Batenstudie KRW-WB21

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Batenstudie KRW-WB21"

Transcriptie

1 Batenstudie KRW-WB21 Baten van natuurvriendelijke oevers - WL Delft Rapport Oktober

2 Batenstudie KRW-WB21 Baten van natuurvriendelijke oevers - Ellis Penning en Marnix van der Vat WL Delft Rapport Oktober 2007

3 Oktober 2007 Inhoudsopgave 1 Natuurvriendelijke oevers Inleiding Areaal aan natuurvriendelijke oevers Vastleggen broeikasgassen Koolstofkringloop Vastlegging van koolstof Baten van vastleggen koolstof Verbeteren van luchtkwaliteit Fijn stof en effect op de gezondheid Afvangen van fijn stof Afvangen van NO x en SO x Baten van verbeteren luchtkwaliteit Recreatie en waardering natuur Recreatie Waardering natuur Baten van recreatie en waardering natuur Conclusies over baten van natuurvriendelijke oevers Referenties WL Delft Hydraulics i

4 Oktober Natuurvriendelijke oevers 1.1 Inleiding De oever is de overgangszone tussen water en land. In een natuurlijke situatie is dit het gebied tussen de hoog- en laagwaterlijn. Door het gereguleerde peil in veel Nederlandse wateren is de oeverzone smal en vaak is de oever verstevigd met damwanden of beschoeiing. Wanneer een natuurlijke situatie niet mogelijk is vanwege veiligheidseisen dan kan wel een natuurvriendelijke oever worden aangelegd. Een natuurvriendelijke oever (NVO) is een aangelegde oever die zoveel mogelijk kansen voor natuur biedt en tegelijkertijd geen afbreuk doet aan de waterbouwkundige eisen van de oever als waterkerende functie. Een natuurvriendelijke oever draagt locaal bij aan verhoging van de biodiversiteit en verbetering van de waterkwaliteit. Recreanten waarderen dat en daarmee samenhangend ook de diversiteit aan landschapsbeelden. Bij flauw hellende oevers is voorts de waterbergingscapaciteit groter. De mate van natuurvriendelijkheid van oevers verschilt sterk. Als streefbeeld voor een natuurvriendelijke oever geldt een flauw talud van bijvoorbeeld 1:10, een grote breedte, bij voorkeur meer dan 5-10 m, en een grote verscheidenheid aan vegetatie. Dit streefbeeld is in de praktijk moeilijk te realiseren. Want daarvoor is veel ruimte nodig en het stelt ook hoge eisen aan de waterkwaliteit en het peilbeheer. De aanleg van natuurvriendelijke oevers is een maatregel in het kader van KRW en is gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit. Wat de aanleg van natuurvriendelijke oevers op dit vlak oplevert blijft hier buiten beschouwing. Het onderzoek richt zich op de welvaartseffecten, ofwel de maatschappelijke baten van natuurvriendelijke oevers. We onderscheiden daarbij de volgende effectcategoriën: Vastlegging van broeikasgassen door begroeiing op natuurvriendelijke oevers en daarmee bijdragen aan de klimaatdoelstelling van Nederland. Opname van fijn stof door de begroeiing op natuurvriendelijke oevers en andere bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Meer diversiteit (ecosysteem en landschap) en meer waardering van recreatie langs en op wateren met natuurvriendelijke oevers. Los van het daadwerkelijk recreëren heeft dit ook maatschappelijke betekenis omdat mensen waarde hechten aan het bestaan van waardevolle natuur op zich (optiewaarde) en het kunnen doorgeven daarvan aan volgende generaties (erfeniswaarde). Meer rust, ruimte en natuur om bij te komen, wat bijdraagt aan verbetering van de volksgezondheid. In de volgende paragraaf wordt indicatief geschat hoeveel ha natuurvriendelijke oevers in Nederland haalbaar lijkt. In de daaropvolgende paragrafen komen bovengenoemde effecten aan de orde en wordt geschat hoe groot de baten zijn. WL Delft Hydraulics 1 1

5 Oktober Areaal aan natuurvriendelijke oevers Om de KRW-baten te kunnen schatten van de aanleg van natuurvriendelijke oevers moeten we eerst weten wat het areaal nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oevers is. STOWA (2000) rapporteert dat Nederland in 2000 in totaal 1300 km aan natuurvriendelijke oevers had verdeeld over 457 locaties. De waterschappen beheerden daarvan 83%, rijk en provincies 17%. Rijkswaterstaat plande globaal 1100 km natuurvriendelijke oevers, waarvan 440 km klaar is. Het is te verwachten dat het totale oppervlak aan natuurvriendelijke oevers de afgelopen 7 jaren gestaag is toegenomen, maar nieuwe cijfers zijn niet bekend. Een korte GIS-analyse met een kaart uit het Waterstaatkundige Informatie Systeem (WIS) van Nederland van Rijkswaterstaat van Nederland geeft aan dat Nederland in totaal ongeveer km aan oeverlengte heeft, de kustzone niet meegerekend. Langs meren is gerekend met 1 oeverlengte en bij lijnvormige elementen is de lengte van beide oevers meegenomen. De huidige 1300 km natuurvriendelijke oevers vormen slechts 0.9% van dit totaal. Uitgaande van een natuurvriendelijke oeverzone van minimaal 2 meter breed komt het totale oeveroppervlak in Nederland uit 2,6 km 2, ofwel 260 ha. De mogelijkheden van extra aanleg van natuurvriendelijke oevers zijn indicatief geschat rekening houdend met beperkingen door landgebruik. De huidige gemiddelde oeverbreedte in Nederland wordt geschat op 0.5 m. Met een lengte van ongeveer km komt het totale areaal aan oever dan uit op circa 7500 ha. Tabel 1 Eigen schatting van omvorming van oeverzones van 0.5 m naar natuurvriendelijke oevers van verschillende breedte. van breedte (m) naar breedte (m) percentage realisatie areaal per categorie (ha) Totaal areaal Nieuw areaal Uit een korte inventarisatie bij enkele waterschappen (zie kader) blijkt dat de meeste oevers tussen de 1 en 5 meter breed zouden kunnen worden en een klein deel zelfs nog breder. In tabel 1 is een eigen inschatting gemaakt van de verdeling van de totale oeverlengte naar breedte die mogelijk lijkt. Daaruit is weer het maximale areaal aan natuurvriendelijke oevers bepaald. De beperkte perceelsbreedte in veengebieden is één van de redenen voor de WL Delft Hydraulics 1 2

