nieuws

Wat hebben we geleerd van de MKZ-crisis? 'Eigenlijk helemaal niets'

Een boer uit Oene zoekt in 2001 troost bij zijn vrouw.
Een boer uit Oene zoekt in 2001 troost bij zijn vrouw. © ANP
NIJBROEK - Al tijdens de MKZ-crisis waren deskundigen en boeren het over één ding eens: op deze manier nooit meer. Plannen en evaluaties volgden, maar twintig jaar later blijkt er maar weinig aan het Europese beleid voor mond- en klauwzeer te zijn veranderd.
Melkveehouder Wim van Eek stapte in 2001 in een maatschap met zijn vader, om geleidelijk aan de boerderij in Nijbroek over te nemen. De gebeurtenissen van die beruchte MKZ-tijd staan nog op zijn netvlies gebrand. "Het is echt onwerkelijk wat er op dat moment gebeurde. Onze hele wereld stond ineens op z'n kop, toen een paar kilometer verderop in Oene MKZ werd vastgesteld."

Voorkomen

In de weken daarna volgde voor Van Eek veel onzekerheid. "We hadden geen idee waar we aan toe waren. Het erf mochten we niet meer af. Boodschappen werden vooraan de oprijlaan neergezet. Onze koeien zijn halverwege april geënt, met de stille hoop dat ze dan in leven konden blijven. Alles om te voorkomen dat het virus ook bij ons terecht zou komen en er bij ons ook ruiming zou plaatsvinden."

Zwarte bladzijde

Het bleek tevergeefs. "Nijbroek viel in de beruchte driehoek Deventer, Apeldoorn, Zwolle. Daartussen zouden alle dieren geruimd worden. Geënt en wel, omdat niet duidelijk is of de dieren het virus dan hebben of niet. Wanneer was alleen nog niet duidelijk. We hebben de koeien nog weken met veel liefde vanuit ons boerenhart verzorgd. Er werden zelfs nog kalfjes geboren. Maar telkens dachten ik wel: waar doen we het voor? Alles wordt straks toch weggehaald. Dat was wel heel erg zwaar."
Op 15 mei 2001 werd het bedrijf van Van Eek uiteindelijk geruimd. "Het is niet te beschrijven wat er dan gebeurt. We staan als boer elke dag tussen de koeien, bouwen een band met ze op, houden zelfs van ze. En dan opeens zijn ze er niet meer. Het was echt een zwarte bladzijde uit ons leven."
Bekijk de kaart, de tekst gaat daaronder verder.
© ANP

Argentijns vlees

Van Eek is er nog steeds van overtuigd dat de grootschalige ruiming van zijn bedrijf niet nodig was. "Het waren kerngezonde dieren, die helemaal niks mankeerden. Waarom zou je die dan allemaal willen doden? Het is gewoon heel vreemd en onrechtmatig. Vanuit Europese regelgeving mag geënt vlees niet in consumptie komen, terwijl de dieren - nogmaals - kerngezond waren."
Volgens hem speelde op dat moment ook mee dat Argentijns geënt vlees wél in de schappen lag. "Waarom mag dat dan wel? Het was echt heel vreemd allemaal. Onbegrijpelijk."
Bekijk de reportage. De tekst gaat daaronder verder.
Twintig jaar na de mkz-crisis
De melkveehouder denkt nog vaak terug aan die tijd. Daarnaast had hij ook gehoopt dat het Europees beleid grondig was aangepast. "Maar in feite is het draaiboek nog steeds hetzelfde. Als er hier weer een MKZ-uitbraak komt, en daar ben ik van overtuigd, dan herhaalt de geschiedenis zich. En dat moeten we echt niet willen."

Export

Han Wiskerke is hoogleraar Rurale Sociologie aan de Wageningen Universiteit. Hij onderschrijft hetgeen dat Van Eek zegt. "De vraag is eigenlijk: wat hebben we met het geleerde gedaan? We hebben ervan geleerd dat we in een landbouwsysteem zitten dat heel erg gericht is op export, waar eigenlijk het belang van de agro-industrie vrij centraal staat en niet het belang van de individuele boer. In de jaren negentig heeft de EU besloten te stoppen met het inenten van dieren tegen MKZ. Dat zou ten goede komen van de export. Daarmee neem je een uitbraak en het ruimen van gezonde dieren eigenlijk voor lief. Ik moet zeggen dat het lijkt alsof we daar nog steeds niet veel van hebben geleerd, want dit beleid voert nog steeds boventoon."
Volgens Wiskerke is het belangrijk dat de overheid bij een volgende uitbraak een beleid kiest dat op meer draagvlak kan rekenen, onder de hele samenleving. "Het ging in 2001 niet alleen om het ruimen van landbouwdieren, maar ook gezelschapsdieren en hobbydieren zijn gedood."

Supermarkt

Eén van de weinige aanpassingen die wel is gedaan, is dat geënte dieren niet meer gedood hoeven te worden. "Die dieren moeten dan later in de regio in consumptie", legt Wim van Eek uit. "Maar dat zal denk ik nooit gebeuren, want het vlees is dan gelabeld. En iedereen in de supermarkt die dat ziet, laat het geënte vlees liggen en kiest op gevoel voor iets dat niet geënt is. En dat terwijl dat niks ongezonder is."
Maar dat is volgens hem wel de realiteit. "Dus dan kunnen we toch niet anders dan ruimen. Dat gaat dan alsnog gewoon gebeuren. We kunnen dan wederom concluderen dat we eigenlijk helemaal niets hebben geleerd van 2001. En ook dat voelt, ook na twintig jaar, nog steeds wrang."