Lees verder
De meeste bottom-up initiatieven voor duurzame energie stranden in schoonheid. Een ECCO - Energy Management Community Cooperative - betrekt niet alleen burgers, maar ook boeren en bedrijven bij de energietransitie en heeft dus een breder draagvlak.
Lucien Joppen / 's-Hertogenbosch

Dat stelt Joost Schretlen, directeur/partner van Segon, als adviseur nauw betrokken bij de energietransitie op lokaal niveau. Onlangs ging, mede met de input van Schretlen, een energiecoöperatie van start in Bergen op Zoom. De coöperatie is gebaseerd op het ECCO-principe, dat weer voor een belangrijk deel leunt op het concept achter Duitse Energiedörfer.
Schretlen: ‘Bij onze oosterburen zijn nu al meer dan 180 Energiedörfer, waarbij particulieren, ondernemers en boeren samenwerken om duurzame energie op te wekken en uit te wisselen. Niet elk Energiedorf is trouwens tot wasdom gekomen, maar de kans van slagen is wel hoger met een geïntegreerde aanpak. Momenteel mist de lokale energietransitie aanjagers, schaalgrootte en een duidelijke focus.’

Focus te beperkt

Zoals Schretlen aangeeft, is de focus bij lokale (burger)initiatieven te beperkt. De initiatiefnemers richten zich voornamelijk op de technologie en de financiële kant van het verhaal. ‘De organisatie en de aansturing zijn net zo belangrijk, maar dit aspect blijft vaak onaangeroerd. Je moet ook niet vergeten dat mensen dit in de avonduren erbij doen. Hierdoor blijven veel vraagstukken in het midden liggen. Het is jammer dat deze mensen niet de tijd en mogelijkheden hebben om te leren van eerdere binnen- en buitenlandse initiatieven waar veel kennis en ervaring is opgebouwd. Hier kunnen startende energiecoöperaties hun voordeel mee doen.’

Lees verder in het volledige artikel.