Hesston ontwikkelt zich als specialist in combines

Het Amerikaanse Hesston is bekend als specialist in de voederwinning. De plaats Hesston dankt zijn naam aan de gebroeders Hess. Wat opvalt tijdens een bezoek aan de fabriek in de staat Kansas, is overal actie. Alles lijkt op volle toeren te draaien. Hesston is in Nederland bekend van de grootpakpersen van de merken Massey Ferguson en Fendt.

Hesston+ontwikkelt+zich+als+specialist+in+combines
© Hendrik Begeman

Nadat de indianen en buffels van de prairies waren verdwenen, vestigden rond 1880 de eerste kolonisten zich in de Amerikaanse staat Kansas. Een van de eersten waren de broers Abraham en Amos Hess. Dankzij hun inbreng bij het opbouwen van een woongemeenschap werd de plaats Hesston naar hen vernoemd.

Voor het gebied is ook de komst van de familie Yost van belang. Net als Hess waren zij mennonieten die er gingen boeren. Joseph Yost en zoon Lyle waren vooral technisch aangelegd. Met een door stoom aangedreven Minneapolis-dorsmachine dorsten ze niet alleen hun eigen graan, maar ook van andere boeren.

Naarmate de tijd vorderde, kwamen steeds meer boeren de prairie bevolken met niet altijd oog voor een goede vruchtwisseling. Dit leidde in de jaren dertig tot de Dust Bowl, een zandstorm die 350.000 prairiebewoners verdreef richting Californië. De familie Yost hield stand. Sterker nog, zij trok de prairie op en groef ondergestoven combines op en ging ze restaureren. Dit was een lucratieve bezigheid.

Het bedrijf bouwt machines voor Fendt en Massey Ferguson


Voorraden graan

De Tweede Wereldoorlog veranderde de zaak. Eerst leek het erop dat Amerika enorme voorraden graan had, maar dat veranderde snel. Door de oorlogsomstandigheden was er wereldwijd overal tekort aan. Zo deden Europa en Rusland een beroep op de tarwevoorraden.

Veel mannen kregen een oproep voor het leger. Het gevolg was een tekort aan machines en mensen voor de oogstwerkzaamheden. Om deze zo efficiënt mogelijk in te zetten, ontstond de Harvest Brigade. Een heel leger combines met bemanning die in Texas begon te combinen en zo met het seizoen mee naar het noorden van het land trok tot aan Canada. Ook de familie Yost maakten deel uit van deze groep Nomadic Custom Combiners.


Losvijzel

Het langdurige lossen van de combines frustreerde Lyle Yost mateloos. Combines waren gemaakt om te maaien, te dorsen en het te graan verzamelen. De graantanks moesten met de hand worden gelost op wagens. 'There must be a better way.' Op dat moment kwam Yost op het ingenieuze idee van een losvijzel.

In de loods van buurman Aldin Holdeman en met hulp van oom Elmer Berner maakte Yost vier losvijzels. Berner had een dealerbedrijf en roemde dat hij alles aan iedereen kon verkopen. Toen hij met de losvijzels op pad werd gestuurd, verkocht hij er de eerste dag vier. Daarna maakten ze vijftien stuks en ook die werden in één dag verkocht. 'Ze verkopen als hotcakes', riep Berner.

De productie werd in hoog tempo opgevoerd en loods van Holdeman werd in 1947 verheven tot Hesston Machine and Manufacturing Company. Na vijf jaar hadden ze ruim tienduizend losvijzels verkocht. Enkele combinefabrikanten verkochten ze al als optie af fabriek.


Invoervijzel

Hesston ontwikkelde zich als specialist in combinevoorzieningen en was ook uitvinder van de invoervijzel met intrekbare vingers. Uiteindelijk heeft Hesston meer dan zeventig nieuwe technieken ontworpen, waaronder ook strohakselaars en arenheffers.

Een belangrijke stap werd in 1955 gezet met de ontwikkeling van de zelfrijdende zwadmaaier. Deze zou voor een belangrijk deel de toekomst van Hesston bepalen. Het is nog steeds een belangrijk product van Hesston. Dit was voor het eerst een niet-combine gerelateerd product.


Honderdduizend stuks

In 1956 namen grote fabrikanten als Cockshutt en Case de zwadmaaier op in hun eigen programma waardoor de omzet steeg tot 2,42 miljoen dollar (2,23 miljoen euro). In dat jaar werd de duizendste zwadmaaier afgeleverd en in 1961 de tienduizendste. De teller staat nu over de honderdduizend stuks.

Na de zwadmaaier introduceerde Hesston de Stakhand. Dit is een machine die los hooi oppakt en in een gesloten ruimte blaast. Door het dak meerdere keren hydraulisch te laten zakken, krijg je ongebonden blokken hooi van 4 tot 6 ton. Met een speciale wagen zijn deze op het erf weg te zetten.


