Mark Geling: 'Graan eruit in landruil was geen goede keuze'

Akkerbouwer Mark Geling uit het Flevolandse Zeewolde is continu bezig om zijn bodemstructuur te verbeteren. Van advies van bodemgoeroes tot aan loonwerkers die met bepaalde oogstmachines niet meer op zijn land mogen komen, alles wordt in het werk gesteld om de bodem te sparen.

Mark+Geling%3A+%27Graan+eruit+in+landruil+was+geen+goede+keuze%27
© Dick van Doorn

Zonder dat Geling het in de gaten had, was het moment dat hij begon aan grondruil met veehouders en tevens het graan uit zijn bouwplan weerde, het begin van de ellende met zijn bodemstructuur. 'Het is dat grondruil financieel aantrekkelijk lijkt op papier en je vruchtwisseling hebt, maar als er op den duur plassen op je land staan en de opbrengsten enorm teruglopen, dan ga je wel achter je oren krabben.'

Tot 1999 was het Flevolandse akkerbouwbedrijf traditioneel, maar daarna ging het land ruilen met veehouders. Geling: 'Dat is een groot voordeel van dit gebied. Akkerbouw en veeteelt zitten hier door elkaar heen. De veehouders willen hun mest kwijt en wij willen vruchtwisseling, zodat we minder ziektes hebben in de gewassen.'


Gewassen met hoog saldo

De landruil had in die eerste jaren meteen effect. Het aandeel gewassen met een hoog saldo steeg. Het totale areaal bleef met 70 hectare gelijk, maar het totaal consumptieaardappelen ging naar 40 hectare. 'De melkveehouder waar ik de grond mee ruilde, zette op mijn grond mais en gras. Daardoor verdween graan als gewas uit mijn bouwplan, wat later funest bleek', zegt de akkerbouwer.

Ik heb relatief weinig hoeven investeren omdat een deel door de loonwerkers wordt gedaan

Mark Geling, akkerbouwer in Zeewolde

Vanaf 2000 zag de ondernemer de kwaliteit van sommige gewassen dermate teruglopen dat hij zich zorgen begon te maken. Hij vroeg om advies aan bodemgoeroe Coen ter Berg. Die zei: 'Je mist graan in je bouwplan dat zorgt voor een goede bodemstructuur. Het kan ook nog kwelwater zijn.'

Geling: 'Het bleek nog zo te wezen ook. Hier in de ondergrond loopt namelijk nog een oude bedding van de rivier de Eem. Daar zit ook een zandrug. Het water vanaf het oude land stroomt hiernaartoe en de zandrug stuwt het water op, zodat er kwel ontstaat.' Door in droge periodes profielkuilen te graven, zag de teler eveneens wat er aan de hand was. 'Op 25 tot 50 centimeter diepte zag je duidelijk een blauwe laag, dus zuurstofarme kleigrond.'


Paar jaar graan

Op het desbetreffende stuk heeft Geling nu al een paar jaar achtereen graan geteeld, maar volgens hem zie je nog steeds dat de kleigrond daar minder is dan op de rest van zijn percelen. De andere oorzaak van het teruglopen van de bodemkwaliteit was het weren van graan uit het bouwplan. Graan zorgt voor een goede structuur van de bodem.

'Gras wortelt oppervlakkig en maakt de bouwvoor mooi, maar na vijf keer oogsten raakt de ondergrond verdicht', zegt de akkerbouwer. Vandaar dat hij in 2002 direct zijn bouwplan omgooide en naar 20 procent graan ging. Volgens Geling zou hij ook nog dieper kunnen ploegen om de grond te verbeteren. 'Als je een meter diep gaat hier, heb je een organischestofgehalte van maar liefst 8 of 9 procent, maar dat doe ik niet, want dan haal je 'de bodem' uit de grond die nu onze trekkers en oogstmachines van tonnen dragen.'


Zware trekkers met kippers

De verdichting van zijn grond bleek ook te maken te hebben met de zware trekkers met kippers waarmee hij tijdens de oogst over het land reed. Na de drooglegging in 1978 was dan wel om de 48 meter afstand gedraineerd door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en dat drainagesysteem werkt de eerste vijftien jaar prima, maar toch raakt de grond op den duur verdicht onder de bouwvoor.

'Om de 48 meter drainage met verder ondergronds scheuren werkt goed in een extensief bouwplan, maar met veel hakvruchten raak je die scheuren kwijt en ontstaat er toch een waterprobleem', constateert de akkerbouwer. Hij ging dus op zoek naar methodes om te voorkomen dat de grond verder verdichtte. 'Ik zag dat de trekkers met kippers mijn land tijdens de oogst het meest dichtreden.'


Oogstmachines met grote bunker

Geling evalueerde de routes van alle trekkers, oogstmachines en kippers die over het land gaan. Daaruit kwam naar voren dat hij het beste met oogstmachines kon gaan werken die een voldoende grote bunker hebben, zodat ze in één gang niet tussentijds geleegd hoeven te worden. De afstand van kopakker tot kopakker is bij de ondernemer 450 meter.

Naast oogstmachines die voldoende bunkercapaciteit hebben moest er, om niet meer met trekkers en kippers op het land te hoeven komen, een graspad komen aan de overkant van zijn verharde kavelpad. Dat kavelpad zou de akkerbouwer eenvoudig kunnen laten aansluiten op het verharde kavelpad naar zijn windmolen. 'Zodoende hoeft er nu vrijwel nooit meer een trekker met kipper in mijn land te komen. Dat bevalt top.'


