Ondergrondse strokenploeg biedt perspectief bij mais

Mais telen op grasland na een bewerking met een ondergrondse strokenploeg is perspectiefvol. Niet alleen voor de opbrengst, maar ook met het oog op maatschappelijke doelen zoals bodembiodiversiteit en waterkwaliteit.

Ondergrondse+strokenploeg+biedt+perspectief+bij+mais
© Han Reindsen

Dit blijkt uit een tweejarig onderzoek door het Louis Bolk Instituut en machinebouwer en oud-melkveehouder Henk Pol uit het Drentse Uffelte. In 2018 zijn de bemestingsaspecten in de teelt onderzocht. Vorig jaar is ook gekeken naar de bodemkwaliteit.

De ondergrondse strokenploeg is ontwikkeld door Pol. De machine ploegt onder de zode in rij, waardoor de mineralisatie beperkt blijft tot de groeistrook van de mais, daar waar het gewas de nutriënten direct opneemt. De rest van de bodem blijft onbewerkt. Dit is goed voor bodemstructuur, bodemleven, organische stof en waterinfiltratie.

Vergelijking

Het Louis Bolk Instituut heeft onderzocht in hoeverre deze effecten meetbaar zijn in vergelijking met gangbare maisteelt. In 2018 is de ondergrondse strokenploeg vergeleken met spitten en geen grondbewerking. Tegelijk werden drie hoeveelheden drijfmest toegediend: 0, 15 en 30 kuub per hectare.

Vervolgonderzoek richt zich op biodiversiteit, milieu en waterbeheer

Het jaar 2018 was extreem droog en de opbrengsten in het proefveld waren laag. Toch kon het Louis Bolk Instituut enkele conclusies trekken. Het effect van de drijfmestbemesting was bij alle vormen van grondbewerking nihil en de vloeibare kunstmest in de rij leek in het droge jaar geen meerwaarde te hebben.


Twee proefvelden

In 2019 werd de proef doorgezet op twee locaties met minder behandelingen: ondergrondse strokenploeg en spitten, met daarnaast 0 en 30 kuub drijfmest.

Op het eerste proefveld was het verschil in opbrengst tussen de behandelingen niet significant. Op het tweede proefveld waren de verschillen groter: de opbrengst met de ondergrondse strokenploeg was lager dan met spitten en de bemesting had een duidelijk positief effect op de opbrengst.

Voederwaarde

De verschillen in voederwaarde tussen de behandelingen waren klein. Op het eerste proefveld was het suikergehalte bij de ondergrondse strokenploeg significant hoger dan bij spitten. Een mogelijke verklaring: de mais rijpt bij spitten eerder af en/of groeit bij ondergronds ploegen lager door.

Tussen de proefveldjes was geen significant verschil in bodemstructuur. Wel was de dichtheid aan jonge wortels in de bodemlaag van 25 tot 40 centimeter bij ondergronds ploegen hoger dan bij spitten. Daarnaast was bij de strokenploeg de waterinfiltratiesnelheid tweemaal zo groot als bij spitten. Dit is van belang om afspoeling te voorkomen.

Regenwormen

Opvallend was dat het aantal regenwormen en hun biomassa bij ondergronds ploegen met gemiddeld 633 wormen per vierkante meter significant hoger was en viermaal zoveel als bij de gespitte proefveldjes. Bij spitten was het gemiddeld 157 wormen.

Het Louis Bolk Instituut concludeert dat het gebruik van de ondergrondse strokenploeg perspectiefvol is. Vervolgonderzoek richt zich op verminderen van het gebruik van chemie (de zode niet doodspuiten), waarmee de voordelen voor biodiversiteit, milieu en waterbeheer nog groter zijn.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    16° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
Meer weer