Lees verder
Senbis uit Emmen gaat de komende drie jaar via de nieuwe dochteronderneming SPIC Facilities BV € 5,5 miljoen investeren in een proeftuin voor de ontwikkeling van duurzame kunststoffen. Van dat bedrag wordt maar liefst € 4 miljoen besteed aan de aanschaf van nieuwe, moderne pilotmachines.
Pierre Gielen

We krijgen een indrukwekkend aanbod van machines, waarmee opeenvolgende processen in de kunststofsector beschikbaar zijn op verschillende niveaus: van grammen en kilogrammen tot volle vrachtwagens”, zegt Gerard Nijhoving, directeur van Senbis, dat polymeerexpertise en labdiensten levert en de inzet van de machines coördineert.

Het betekent een forse uitbreiding van de faciliteiten van SPIC Emmen, het cluster van bedrijven en instellingen in Noord-Nederland die gezamenlijk hun eigen faciliteiten aanbieden aan de markt. Zo maken ze het mogelijk om de ontwikkelingen rondom duurzame kunststoffen te versnellen en op te schalen.

Ontbrekende puzzelstukjes

“Met SPIC Facilities vullen we de ontbrekende puzzelstukjes in het ecosysteem Chemport Europe in. Zo komen er nieuwe reactoren voor polycondensatie, om bijvoorbeeld (bio)polyesters te ontwikkelen, een volledig uitgeruste compounder, een nieuwe lijn voor de productie van technische monofilamenten, 3D printing faciliteiten en een verdere uitbreiding van de bestaande fysisch-analytische mogelijkheden.”

Als klap op de vuurpijl komt er een nieuwe pilot-spinmachine die het voor het eerst mogelijk maakt om bij SPIC onderzoek te doen naar zeer fijne textiele vezels (de lage titers). “Het vormt een welkome aanvulling op de apparatuur voor onderzoek naar technische garens, waar we ons in Emmen tot nu toe altijd op hebben gericht. Hierdoor kunnen we actuele duurzaamheidsvraagstukken rond textiel onderzoeken, met betrekking tot zowel gerecyclede vezels als biopolymeren. Het gaat om vragen die we tot nu toe niet goed konden beantwoorden, omdat we wel de kennis, maar niet de faciliteiten hadden.”

Met de nieuwe extruders en spinmachines is SPIC Facilities bovendien in staat om bicomponent-producten te maken. “Van vezels verwachten we goede mechanische eigenschappen en voldoende thermische of chemische stabiliteit. Daar is meestal een combinatie van meerdere polymeren voor nodig. Dat kan door ze te compounderen, maar ook door de uitvoer van meerdere extruders te combineren. Zo kun je bijvoorbeeld een filament of vezel maken waarvan de mantel uit een ander materiaal bestaat dan de kern.”

Een ander aandachtsgebied vormt de ontwikkeling van filamenten en poeders voor 3D Printing. “Onze spin-out Innofil3D is gekocht door BASF en groeit als kool. Die groei willen we ook met R&D mogelijkheden blijven faciliteren. Ook op het gebied van additive manufacturing hebben we in de combinatie van bedrijven en kennisinstellingen een erg sterke propositie.”

Uniek in Europa

Volgens Nijhoving maken de flexibiliteit, de brede range aan productiefaciliteiten, de mogelijkheden om op te schalen en het onderdeel zijn van het ecosysteem Chemport Europe Emmen uniek in Europa. “Je vindt dergelijke faciliteiten vaak wel verspreid over verschillende locaties, maar niet gecombineerd. Of ze staan bij kennisinstellingen, waar de focus meer op fundamenteel onderzoek ligt. Ons onderzoek is pragmatisch. We willen onze industriële klanten helpen met het oplossen van praktische vraagstukken. Het product en proces zo snel mogelijk werkend krijgen, is ons doel.”

Daarbij zijn niet alleen de machines van belang, maar telt ook de industriële kennis zwaar mee. “Vanuit de historie zijn wij in Emmen industriële specialisten in polyesterachtige structuren. We hebben de kennis om ze te ontwikkelen en op te schalen en vervolgens vezels, folies, spuitgietelingen, preforms en flessen te maken. Maar ook aan de mechanische en chemische recycling van polyester wordt veel gewerkt in het cluster. De bedrijven Morssinkhof en Cumapol houden zich bijvoorbeeld mee bezig met het chemisch recyclen van PET in het CuRe project. We kunnen in Emmen dus de hele polyesterketen aanbieden, cradle to cradle. Dat is ook erg interessant voor partners die zich bezighouden met nieuwe biopolymeren, om dat die veelal uit polyesterstructuren bestaan.”

Vertrouwen in verduurzamingstrend

De eerste bestellingen van SPIC Facilities zijn al de deur uit. Later dit jaar wordt gestart met het installeren van de machines en dat gaat in de loop van volgend jaar door. Is het verstandig om miljoenen te investeren in een tijd waarin veel bedrijven de hand op de knip houden vanwege de verwachte economische krimp? Nijhoving: “We hebben even getwijfeld, maar zetten het toch door. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat de verduurzamingstrend die is gestart in de kunststofsector alleen maar sterker wordt. We zijn ons als maatschappij bewuster geworden van onze kwetsbaarheid, of het nou gaat om een klein virus of om grote milieuzaken, zoals stikstof, PFAS, de temperatuurstijging en het probleem van microplastics. Er zal dus de komende jaren veel meer moeten worden geïnvesteerd in recycling, in biobased en biodegradeerbare plastics. Die bewustwording zal alleen maar groeien, zowel bij consumenten en bij overheden als bij industrie en bedrijven. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat er straks dankbaar gebruik zal worden gemaakt van de faciliteiten die wij nu installeren, om die verandering te realiseren.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Chemport Europe.

De investering van SPIC Facilities komt tot stand dankzij de financieringen van VoordeGroei BV, MKB-fonds Drenthe en de aandeelhouders van Senbis, alsmede door subsidies van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (EFRO gelden), de provincie Drenthe en de gemeente Emmen.