6 Oktober 2007 beperkte breedte van de natuurvriendelijke oevers. Op grond van deze uitwerking schatten wij dat een toename aan natuurvriendelijke oevers (vergeleken met het huidige areaal van 260 ha) mogelijk lijkt in de orde van ha. Voorbeelden uit enkele beheersgebieden Hoogheemraadschap Rijnland bezit ongeveer 185 km oever, waarvan 90 km natuurvriendelijk wordt onderhouden (het laten staan van een rand vegetatie tussen de 0.5 en 2 m. breed op de bestaande oever). Het Hoogheemraadschap streeft naar 50% natuurvriendelijke oevers. Ook Waterschap Groot-Haarlemeermeer streeft naar 50% natuurvriendelijk oevers bij nieuwe plannen. Waterschap Zuiderzeeland verbreedt watergangen in landbouwgebied zoveel mogelijk van 0.5 meter naar 2.5 meter. De provincie Drenthe investeert in het project natuurvriendelijke akkerranden (geen bemesting en pesticidengebruik + een zone van 3.5m uit productie nemen en inzaaien met graskruidenmengsel), die vaak grenzen aan greppels of afwateringskanaaltjes. Op basis van bovenstaande informatie wordt aangenomen dat bij de implementatie van de KRW gestreefd zal worden naar 50% natuurvriendelijke oevers. Dat komt overeen met ongeveer hectare en dus een meest waarschijnlijke toename van ongeveer hectare. 1.3 Vastleggen broeikasgassen Als koolstof wordt vastgelegd in natuurvriendelijke oevers dan draagt dat bij aan het beperken van het broeikaseffect. Dat levert baten op. Hetzelfde geldt als riet en andere beplanting op natuurvriendelijke oevers kunnen worden ingezet als biobrandstof. Dat levert besparingen op aan fossiele brandstoffen en het zou bijdragen aan een vermindering van de CO 2 -emissie. De volgende paragrafen gaan hierover. Eerst komt de koolstofkringloop ter sprake en daarna de vastlegging van koolstof in natuurvriendelijke oevers. Vervolgens worden de baten geschat Koolstofkringloop Bij fotosynthese zetten planten CO 2 onder invloed van licht om in bouwstoffen (koolhydraten), die worden gebruikt voor het maken van proteïnes, lignines, vetten, energie en cellulose. CO 2 + H 2 O CH 2 O + O 2 WL Delft Hydraulics 1 3

7 Oktober 2007 Door rottingsprocessen van bladeren en andere plantendelen vindt ook afbraak plaats, waarbij weer CO 2 en H 2 O vrijkomt. In deze jaarlijkse cyclus van groei en afbraak wordt geen koolstof opgeslagen (zie figuur 1). Wel kan koolstof voor meerdere jaren worden opgeslagen in hout en houtige gewassen. Maar op natuurvriendelijke oevers komen over het algemeen weinig als houtig aan te merken planten voor. Voorts vindt vastlegging van koolstof plaats in de bodem, maar dat is beperkt. Samengevat kan worden gesteld dat het grootste deel van de in natuurvriendelijke oevers vastgelegde koolstof (na maaien/afsterven) weer wordt omgezet in CO 2. Figuur 1. Overzicht van koolstof kringloop in moeraszones (Bron: Mitsch en Gosselink, 2002) Naast de opslag en emissie van CO 2 moeten we bij het beoordelen van het broeikaseffect ook rekening houden met de emissie van CH 4 (methaan). Dit broeikasgas komt vrij in moerassige gebieden en dus ook bij natuurvriendelijke oevers. CH 4 is een veel sterker broeikasgas dan CO 2 : het broeikaseffect van CH 4 is circa 21 keer groter dan van CO 2. De vastlegging van het broeikasgas CO 2 moet dus gecorrigeerd worden voor de emissie van CH 4. WL Delft Hydraulics 1 4

8 Oktober Vastlegging van koolstof Literatuurbronnen geven verschillende cijfers over de vastlegging en emissie van broeikasgassen. Goosen et al., (1996) komen voor riet/ruigte tot een waarde van 6800 kg C per hectare per jaar. Dit getal is waarschijnlijk gebaseerd is op metingen bij de proefboerderij Zegveld in veenweidegebied. Goosen et al. (1996) geeft aan dat de schatting aan de hoge kant is omdat geen winteremissies bekend zijn en omdat gecorrigeerd moet worden voor de CH 4 -uitstoot (zie tabel 4.2 in rapport Goosen et al). Wanneer rekening wordt gehouden met CH 4 -emissie, dan blijkt sprake van een netto emissie van broeikasgassen van 28 g/m 2 /jaar op een termijn van 100 jaar. Dat komt doordat op natuurvriendelijke oevers op drooggelegd veen altijd meer veen zal oxideren dan dat de vegetatie aldaar aan CO 2 kan vastleggen. Whittaker & Likens (1975) melden dat de netto primaire productie van graslanden in de gematigde zone uitkomt op g droge stof/m 2 /jaar (gemiddeld 600 g) en van moerasgebieden op g droge stof/m 2 /jaar (gemiddeld 3000). Brix et al (2001) concluderen dat koolstofopslag of emissie afhankelijk is van de te beschouwen tijdsperiode. Tot een tijdsduur van 60 jaar wordt vaak koolstof vastgelegd, maar daarna komt het systeem vaak in evenwicht en wordt alleen in (anearobe) hoogveensituaties nog koolstof vastgelegd. Brix et al (2001) stellen dan ook dat rietvegetaties zowel een source als een sink kunnen zijn afhankelijk van de tijdschaal die wordt beschouwd. In moerasgebieden vormt uitstoot van CH 4 een belangrijke source, waarbij sprake is van een grote seizoensfluctuatie. Dit wordt bevestigd door metingen van Sorrell en Boon (1992) en Boon (1999) in Australische wetlands. Het blijkt dat er binnen een jaar perioden zijn waarbij een moerasgebied netto meer dan 500 keer zoveel broeikasgas (zowel CO 2 als CH 4 ) uitstoot dan dat het opneemt. Brix et al. (2001) stellen dat 15% van de vastgelegde C per jaar weer wordt uitgestoten in de vorm van CH 4. Het broeikaseffect van CH 4 is ongeveer 21 keer groter dan dat van CO 2 op een tijdschaal van 100 jaar. Hoewel er in anaerobe bodems van zoete moerasgebieden dus CO 2 wordt vastgelegd, wordt er tegelijkertijd zoveel CH 4 geproduceerd (variërend van 0,1 tot 498 mg C/m 2 /dag (Mitsch en Gosselink 2002) dat het effect van de koolstofvastlegging volledig teniet wordt gedaan. Het broeikaseffect wordt dus niet beperkt. Voor de schatting van de netto baten van natuurvriendelijke oevers door koolstofvastlegging kunnen we conform Gooesen et al. (1996) uitgaan van een vastlegging van 6,8 kg C per ha per jaar. Uit het bovenstaande blijkt echter dat de uitstoot van broeikasgas (uitgedrukt in equivalenten) waarschijnlijk van dezelfde orde van grootte is of zelfs groter, zeker als we op een tijdschaal langer dan 60 jaar kijken. Opgemerkt wordt dat in de bodem ook het broeikasgas N 2 O (lachgas) wordt gevormd, in natte bodems tot 4x zoveel als in droge bodems. In in natte bodems neemt de vorming van N 2 O af in de volgorde lemig zand > veen > klei (Esala et al, 2004). Bij het vaststellen van de gevolgen van de aanleg van natuurvriendelijke oevers voor het broeikaseffect zou ook rekening moeten worden gehouden met deze emssie. WL Delft Hydraulics 1 5

