voor door hen zelf geselecteerde radionucliden gebruiken om een betrouwbare aanwijzing voor de aanwezigheid van radioactiviteit in drinkwater te verkrijgen. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 21/32
22 - Wanneer een van de activiteitsconcentraties hoger ligt dan 20% van de referentiewaarden (zie onderstaande tabel) of wanneer de tritiumconcentratie hoger ligt dan 100 Bq/l is een analyse van andere radionucliden vereist Tabel 1. Nucliden, meetmethoden en referentiewaarden in het kader van de bepaling van radioactiviteit. Nuclide Aantoonbaarheidsgrens van meetmethode 1) (Bq/l) 226 Ra 0,04 0,5 228 Ra 0,08 0,2 238 U 2) 0,005 3,0 234 U 2) 0,005 2,8 14 C Sr 0,4 4,9 239 Pu, 240 Pu 0,04 0,6 241 Am 0,06 0,7 60 Co 0, Cs 0,5 7,2 137 Cs 0, I 0,5 6,2 Referentiewaarde (Bq/l) 1) de aantoonbaarheidsgrens voor de meetmethoden voor tritium, totaal-α en totaal -β-activiteit is respectievelijk 10, 0,04 en 0,4 Bq/l. 2) één milligram natuurlijk uranium bevat 12,3 Bq 238 U en 13 Bq 234 U Het nuclide 222Rn (radon) is niet in deze richtlijn opgenomen, daarvoor is door de Commissie een aparte aanbeveling opgesteld (Commission Recommendation of 20 December 2001, On the protection of the public against exposure to radon in drinking water supplies, notified under C(2001) 4580, 2001/928/Euratom) 6.6 Metingen van vanadium, kobalt, antimoon, beryllium, zilver en tritium Toelichting In voetnoot 3 van tabel III van bijlage B van het Waterleidingbesluit staat beschreven: "Indien er aanwijzingen zijn dat vanadium, kobalt, antimoon, beryllium, zilver of tritium in voor de volksgezondheid ongewenste hoeveelheden in het water kunnen voorkomen, dient de eigenaar een schema voor het onderzoek daarvan op te stellen. Het schema behoeft de goedkeuring van de inspecteur. Het onderzoek dient overeenkomstig het goedgekeurde schema te worden uitgevoerd." Om te kunnen beoordelen of er aanwijzingen zijn, zijn door het RIVM voor diverse pompstations verkennende metingen uitgevoerd. In ruw en rein water blijken de concentratie beryllium en de concentratie vanadium (bij alle typen van winningen) vrijwel steeds lager dan de detectiegrens (Versteegh et al., 1995a, Jonker et al., 1999). Het aantal monsters waarin vanadium is aangetoond, is bovendien afgenomen in vergelijking tot een eerder onderzoek in Ook de metingen van kobalt, zilver en antimoon in ruw en rein water van een aantal pompstations (Versteegh et al., 1995 b, Jonker et al., 1999) vormen geen aanleiding om enig risico voor de volksgezondheid te veronderstellen. Routinematig onderzoek is derhalve niet vereist. VROM-Inspectie Inspectierichtlijn Pagina 22/32
Model-meetprogramma s voor eigenaren van collectieve watervoorzieningen. leidingnetten. Meetprogramma Waarom moet er een meetprogramma.
