Lees verder
De groene transitie richting een circulaire biobased economie in de Delta regio moet versnellen. Dat wil de stichting Circular Biobased Delta stimuleren met een nieuw 10-jarenplan, een nieuwe organisatiestructuur en de vorming van een on- en offline communityplatform. Willem Sederel en Herman de Boon, bestuurders van het eerste uur, leggen uit wat er gaat veranderen en waarom.
Pierre Gielen

De eerste 10 jaar van het bestaan van Biobased Delta stond vooral in het teken van het vervangen van fossiele grondstoffen door biobased oplossingen. De erkenning is er nu dat de groene kringlopen een onderdeel vormen van een grotere, circulaire economie. “De context waarin we acteren is veranderd”, zegt Herman de Boon. “We hebben inmiddels een Klimaatakkoord, een Energieakkoord en een Grondstoffenakkoord. Circulariteit is een veel belangrijkere factor geworden. Het Coronavirus dwingt ons na te denken over zaken als supplychains en grondstofafhankelijkheid. De urgentie is groter dan ooit en dat biedt ook kansen. Daarom hebben we gezocht naar een simpele doelstelling, die iedereen begrijpt: 10 Megaton CO2-reductie in de Deltaregio, tegen 2030. Dat is uitdagend, maar met alle activiteiten die we ontwikkelen, moet het haalbaar zijn.”

Biobased centraal

“Het is een duidelijk punt op de horizon”, vult Willem Sederel aan. “De doelstelling is ook niet toevallig. “We hebben gekeken naar de plannen en targets voor CO2-reductie van andere partijen in de Delta, bijvoorbeeld van Smart Delta Resources (SDR), Port of Rotterdam en Port of Moerdijk. Bij SDR komt het woord biomassa niet voor. In het plan van Port of Rotterdam wel, maar wordt prioriteit gegeven aan andere oplossingen, zoals elektrificatie, waterstof, plastics recycling, CO2 opslaan en gebruiken. Wij zeggen: het is geen optie om biomassa over te slaan, want als we de plannen optellen, komen we in 2030 10 Mton CO2-reductie te kort. Wij gaan ons sterk maken om die biogeen in te vullen, al dan niet in combinatie met circulaire concepten.”

Biobased blijft dus wel centraal staan. Sterker nog: “Biobased is de motor van de circulaire economie. Circulaire concepten hebben nooit een 100 procent sluitende koolstofkringloop, plus we groeien nog wat. De suppletie van koolstof die we tekort komen voor de productie van materialen, zal uit biomassa moeten komen.”

Dat is ook waar de huidige flagship-programma’s: Sugardelta, Redefinery, Biorizon en sinds kort CHAPLIN, zich mee bezighouden. “Het is niet ondenkbaar dat er nieuwe bijkomen. Bijvoorbeeld op het gebied van pyrolyse. Ook gaan we de accenten verschuiven: veel van de eerste programma’s waren erop gericht vanuit de feedstock naar de markten toe te werken. Nu werken we vanuit de drie sleutelmarkten terug naar wat de beste oplossing zou zijn: de bouw, verpakkingen en biobrandstoffen.

Resultaatgericht

Herman de Boon: “Alles wat wij ondernemen moet resultaatgericht zijn. Onze ambitie is zo’n 100 projecten en programma’s op de rails te zetten die een bijdrage leveren aan de CO2-reductie. Daarvan zijn er inmiddels zo’n 50 in beeld gebracht, maar niet allemaal zijn op dit moment even ver of haalbaar.”

“Het idee is om jaarlijks een soort Top 10 van projecten te hebben die we nauw volgen met raad en daad, bijvoorbeeld door ons netwerk binnen de chemie, agrosector of in Brussel te benutten. De stichting gaat concreet aan de slag met het ondersteunen van 2 of 3 grote projecten per jaar. Dat betekent bijvoorbeeld: met partners zorgen voor financiering, kennis en menskracht om de projecten op te tuigen, consortia bouwen, lobbyen, opschaling helpen mogelijk maken. Het ecosysteem in de Deltaregio biedt daar tal van faciliteiten voor. “Als we dat doen, ben ik er zeker van dat je die projecten versnelt”, zegt Sederel.

“We moeten vergroenen, vernieuwen, verdienen en dat versnellen”, beaamt De Boon. Daarbij past ook een nieuwe bestuursstructuur die ervoor zorgt dat de organisatie wendbaarder wordt en méér activiteiten op kan pakken. Het bestuur wordt kleiner en gaat zich vooral focussen op hoofdlijnen: beleid uitzetten en kaders creëren. De activiteiten komen meer te liggen bij een uitvoerend orgaan: het Versnellingsteam (V-Team). Dat gaat vorm en richting geven aan de portfolio van activiteiten van Circular Biobased Delta, met de focus op de vier pijlers business development, technologie, het ecosysteem en de human capital agenda.

Levend organisme

Het ecosysteem van de Delta bestaat inmiddels uit 26 activiteitencentra, de zogenaamde werkplaatsen. Belangrijk is hierbij dat het niet blijft bij een losse verzameling van partijen, maar dat ze samen een goed gecoördineerd ecosysteem vormen, dat is verankerd in de Delta Community. Ook daar gaat het V-Team aan werken. Concreet valt te denken aan een online platform om de communicatie te optimaliseren. Maar ook aan bijeenkomsten waar de partijen elkaar treffen en met elkaar onderwerpen kunnen uitdiepen.

De meerwaarde van het community-lidmaatschap zal bovendien moeten liggen in de toegang tot diverse diensten die de applicatiecentra kunnen leveren, bijvoorbeeld op het gebied van (technologische) kennis, labfaciliteiten, vergunningen of financiering. De community zal bovendien moeten zorgen dat Circular Biobased Delta, dat nu nog voor zo’n 60% uit publieke gelden wordt gefinancierd, in de toekomst meer geld uit private financiering haalt. Dat kan eventueel in de vorm van lidmaatschapsbijdragen, of betaalde diensten. Die plannen zullen nog verder moeten worden uitgewerkt.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Circular Biobased Delta

Beeld: dugdax/Shutterstock