9 Oktober Baten van vastleggen koolstof De baten van het vastleggen van koolstof zouden als volgt berekend kunnen worden, als er sprake zou zijn van een netto vastlegging van broeikasgassen: B = A x nettocv x WC (1) Waarin B A nettocv WC = baten (euro per jaar) = aanleg van natuurvriendelijke oevers voor KRW (ha) = netto vastlegging van (equivalenten) C (ton per ha per jaar) = waarde van vastlegging van C (euro per ton) Het areaal A wordt geschat op orde ha (zie paragraaf 1.2). De waarde WC van het vastleggen van C wordt gesteld op 62 euro per ton C (de waarde volgens trees for travel). Hoe groot de netto vastlegging van C is hangt af van de tijdshorizon, die we hanteren. Als de tijdshorizon korter is dan 60 jaar, dan lijkt sprake van netto vastlegging, maar voor een langere tijdshorizon geldt dat niet meer. Omdat bij het broeikaseffect juist de lange termijn belangrijk is, gaan we daarvan uit. Op lange termijn is de netto vastlegging waarschijnlijk nihil of (in broeikasequivalenten gemeten) zelfs negatief (een netto uitstoot). Daarom wordt de netto vastlegging op nul gesteld. De baten komen dan ook op nul uit. Natuurvriendelijke oevers zouden ook kunnen bijdragen aan het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat kan door riet en eventueel andere beplanting van natuurvriendelijke oevers in te zetten als biobrandstof. Dat zou een besparing opleveren aan fossiele brandstoffen en het zou leiden tot een netto afname van de CO 2 -emissie. Door de verspreide ligging en de vorm van natuurvriendelijke oevers lijkt het echter niet rendabel om riet en andere beplanting te oogsten en in te zetten als biobrandstof. De kosten zijn in dat geval naar verwachting groter dan de baten en dus levert dit geen netto baten op. Vaak wordt het materiaal wel afgevoerd en gecomposteerd ter verschraling van de oever. 1.4 Verbeteren van luchtkwaliteit Natuurvriendelijke oevers vangen fijn stof (PM 10 ) af en nemen NO x en SO x op uit de atmosfeer. Dat draagt bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. In deze paragraaf worden de baten daarvan geschat. De gegevens in deze paragraaf zijn vooral verkregen uit onderzoek van Oosterbaan et al (2006) naar de invang van fijn stof en ammoniak in bosjes in landelijk gebied. WL Delft Hydraulics 1 6

10 Oktober Fijn stof en effect op de gezondheid Luchtverontreiniging door fijn stof kleiner dan 10 µm (PM 10 ), en dan vooral langdurige blootstelling levert volgens de huidige inzichten de grootste bijdrage aan ziektelast door milieufactoren. Dat betekent dat een afname van fijn stof concentraties waarschijnlijk een forse gezondheidswinst kan opleveren. Volgens de wettelijke norm voor fijn stof mogen personen niet meer dan 35 dagen per jaar worden blootgesteld aan meer dan 50 microgram PM 10 per m 3 lucht. Maar ook beneden deze norm is sprake van gezondheidsschade. Voldoen aan de norm alleen levert doorgaans beperkte gezondheidswinst op, omdat er ook substantiële gezondheidseffecten optreden als wel aan de norm voldaan wordt (MNP, 2007). De gezondheidsschade van fijn stof PM 10 kan zich uiten in verergering van hart-, vaat- en longaandoeningen en hiermee verbonden ziekenhuisopnamen en uiteindelijk vroegtijdige sterfte. Door kortdurende blootstelling aan verhoogde concentraties PM 10 en ozon komen jaarlijks enkele duizenden personen vroegtijdig te overlijden, waarbij de levensduurverkorting tussen enkele dagen en enkele maanden ligt. Er zijn indicaties dat langdurige blootstelling aan PM 10 de gemiddelde levensverwachting met circa 1 jaar verkort (MNP, 2007). Het antropogene deel van het fijn stof bestaat uit een complex mengsel van stofdeeltjes van verschillende grootte en chemische samenstelling. De fractie kleiner dan 2,5 µm (PM 2,5 ) is waarschijnlijk schadelijker dan het grovere deel van het fijn stof met een diameter tot 10 µm. Ook zijn er vermoedens dat fijn stof dat ontstaat door verbrandingsprocessen (industrie, energie en verkeer) meer problemen geeft met de gezondheid dan fijn stof van andere bronnen (Smeets et al., 2007). De landelijke achtergrondconcentratie van PM 10 is voor tweederde afkomstig van buitenlandse bronnen en voor een derde uit Nederland. Het verkeer was in 2006 de belangrijkste binnenlandse bron van PM 10 (34%) gevolgd door de bijdrage van industrie, energie en raffinaderijen (29%). Van de emissie van PM 2,5, de fijnste fractie, komt in 2006 zelfs bijna 50% voor rekening van het verkeer. In steden is de concentratie fijn stof PM 10 ruim 30% groter dan op het platteland. Dat komt door de nabijheid van lokale bronnen, en dan met name het verkeer (MNP, 2007) Afvangen van fijn stof Bomen en struiken kunnen een deel van fijn stof afvangen. De afvang is afhankelijk van de grootte en structuur van de begroeiing. Zo vangen grote planten meer fijn stof af dan kleine planten en vangen naaldbomen meer fijn stof af dan loofbomen. Tomašević et al (2005) vonden op kastanjebomen langs drukke stadswegen hoge concentraties zware metalen, terwijl bij hazelaars langs dezelfde wegen veel lagere concentraties van deze stoffen op de bladeren voorkwamen. Dit verschil kon verklaard worden door de bladoppervlaktestructuur van deze bomen. Van het ingevangen stof wordt circa 50% weer door wind of afspoeling in het milieu gebracht. WL Delft Hydraulics 1 7