Model-meetprogramma s voor eigenaren van collectieve watervoorzieningen en grote collectieve leidingnetten 3 maart 2004 Het nieuwe Waterleidingbesluit is 9 februari 2001 in werking getreden. Dit stelt
Nadere informatieHet nieuwe Waterleidingbesluit Gevolgen voor eigenaren van collectieve leidingwaterinstallaties
Juni 2001 Informatieblad Het nieuwe Waterleidingbesluit Gevolgen voor eigenaren van collectieve leidingwaterinstallaties Het nieuwe Waterleidingbesluit is met ingang van 9 februari 2001 in werking getreden
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2005
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2005 De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2005 Distributienummer 15054/177 Inhoudsopgave Samenvatting 03 1 Inleiding 04 2 Toetsing van de gegevens
Nadere informatieDeel A. Algemene doelstellingen en controleprogramma s voor het water bestemd voor menselijke consumptie
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2002. Distributienummer 15054/177
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2002 Distributienummer 15054/177 Inhoud SAMENVATTING 03 1 INLEIDING 04 2 TOETSING VAN DE GEGEVENS 06 2.1 Inleiding 06 2.2 Grondstof 06 2.3 Uitvoering van
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2010
Rapportage De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2010 Inhoud Samenvatting 03 1 Inleiding 04 1.1 VROM-Inspectie 04 1.2 Wet- en regelgeving 04 1.3 Waterkwaliteitsgegevens 05 2 Toetsing van gegevens
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2004
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2004 De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2004 Distributienummer 15054/177 Inhoud Samenvatting 03 1 Inleiding 04 2 Toetsing van de gegevens
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2006
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2006 De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2006 Distributienummer 15054/177 Inhoudsopgave Samenvatting 03 1 Inleiding 04 2 Toetsing van de gegevens
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2009
Rapportage De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2009 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 VROM-Inspectie 4 1.2 Wet- en regelgeving 4 1.3 Waterkwaliteitsgegevens 5 2 Toetsing van gegevens
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2011. Datum 5 december 2012
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2011 Datum 5 december 2012 Status Definitief Colofon Inspectie Leefomgeving en Transport Water, Bodem en Bouwen Graadt van Roggenweg 500 Utrecht Rijksinstituut
Nadere informatieBIJLAGE I BIJLAGE II CONTROLE DEEL A. Algemene doelstellingen en controleprogramma's voor het voor menselijke consumptie bestemde water
L 260/9 BIJLAGE I BIJLAGE II CONTROLE DEEL A Algemene doelstellingen en controleprogramma's voor het voor menselijke consumptie bestemde water http://www.emis.vito.be d.d. 07-10- 2015 1. Met de programma's
Nadere informatieGelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
L 126/34 22.5.2003 RICHTLIJN 2003/40/EG VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2003 tot vaststelling van de lijst, de grenswaarden voor de concentratie en de vermelding op het etiket van bestanddelen van natuurlijk
Nadere informatieDe Staat van het Drinkwater in Nederland, 2012. RIVM Rapport 2014-0137 J.F.M. Versteegh H.H.J. Dik
De Staat van het Drinkwater in Nederland, 2012 RIVM Rapport 2014-0137 J.F.M. Versteegh H.H.J. Dik De staat van het drinkwater in Nederland, 2012 RIVM Rapport 2014-0137 Colofon RIVM 2014 Delen uit deze
Nadere informatieD E K WALITEIT VAN HET
D E K WALITEIT VAN HET DRINKWATER IN N EDERLAND, IN 2001 INSPECTIEREEKS 2003/ Deze uitgave is te bestellen bij: Distributiecentrum VROM, Postbus 2700, 3430 CG Nieuwegein, Fax; 0900 201 80 52 Distributiecode:15062/177
Nadere informatieOMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT
ZUIDOOST-BRABANT Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet van Refresco B.V., gelegen aan de Oranje Nassaulaan
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 009-04 Commissie verzoekschriften 9.3.0 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 084/004, ingediend door Charles Winfield (Britse nationaliteit), over de kwaliteit van het drinkwater
Nadere informatieWaterbodemonderzoek (1)
Waterbodemonderzoek (1) Schutssluis Sluissloot Inspectie civieltechnisch gedeelte sluis. In opdracht van de gemeente Zaanstad heeft Witteveen+Bos, Raadgevend ingenieurs b.v. te Deventer een indicatief
Nadere informatieBijlage A. Minimum kwaliteitseisen.
BIJLAGEN behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 12 van de Landsverordening drinkwater en van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Warenlandsverordening
Nadere informatie- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Baambrugse Zuwe 73 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen) 1. Inleiding
- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Baambrugse Zuwe 73 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen) datum 31 oktober 2005 nummer 2005WEM004590i bijlagen kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie
Nadere informatieRichtlijnen wateronderzoek
april 2014 - Pagina 1 van 8 Richtlijnen wateronderzoek Algemene richtlijnen volgens KB 14/01/2002 betreffende kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen
Nadere informatieMarktonderzoek migratie lood en cadmium uit tajines. marktbeeld februari 2014
Marktonderzoek migratie lood en cadmium uit tajines marktbeeld 2013 22 februari 2014 Marktonderzoek migratie lood en cadmium uit tajines 22 februari 2014 Colofon Projectnaam Marktonderzoek migratie lood
Nadere informatieOPZET VOOR HET CHEMISCH EN BACTERIO- LOGISCH ONDERZOEK T.B. V. DE DRINliiJATER- VOORZIENTNG. door. Ir. E.J.J. Cals. augustus.
