Lokaal is op de eerste plaats een ingewikkeld begrip, vindt Petra Berkhout, landbouweconoom bij Wageningen University & Research. "Vaak bedoelen we: direct bij de boer kopen. Maar als we ook bananen en olijfolie willen consumeren, dan werkt dat dus niet. Handel draagt bij aan een veelzijdig eetpatroon. Bijna al het graan uit Oekraïne halen, wat Egypte doet, is niet handig gebleken, omdat je dan zonder kan komen te zitten. Je zou als land in ieder geval iets van spreiding moeten hebben."
Voedsel uit het buitenland halen is zo gek nog niet. Bepaalde landen hebben zogeheten comparatieve voordelen: natuurlijke (of andere) voordelen waardoor ze bepaalde producten goedkoper en efficiënter kunnen produceren dan een ander land. "In Oekraïne zijn de grond en het klimaat erg geschikt voor granen en zonnebloemen. In Nederland is veel grasland - iets anders groeit er amper - dus zijn wij goed in het produceren en exporteren van zuivel", zegt Berkhout.
"Het is een soort ruilhandel. We hoeven in Nederland dus niet alles zelf te kunnen produceren", legt Berkhout uit. "Wel zouden we binnen de Europese Unie meer zelfvoorzienend kunnen zijn, maar dat is natuurlijk ook een politieke discussie."
Dichtbij produceren is niet altijd duurzamer
Maar is het niet veel duurzamer om je voedsel dichtbij te produceren? "Dat is lang niet altijd het geval", zegt Karin Pauls, onderzoeker maatschappijwetenschappen bij Wageningen University & Research.
"Een voorbeeld: tomaten kunnen in Marokko of Spanje in de winter, zonder hoge energiekosten om de kassen te verwarmen, worden geteeld. Dat is vaak voordeliger, ondanks het transport naar Nederland. Bij duurzaamheid gaat het over het hele proces, van grond tot mond. Daarom is het verstandig om de productie daar te hebben waar dat het beste kan."
CO2 besparen kan alleen als we het anders zouden organiseren.
Zelfs binnen Nederland ligt dat transport ingewikkeld, blijkt uit onderzoek van Pauls. Bij korte ketens is er sprake van meer CO2-uitstoot dan bij lange ketens. In het geval van hutspot, het voorbeeld in het rapport, zelfs negen keer zo veel. Een aantal producten die in Almere in de supermarkt liggen, worden in de eigen provincie geteeld. De wortels en uien maken een reis naar onder andere een verwerker in Noord-Holland voordat ze terugkomen in de supermarkt.
Kan dat niet korter en duurzamer, vroegen ze zich in Almere af. Pauls: "Het antwoord was: nee. De lange keten met grote, zuinige vrachtwagens blijkt minder CO2 uit te stoten dan een korte keten met kleine vrachtwagentjes."
Boodschappen bij boerderij minder duurzaam dan bij supermarkt
Zelfs het halen van je groente en fruit bij de boerderijwinkel of boerenmarkt is minder duurzaam dan naar de supermarkt gaan. "Een boerderijwinkel ligt vaak buiten de stad en mensen pakken hiervoor al snel de auto", legt Pauls uit.
"Mensen gaan ook geregeld met de auto naar de supermarkt, maar deze is vaak wel dichterbij dan een boerderijwinkel of boerenmarkt. Je weet waar je voedsel vandaan komt, je hebt meer binding met je eten, de boer verdient er misschien wat meer aan. Maar CO2 besparen doe je er niet mee. Dat kan alleen als we het anders zouden organiseren."
Het is nooit te vroeg om met duurzaamheid te beginnen. Ouders van Nu legt in dit artikel uit hoe je je peuter milieubewust kunt maken.