11 Oktober 2007 Windsingels met hoog opgroeiende bomen en struiken vangen meer fijn stof in dan laagblijvende vegetatie op natuurvriendelijke oevers (o.a. Tolkamp et al., 2006). Figuur 2 laat zien dat de concentratie vervuilende stoffen in planten afneemt naarmate de afstand tot een snelweg groter wordt. Freer-Smith et al. (1997) nemen hetzelfde waar: de concentraties fijn stof op bladeren is het hoogste vlakbij de snelweg. Figuur 2. Effecten van verschillende typen barrières op de concentratie lood in planten langs snelwegen in Duitsland (gegevens van Schweikle, 1999; figuur overgenomen uit Tonneeijck en Swaagstra, 2006). Voor een proeflocatie van 1 km² vonden Oosterbaan et al (2006) dat de 3% bosschages in dit gebied 10% van fijn stof afvingen. Aangenomen wordt dat riet circa 10% afvangt van wat loofbos afvangt (persoonlijke communicatie WUR). De vangst van fijn stof door riet/ruigte is mede afhankelijk van de concentratie van fijn stof en wordt geschat op gemiddeld circa 10 kg per ha per jaar (Witteveen & Bos, 2006b) Afvangen van NO x en SO x NO x draagt sterk bij aan smogvorming (EPA, USA) en is mede vanuit dien hoofde schadelijk voor de volksgezondheid. Hogere concentraties SO x in de lucht zijn ook schadelijk. Waarschijnlijk hebben lage concentraties van deze stoffen geen noemenswaard effect op de volksgezondheid. NO x wordt vooral door het verkeer uitgestoten. De bijdrage van het verkeer aan de emissies wordt geschat op 60% (MNP, 2007). Daarnaast draagt de landbouw bij. SO x komt vrij bij verbrandingsprocessen, vooral van fossiele brandstoffen. WL Delft Hydraulics 1 8

12 Oktober 2007 Bij gebrek aan betere gegevens wordt conform Witteveen & Bos (2006b) aangenomen dat natuurvriendelijke oevers gemiddeld 20 kg NO x per ha per jaar afvangen en gemiddeld 18 kg SO x per ha per jaar, hoewel dit niet gebaseerd is op metingen aan natuurvriendelijke oevers Baten van verbeteren luchtkwaliteit De problematiek van fijn stof en het effect op de volksgezondheid speelt in Nederland vooral langs drukke wegen in grote steden. Maar ook in de rest van de stad en op het platteland is er sprake van een gezondheidseffect. De baten van het afvangen van fijn stof zijn op vergelijkbare wijze geschat als met formule (1): B = A x Vfs x Wfs (2) waarin B A Vfs Wfs = baten (euro per jaar) = aanleg van natuurvriendelijke oevers (ha) = vangst van fijn stof (kg per ha per jaar) = waarde van gevangen fijn stof (euro per kg). Bij gebrek aan betere gegevens wordt de vangst Vfs door natuurvriendelijke oevers conform Witteveen & Bos (2006b) geschat op gemiddeld circa 10 kg per ha per jaar, hoewel dit niet gebaseerd is op metingen aan natuurvriendelijke oevers.. In stedelijk gebied is de blootstelling aan fijn stof duidelijk groter dan op het platteland. Enerzijds is de concentratie PM 10 in de stad groter en anderzijds is de bevolkingsdichtheid in de stad ook beduidend groter dan op het platteland. Daarmee rekening houdend wordt de waarde van een 1 kg emissiereductie fijn stof door het verkeer geschat op gemiddeld 300 euro in stedelijk gebied (Beumer et al., 2004). De schatting voor landelijk gebied komt uit op gemiddeld 70 euro per kg emissiereductie (Beumer et al., 2004). Deze schattingen zijn gebaseerd op de gezondheidsschade. De relatief hoge waarde voor reductie van de emissies op het platteland (waar de normen zelden overschreden worden) heeft te maken met de substantiële gezondheidseffecten, die aangetoond zijn, ook als wel aan de normen voldaan wordt (MNP, 2007). Fijn stof is echter niet alleen afkomstig van het verkeer. Ook andere bronnen dragen daar aan bij. Hoe groot het gezondheidseffect is van fijn stof afkomstig van andere bronnen is niet goed bekend. Hier wordt aangenomen dat fijn stof afkomstig van andere bronnen dezelfde gezondheidschade oplevert. Dat is vooral voor het platteland belangrijk, waar bijvoorbeeld landbouw ook een significante bijdrage levert aan de concentraties fijn stof. In de stad is het verkeer als bron dominant. In Nederland bestaat 15% van het oppervlak uit stedelijk gebied. De mogelijkheden om natuurvriendelijke oevers aan te leggen zijn in de stad evenwel beperkt. Daarmee rekening houdend wordt aangenomen wordt dat 5% van de natuurvriendelijke oevers wordt aangelegd in stedelijk gebied. Dan resteert 95% voor het landelijk gebied. Met deze WL Delft Hydraulics 1 9

