Op weg naar een recyclebare foodverpakking
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Op weg naar een recyclebare foodverpakking

  • 10 februari 2020
  • Door: Judith Witte

Als foodproducent/verpakker heb je de afgelopen jaren ongetwijfeld gedaan wat het Afvalfonds Verpakken van je verlangde: je hebt werk gemaakt van preventie (lichter, minder, dunner) en aandacht gehad voor de Essentiële Eisen (EU richtlijn 94/62). Toch is dat niet meer genoeg: de consument, overheid en uw klanten (retailers) verwachten méér. 

Wil Nijssen van Pack Improve werkt als oproepbare verpakkingsdeskundige voor foodproducenten; zowel voor middelgrote bedrijven als multinationals. “Ik werk zowel operationeel, bijvoorbeeld met het oplossen van de dagelijkse verpakkingsissues, als strategisch door te helpen bij het vaststellen en formuleren van een langetermijnvisie op verpakken. De laatste tijd worstelen veel foodproducenten met de vraag: ‘wat is er zoal nodig om met de verpakking uiteindelijk tot een circulair systeem te komen?’ Veel foodproducenten staan aan het begin van een nieuw traject: het bedenken van alternatieven voor hun huidige verpakkingen, en van onderzoek doen naar de invloed daarvan op de houdbaarheid en shelf-life van de verpakte producten (en het voorkomen van verspilling). Ook de machinale verwerkbaarheid en het toepassen van de alternatieven moet getest worden.” 

Wat is er aan de hand?

“Op dit moment worden er voor verpakkingen zeer veel verschillende kunststoffen gebruikt. Eenmaal door elkaar gemengd op de afvalberg is hiermee alleen laagwaardige recycling mogelijk. Ook gebruiken we multilayers of laminaten, die opgebouwd zijn uit meerdere (barrière)lagen van verschillende kunststoffen. Dat is functioneel en nuttig, maar het heeft ook een nadeel. De laagjes zijn niet scheidbaar, en dus te niet recyclen.” Om met de huidige technieken hoogwaardige recycling van kunststoffen mogelijk te maken, zijn zuivere materiaalstromen nodig. En dáárvoor moet er goed (na)gesorteerd worden. “Bestaande sorteerders kunnen veel, maar (nog) niet alles”, vervolgt Wil. “Tot enkele jaren geleden lag de focus op ‘theoretische’ recyclebaarheid. Nu doet en denkt de hele keten mee. Er wordt veel met elkaar overlegd om te bepalen waaraan kunststof verpakkingen moeten voldoen om daadwerkelijk gerecycled te kunnen worden. De aanpak is praktischer geworden. Verpakkers worden gestimuleerd om bij het (her)ontwerpen van de kunststof verpakking rekening te houden met de technische beperkingen van de recyclers, maar ook met zogenaamde ‘stoorstoffen’. Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) heeft voor kunststof verpakkingen twee richtlijnen uitgegeven; voor rigide (vormvaste)verpakkingen en voor flexibles. Om het predicaat ‘goed recyclebaar’ te verkrijgen, moet aan álle twaalf criteria zijn voldaan. De praktijk leert dat dat nog niet eenvoudig is voor foodverpakkingen. Lukt het wel, dan is de beloning een laag tarief van 34 cent/kg (in plaats van 60 cent/kg).” 

Tabel: Recycle richtlijnen flexibele en rigide kunststofverpakkingen.

Kritisch blijven

Wil vervolgt: “Foodproducenten verpakken hun producten liefst tegen zo laag mogelijke kosten en met een passende presentatie, maar vooral om ze vers, onbeschadigd en met zo min mogelijk kwaliteitsverlies bij de consument te krijgen. Daarmee is verpakken een duurzame handeling: het voorkomt voedselverspilling en reduceert zo de carbon footprint. Dat die consument vooral de ‘plastic soep’ ziet en nauwelijks oog heeft voor de functie van een verpakking is begrijpelijk, maar maakt het ook lastig. Toch kan het geen kwaad om kritisch te blijven kijken naar je product, de werkelijke kwetsbaarheid ervan en de gehele supply-chain. Het is zinvol om te (her)onderzoeken of de verpakking zoals je die nu voert, nog steeds nodig is. Stel jezelf de vraag: kan het ook anders?” 

Waar staan we nu?

Polyolefines (bekend onder afkortingen als LDPE/ HDPE/ LLDPE/ PP/ BOPP en CPP) gebruiken we bij voorkeur als monomateriaal. De potentie op recyclebaarheid en kwaliteit van het recyclaat is van deze groep het grootst. Van materialen die voor 90% of meer bestaan uit (verschillende lagen) polyolefines, is de potentie op recycling nog altijd beter dan van een laminaat met PET, PA, etcetera. Op dit moment komt uit de PMD-zak alleen PE als nieuwe verpakking terug, en dan nog alleen als non-food verpakking. Bovendien zijn er de nodige wettelijke restricties voor het gebruik van recyclaat in nieuwe verpakkingen die direct in contact staan met voeding: het borgen van de voedselveiligheid en zorg om de hygiëne zijn belangrijker dan recycling. Echt circulair is het nog niet.”

Hoe verder?

“Als verpakker moet je keuzes maken, waarbij je te maken hebt met drie pijlers: de consument (en zijn scheidingsgedrag), de recyclingindustrie en de producenten van verpakkingen. Alle drie zijn in beweging”, signaleert Wil. “De consument doet met de huidige bronscheiding zijn best: glas gaat in de glasbak, papier en karton in de papierbak, het plastic en de drankenkartons in de PMD-zak. Toch zou hij nóg beter moeten gaan begrijpen hoe u de producent de verpakking bedoeld heeft, zeker als het gaat om separeren en scheiden; denk aan het plastic emmertje met een wikkel van karton eromheen. Dat wordt niet altijd van elkaar losgemaakt en in aparte afvalbakken gedaan. Kortom: er is nog genoeg te doen!”

Om tot een circulair systeem te komen is het belangrijk dat bedrijven de ontwikkelingen volgen en kleine (deel)stapjes vooruit zetten. Wil: “De diversiteit in verpakkingsland is groot. Eén allesomvattende oplossing is niet beschikbaar. Wel verwacht ik dat er steeds meer best practices en gestandaardiseerde oplossingen komen.”

www.packimprove.nl

Hoofdbeeld: ©Air Images/shutterstock.com

Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2020