Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Aziatische schimmel zal niet alle Europese essen doden

Plantenziekte Overal in Nederland worden essenbomen gekapt die ziek waren door een schimmel. Gelukkig zijn er essen met beschermende genen.

Een door schimmel aangetast essentakje.
Een door schimmel aangetast essentakje. Foto FERA

Essenbomen in heel Europa sterven massaal door een schimmelziekte die tien jaar geleden Europa binnentrok. De schimmel komt oorspronkelijk uit Oost-Azië. Ook in Nederland zijn dit jaar veel zieke essen gekapt.

Maar niet alle essen worden aangetast. Britse onderzoekers hebben ontdekt dat sommige bomen genetische weerstand tegen de schimmel hebben. Ze hebben het DNA-profiel van verschillende essen uit Noord- en West-Europa in kaart gebracht en vonden twintig genen die de bomen toleranter maken voor de essentakziekte.

De schimmels Chalara fraxinea en Hymenoscyphus fraxineus tasten vooral blad en twijgen aan. Op sommige plekken sterft tot wel 90 procent van de essen; op andere veel minder. Er werd al vermoed dat die verschillen in kwetsbaarheid een genetische basis hadden. Het Britse onderzoek heeft dat bevestigd. De nieuwe genetische informatie kan helpen bij het opzetten van kweekprogramma’s om tolerante essen te kweken, schrijven de auteurs in Nature (26 december online).

Gezonde Europese es. Boven blad en vruchten, onder boom met en zonder blad. Tekening Getty Images

13.000 hectare essenbos

Nederland heeft meer dan 13.000 hectare aan essenbossen en ook hier breidt de ziekte zich uit. „Het is moeilijk te zeggen hoeveel procent al is afgestorven”, zegt Paul Copini van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (Wageningen UR), „Dat verschilt sterk van plek tot plek, maar het is duidelijk dat de ziekte een groot probleem is in de Nederlandse bossen, natuurgebieden en wegbeplantingen.”

In de kweekvelden van Staatsbosbeheer in de Flevopolder, waar Copini en zijn collega’s een honderdtal essen nauwlettend in de gaten houden, is maar een paar procent van de essen níet aangetast. Een groot deel is dood.

Schoppen en bijlen

Essen zijn belangrijk in het Nederlandse landschap, benadrukt de onderzoeker. Ze zijn geliefd en karakteristiek in parken en lanen, maar zijn ook van belang in de vrije natuur, waar ze vaak langs rivieren en beken staan. Allerlei insecten, planten en mossen zijn specifiek afhankelijk van de es – in totaal ruim honderd soorten, aldus een Britse studie.

Stevig en elastisch

Daarnaast heeft essenhout nuttige eigenschappen. Het is stevig en tegelijk elastisch, waardoor het gewild is bij fabrikanten van bijvoorbeeld turntoestellen, hockeysticks, roeispanen, ski’s en de stelen van schoppen en bijlen. „De es is dus niet zomaar te vervangen door een andere soort”, vat Copini samen.

Net als de Britten zijn ook de Wageningers geïnteresseerd in de genetische basis voor tolerantie tegen de essentakziekte. „Het Nature-onderzoek laat zien dat Britse essen toleranter zijn dan Deense”, zegt Copini. „Hopelijk geldt dat ook voor Nederland.” Maar gericht kweken op basis van genetische kennis is lastig, merkt hij op: het is relatief duur en je loopt snel het risico dat de populatie genetisch minder divers wordt, en daardoor kwetsbaarder.

Zaadbron

„Wij zetten voorlopig vooral in op het verzamelen van essen die het goed doen te midden van aangetaste soortgenoten”, zegt hij. „Die zetten we bij elkaar. Dat doen we samen met verschillende beheerders, onderzoekers en stichtingen uit het hele land.” Deze verzameling essen, zo legt hij uit, is een belangrijke stap in het vervolgonderzoek naar tolerantie tegen de schimmelziekte.

Dat kan genetisch onderzoek zijn, maar ook bijvoorbeeld onderzoek naar de vraag hoe je in het veld kunt testen of een boom tolerant is. Copini: „Zo’n populatie tolerante essen is een waardevolle zaadbron waaruit je nieuwe populaties kunt kweken, zodat de es weer kan terugkomen in het Nederlandse landschap.” Dat is een meerjarenplan, benadrukt hij, want bomen, essen ook, zijn langzame groeiers.