13 Oktober 2007 verhouding als uitgangspunt en bovengenoemde waarden van 1 kg fijn stof afvang worden de baten van natuurvriendelijke oevers als volgt indicatief berekend: voor de stad: B = 0,05 * ha * 10 kg/ha * 300 euro/kg = 3 miljoen euro/jaar voor het platteland: B = 0,95 * ha * 10 kg/ha * 70 euro/kg = 15 miljoen euro/jaar. Dat resulteert in een totale (indicatieve) batenschatting van circa 18 miljoen euro per jaar. Het betreft een orde van grootte schatting met gemiddelde waarden voor het afvangen van fijn stof en voor de gezondheidschade en het meest waarschijnlijk te realiseren areaal natuurvriendelijke oevers. De onzekerheidsmarge is relatief groot, maar uit deze indicatieve berekening kunnen we wel afleiden dat de baten voor Nederland in de orde van enkele tientallen miljoenen euro per jaar liggen. Overigens is het van belang op te merken dat aanleg van natuurvriendelijke oevers in het beste geval slechts een minimale bijdrage levert aan het oplossen van de fijn stof problematiek als geheel. De hierboven berekende baten zijn dan ook slechts een zeer beperkte fractie van de totale jaarlijkse gezondheidsschade als gevolg van blootstelling aan fijn stof. Op eenzelfde wijze kunnen de baten worden berekend van het afvangen van NO x en SO x door natuurvriendelijke oevers. Volgens Beumer et al., (2004) is de gezondheidsschade van verkeersemissies van NO x 12 euro per kg in stedelijk gebied en 7 euro per kg in landelijk gebied. De waarde van SO x wordt geschat op 4 euro per kg. Voor NO x levert dat de volgende indicatieve schatting op: voor de stad: B = 0,05 * ha * 20 kg/ha * 12 euro/kg = 0,3 miljoen euro/jaar voor het platteland: B = 0,95 * ha * 20 kg/ha * 7 euro/kg = 3 miljoen euro/jaar. Voor SO x wordt de indicatieve schatting: voor de stad: B = 0,05 * ha * 18 kg/ha * 4 euro/kg = 0,1 miljoen euro/jaar voor het platteland: B = 0,95 * ha * 18 kg/ha * 4 euro/kg = 1,6 miljoen euro/jaar. Smogvorming komt vooral in stedelijk en industrieel gebied voor. Daar is het effect van verhoogde concentraties dus het grootst. Op het platteland is de concentratie gemiddeld lager en komt minder smog voor. Beumer et al (2004) hebben dit voor NOx verdisconteerd door de gezondheidsschade per kg NOx in het landelijke gebied 40% lager in te schatten dan die voor het stedelijk gebied. Dit lijkt ons echter nog steeds een overschatting, gezien het beperkte voorkomen van NOx en SOx problematiek op het platteland. Om de gezondheidsschade in het landelijk gebied niet te overschatten is deze hier voor zowel NOx als SOx verminderd met een factor 4. Dit leidt tot een inschatting van de gezondheidsbaten van natuurvriendelijke oevers voor NOx van 1 miljoen per jaar en voor SOx van 0,5 miljoen per jaar. WL Delft Hydraulics 1 1 0

14 Oktober Recreatie en waardering natuur Recreatie Elk soort recreatie heeft zijn eigen inrichtingsvoorkeuren: zwemmers zijn gebaat bij een stevige waterbodem en een goede waterkwaliteit, vissers wensen een gezonde visstand en rustige oevers en de pleziervaart wil schoon en helder water met goede verbindingen tussen vaargebieden. Wandelaars en fietsers hebben het liefst de keuze uit diverse routes (Habiforum 2002). Recreatief gebruik van open water kan worden bevorderd door de aanleg/benutting van zowel plassen als lijnvormige elementen (vaarten, sloten). Voor landgebonden recreatie kunnen lijnvormige elementen aantrekkelijker zijn dan plassen. Een groenstrook met een grote verscheidenheid aan begroeiing langs de oever draagt bij aan de waardering van het landschap, maar in alle gevallen moet het landschap als geheel bezien worden. Nederlanders hebben een voorkeur voor een bosrijke recreatieomgeving. Natte natuur wordt gewaardeerd maar komt na bos, heide, zee op de vierde plaats van voorkeuren. Natuurvriendelijke oevers worden in dit verband niet genoemd. Op verschillende websites van gemeentes worden natuurvriendelijke oevers aangeprezen om hun esthetische waarden. Zelfs het aanleggen van een relatief smalle buffer is al beter dan een kunstmatige oever (zie Gemeentewebsites Lindhurstil (USA), Perth (Australia), Oegstgeest, Delft). Ook wordt vaak opgemerkt dat de oevers een scherm kunnen zijn om bebouwing uit het zicht te plaatsen. In dat geval moet de begroeiing wel hoog genoeg zijn. Bij de waardering van recreatie moeten we er rekening mee houden dat een groot deel van de Nederlandse watergangen en oevers in landbouwgebied liggen en niet bereikbaar (waarneembaar) zijn. Geschat wordt dat slechts 20% van de mogelijk nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oevers bereikbaar (waarneembaar) is. Nederlanders maken jaarlijks bij elkaar vele honderden miljoenen fiets- en wandeltochten. Die tochten gaan deels ook langs de nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oevers en dat zou kunnen leiden tot een hogere waardering van deze tochten en dus welvaartwinst. Daarbovenop heeft recreëren in de natuur over het algemeen ook een positief effect op de volksgezondheid. Mensen komen bij in de natuur en genieten van rust en ruimte (Van den Berg en Van den Berg, 2001) Waardering natuur Los van de mogelijkheden van recreatie waarderen mensen natuur en biodiversiteit. Dat wordt aangeduid met de termen bestaanswaarde en erfeniswaarde. Aan het bestaan van natuurvriendelijke oevers kennen mensen ook waarde toe. Dat blijkt bijvoorbeeld in Canada waar mensen die langs een rivier wonen vrijwillig een groot aantal uren besteden om te helpen bij de aanleg en het onderhoud van natuurvriendelijke oevers (Kawartha regional conservation authority, Canada). Voorts wordt op verschillende plaatsen in het buitenland spirituele waarden toegekend aan natuurlijke rivieroevers. WL Delft Hydraulics 1 1 1

15 Oktober 2007 Ook Nederlanders hechten waarde aan (het behoud en ontwikkelen van) de natuur en biodiversiteit en zijn bereid daarvoor te betalen. Zo bleek uit een willingnes-to-pay onderzoek onder 450 mensen een gemiddelde betalingsbereidheid voor het aanleggen en onderhouden van natuurvriendelijke oevers in hun omgeving van ongeveer 12 euro per jaar (Ruijgrok en Vlaanderen, 2001) Baten van recreatie en waardering natuur De baten van recreatie en waardering van natuur van nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oevers zijn door gebrek aan gegevens moeilijk te schatten. Recreatief gebruik van natuurvriendelijke oevers komt ook niet voor in de recreatiemodellen van Alterra en SEO. In een CVM studie in 2000 (Ruijgrok en Vlaanderen, 2001) zijn 450 passanten/recreanten langs 9 verschillende oevers in Nederland gevraagd naar hun betalingsbereidheid voor het aanleggen en onderhouden van één natuurvriendelijke oever in hun omgeving. De gemiddelde betalingsbereidheid is per huishouden per jaar (huidig prijsniveau; oorspronkelijke betalingsbereidheid is 22,52 gulden). Bij 7 miljoen huishoudens zou dit neerkomen op een totale betalingsbereidheid van 80 miljoen per jaar. 1.6 Conclusies over baten van natuurvriendelijke oevers Uit bovenstaande analyses blijkt dat de baten van de aanleg van natuurvriendelijke oevers voor de KRW relatief klein van omvang zijn: In natuurvriendelijke oevers wordt koolstof vastgelegd. Witteveen & Bos (2006a) schatte in een eerdere studie de baten hiervan op 44 miljoen euro per jaar. Natuurvriendelijke oevers stoten echter ook koolstof uit en dragen bij aan de productie van methaan en lachgas, twee andere broeikasgassen. Per saldo is een positief effect op de emissie van broeikasgassen niet te verwachten. Vastleggen van broeikasgassen in natuurvriendelijke oevers levert dus geen baten op. Natuurvriendelijke oevers vangen fijn stof, NO x en SO x af en dragen daarmee bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Dit komt de volksgezondheid ten goede vooral als de natuurvriendelijke oevers langs drukke wegen in stedelijk gebied komen te liggen. Er is grote onzekerheid over de mate waarin natuurvriendelijke oevers de concentraties in de lucht van deze stoffen verminderen. Aanvullend onderzoek door middel van metingen in het veld is noodzakelijk om deze onzekerheid te verminderen. Verder is ook het effect van verlaging van de concentraties op de volksgezondheid onduidelijk, met name voor NO x en SO x op het platteland. Ook hiervoor wordt nader onderzoek aanbevolen. Voor onderstaande batenschattingen is uitgegaan van de kentallen uit Witteveen & Bos (2006b), waarbij voor NO x en SO x op het platteland een reductie is toegepast. WL Delft Hydraulics 1 1 2

