Lees verder
Vertoro start binnenkort met de productie van ruwe olie uit lignine in de kersverse proeffabriek op de Brightlands Chemelot Campus. Om het reële risico op een tekort aan lignine te beperken, heeft de ’bio-olieboer’ het proces aangepast. Daardoor kan nu ook hout als grondstof voor lignine olie fungeren.
Marjolein Roggen

Als eerste klant zal Vertoro in de zomer zijn eerste batches met lignine aanbieden aan de multipurpose pilotfabriek in Geleen. Daar wordt deze vaste stof omgezet in zogeheten Crude Lignin Oil (CLO). Een vat per dag. In de herfst volgt een nieuw procedé met hout als grondstof. Deze opschaling van laboratorium naar pilotinstallatie betekent volgens Vertoro’s CEO Michael Boot de echte doorbraak voor de technologie, die door het kennisinstituut InSciTe (DSM, TU Eindhoven, Universiteit Maastricht en Brightlands) is ontwikkeld. Vertoro is daarvan de spin-off.

Lignine vormt samen met cellulose het hoofdbestanddeel van houtige biomassa. Cellulose vindt gretig aftrek in de cellulose ethanol- en papierindustrie. Lignine is vooral een lastig restproduct, waarvoor hoogwaardige toepassingen zich beperken tot harsen en lijmen. Dé uitdaging voor de initiatiefnemers van Vertoro om daar een logistiek handzamer en breder inzetbaar intermediair product van te maken. Het principe is simpel. Door aan de lignine een oplosmiddel zoals methanol toe te voegen en deze gedurende een half uur bij 200˚C te verhitten, ontstaat een homogeen mengsel van ruwe olie. Deze CLO is eenvoudig te transporteren en kan vervolgens verwerkt worden tot een breed scala aan chemicaliën, materialen of brandstoffen. Vertoro concentreert zich bewust op deze ene stap in de keten. Weinig sexy, erkent Boot, maar als je wilt leren van de fossiele industrie is dat dé manier om winst te maken.

Over de afzet maakt Boot zich geen zorgen. De oliesector en petrochemie zijn op zoek naar klimaat- en milieuvriendelijkere grondstoffen. Wanneer ze zonder torenhoge investeringen fossiele olie of derivaten daarvan kunnen vervangen door een geschikte vloeibare biologische variant, ontstaat vanzelf een markt.

De aanvoer is veel onzekerder. “Lignine is een hype”, constateert Boot. “Lignine zou booming business zijn, maar in de praktijk blijken wereldwijd slechts een handjevol bedrijven de benodigde kilotonnen voor een volwaardige fabriek te kunnen leveren. Dat is voor ons een te groot risico. Daarom hebben we samen met Prof. Emiel Hensen van de TU Eindhoven een nieuw proces ontwikkeld dat ook hout kan omzetten in CLO. We verwachten namelijk dat er steeds meer hout beschikbaar komt, omdat het bijstoken in kolencentrales eindig is. Door een zuur toe te voegen, weken we lignine los van cellulose. De cellulose slaat neer en van de lignine maken we CLO; alles in één stap. Vooral de Amerikaanse cellulose-, ethanol- en papierindustrie toont al belangstelling.”

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Attero.
Beeld: Attero.