Ontwikkeling suppletie Heemskerk 2011-2016

In 2011 en 2012 is voor de kust van Heemskerkeen gedifferentieerde vooroeversuppietie aangelegd. Het ontwerp hiervan is combinatie tussen een diep gelegen suppletie en een suppletie in twee delen. Hierbij zijn gefaseerd twee zandlichamen neergelegd,waarvanéén op een diepte van NAP-5 m en één op een diepte van NAP-6 m. Tussen de suppleties ligt een gat van ongeveer450 meter. Tussen 2011 en 2016 zijn de morfologische ontwikkelingen van de vooroever gemonitord. Doel van dit onderzoek is te analyseren wat het morfologische effect is van het aanleggen van een suppletie op grotere diepte, en te evalueren of het gat tussen de suppleties zorgt voor een grotere zand aanwasaan de kust. De evaluatie is uitgevoerd door analyse van beschikbare metingen van de bodemhoogte en beschikbareliteratuur. Een duidelijk effect van de suppletie is op het natuurlijke bankgedrag. De delen van de onderwatersuppletie hebben een heel andere ontwikkeling van het bankgedrag veroorzaakt. Dit is veroorzaakt door een verschil in bankenconfiguratie ten tijde van aanleg: in het zuidelijke deel wasde buitenste bank al uitgedempt,in het noordelijke nog aanwezig. Ondanks dit verschil is duidelijk een andere ontwikkeling van de volumes te zien: het ondiepe, zuidelijke deel is meer in volume afgenomendan het noordelijkedeel met grotere aanlegdiepte. Het bankengebied heeft voornamelijk dit sedimento ntvangen. Over het algemeen is de MKLzeewaarts verplaatst, vooral ter hoogte van het zuidelijke deel van de suppletie. De trend is in veel raaien niet erg duidelijk. Dit hangt mogelijk samen met kleinschalige morfologische structuren, zoals ripchannels .Deze zijn lokaal en vaak tijdelijk aanwezig. Ook voor de gemiddeld hoogwater en gemiddeld laagwater posities is de trend voor veel raaien niet eenduidig.