16 Oktober 2007 De baten van het afvangen van fijn stof worden hiermee geraamd op 18 miljoen euro per jaar. Witteveen & Bos (2006a) raamde hiervoor in een eerdere studie 81 miljoen euro per jaar. De baten van het afvangen van NO x worden geraamd op maximaal 1 miljoen euro per jaar. Voor SO x komt de schatting lager uit: maximaal 0,5 miljoen euro per jaar. Witteveen & Bos (2006a) raamde in een eerdere studie de baten voor het afvangen van NO x op 15 miljoen euro per jaar en voor SO x op 7 miljoen euro per jaar. Recreanten op en langs oevers waarderen oevers die natuurvriendelijkheid zijn met een zekere verscheidenheid aan begroeiing. De omvang van de baten wordt bepaald door het jaarlijkse aantal recreantenbezoeken en de meerwaarde die zij toekennen aan een bezoek als natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd. Deze baten worden geschat op 80 miljoen per jaar. WL Delft Hydraulics 1 1 3

17 Oktober Referenties Berg, A. E. van den en M.M.H.E. van den Berg (2001). Van buiten word je beter. Een essay over de relatie tussen natuur en gezondheid. Bijlage bij het jaarboek Alterra 2001 Beumer, L. et al. (2004). Ketenstudies ammoniak, chloor en LPG. Kosten en baten van vervanging van LPG als autobrandstof. rapport Ecorys-NEI, september 2004 Boon PI, Carbon cycling in Australian wetlands: The importance of methane. Verhandlungen Internationale Vereiniging für Limnologie 27: 1-14 Brix,H., Sorrel BK en Lorenzen B (2001) Are Phragmites-dominated wetlands a net source or net sink of greenhouse gases? Aquatic Botany CUR, Gouda. Natuurvriendelijke oevers : aanpak en toepassingen / uitg. door civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving en Rijkswaterstaat. Dienst weg- en waterbouwkunde. - Gouda : CUR, p. ISBN Design of Forest Riparian Buffer Strips for the Protection of Water Quality: Analysis of Scientific Literature Idaho Forest, Wildlife and Range Policy Analysis Group Report No. 8 by George H. Belt, 1 Jay O'Laughlin, 2 and Troy Merrill 3 June Ecorys-NEI (2002). De verscholen baten van natuur. Rotterdam, april 2002 Esala, M., Simojoki, A., Pihlatie, M., Syväsalo, E., Regina, K. (2004) Contribution of nitrification and denitrification to N 2 O production in peat, clay and loamy sand soils under different soil moisture conditions. Nutrient Cycling in Agroecosystems, 2004 (Vol. 70) (No. 2) Freer-Smith PH, Holloway S, Goodman A Urban woodland: site description and particulate composition. Environmental pollution 95(1) Gooijer YM, Leendertse PC en Aasman BF Win-win maatregelen voor schoon water en landbouw. CLM rapport Goosen H, Ruijgrok ECM, Mager S, Rozema J, Hoosbeek MR, Van Breemen N, Aiking H, Vellinga P Natuurontwikkeling en de mogelijkheden voor koolstofopslag: achtergrondrapport. Een verkennend onderzoek in opdracht van het Wereld Natuur Fonds. IVM rapport R Goossen, C.M Meeuwsen H, Franke J en Kuypers M, Landschap Idols; Het ideale landschap volgens de Nederalnders op baiss van de halfjaarlijkse analyse van de website Wageningen, Alterra-rapport 1402 Groot S, Penning WE, Kuin A, Jókövi M. (2002) Spannend Water: Waterberging in combinatie met recreatie. H2O, 8, Gopal B Biology and ecology. In: Patten BC et al (eds) Wetlands and Shallow Continental Water Bodies. Volume 1: Habiforum Spannend Water. waterberging in combinatie met recreatie. Habiforum, Gouda. Mitsch J en Gosselink JG Wetlands. Third edition. John Wiley & Sons, Inc. New York, 920 pp. Milieu en Natuur Planbureau (MNP, 2007). Milieubalans 2007, MNP-publicatienummer , september 2007 Mulholland PJ Organic carbon cycling and transport. In : Kuenzler EJ, Mulholland PJ, Yarbro LA and Smock LA (eds). Distribution and budgets of carbon phosphorus, iron and manganese in a floodplain swamp ecosystem. Univ. North Carolina water Resource Res. rep. 157: 1589 Oosterbaan, A, Tonneijck, AEG en De Vries, EA (2006) Kleine landschapselementen als invangers van fijn stof en ammoniak. Alterrarapport 1419 WL Delft Hydraulics 2 1

