Direct naar artikelinhoud

‘Microplastics komen verder in de voedselketen’

Er ligt door de overstromingen in Limburg, de Eifel en de Ardennen extra veel rommel in en langs de rivier, zegt bioloog Jan Andries van Franeker van Wageningen Marine Research. Hij is gespecialiseerd in het effect van zwerfafval op zeedieren. Het afval is schadelijk voor de natuur, maar ‘het echte probleem is het afval dat dag in dag uit in het water belandt’.

 Twee jaar geleden bijvoorbeeld verloor het containerschip ZOE lading en lag het strand van de waddeneilanden vol troep. Van Franeker: “Maar daarna troffen we níet meer afval aan in de magen van zeedieren dan normaal.”

Het afval, vooral plastic, lijkt te verdwijnen, maar dat is slechts schijn. De grote stukken worden opgeruimd en verbrand. Maar er blijft ook heel veel liggen op het land, en dat verdwijnt deels weer in zee. Van Franeker: “Het verbrokkelt, maar vergaat niet. Het valt uiteen in kleine deeltjes en die hopen zich gedurende tientallen jaren op.”

Allerlei dieren, zoals vogels en vissen, krijgen die plastics binnen, in zee en op land.  Grotere stukjes als doppen van flesjes kunnen dodelijk zijn als die in de maag niet verteerd worden, kleinere delen poepen de dieren weer uit. Van Franeker: “Maar zeer kleine microdeeltjes kunnen weefsels binnendringen en blijven daar zitten. Wetenschappers treffen die ook aan. In experimenten is aangetoond dat dit tot gevolg kan hebben dat het nageslacht wordt misvormd of dat het reactievermogen van de dieren vermindert. Die microplastics komen verder in de voedselketen.”

Een causaal verband tussen het binnenkrijgen van plastics en afwijkingen bij dieren is moeilijk aan te tonen, zegt Van Franeker. “Allerlei factoren in het milieu spelen door elkaar heen. Maar er zijn aanwijzingen dat we heel voorzichtig moeten zijn met plastic.”