Longread

De rol van de veehouderij in het behoud van biodiversiteit


In de stikstofdiscussie wordt veel gesproken over de relatie tussen veehouder en natuur. Niet alleen in Nederland staat de biodiversiteit onder druk, wereldwijd neemt de soortenrijkdom en ruimte voor de natuur snel af. Dit blijkt onder ander uit recente cijfers en rapporten van internationale organisaties zoals FAO en IPBES. Landbouw en veehouderij worden vaak genoemd als oorzaak voor verlies van biodiversiteit, maar kunnen juist ook een rol spelen in het behoud ervan. Biodiversiteit is namelijk een integraal onderdeel van een veehouderijsysteem.

Gert van Duinkerken (manager Wageningen Livestock Research) en Sipke-Joost Hiemstra (directeur Centrum voor Genetische Bronnen Nederland)
Gert van Duinkerken (manager Wageningen Livestock Research) en Sipke-Joost Hiemstra (directeur Centrum voor Genetische Bronnen Nederland)

De natuur helpt mee

Behoud van biodiversiteit staat, naast klimaatverandering, op de kaart als cruciaal thema voor de toekomst van de aarde, natuur en mens. Biodiversiteit is van groot belang voor de productie van voedsel. Steeds meer mensen binnen en buiten de landbouw zijn zich daarvan bewust. Kringlooplandbouw wordt door het ministerie van LNV gestimuleerd, en we streven er naar om de neveneffecten van onze efficiënte en relatief intensieve Nederlandse veehouderijsystemen te minimaliseren, bijvoorbeeld door minder import van diervoedergrondstoffen. Het leidt ook tot nieuwe initiatieven en inzichten. De melkveehouderij in Nederland heeft ongeveer 40 procent van ons land in gebruik.

Steeds meer melkveebedrijven hebben aandacht voor biodiversiteit en zetten bijvoorbeeld in op meer soortenrijke en kruidenrijke graslanden. Dit vergroot de rijkdom aan planten, insecten, weidevogels en het bodemleven. Maar het zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat graslanden op droge zandgronden beter bestand zijn tegen langdurige droogte.

Laat de melkveehouder zien waar ruimte zit om bij te dragen aan biodiversiteit en wat dat oplevert
Gert van Duinkerken

De melkveehouderij en zuivelketen ontwikkelden inmiddels ook een zogeheten “Biodiversiteitsmonitor”. Die laat de impact van een melkveebedrijf op de biodiversiteit zien, maakt inzichtelijk waar ruimte zit om positief bij te dragen aan biodiversiteit en biedt een basis om biodiversiteit te stimuleren en te belonen.

In de akkerbouw is er veel aandacht voor experimenten met de teelt van een groter aantal verschillende gewassen in (smalle) stroken naast elkaar. Als alternatief voor grotere oppervlaktes van een specifiek gewas (monocultuur). Deze strokenteelt heeft een gunstige invloed op de verscheidenheid aan insecten en bodemorganismen, waardoor gewassen naar verwachting minder vatbaar zijn voor aantastingen door schimmels en plantenziekten. De natuur helpt zo mee om voedsel te produceren met minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Productiesystemen die in balans zijn met de natuur hebben de toekomst. Goed voor boer en biodiversiteit.

Genetische verscheidenheid in plant- en diersoorten is de basis van ons voedsel

De meeste mensen denken bij biodiversiteit allereerst aan de verscheidenheid aan soorten in de natuur. Maar ook het voedsel op ons bord, de variatie aan gewassen, diersoorten en specifieke rassen zijn onderdeel van de biodiversiteit.

Een verscheidenheid aan erfelijke eigenschappen binnen een soort is cruciaal om te kunnen aanpassen aan veranderende leefomstandigheden. Dat geldt voor planten en dieren in de natuur, maar ook voor landbouwgewassen en boerderijdieren. Dus ook voor varkens, koeien en kippen is het belangrijk dat fokkerijbedrijven en veehouders optimaal gebruik maken van genetische variatie binnen soorten en binnen rassen. En die variatie weten te benutten voor een optimale match tussen de genetische eigenschappen van dieren en omstandigheden, waarbij gezondheid en welzijn van dieren gewaarborgd zijn.

We moeten genetische diversiteit binnen soorten zo goed mogelijk benutten voor de diversiteit aan (toekomstige) omstandigheden
Sipke-Joost Hiemstra

De genetische diversiteit tussen en binnen soorten is de basis voor duurzame en weerbare voedselsystemen. Productiesystemen zijn afhankelijk van lokale omstandigheden, en van uitdagingen die op ons afkomen, zoals klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit. We verwachten in de toekomst hierdoor meer variatie in productiesystemen, die individueel vragen om (combinaties van) goed aangepaste soorten en rassen. Het dier en het houderijsysteem moeten bij elkaar passen. Een extensief, natuurinclusief veehouderijsysteem vraagt andere rassen en dieren dan een beheersbaarder bedrijfsmodel met meer externe inputs.

Gebiedsgerichte ontwikkeling van de veehouderij

De toekomstige ruimte voor veehouderij, en de vorm van veehouderij, hangt mede af van de klimaat-, milieu- en biodiversiteitsdoelen op gebiedsniveau. Zo’n gebiedsgerichte aanpak zal in sommige regio’s leiden tot een focus op zogenaamde “natuurinclusieve veehouderij”. En extensievere vormen van veehouderij met meer biodiversiteit vragen om ander vee dan intensievere varianten. Het is van belang om de diversiteit aan gewassen en boerderijdieren, en de genetische diversiteit binnen de soorten, zo goed mogelijk te benutten voor de diversiteit aan omstandigheden.

Video: Sipke-Joost Hiemstra over het belang van diversiteit in rassen

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Fokken vanuit een brede genetische basis

Met behoud van een diverse “genenpool” kunnen we makkelijker inspelen op veranderingen in toekomstige landbouwsystemen. Volgende generaties landbouwhuisdieren moeten gezond en weerbaar zijn, ook in situaties die extra weerstand vragen. Denk aan periodes met zomerse hitte, of een sterk wisselende kwaliteit voer, of aan een omgeving waarin de kans op infectieziektes groter is. “breeding for diversity” en “breeding for resilience” zijn daarom belangrijke speerpunten voor het Wageningse fokkerij- en genetica onderzoek.

En het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland zorgt voor het behoud van de genetische diversiteit in genenbanken voor gewassen, bomen, aquatische soortenlandbouwhuisdieren, en adviseert over duurzaam gebruik en optimale benutting van de genetische variatie, tussen en binnen soorten en rassen.

Verbinden en sturen

Door biodiversiteit en landbouw niet tegenover elkaar te zetten, maar te zien als een onlosmakelijk geheel, kunnen we sneller en beter sturen op veranderingen in landbouw en natuurbeheer. Het is van groot belang om de wereldwijde en Nederlandse biodiversiteit in stand te houden, en tegelijkertijd de genetische diversiteit in gewassen en landbouwhuisdieren zo goed mogelijk te benutten voor de ontwikkeling van een duurzame en veerkrachtige veehouderij, en tegelijkertijd een brede genetische basis in stand te houden voor toekomstig gebruik. Gunstig voor de toekomst van de aarde, de mens en de natuur.