18 Oktober 2007 PPO Perspectieven voor randenbeheer op akkerbouwbedrijven. Voorlopige resultaten van zes jaar veldonderzoek op proefboerderijen. Folder Akkerrandenbeheer-project. Ruijgrok, E. en Vlaanderen, N. (2001). Sociaal-economische waardering van natuurvriendelijke oevers. Een CVM studie in het kader van het Beheerplan Nat. Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Utrecht. Smeets, W.L.M. et al. (2007). Kosteneffectiviteit van aanvullende maatregelen voor een schonere lucht. MNP-rapport /2007 Sorrell BK en Boon PI, Convective gas flow in Eleocharis sphacelata R. Br.: Methane transport and release from wetlands. Aquatic Botany 47: Stowa. Ecologische beoordeling en beheer van oppervlaktewater. Beoordelingssysteem voor stromende wateren op basis van macrofauna Utrecht, Stowa Tolkamp W, Pak G, Swaagstra AH Groene lijnen in t landschap. Folder uitgebracht door CLM Tomašević M, Vukmirović Z, Rajšić S, Tasić M, Stevanović B Characterization of trace metal particles depostied ons ome deciduous leaves in an urban area. Chemosphere 61: Tonneeijck en Swaagstra, 2006 Effecten van beplanting op luchtkwaliteit langs snelwegen: een wetenschappelijke onderbouwing. (dww ). Verhoeven JTA, Arheimer B, Yin C, Hefting MM. (2006) Regional and global concerns over wetlands and water quality. Trends in Ecology and Evolution, 21, Whittaker R Hand Likens GE Primairy productivity of biosphere. Springer 1975 Witteveen & Bos 2006a. Baten waterkwaliteit voor de MKBA KRW. Witteveen en Bos rapport RW1561-1/eekc/003 Witteveen & Bos 2006b. Kentallen Waardering Natuur, Water, Bodem en landschap. Hulpmiddel bij MKBA s. Witteveen en Bos rapport GV /ruie/1 Witteveen & Bos Waardering van natuur, water en bodem in Maatschappelijke kosten baten analyses. een handreiking ter aanvulling op de leidraad OEI. Ruijgrok ECM, Brouwer R en Verbruggen H. Websites en web-documenten (startpagina NVO s) (Public perception of buffer strips) CWN12.pdf WL Delft Hydraulics 2 2

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder Verontreiniging door wegverkeer Peter Hofschreuder Hebben we problemen,en met de luchtkwaliteit in Nederland? Verkorting van de levensduur door blootstelling aan fijn stof Verandering van de bekorting

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens, Paul Koutstaal Gijs Zeestraten (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Gevolgen van scenario s uitfasering kolencentrales

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Ernst Bos en Theo Vogelzang (LEI) Opgave LEI: Beoordeel peilstrategieën Groene Hart op basis van Maatschappelijke Kosten en Baten Opbouw presentatie:

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water Natuurvriendelijke oevers Droge voeten, schoon water VOOR WIE IS DEZE FOLDER BESTEMD? Deze folder is bestemd voor eigenaren van oevers die in aanmerking komen om hun oever natuurvriendelijk in te richten.

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Luchtverontreiniging groot probleem gezondheid Elk jaar sterven wereldwijd zo n 6,5 miljoen mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging en in Nederland zorgt dit jaarlijks zeker voor 13.000 vroegtijdige

Nadere informatie

Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009

Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009 Stedelijk groen en luchtkwaliteit Waarom luchtzuiverend groen in de ruimtelijke planvorming? Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009 fred@tripleee.nl Het probleem van fijn stof? Stadsgroen en luchtkwaliteit

Nadere informatie

Dr. Ir. Roel Gijsbers

Dr. Ir. Roel Gijsbers Dr. Ir. Roel Gijsbers r.gijsbers@ens-cleanair.com Slimme, Gezonde en Vitale Stad Leefbaarheid Kwaliteit gebouwde omgeving Groen Infrastructuur & bereikbaarheid Kwaliteit voorzieningen Cultuur & Recreatiemogelijkheden

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1990-2009 Indicator 19 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting Credits for Carbon Care CLM Onderzoek en Advies Alterra Wageningen UR Louis Bolk Instituut Bijlage: bodemanalyses als nulmeting In het project Carbon Credits hadden we oorspronkelijk het idee dat we bij

Nadere informatie

KARVA 17 november 2018, Antwerpen. Roeland SAMSON Laboratorium voor Milieu- en Stadsecologie Bio-ingenieurswetenschappen

KARVA 17 november 2018, Antwerpen. Roeland SAMSON Laboratorium voor Milieu- en Stadsecologie Bio-ingenieurswetenschappen KARVA 17 november 2018, Antwerpen 1 Roeland SAMSON Laboratorium voor Milieu- en Stadsecologie Bio-ingenieurswetenschappen 2 Intro Intro Bronnen van luchtverontreiniging 3 Bron: VMM Intro EU lidstaten hebben

Nadere informatie

Luchtverontreiniging en gezondheid

Luchtverontreiniging en gezondheid Luchtverontreiniging en gezondheid Dr. Ir. Moniek Zuurbier GGD Gelderland-Midden 2 Inhoud presentatie Gezondheidseffecten: longen en hart Gevoelige groepen Blootstelling in Nederland Trends Componenten

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Margreet van Zanten Met dank aan Jan Aben, Wilco de Vries en Rob Maas 1 Luchtkwaliteit: korte historie Jaargemiddelde NO 2 concentratie is tussen 2010 en 2015 5 microgram

Nadere informatie

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Margreet van Zanten Met dank aan Jan Aben, Wilco de Vries en Rob Maas 1 Luchtkwaliteit: korte historie Jaargemiddelde NO 2 concentratie is tussen 2010 en 2015 5 microgram

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

NMVisie op Koe&Klimaat

NMVisie op Koe&Klimaat Wat is de positie van de melkveehouderij in het klimaatvraagstuk? Voor ons blijft onderbelicht wat het significante verschil is met overige bronnen van broeikasgassen. Positie van de melkveehouderij in

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Gerard Hoek Universitair docent IRAS Universiteit Utrecht

Gerard Hoek Universitair docent IRAS Universiteit Utrecht IRAS Utrecht, The Netherlands Gezondheidseffecten van luchtverontreiniging Gerard Hoek Universitair docent IRAS Universiteit Utrecht February 27, 2011 Luchtverontreiniging Welke gezondheidseffecten zijn

Nadere informatie

klimaatverandering en voedsel

klimaatverandering en voedsel klimaatverandering en voedsel Parijs; wat is er afgesproken en gaat het lukken? Wat betekent dit voor landbouw en voeding? Energie transitie als voorbeeld voor producent en consument Duurzaamheid als paradigma.

