Lees verder
De wereldwijde cementproductie is verantwoordelijk voor 8% van de CO2-uitstoot op aarde. Dat is twee keer zo veel als de uitstoot van alle vliegtuigen ter wereld bij elkaar. De helft daarvan is niet-constructief beton. Als dat biobased kan worden gemaakt, betekent het een enorme CO2-reductie. Bioclear earth uit Groningen heeft een oplossing: laat bacteriën het cement maken.
Pierre Gielen

De vinding komt niet uit de lucht vallen. Bioclear earth (lid van de Biocoöperatie Noord-Nederland) is specialist in bodembiologie en dus expert op het gebied van het werken met bacteriën. De kracht van de natuur wordt bijvoorbeeld al tientallen jaren succesvol ingezet voor bodemsaneringsprojecten, waarbij bacteriën de vervuiling ‘opeten’ en omzetten in onschadelijke stoffen. De verkitting van biobeton werkt op bijna dezelfde manier.

In detail: de bacteriën worden opgekweekt op een groeimedium, zoals de reststroom kippenmest effluent. Daaraan worden ureum en calciumchloride toegevoegd. De bacteriën zetten het ureum om in carbonaat (en ammonium) en het carbonaat reageert met het calcium tot calciumcarbonaat, ofwel biocement.

“Het werkt dus wel iets anders dan met een premix zoals traditioneel beton, waar je alleen water aan toevoegt”, zegt Dick Specht van Bioclear earth. “Wij storten de mineralen in een mal en doorspoelen ze met voedingsstoffen en bacteriën. Binnen enkele dagen worden de mineralen verkit en zijn de eigenschappen hetzelfde.”

Bodemvervuiling voorkomen

Inmiddels is er al een aantal betonkubussen gemaakt om testen mee te doen. De druksterkte blijkt niet erg hoog, maar dat is volgens Specht geen probleem. Ook conventioneel beton is er in allerlei verschillende sterktes, voor uiteenlopende toepassingen. Voorlopig is het niet de bedoeling om biobeton te gebruiken voor spoorviaducten of balkons.

“Wij richten ons met name op toepassingen in de bodem, waarbij de constructieve sterkte minder belangrijk is. Denk aan het versterken van dijken of het aanbrengen van een vloeistofremmende laag onder grote tankopslag-installaties, bijvoorbeeld bij olie- of gasbedrijven. Moet het op de conventionele manier, dan kost het miljoenen: je moet de tank leegmaken, afbreken, het beton storten, alles weer opbouwen en de tank weer vullen. Met ons systeem injecteer je de bacteriën onder de tank in de bodem, terwijl de tank zelf in gebruik blijft. Het verstoort je proces niet en is financieel veel aantrekkelijker.”

Volgens Specht zijn er nog legio onverkende mogelijkheden voor biobeton. “Als we het eenmaal in de vingers hebben, is het toepassingsgebied enorm, voor de Noordelijke regio, voor Nederland, maar ook daarbuiten.”

Samenwerking

Dat is dan ook de reden waarom Bioclear earth voor de ontwikkeling van biobeton ondersteund werd vanuit het project Bioeconomie – Groene Chemie van de Eems Dollard Regio (EDR). Dat is erop gericht grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederlandse en Duitse ondernemers en kennisinstellingen te stimuleren. “Voor de opschalingsfase zijn we dan ook op zoek naar samenwerkingspartners aan beide zijden van de Duits-Nederlandse grens.”

Voor het zover is, legt een Bioclear earth de laatste hand aan een levenscyclusanalyse (LCA) die het verschil in milieubelasting tussen biobeton en conventioneel beton in cijfers weergeeft. Daarbij wordt ook bekeken welke toeslagstoffen het meest bepalend zijn voor de footprint van biobeton. “Mogelijk kunnen we onze productiemethode nóg duurzamer maken, bijvoorbeeld door reststromen in te zetten. Eind van het jaar hopen we er een antwoord op te hebben.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Eems Dollard Regio (EDR).

Beeld: Bioclear earth