Bestrijdingsmiddelengebruik landbouw stabiel

Het totale gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de akker- en tuinbouw is tussen 2000 en 2004 niet veranderd. Zowel in 2004 als in 2000 werd gemiddeld 6,6 kg werkzame stof per hectare toegepast. In 1998 lag dit op 7,3 kg per hectare.

Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, sectoren
Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, sectoren 

Minder in akkerbouw, meer in fruitteelt

In 2004 werd in de akkerbouw op een doorsnee hectare bijna 6 procent minder bestrijdingsmiddelen gebruikt dan in 2000. Daarentegen is het gebruik in de fruitteelt in dezelfde periode met ruim 60 procent toegenomen. In de bloembollenteelt en de teelt van bloemen onder glas is het gebruik nagenoeg onveranderd gebleven. 

Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, groepen
Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, groepen 

Gebruik tegen schimmels en insecten neemt af

Ruim de helft van de bestrijdingsmiddelen wordt tegen schimmelziekten ingezet. Dit gebruik, dat sterk wordt beïnvloed door de weersomstandigheden, daalt de laatste jaren gestaag tot 3,5 kg per hectare in 2004. Een kwart van de bestrijdingsmiddelen wordt gebruikt tegen onkruiden. Het gebruik hiervan is ten opzichte van 1998 vrijwel onveranderd, maar het lag in 2000 iets lager. Insectenbestrijdingsmiddelen maken in 2004 nog slechts 2 procent van het gebruik uit. Dit gebruik is de laatste jaren afgenomen tot 0,14 kg per hectare. Het gebruik van overige middelen neemt iets toe.

Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, gewassen
Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen, gewassen

Meer in lelieteelt

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen per hectare is al jaren het hoogst in de teelt van leliebollen: in 2004 is dit met ruim 20 procent toegenomen ten opzichte van 2000. Het gebruik in enkele andere gewassen met een hoog gebruik per hectare neemt eveneens toe. Bij de teelt van peren wordt tegenwoordig bijvoorbeeld meer minerale olie preventief tegen insecten ingezet. Door vroeg in het seizoen deze olie op de stammen te spuiten zijn andere bespuitingen in mei en juni, die schadelijk kunnen zijn voor natuurlijke vijanden van de plaaginsecten, minder nodig. Tegenover stijgingen in het gebruik staan ook dalingen. Zo is het gebruik in de tomaten- en paprikateelt substantieel (meer dan 30 procent) afgenomen. In deze teelten wordt na het verbod op strooizwavel, zwavel alleen nog toegepast door verdamping waardoor veel minder werkzame stof nodig is.

Kees Olsthoorn en Tom Loorij