Direct naar artikelinhoud
InterviewRonald Osinga

Om koraalriffen te redden van hun ondergang proberen deze wetenschappers nieuw koraal te kweken

Een duiker inspecteert de groei van koraal aan een boomconstructie onderwater bij Mkwiro, een eiland vlak boven Tanzania.Beeld Ronald Osinga

Het gaat hard met de ondergang van de koraalriffen in de oceanen. Wetenschappers zoeken methoden om het tij te keren en boeken voorzichtige succesjes.

De cijfers zijn alarmerend. Nog maar een derde van alle koraalriffen in de wereld is spetterend gekleurd: alle schakeringen en combinaties van rood, groen, geel, blauw en oranje koraal, wuivend in de stroming van tropische wateren, belicht door priemende zonnestralen. De rest wordt ernstig bedreigd: een derde van alle koraal is aan het verbleken, de rest is al dood. Wat rest is een woestijnlandschap op de zeebodem, een troosteloze dodenakker. De vissen en zeeschildpadden zijn weg, op een enkel verdwaald exemplaar na. Een klap voor de biodiversiteit in zee.

Alle misère is het gevolg van klimaatverandering, maar ook van visserij. Bijvoorbeeld in de kustwateren rond het Keniaanse dorpje Mkwiro, waar vissers jarenlang met sleepnetten en dynamiet werkten. Mkwiro, een eilandje vlak boven Tanzania, kreeg daardoor een groot probleem.

Zo kwam Ronald Osinga vijf jaar geleden in beeld. Hij is verbonden aan Wageningen Universiteit & Research en onderzoekt methoden voor herstel van koraalriffen. Hij vertelt hoe Eric Stokman, een Nederlandse rozenkweker en hobbyduiker in Kenia samen met een lokale duikschool contact zocht met Wageningen, om het verdwijnende koraalrif. “We hebben met die duikschool een veldlaboratorium opgezet om koraal te gaan kweken.”

Wetenschapper Ronald Osinga in het Keniaanse Mkwiro, een eilandje boven Tanzania.Beeld Ronald Osinga

Het duurt geen honderd, maar vijf jaar voor de vissen terugkomen

Om het koraal te herstellen, werd met lokale bewoners een stichting in Kenia opgericht, REEFolution. “Gelukkig geeft de centrale Keniaanse overheid lokale gemeenschappen veel zeggenschap over het beheer van hun stukje kust”, zegt Osinga. Samen gingen ze aan de slag. Ze hingen stukjes nog levende koraal aan plastic boomconstructies en plaatsten die, verankerd aan een blok cement, in zee. Er kwam een visverbod voor dit deel van de kust. Na een tot twee jaar konden de stukjes koraal, die stevig waren gegroeid, worden teruggeplaatst op het rif.

“Het duurt wel drie tot vijf jaar voordat het nieuwe koraalrif er gezond uitziet en vissen terugkomen. Het heeft zeker tien jaar nodig om tot volle wasdom te komen. Geen honderd jaar dus, zoals sommigen denken.” Osinga heeft na vijf jaar ook een positieve boodschap. “We hebben inmiddels duizend vierkante meter koraalrif bij Mkwiro teruggeplaatst.”

Hij tempert het optimisme meteen. “Zo’n gebiedje is een druppel op een gloeiende plaat.” Maar toch: het is gelukt. De Wageningse Universiteit leverde de techniek, met bewoners is het gerealiseerd. De lokale bevolking moet de voordelen inzien. “Koraalriffen leveren duikende toeristen op en daar varen dorpen financieel wel bij. Gezonde koraalriffen hebben een overvloed aan vis. Dus als er niet meer met sleepnetten of een staand want wordt gevist, kan met duurzame visserij nog steeds veel vis worden gevangen zonder het rif te beschadigen.”

Afgezonken plastic boompje waar koraal aan groeit.Beeld Ronald Osinga

Lokale vissers hebben gedurende een langere periode geen inkomsten

Toch moeten vissersdorpen overtuigd worden van de voordelen van het herstel van koraalriffen. Het betekent dat ze voor een langere periode niet kunnen vissen en dat gaat tijdelijk ten koste van hun inkomsten. “Daarom nemen we hen mee onderwater om te laten zien dat het koraalrif opkrabbelt.” In Mkwiro kunnen de duikers nu terugkeren, maar de coronapandemie verhindert de komst van buitenlanders om het koraalrif te bewonderen.

Osinga vindt het belangrijk dat er zakelijke plannen worden ontwikkeld om hersteloperaties voor koraalriffen op grotere schaal te realiseren. Ecotoerisme is een belangrijke economische motor. Zo kunnen hotels financieel en praktisch helpen bij het terugbrengen van koraalriffen, want dat is goed voor hun omzet.