Het pad rechts is het nieuwe graspad aan de overkant van de huiskavel. Links de weg naar het verharde pad van de windmolen.
Het pad rechts is het nieuwe graspad aan de overkant van de huiskavel. Links de weg naar het verharde pad van de windmolen. © Dick van Doorn

Ook werd het eigen oogstmachinepark aangepast op de nieuwe strategie. Geling kocht een tweerijige Dewulf 3060-aardappelrooier, die een dermate grote bunker heeft van 7 ton dat hij de kipper op de kopakker aan de andere kant kan vullen. Met een vierrijer lukt dit niet. Verder kocht hij een Riecam RBM 230 met een AVR-rooisysteem erin gemonteerd. De uienoogst gebeurt met deze relatief lichte Riecam RBM 230.


RTK-gps

Verder werkt de akkerbouwer met RTK-gps om nog nauwkeuriger en efficiënter te kunnen werken. Dat alle maatregelen effect hebben, blijkt wel uit het feit dat Geling vorig jaar een hoosbui had waarbij in één keer 40 millimeter water viel en het water direct de bodem in zakte. 'Er stond geen enkele plas meer op het land. Het enige dat ik nu hoef te doen, is na de oogst een cultivator door het land trekken en ik ben klaar', zegt hij.

'Camouflerende maatregelen als drukwissel en rupsbanden helpen niet om diepe verdichting te voorkomen', stelt de akkerbouwer. 'Het aantal wielen per spoor moet omlaag. Daar zit de crux. Ik heb nu bijvoorbeeld nieuwe trekkerbanden nodig, maar ik koop liever VX-banden van 6.000 tot 7.000 euro dan radiaalbanden van 10.000 euro. Het verschil steek ik liever in oogstmachines die de 450 meter kunnen overbruggen.'

Met bieten rooien worden twee machines ingezet door verschillende loonwerkers. Een Vervaet Q616 en een Agrifac OptiTraxx. De Vervaet Q616 is een zesrijige bietenrooier met een relatief kleine bunker. Volgens Geling is het probleem bij de Agrifac OptiTraxx met de kleine bunker dat trekkers met kippers nog steeds 100 meter zijn bietenland op moeten rijden. 'Het is belangrijk dat de kipper gewoon op de kopakker kan wachten op de rooier.'


Subsidieregelingen

Financieel leveren alle maatregelen zeker geld op, stelt de ondernemer. 'Met gebruikmaking van alle subsidieregelingen. Zo had ik op het graspad aan de overkant van het perceel dat nu aansluit op het verharde kavelpad naar de windmolen een akkerregeling, dus dat kostte niets. En wat haal je nou van die 3 meter kopakker? Bijna niets. Het levert juist geld op, want ik heb een veel betere opbrengst op de rest van mijn land, doordat de bodemstructuur goed is.'

Wat de andere kosten en opbrengsten betreft maakt de akkerbouwer even gauw een berekening op een kladblok. Daar komt uit naar voren dat hij sinds 1997 zo'n 250.000 euro heeft geïnvesteerd wat bodemverbetering betreft. 'Dat dit nog relatief weinig is, komt ook omdat een deel van de investeringen natuurlijk door mijn loonwerkers moet worden gedaan.'

Met de landruil hoopte Geling zo'n 40.000 euro per jaar aan extra saldo-opbrengst te verdienen, maar dat voordeel was hij naar eigen zeggen zo weer kwijt omdat hij op zijn huiskavel van 70 hectare opbrengst liet liggen. Sinds hij in 2002 maatregelen heeft genomen, is hij er ieder jaar wat betreft opbrengst over de hele linie zo'n 20.000 euro op vooruitgegaan.


Investeringen terugverdienen

'Samen met alle huurpercelen erbij heb ik de investering van een kwart miljoen euro in vijf jaar tijd terugverdiend. Als mijn saldo met 3 procent kan stijgen op het bedrijf door alle maatregelen, dan is driekwart miljoen euro zo terugverdiend. Nog afgezien van het arbeidsvoordeel en de vreugde die je ervan hebt', zegt de akkerbouwer.

Hoewel de ondernemer nu alles op orde heeft, zit hij nooit stil. Een offerte voor een pivot-beregeningssysteem van het Oostenrijkse merk Bauer ligt al klaar. 'Beregenen met een kanon is niet goed voor de bodemstructuur. Hierdoor heb je minder wortelgroei en meer kans op ziektes.'


Mark Gelings beregent de huiskavel nu nog met een haspel met kanon, maar er ligt al een offerte klaar voor een pivot van Bauer.
Mark Gelings beregent de huiskavel nu nog met een haspel met kanon, maar er ligt al een offerte klaar voor een pivot van Bauer. © Dick van Doorn

Vandaar dat Geling in het kader van zijn bedrijfsduurzaamheidsplan een subsidieverzoek indiende voor een lineaire pivot. In eerste instantie waarschijnlijk een op diesel, maar als het te realiseren is, wordt het er zelfs een op stroom. 'Een pivot in combinatie met nozzles beregent met slechts iets meer dan 1 bar en is vergelijkbaar met een zachte regenbui.'


Mark Geling, akkerbouwer in Zeewolde
Mark Geling, akkerbouwer in Zeewolde © Dick van Doorn


Bedrijfsgegevens

Mark Geling (52) heeft een akkerbouwbedrijf en caravanstalling in het Flevolandse Zeewolde. Zijn bedrijf beslaat 135 hectare. Hij beschikt over een huiskavel van 70 hectare. De caravanstalling beslaat 3.500 vierkante meter. Geling teelt 45 hectare fritesaardappelen, 26 hectare zaaiuien, 20 hectare suikerbieten, 20 hectare mais en 24 hectare graan. De kleigrond is gemiddeld 55 procent afslibbaar.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer