Foto: Jim van Belzen - Platte oesters aan de klepstandmonitor in de u2018flumeu2019.
Foto: Jim van Belzen - Platte oesters aan de klepstandmonitor in de u2018flumeu2019.

Klep dicht; de gevoelige kant van platte oesters

Algemeen

YERSEKE - In het Regiocentrum Yerseke van Wageningen Marine Research werken onderzoekers en de schelpdier- en visserijsector actief samen aan kennis en innovaties voor duurzaam gebruik van de Delta, kustwateren en de zee: kennis van en voor de regio Zeeland. Hierover is een convenant gesloten tussen wetenschap, bedrijfsleven en regionale publieke organisaties. Het werk beslaat een scala aan onderwerpen, zoals het verbeteren van het kweekrendement van mosselen, off-bottom kweek van oesters, schelpdiersurveys, onderzoek naar biotoxines, en effecten van zandsuppleties op natuurwaarden en (schelpdier)visserij. Deze column zet een activiteit van het Regiocentrum in de schijnwerpers. Deze keer is dat de inzet van de klepstandmonitor voor monitoring van de platte oester.

De platte oester, de parel van rijk gevulde tafels uit lang vervlogen tijden. De enige inheemse oester, ook wel bekend als Zeeuwse platte, heeft een bijzondere status en wordt als delicatesse ook wel de trots van Zeeland genoemd. De platte oesterbanken, gelegen in de zuidelijke Noordzee en Het Kanaal die de 17de en 18de-eeuwse stillevens van Nederlandse en Vlaamse kunstschilders bevoorraadden, bestaan inmiddels niet meer. De oesters komen nog sporadisch voor in de Noordzee en Waddenzee, en worden al sinds jaar en dag grootgebracht op percelen in de Grevelingen en de Oosterschelde.

Foto: Jim van Belzen - Platte oesters aan de klepstandmonitor in de ‘flume’.

Ook in de natuur staat de platte oester er niet alleen voor. Met behulp van herstelprojecten wordt door middel van substraatvoorziening en het uitzetten van levende oesters de populatie een zet in de juiste richting gegeven. Het vinden van een juiste locatie en het monitoren van de oesters zijn hierbij van belang. Overleving, groei, voortplanting en rekrutering van platte oesters zijn de vier aspecten die gemonitord worden in herstelprojecten.

Inzet van de klepstandmonitor als nieuwe onderzoekstechniek

Samen met het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) werkt Wageningen Marine Research aan de inzet van nieuwe monitoringstechnieken bij deze platte oester-herstelprojecten. Zo wordt bijvoorbeeld een apparaat getest dat continu de schelpopening van levende schelpdieren in zee kan meten. Deze zogeheten klepstandmonitor, ontwikkeld door Rob Witbaard (NIOZ) voor de mossel en de noordkromp, is voorzien van sensoren die met speciale lijm op de kleppen van schelpdieren worden aangebracht. Elke tien seconden wordt een signaal opgevangen dat de afstand tussen de twee kleppen meet, en op die manier gedrag van oesters zichtbaar maakt.

Stilleven met fruit en oesters van Vlaamse schilder Osias Beert. (c. 1580-1624, Antwerpen, foto van website)

De klepstandmonitor wordt nu getest op oesters als een effectieve methode voor monitoring van overleving en voedselopname. Een voordeel van deze methode is dat hierdoor de frequentie van bezoeken aan pilotlocaties kan worden verminderd, en er inzicht wordt verkregen in individuele verschillen tussen activiteit van de oesters. Gecombineerd met metingen aan voedselvoorziening, stroomsnelheid, temperatuur, zuurstof- en zoutgehalte wordt ook inzicht verkregen in factoren die het gedrag van de bij het onderzoek betrokken dieren eventueel sturen.

Oesters erg gevoelig voor verstoring

De eerste resultaten uit lab-experimenten laten zien dat de klepstandmonitor inderdaad een duidelijk beeld geeft van de activiteit van de oesters, waarbij de klep doorgaans open staat en af en toe kortstondig sluit. Opvallend is dat de oesters, in vergelijking met andere schelpdiersoorten waar de klepstandmonitor met succes is toegepast, erg gevoelig blijken voor verstoring door bijvoorbeeld het dagelijks onderhoud in de proefopstelling. Zelfs het voorzichtig binnenkomen van onderzoekers in de klimaatkamer waar zij vertoeven, vinden de oesters voldoende reden om de klep resoluut te sluiten.

Foto: Linda Tonk - Klepstandmonitor met sensoren bevestigd op platte oesters.

Het verminderen van het voedselaanbod bij een deel van de oesters geeft langere periodes van gesloten kleppen als respons in de betreffende groep. Daarbij staat de klep van de oesters die wel voldoende voedsel aangeboden krijgen doorgaans wijder open dan de klep van de oesters zonder voedsel. Deze resultaten geven aan dat voedselvoorziening een meetbaar effect heeft op de klepstand, en dat de klepstandmonitor informatie kan verschaffen over het gedrag en de stressrespons van de platte oester.

Vervolgonderzoek en bruikbaarheid resultaten voor oesterkweek

In een vervolgonderzoek in samenwerking met het NIOZ wordt gekeken bij welke stroomsnelheden de oesters optimaal functioneren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ‘flume’, een soort windtunnel in de vorm van een 17 meter lange ‘racebaan’ waarin stroomsnelheid en beweging van water gemanipuleerd worden. Kennis betreffende de range in stroomsnelheden die oesters aankunnen, is met name van belang bij het vinden van geschikte offshore pilotlocaties voor het uitzetten van de oesters in het kader van rifherstel.

Foto: Linda Tonk - Klepstandmonitor met sensoren bevestigd op platte oesters.

Inzicht in het gedrag en de omgevingsfactoren die van invloed zijn op de reproductie, groei en overleving van de platte oester is niet alleen bruikbaar voor het herstel van de natuurlijke populatie van de platte oester. Ook in de oesterkweek, waar de gevoeligheid van de Zeeuwse platte regelmatig de kop opsteekt, kan deze informatie goed benut worden.


Linda Tonk
E-mail: linda.tonk@wur.nl
Tel: +31 6 18581907