Nadere informatie

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

Opwarming aarde niet de schuld van het vee focus juni 219 Opwarming aarde niet de schuld van het vee Europese landbouwhuisdieren hebben vrijwel geen aandeel in de opwarming van de aarde. Dat blijkt uit data van het Amerikaanse Carbon Dioxide Information

Nadere informatie

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting Gezondheidswinst door schonere lucht Nr. 2018/01 Gezondheidswinst door schonere lucht pagina 2 van 5 De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden en voldoet nu vrijwel overal

Nadere informatie

A28 Hoevelaken - Holkerveen

A28 Hoevelaken - Holkerveen Geluid en luchtkwaliteit A28 Hoevelaken - Holkerveen Twee problemen: Geluidhinder Grotere geluidsbelasting ineens sinds de komst van het Vathorst scherm en vrees voor een grotere geluidsbelasting bij Corlaer

Nadere informatie

Het klimaat en onze bodem

Het klimaat en onze bodem Het klimaat en onze bodem Gera van Os, Lector duurzaam bodembeheer Het klimaat en onze bodem Ons klimaat verandert Wateroverlast Droogte Verzilting Klimaatakkoord Transitie is nodig voor adaptatie en mitigatie

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Emissie broeikasgassen in Europa,

Emissie broeikasgassen in Europa, Indicator 11 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 nam de Europese uitstoot

Nadere informatie

Verkeer en luchtverontreiniging

Verkeer en luchtverontreiniging Verkeer en luchtverontreiniging gezondheidsschade Dr Ir Miriam Gerlofs-Nijland RIVM 1 Positie RIVM Onderzoeksinstituut rijksoverheid Onafhankelijk van politiek en beleid Verbindt wetenschap en beleid Maakt

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Broeikasgasemissies in Nederland per sector, Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van koolstofdioxide

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Samenvatting Burgers verwachten dat de overheid het voortouw neemt bij het aanpakken van duurzaamheidsproblemen. In deze

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit IP/97/853 Brussel, 8 oktober 1997 Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn met nieuwe

Nadere informatie

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO Aanbeveling voor een voorlopige regeling voor de correctie van fijn stof (PM 10 ) concentraties voor de bijdrage van zeezout Ronald Hoogerbrugge a, Jan Matthijsen b, Hans van Jaarsveld b, Martijn Schaap

Nadere informatie

Temperatuur oppervlaktewater,

Temperatuur oppervlaktewater, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Mesdag Zuivelfonds NLTO Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit

Nadere informatie

: A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex Bouthoorn (Royal HaskoningDHV) : Ramon Nieborg (Royal HaskoningDHV)

: A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex Bouthoorn (Royal HaskoningDHV) : Ramon Nieborg (Royal HaskoningDHV) HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft Ons kenmerk Datum : 3 april 2015 Classificatie : Openbaar : A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018 Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen

Alternatieve energiebronnen Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning. Notitie Aan Van Onafhankelijk Papendrecht OZHZ Dossier Nedstaal Zaaknummer Kenmerk Datum 14 december 2016 Onderwerp Beantwoording vragen Z-16-313511 BEANTWOORDING VRAGEN EX ARTIKEL 40 REGLEMENT VAN ORDE

Nadere informatie

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Luchtkwaliteit Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Deel 1: Wat is luchtverontreiniging? Emissie, Verspreiding,Blootstelling 1952 2009 3 4 5 Van de bronnen van luchtvervuiling in Nederland

Nadere informatie

CO2 impact kringloopbedrijven

CO2 impact kringloopbedrijven CO2 impact kringloopbedrijven CO2 besparing gerealiseerd in 2014 door Stichting Aktief Dhr. G. Berndsen Gildenstraat 43 7005 bl Doetinchem Tel. 0314330980 g.berndsen@aktief-groep.nl Samenvatting Met 1

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort Wilhelm Röntgenstraat 4 8013 NE Zwolle Postbus 1590 8001 BN Zwolle T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E Zwolle@chri.nl www.chri.nl Notitie 20102687-06v3 Clarissenhof te Vianen Beoordeling luchtkwaliteitseisen

Nadere informatie

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 memo aan: van: Gemeente Bronckhorst Johan van der Burg datum: 8 juni 2011 betreft: Project: Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 INLEIDING Op het perceel Rijksweg 20-1 te Drempt (gemeente Bronkhorst)

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Bijlage 2; notitie aanvullende informatie

Bijlage 2; notitie aanvullende informatie Bijlage 2; notitie aanvullende informatie blz. (a) Locatie (1.1)...2 (b) Huidige situatie (1.1)...2 (c) Doel van de ontgronding (1.3)...2 (d) Oppervlakte te ontgraven natuurvriendelijke oever (2.1)...3

Nadere informatie

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen TOPSURFLAND Hieronder wordt beschreven wat de toegevoegde waarde is van Topsurf voor de samenleving en wat de effecten zijn van het gebruik van Topsurfland voor alle belanghebbenden. 1. Waterschappen De

Nadere informatie

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Inleiding Langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging

Nadere informatie

Methaan uitstoot uit ondiepe wateren

Methaan uitstoot uit ondiepe wateren Methaan uitstoot uit ondiepe wateren Hoe werkt het en wat is er aan te doen? Tim Pelsma Adviseur ecologie en bodemdaling Indeling Methaan uit waterbodems, waarom en hoe? Wat is het mechanisme? Wat weten

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Broeikasgasemissies in Nederland per sector, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van koolstofdioxide (CO2)

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in de regio. Lezing Duurzame Week Boxtel 06 oktober 2016

Luchtkwaliteit in de regio. Lezing Duurzame Week Boxtel 06 oktober 2016 Luchtkwaliteit in de regio Lezing Duurzame Week Boxtel 06 oktober 2016 Inhoudsopgave - Ik stel mijzelf en mijn werkzaamheden voor - Enkele vormen van onderscheid. Waarover gaat dit wel en niet? - Waarom

Nadere informatie

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm

Nadere informatie

Impact van groen op levenskwaliteit

Impact van groen op levenskwaliteit Impact van groen op levenskwaliteit Inge Vermeulen Provincie Antwerpen Dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid 1-6/6/2018 Levenskwaliteit Een goede omgevingskwaliteit zorgt voor een betere levenskwaliteit.

Nadere informatie

FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE

FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE Roeland SAMSON Siegfried DENYS Laboratory of Environmental and Urban Ecology (EUREC A!) roeland.samson@uantwerpen.be siegfried.denys@uantwerpen.be Structuur:

Nadere informatie

Lozingen vanuit tandartspraktijken

Lozingen vanuit tandartspraktijken Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozingen vanuit tandartspraktijken Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie

FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE

FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE FIJN STOF EN PLANTEN: EEN BOEIENDE INTERACTIE Roeland SAMSON Siegfried DENYS Laboratory of Environmental and Urban Ecology (EUREC A!) roeland.samson@uantwerpen.be siegfried.denys@uantwerpen.be Structuur:

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Fotochemische luchtverontreiniging

Nadere informatie