De worsten van Eigezwijns zijn lekker én milieuvriendelijk

Wat wil je nog meer van je worst? De vijf boeren die achter het merk schuil gaan, weten het wel, maar daarover later meer. Eerst de worst, ‘échte goeie worst’, aldus het persbericht, waarin de samenwerking tussen vijf varkenshouders en drie lokale supermarkten bekend wordt gemaakt.

Jaren van planning, samenwerking en geld zoeken, geduld en doorzettingsvermogen gingen vooraf aan de lancering in Vierlingsbeek, Overloon  en Cuijk, waar de drie supermarkten gevestigd zijn. De belangrijkste ingrediënten zijn echter gelukkig opgroeiende varkens, reststromen, kidneybonen en oesterzwamvoetjes. Het water loopt je in de mond als je er alleen al aan denkt.

Hoe groot is je voet?

Een van de initiatiefnemers is Wilbert Egelmeers uit Wanroij. Hij vertelt enthousiast over de totstandkoming van de groep en de plannen. “We gaan allemaal al heel ver terug. Zitten samen in een studieclub en delen de interesse in het terugbrengen van onze CO2-voetafdruk,” legt Egelmeers uit. Dat begon notabene met een overheidsspotje, waarin werd gesteld dat minder vlees eten, beter is voor het milieu. Ja, dat triggert een varkenshouder wel. En dus dook hij in de wereld van de CO2 en de impact van zijn bedrijf op het milieu en komen we terug bij de voetafdruk. Die voetafdruk staat namelijk centraal in het proces, waarin ook de consultants van Blonk Milieuadvies werden betrokken. Deze club heeft een tool ontwikkeld, waarmee de varkenshouders jaarlijks hun voetafdruk per kilogram vlees kunnen berekenen. Dat maakt veel inzichtelijk, ziet Egelmeers: “Er komt een score uit. Zo verbruikten wij in 2016 2,1 kilogram CO2 per kilo geproduceerd varkensvlees. In de jaren 2017 en 2018 is dat al teruggebracht naar 1,8.” Een reguliere kilo varkensvlees scoort rond de 3,7. De voeten van de varkensboeren worden dus steeds kleiner, als we hun afdruk bezien.

Beeld: ©Eigezwijns

De winst zit ‘m in de voeding van de dieren en de emissies uit de stal. “We zijn aan de slag gegaan met reststromen uit de voedselindustrie. Denk hierbij aan voorgebakken friet die te klein is voor de kritische consument, biergist uit de bierproductie, brood dat al een dag in de supermarkt heeft gelegen of koekjes en gebak die op het eerste oog niet voldoen aan de eisen, maar nog prima eetbaar zijn,” vertelt Egelmeers.

Plannen worden worsten

Maar eerst nog even terug naar het samenkomen van alle partijen, die nu trots de Eigezwijnsworst in de schappen hebben liggen. Want het benadrukt maar dat je vooral veel plannen en ideeën moet delen. “Wij waren daar dus inderdaad al best druk mee, maar kwamen nog nauwelijks verder. Tot we in oktober 2017 een project met POV Ketenconcepten zijn gestart. We hebben een projectplan geschreven. Er wordt nagedacht over de vraag hoe je je varkensvlees zo bijzonder kan maken, dat het voor het publiek interessant en onderscheidend wordt. Als een echte goeie worst, gemaakt van varkens, die gevoerd worden met reststromen, afgemaakt door een slager die er kidneybonen en oesterzwamvoetjes aan toevoegt, bijvoorbeeld. Het resultaat is een smaakvolle, gezonde en milieuvriendelijke worst. Op een open dag op ons varkensbedrijf met onder andere supermarktketen Lidl en Van Loon Vlees, kom je dan met elkaar aan de praat. Van Loon verwerkt ons varkensvlees en bleek met dezelfde wensen en gedachten rond te lopen over footprint en afzet. Daarop zijn we met elkaar verder in gesprek gegaan om uiteindelijk te komen tot de afzet van alle varkens tegen een hogere prijs. Die gesprekken lopen door, en zo bewandelen we twee sporen in onze zoektocht naar een perspectiefvolle varkenshouderij.

“De supermarkten willen continuïteit, dat moeten wij dus bieden”

Beeld: ©Eigezwijns

En zo eindigt een visioen en een samenwerking met een slager, de HAS Hogeschool, de mensen van Blonk, drie supermarkten en vijf boeren in prachtige schappen vol Eigezwijnse worsten. Maar de mannen en de partners dromen verder. “De eerste weken ging het natuurlijk hard, door alle promotie en aandacht. Inmiddels is het wat rustiger geworden, maar de verkoopcijfers zijn nog steeds prima. We willen inderdaad wel meer dan dit. Meer verkooppunten, maar ook meer producten. Die zullen we moeten ontwikkelen. De supermarkten vinden de continuïteit van hun producten en leveranciers belangrijk. Dat moeten wij dus leveren,” deelt Egelmeers zijn gedachten.

Financiën en energieneutraal

Ook een duurzaamheidslabel staat op de agenda, al is de vorm nog niet helemaal duidelijk: “we kunnen aansluiting zoeken bij een bestaand label, maar ook een eigen label oprichten, bijvoorbeeld in samenwerking met Van Loon.” Opties te over, voor de mannen, die ook druk zijn met de prijsstelling van hun producten. De ondernemende kant van Egelmeers rekent voor dat “als de consument een dubbeltje meer betaalt per kilo vlees, dat voor mijn bedrijf alleen al zo 200.000 á 250.000 euro scheelt. Dat is verschrikkelijk veel geld, waar ik heel erg goed nieuwe milieuvriendelijke maatregelen van kan betalen”. Want ook op dat vlak is zeker nog winst te behalen, denkt de Wanroijenaar: “energieneutraal varkenshouden en worsten produceren is zeker mogelijk,” is hij stellig, “met verdere innovatie kan ik de emissie in de stal terugbrengen naar bijna nul”. Er ligt dus nog van alles in het verschiet voor de vijf ondernemende en ambitieuze varkenshouders, maar de focus ligt op worst, ‘échte goeie worst’ zelfs.

Beeld: ©Eigezwijns

Publicatiedatum op deze site: 27 november 2019

Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.