W E R K D O C U M E N T OPZET VOOR HET CHEMISCH EN BACTERIO- LOGISCH ONDERZOEK T.B. V. DE DRINliiJATER- VOORZIENTNG door Ir. E.J.J. Cals augustus I i2163 I 7150 1 I J K S D I E N S T V O O R D E I J S
Nadere informatieACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART
GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035
Nadere informatieⱱ* ⱱ* NOTITIE. Norm Veld 3 Veld 4 Mengselnorm. Consumentennorm. Speelgoed. Bouwstoffenbesluit RÏVM
NOTITIE Datum 6 februari 2017 Onderwerp Onderzoek SBR rubber gemeente Maasdriel Projectnummer 17NW33601 Ons kenmerk 170206 17NW33601 In opdracht van de gemeente Maasdriel heeft Newæ onderzoek laten uitvoeren
Nadere informatieLaboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse. Overzicht uit te voeren organoleptische bepalingen 2010. Januari 2010 Versie 1.
Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse Overzicht uit te voeren organoleptische bepalingen 2010 Januari 2010 Versie 1.4 Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse Overzicht
Nadere informatieTCB S45(2007) Den Haag, 19 juli 2007
Aan De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus 30945 2500 GX Den Haag TCB S45(2007) Den Haag, 19 juli 2007 Betreft: Advies Normstelling MTBE Mevrouw de Minister, In
Nadere informatieBijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN. Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden.
Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden. PARAMETERS GROEP A 1. Microbiologische minimumvereisten Escherichia coli (E. Coli) 0 Aantal /100
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit
Nadere informatieRichtlijnen wateronderzoek
Pagina 1 van 7 Richtlijnen wateronderzoek Algemene richtlijnen vlgs KB 14/01/2002 betreffende kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of
Nadere informatieWATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Algemeen
WATERWERKBLAD BRANDBLUSINSTALLATIES Algemeen WB 4.5 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot brandblusinstallaties is in artikel 4.5 van NEN 1006 (AVWI- 2002) het volgende gesteld:
Nadere informatieHet algemeen bestuur van het Waterschap Peel en Maasvallei;
Ontwerp-Verordening zuiveringsheffing Het algemeen bestuur van het Waterschap Peel en Maasvallei; gelet op de artikelen 110 en hoofdstuk XVIIb van de Waterschapswet en hoofdstuk 6.2 van het Waterschapsbesluit
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 339 Wijziging van de Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 9 december 2003 Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieGebruik van water op het bedrijf
Gebruik van water op het bedrijf Volgens het KB van 14 januari 2002 moet water dat bestemd is voor de fabricage en/of het in handel brengen van voedingsmiddelen aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen en
Nadere informatieRapportage. De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2008
Rapportage De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2008 Inhoud Samenvatting 03 1 Inleiding 04 1.1 VROM-Inspectie 04 1.2 Wet- en regelgeving 04 1.3 Waterkwaliteitsgegevens 05 2 Toetsing van gegevens
Nadere informatieHet wettelijk kader voor de kwaliteit van het leidingwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Het wettelijk kader voor de kwaliteit van het leidingwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Europese Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd
Nadere informatieA 2006 N 72 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.
A 2006 N 72 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 12 de september 2006 ter uitvoering van artikel 12 van de Landsverordening drinkwater (P.B. 2006, no. 37) en van artikel 3,
Nadere informatieALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl Postbus 2205 5001 CE TILBURG Blad 1 van 6 Uw projectnaam : Uw projectnummer : ALcontrol
Nadere informatieA N A L Y S E - C E R T I F I C A A T
Tabel 1 van 2 Project code : ### Project omschrijving : ### Opdrachtgever : ### Referenties 1652653 = ### 1652654 = ### A N A L Y S E - C E R T I F I C A A T Opgegeven bemon.datum : 19/04/2005 19/04/2005
Nadere informatieToelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water.
Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Normen voor metalen Bij de afleiding van de normen voor metalen is rekening gehouden met
Nadere informatieDE KWALITEIT VAN HET DRINKWATER IN NEDERLAND, IN 2002
DE KWALITEIT VAN HET DRINKWATER IN NEDERLAND, IN 2002 INHOUDSOPGAVE AFKORTINGEN 4 SAMENVATTING 5 1 INLEIDING 7 2 TOETSING VAN DE GEGEVENS 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Grondstof 9 2.3 Uitvoering van de meetprogramma
Nadere informatieAlgemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem
Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Nadere informatieKwaliteit leidingwater
Thema: water > doelpubliek: gebruikers drinkwater Kwaliteit leidingwater Kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie periode 005-006-007 Versie 010 Meer informatie: www.leefmilieubrussel.be
Nadere informatieDe Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:
Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Nadere informatie- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Locatie gelegen achter Korte Linschoten Westzijde 1 te Linschoten (Montfoort) 1.
- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Locatie gelegen achter Korte Linschoten Westzijde 1 te Linschoten (Montfoort) datum 18 mei 2005 nummer 2005WEM002033i bijlagen kadastrale kaart sector
Nadere informatie- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Oudhuijzerweg 65 Wilnis, gemeente De Ronde Venen
- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Oudhuijzerweg 65 Wilnis, gemeente De Ronde Venen datum 19 augustus 2005 nummer 2005WEM003507i bijlagen kadastrale kaart sector referentie locatiecode
Nadere informatieIntegrale tekst Afvalstoffenlijst
VROM Integrale tekst Afvalstoffenlijst Herpublicatie integrale tekst Europese afvalstoffenlijst In de publicatie van de integrale tekst van de Europese afvalstoffenlijst in de Staatscourant van 28 maart
Nadere informatieTabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater
Oefenopgaven Zuivering Vraag 1 In de onderstaande tabel staan de analyses van het ruwe water van drie zuiveringsstations gegeven. Het betreft een aeroob grondwater, een oppervlaktewater (directe zuivering)
Nadere informatie- Beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Vinkenkade 7 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen)
- Beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Vinkenkade 7 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen) datum 16 juni 2005 nummer 2005WEM002516i bijlagen kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie
Nadere informatieOnderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond.
Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Analytico Milieu B.V. November 2003 INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 3 2. INLEIDING.. 4 3. BESCHRIJVING PROEFOPZET.
Nadere informatieDE KWALITEIT VAN HET DRINKWATER IN NEDERLAND, IN 2003
DE KWALITEIT VAN HET DRINKWATER IN NEDERLAND, IN 2003 INHOUD AFKORTINGEN 4 SAMENVATTING 5 1 INLEIDING 7 2 TOETSING VAN DE GEGEVENS 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Grondstof 9 2.3 Uitvoering van de meetprogramma
Nadere informatieDe kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2007
De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2007 1 2 Inhoud Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Toetsing van de gegevens 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Grondstof 6 2.3 2.3 Uitvoering van de meetprogramma s 9
Nadere informatieRaad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming
Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming Documentcode: RvA-T021-NL Versie 3, 27-2-2015 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van de RvA met betrekking tot een
Nadere informatieOns kenmerk : Uw Kenmerk: 2 juli 2014 Datum : 2 juli 2014 Contactpersoon : F.Lutz
MOS Milieu B.V. Kleidijk 35, 3161 EK Rhoon Postbus 801, 3160 AA Rhoon Telefoon 0548-634780 Telefax 0548-521342 KvK 59424249 BTW-nummer NL853476408B01 ABN Amro 505525917 E-Mail info@mosmilieu.nl Mos Grondmechanica
Nadere informatieToetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) 19454-BEATRIXSTRAAT 2 416751. Metalen ICP-AES. Minerale olie. Sommaties. Sommaties
Project Certificaten Toetsversie 19454BEATRIXSTRAAT 2 416751 versie 5.10 24 Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) Toetsdatum : 02072012 Monsterreferentie Monsteromschrijving 2627285 MM8 01 (1560)
Nadere informatieNota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland
Bijlage 5: Bewijsmiddelen 1.1 Bodemkwaliteitskaart 1.1.1 Algemeen Bij het opstellen van de Nota bodembeheer worden de op dat moment geldende (water)bodemkwaliteitskaarten en de in concept beschikbare nieuwe
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2015/1787 VAN DE COMMISSIE
L 260/6 7.10.2015 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2015/1787 VAN DE COMMISSIE van 6 oktober 2015 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke
Nadere informatieDeze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:
Eemland 1A 9405 KD Assen Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Monsterneming a Oppervlaktewater Monsterneming t.b.v. fysisch en chemisch onderzoek (alle
Nadere informatieRICHTLIJN 2013/51/EURATOM VAN DE RAAD
L 296/12 Publicatieblad van de Europese Unie 7.11.2013 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2013/51/EURATOM VAN DE RAAD van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse
Nadere informatieVERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening
VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het
