Lees verder
31 Lectoren houden zich in Nederland met de biobased economie bezig, verspreid over 14 hogescholen. Zij bepalen samen de nationale onderzoeksagenda op dit gebied, vanuit het Lectorenplatform Biobased Economy, een onderdeel van het Landelijk Biobased Kennisnetwerk (LBKN).
Pierre Gielen

Lectorenplatforms zijn bij het grote publiek nog vrij onbekend. Ze zijn drie jaar geleden opgericht om mee te praten over de nationale onderzoeksagenda’s die vanuit de Topsectoren werden aangestuurd. “Nu zijn we vaak een van de eerste clubs die aan tafel worden gevraagd”, zegt Douwe-Frits Broens, secretaris van het Lectorenplatform Biobased Economy en projectleider van het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) van de hogescholen Avans (Breda) en HZ (Middelburg).

Lectoren stonden altijd al midden in de praktijk. Naast hun onderwijstaak, voeren ze vrijwel al hun onderzoeksprojecten uit in samenwerking met ondernemers, vaak mkb’ers. Ze vormen bovendien ook de spil tussen het MBO en de universiteiten, via samenwerkingsverbanden als CoE BBE in het zuiden en BERNN (Bio Economy Region Northern Netherlands) in het noorden. “Zo kunnen we de onderzoeks-infrastructuur nog veel effectiever maken”, zegt Broens. “Op het moment dat er een praktijkvraag binnenkomt waarmee we in Breda niks kunnen, gooi ik dat in de groep en kan blijken dat er bijvoorbeeld in Emmen of Maastricht ervaring mee is.”

Aanjagen innovatie

Ondernemers met een onderzoeksvraag die daarin geïnteresseerd zijn, kunnen nog steeds hun ‘lokale’ lector bellen. Dat verandert niet. Maar de kans dat ze worden doorgestuurd naar een collega elders in het land met specifieke expertise wordt wel groter. Bovendien zijn er inmiddels gezamenlijk regelingen opgebouwd die de afstand met het bedrijfsleven verkleinen. Volgens Doede Binnema, lector Biobased Ingredients bij de Hanzehogeschool Groningen, hebben ondernemers dan ook baat bij het bestaan van het Lectorenplatform: “Kijk maar naar de KIEM GoChem regeling die vorig jaar is opgericht vanuit het platform: een subsidieregeling die is gericht op het aanjagen van innovatie in de chemische sector. GoChem stimuleert samenwerking tussen innovatieve mkb’ers en kennisinstellingen. Met dit soort regelingen is het nationale potentieel aan lectoren meer ontsloten dan vijf jaar terug.”

SPRONG

Daarnaast werkt het platform aan het verbeteren van de kennisinfrastructuur via het zogeheten SPRONG programma. Binnema: “Er wordt op onderwerpen meer kennis beschikbaar gemaakt, en nog beter op elkaar afgestemd zodat een mkb-ondernemer een uitgebreider , breder en diepgaander antwoord kan krijgen dan bij een individuele lector mogelijk is.” Broens: “Zo gaan we onderzoeksgroepen versterken en de dienstverlening naar bedrijven nog verder verbeteren. Bijvoorbeeld door applicatiecentra op te richten met machines die ter beschikking staan aan ondernemers.” In Noord-Nederland vervult ZAP deze rol al deels.

Het Lectorenplatform Biobased Economy gaat de komende maanden via Agro&Chemie meer concrete onderzoeksprojecten belichten. Ondernemers die een expert zoeken met kennis van een specifiek aspect van de biobased economy, kunnen die online vinden op de website van het European Biobased Knowledge Network (EBKN).

Beeld bovenaan: Solis Images/Shutterstock