De technologie om bedreigde koraalriffen te herstellen is er en wordt steeds verder ontwikkeld. “Er is nu veel geld nodig om dit soort processen langs de kusten op te schalen. Je hoeft ook niet alles te repareren. Geef op specifieke plekken een goede impuls, dan doet de natuur de rest.”

Koraal in de Rode Zee. Een derde van alle koraal is aan het verbleken, de rest is al dood.Beeld AFP

De opwarming van de oceanen is de grootste bedreiging

Maar er is koraal en koraal, het zijn piepkleine zeediertjes die samen aan het kalkrijke koraalrif bouwen. In totaal zijn er meer dan 4000 koraalsoorten wereldwijd bekend. Osinga werkt veel met takvormige koraalsoorten die snel groeien. Bol- en tafelkoraal groeien langzaam. “Bij de bolvormige koralen duurt het wel tien jaar voordat een klein stukje uitgroeit tot een formaat voetbal. We hebben wel trucjes, zoals het samenvoegen van veel kleine stukjes bolkoraal, dan gaat de groei sneller, maar dat vergt ook veel menskracht.”

Dan is er nog de grootste bedreiging voor het koraalrif: de opwarming van de oceanen. Wetenschappers hopen dat die onder de anderhalve graad blijft, want bij drie tot vier graden warmer water is het gedaan met het koraal. Het koraal verbleekt en gaat dan dood.

In Australië, waar inmiddels al de helft van het unieke 2300 kilometer lange Grote Barrièrerif is afgestorven, wordt hard gewerkt aan een oplossing. Een speciale alg leeft in symbiose met het koraal. De een kan niet zonder de ander. Die alg geeft ook de kleur aan het koraal. Samen kunnen die alg en het koraal niet goed tegen warmer water. De alg verlaat het koraal als het te warm is en komt pas weer terug als het water afkoelt. Maar als het wekenlang te warm blijft, dan sterft het koraal.

De kunst is om algen te laten evolueren

“In Australië zijn ze nu aan het experimenteren met die alg in kweekflessen, die worden blootgesteld aan hogere temperaturen. Van de miljarden algen overleven maar een aantal exemplaren en zij worden weer vermenigvuldigd”, legt Osinga uit. De kunst is om die algen te laten evolueren, door ze selectief te kweken, zodat ze zich aanpassen aan hogere temperaturen. “Het is zoeken naar een versnelde adaptie van deze algen aan de opwarming van de aarde. Inmiddels is dat gelukt, maar nu moeten die algen teruggeplaatst worden in koraal in zee.

Zo proberen wetenschappers het Grote Barrièrerif en andere riffen in de wereld te redden. “We weten nog niet wat de schadelijke effecten van deze gekweekte alg zijn. Het middel kan erger zijn dan de kwaal, dus dat moet onderzocht worden”, waarschuwt Osinga.

Er is tijd nodig. “Als de temperatuurstijging te snel gaat en er te veel orkanen zijn die riffen verwoesten, wordt het lastig om riffen te redden. We hebben nog zeker een aantal jaren nodig, voordat nieuwe technieken gemeengoed zijn”, zegt Osinga. Er is dus enige hoop, maar het wordt een race tegen de klok.

De natuur kan het niet meer alleen

“Er zijn inmiddels voldoende wetenschappers bezig om technieken te ontwikkelen om de koraalriffen te redden”, zegt Osinga. Hij schat ruim 600 wereldwijd. “Dat is heel behoorlijk, maar nu hebben we geld nodig, veel geld, voor de handjes die het herstelwerk onder water moeten doen waardoor koraalriffen een kans krijgen te overleven.”

Het is bij deze enorme reddingsoperatie sleutelen aan de natuur, want de natuur kan het niet meer alleen. Osinga ziet het als de beste oplossing onder de huidige kritieke omstandigheden “Ik heb liever door de mens met kunstgrepen aangelegde koraalriffen, dan de situatie waarin er geen koraalriffen meer zijn.”

Lees ook:

Het Groot Barrièrerif sterft nu razendsnel.

Al meer dan de helft van het koraal van het Groot Barrièrerif aan de noordoostkust van Australië is de afgelopen 25 jaar gestorven.Met die onheilspellende mededeling komt het onderzoeksinstituut voor Coral Reef Studies, nadat afgelopen voorjaar de heetste maand werd gemeten sinds 1900.

Gigantisch rif bij Australië ontdekt.

Australische wetenschappers ontdekten recent een enorm koraalrif van 500 honderd meter hoog, zo’n 130 kilometer uit de noordoostkust van Australië.