Nadere informatieALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 31 47 00 Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl Geijzerstraat 3-9 5753 RP DEURNE Blad 1 van 7 Uw projectnaam
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 473 Besluit van 6 november 2003, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten Wij
Nadere informatieVertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018
Memo Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Doel memo Bij een DAT (diepgaand administratief toezicht) onderzoek in 2017 is naar voren gekomen
Nadere informatieWijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007
bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 wordt per 1 januari 2013 respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2016 en 1
Nadere informatieDatum Kenmerk Bijlage(n) BWL/2006339512 1. Voorwaarden en toelichting 2. Meldingsformulier leverancier 3, Meldingsformulier gebruiker
Directoraat-Generaal Milieu Directie Bodem, Water, Landelijk Gebied Afdeling Water Platform Biociden, Aqua Nederland, leveranciers Koper-zilverionisatie (zie adreslijst) Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10842 27 juni 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 juni 2011, nr. BJZ2011046947 houdende
Nadere informatieRIVM rapport /2004. De Drinkwaterkwaliteit in Nederland van 1992 tot 2002 Een overzicht van tien jaar kwaliteitsbewaking
RIVM rapport 734301024/2004 De Drinkwaterkwaliteit in Nederland van 1992 tot 2002 Een overzicht van tien jaar kwaliteitsbewaking JFM Versteegh *, PP Morgenstern, JD te Biesebeek Dit onderzoek werd verricht
Nadere informatieVerduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee
Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee Naar aanleiding van de op 30 juli jl. gepubliceerde Nota van Inlichtingen
Nadere informatieRichtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet
Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet Organisatie: Vewin Postbus 1019 2280 CA Rijswijk Auteurs - Treur (Waternet), De Veer (PWN),
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Definitief In opdracht
Nadere informatieVersie ten behoeve van Internetconsultatie
Versie ten behoeve van Internetconsultatie Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van, nr. IENW/BSK-2019/, tot wijziging van de Regeling lozen buiten inrichtingen in verband met eisen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd
Nadere informatieDeze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:
Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Eemland 1A 9405 KD Assen Nederland Monsterneming a. Oppervlaktewater Monsterneming t.b.v. fysisch en chemisch onderzoek (alle
Nadere informatieBijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...
Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...............................................................
Nadere informatieDrinkwater een goede bron voor de levensmiddelenindustrie. VMT/EHEDG bijeenkomst Geo Bakker, 2 december 2014
Drinkwater een goede bron voor de levensmiddelenindustrie VMT/EHEDG bijeenkomst Geo Bakker, 2 december 2014 Wetgeving Inhoud Drinkwaterkwaliteit Drinkwaterzuivering Verandering van drinkwaterkwaliteit
Nadere informatieBRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost
BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost Naam bedrijf:... Datum audit:... Auditor(en):... Dit is een toelatingsaudit/opvolgingsaudit
Nadere informatieAcceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf
Bezoekadres Australiëhavenweg 21 1045 BA Amsterdam Postbus 58292 1040 HG Amsterdam Telefoon 020 587 6250 Fax 020 587 6270 wcs@afvalenergiebedrijf.nl www.afvalenergiebedrijf.nl Acceptatievoorwaarden Voor
Nadere informatieBorging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen
Contact info@vwa.nl 64 Titel Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelenbedrijven
Nadere informatieInformatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea
Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Van de site van Evides: In de media: PFOA en GenX Diverse media berichtten over de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de stoffen GenX en
Nadere informatieControleresultaten legionellapreventie 2009. Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief
Controleresultaten legionellapreventie 2009 Cluster 3: Zorginstellingen Datum 1 juni 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig Water Rijnstraat 8 Postbus
Nadere informatieAan De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus GX Den Haag. TCB S45(2007) Den Haag, 19 juli 2007
Aan De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus 30945 2500 GX Den Haag TCB S45(2007) Den Haag, 19 juli 2007 Betreft: Advies Normstelling MTBE Mevrouw de Minister, In
Nadere informatieALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA BILTHOVEN Blad 1 van
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant
_ m, M. Keizer Karel V Singel 8 ZUIDOOST-BRABANT 5601 EINDH0VEN T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning
Nadere informatieINTERPRETATIEDOCUMENT Vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer
INTERPRETATIEDOCUMENT Vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer Van toepassing op : AP04 en AS 3000, versies vastgesteld vóór 01-10-2008, voor zover deze nog mogen worden gehanteerd Versie en
Nadere informatieInleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15
Nadere informatieBij deze verstrekken wij de bevindingen van de herbemonstering van het grondwater uit peilbuis 50 ter plaatse van perceel Iepenlaan 21 De Kwakel.