Hakselaars

Door verschillende overnames heeft Hesston in die jaren ook aardappel- en bietenrooiers gemaakt en katoenplukkers. Een van de redenen was om zo de fabriek jaarrond draaiende te houden. Met de overname van fabrikant Field Queen kreeg Hesston hakselaars in het programma die in de jaren zeventig ook in Nederland zijn verkocht.

Begin jaren zeventig doemden er donkere wolken op aan de horizon. Collega-fabrikant Vermeer, met een Nederlandse achtergrond, begon met het bouwen van rondebalenpersen. De kosten zijn een derde minder en de balen werden populair bij boeren. Daarnaast begon John Deere met een eigen versie van de Stakhand.


Tarwe- en vleesprijzen dalen

Toen in 1976 de tarweprijzen daalden en in landen als Argentinië de vleesprijzen daalden, hadden boeren geen geld om in hooibouwmachines te investeren. Na achttien maanden verlies werd het risico voor Hesston te groot en nam het Italiaanse Fiat een meerderheidsbelang in Hesston.

Voor Yost een dubbel gevoel. Enerzijds had hij nu geen zeggenschap meer in zijn eigen fabriek, maar anderzijds kreeg hij het goede gevoel dat de fabriek weer kon produceren. Wel kreeg hij de toezegging dat de naam Hesston bleef bestaan en dat het bestaande management intact bleef.

Hetzelfde jaar werd de productie van rondebalenpersen en de grootpakpers 4800 ter hand genomen. Begin jaren tachtig sloeg de malaise echt toe. Veel kleine en middelgrote boeren hielden het hoofd niet meer boven water. De trekkerverkopen daalden met 25 procent, combines met 40 procent en persen met 35 procent.


Naar AGCO

Intussen ging er een overnamegolf door de landbouwmechanisatie. In 1983 werd Hesston volledig overgenomen door Fiatagri. In 1989 nam Case IH een belang van 50 procent in Hesston. Allis-Chalmersverkocht zijn landbouwtak in 1985 aan Deutz AG en zo ontstond Deutz-Allis. Door een managementbuy-out ontstond hieruit de Allis-Gleaner Corporation, kortweg AGCO.


Deze kleine balenpersen voor de Europese markt worden in Hesston gemaakt.
Deze kleine balenpersen voor de Europese markt worden in Hesston gemaakt. © Hendrik Begeman

In 1991 was Hesston een van de eerste fabrikanten die door AGCO werd overgenomen, met behoud van de eigen identiteit. Later zouden meer bekende namen volgen als Massey Ferguson, Fendt en Valtra als trekkermerken.


Rotobaler

De Rotobaler was de voorloper van de latere rondebalenpersen. De Gleaner-combines maakten ook deel uit van AGCO. Na de overname van Hesston volgden er later meer. Door die overnames werden verschillende fabrieken gesloten en werd de productie geconcentreerd bij Hesston.


Een Massey Ferguson WR9980 zwadmaaier nadert zijn voltooing.
Een Massey Ferguson WR9980 zwadmaaier nadert zijn voltooing. © Hendrik Begeman

De door Hesston gebouwde grootpakpersen zijn ook op de Europese markt te zien. Deze persen worden in Nederland op de markt gebracht in de kleuren van Massey Ferguson of Fendt. De laatste ontwikkeling is de MF 2370 Ultra HD en de Fendt Squadra 1290 UD.


Hooibouwwerktuigen

Daarnaast worden er meerdere hooibouwwerktuigen gefabriceerd. Per dag gaat er meer dan 60 ton staal door. In het trainingslokaal stond de Ideal-maaidorser, het nieuwe vlaggenschip van Massey Ferguson en Fendt. Deze zal ook in Hesston worden gebouwd.


De eerste Gleaner-combines werden rond een Fordson-trekker gebouwd.
De eerste Gleaner-combines werden rond een Fordson-trekker gebouwd. © Hendrik Begeman


Gleaner-combine is de enige in zijn soort
De Gleaner-combine is een hoofdstuk apart en gaat terug tot 1923, als de gebroeders Baldwin in Kansas een zelfrijdende combine bouwen. Als de Baldwin Company failliet gaat, wordt deze in 1955 door Allis-Chalmers overgenomen. Allis-Chalmers is marktleider met de getrokken combines en wilde dit ook met zelfrijders. Met Allis-Chalmers is de Gleaner onderdeel geworden van AGCO en is de productie overgebracht naar Hesston. Sinds 2001 maakt Gleaner enkel nog de 'transverse' machines. Dit is het principe van de Axial-Flow, maar dan overdwars. Bij Axial-Flow-combines ligt de dorstrommel in de lengte van de machines. Bij de Gleaner ligt de transverse rotor voor in de machine op de plaats van de conventionele dorstrommel. De Gleaner heeft geen schudders. Het stro verlaat via hakselaars de machine. Als sterke punten noemt Hesston de compactheid, het lichte gewicht en de wendbaarheid door de korte wielbasis.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer