Een blik op de samenleving: betrokken, veilig en kleurrijk

Op vele gebieden is de Nederlandse samenleving in beweging. Vaak zijn de veranderingen markant in een historisch of Europees perspectief, op andere terreinen is sprake van continuïteit.

Dit blijkt uit de nieuwe CBS-publicatie De Nederlandse samenleving 2007.

Betrokkenheid met een gezicht

De betrokkenheid bij de samenleving groeit. Mensen hebben meer vertrouwen in personen en instellingen en zijn politiek actiever geworden. Tegelijkertijd is ook de scepsis over de politiek toegenomen. Die betrokkenheid heeft ook een sociaal gezicht: jongeren, hoger opgeleiden en personen met een hogere sociaal-economische positie, participeren meer, hebben meer vertrouwen en zijn minder kritisch over de politiek.

Betrokkenheid bij de buurt, 2006

Betrokkenheid bij de buurt, 2006

Veiligheid door beleid én ontgroening

Burgers voelen zich ook steeds veiliger. Zij zijn minder vaak het slachtoffer van diefstal of inbraak. Een effectievere aanpak van veelplegers die verantwoordelijk zijn voor veel diefstallen, preventiemaatregelen door de burger zelf en de leeftijdspecifieke opbouw van de bevolking (minder ‘criminele’ jongeren) zijn de verklaringen voor de dalende criminaliteitscijfers.

Onveiligheidsgevoelens

Onveiligheidsgevoelens

De jeugd is beter opgeleid. Steeds vaker komen jongeren met een diploma van school. Dat verbetert hun arbeidsmarktpositie: sinds 2005 daalt de werkloosheid onder jongeren weer. Het aandeel langdurig werklozen neemt evenwel minder snel af.

Werkloze jongeren (15–24 jaar) naar duur werkloosheid, 2006

Werkloze jongeren (15–24 jaar) naar duur werkloosheid, 2006

Minder uitkeringsafhankelijk mede dankzij beleid

De afgelopen jaren zijn jaarlijks ongeveer 60 duizend personen met pensioen gegaan. De meesten stoppen al voor hun 65ste met werken, meestal rond 60 jaar.
Mensen die met prepensioen gaan, leveren zo’n 15 procent aan koopkracht in. Maar de spreiding is groot: een kwart gaat er 25 procent of meer op achteruit, een vijfde is er na pensionering juist op vooruitgegaan.

De ingrepen in de sociale-verzekeringswetgeving van de afgelopen jaren lijken te hebben gewerkt. De wetswijzigingen waren bedoeld om de instromen te beperken en de uitstromen te bespoedigen. Afgaand op de cijfers is dat gelukt: het aantal bijstands-, werkloosheid- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen is de laatste jaren fors gedaald. De daling van het aantal arbeidsongeschiktheidsregelingen is goeddeels toe te schrijven aan het strengere beleid. Dit beleid had de wind in de rug van het aanhoudend economisch herstel.

Bijstandsuitkeringen per 31/12 (personen jonger dan 65 jaar)

Bijstandsuitkeringen per 31/12 (personen jonger dan 65 jaar)

Allochtonen blijven kwetsbaar

Dit alles speelt zich af in een samenleving die de laatste jaren behoorlijk is veranderd, door een grotere toestroom van migranten, meer ouderen en door een grotere variatie in levenslopen.

Sommige zaken veranderen maar langzaam. Niet-westerse allochtonen als groep hebben nog steeds een lager opleidingsniveau dan autochtonen, al is de achterstand van de tweede generatie daar al veel kleiner dan van de eerste generatie. Dat maakt hen kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Dit beeld zien we ook bij andere aspecten van hun leefsituatie: zij voelen zich minder gezond, hebben minder contacten met vrienden en familie en zijn minder gelukkig dan autochtonen.

Personen met werk als belangrijkste inkomstenbron, 2005

Personen met werk als belangrijkste inkomstenbron, 2005

Ronald van der Bie en Pieter Duimelaar

Bron: De Nederlandse samenleving 2007.