Gemeente Uithoorn T.a.v. mevrouw D. van Steeg Laan van Meerwijk 16 1423 AJ Uithoorn Kamerik, 25 oktober 2012 project: 19654-A, Iepenlaan 21 De Kwakel betreft: resultaten herbemonstering grondwater peilbuis
Nadere informatieGMP+ Feed Safety Assurance scheme. Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders
GMP+ Feed Safety Assurance scheme Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders GMP+ BCN-NL2 BCN NL2 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het
Nadere informatieUITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 C(2019) 2266 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.3.2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma
Nadere informatieQ&A Onderzoek prestatie-indicatoren. 1. Algemeen. 1-1 In het protocol staat dat onjuistheden groter dan 2% (per indicator) worden vastgesteld?
Q&A Onderzoek prestatie-indicatoren 1. Algemeen 1-1 In het protocol staat dat onjuistheden groter dan 2% (per indicator) worden vastgesteld? 1-2 Hoe pas je de tolerantie van 2% toe op de verantwoorde indicatoren
Nadere informatieGenerale regeling voor stichtingen en besloten vennootschappen van de Protestantse Kerk in Nederland. als bedoeld in ordinantie 11-27-3
Generale regeling voor stichtingen en besloten vennootschappen van de Protestantse Kerk in Nederland als bedoeld in ordinantie 11-27-3 Inhoudsopgave Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel
Nadere informatieDeze bijlage is geldig van: 11-11-2015 tot 01-01-2019 Vervangt bijlage d.d.: 30-09-2014
J.W. Lucasweg 2 2031 BE HAARLEM Nederland Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Monsterneming a Monsterneming via tapkranen t.b.v. alle in deze lijst opgesomde anorganische-
Nadere informatieVERORDENING ZUIVERINGSHEFFING SCHELDESTROMEN. De algemene vergadering van waterschap Scheldestromen;
Registratienummer: 2014031877 waterschapscheldestromei VERORDENING ZUIVERINGSHEFFING SCHELDESTROMEN De algemene vergadering van waterschap Scheldestromen; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur
Nadere informatieRichtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen
EIOPA(BoS(13/164 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA WesthafenTower Westhafenplatz 1 60327 Frankfurt Germany Phone: +49 69 951119(20 Fax: +49 69 951119(19
Nadere informatieJC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)
JC 2014 43 27 May 2014 Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 1 Inhoudsopgave Richtsnoeren voor de behandeling van klachten
Nadere informatie=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s
=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s Stap 2. Stap 2.1 en 2.2 Gebruikshistorie en ontwikkeling wijken Kenmerken gebieds indeling versie 01-06-2002 Toelichting bouwperiode tot 1945
Nadere informatieControle van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water HET BEKKENBEHEERPLAN
Koninkrijk België Vlaams Gewest Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Water HET BEKKENBEHEERPLAN Controle van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water Water verdeeld in het Vlaamse Gewest
Nadere informatieALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0) 231 47 00 Fax: +31 (0) 416 30 34 www.alcontrol.nl M&A milieu adviesbureau Koolweg 64 5759 PZ HELENAVEEN Blad 1 van 4 Uw projectnaam :
Nadere informatieOp 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 1 november 2018 Onderwerp Regeling Tachografen
Nadere informatie