Lees verder
Oudpapier blijft de belangrijkste grondstof voor de Nederlandse papierindustrie. Wel kijkt de sector meer en meer naar vezels uit andere, niet-houtachtige bronnen. Dat doet het onder meer om op termijn kosten te besparen.
Lucien Joppen

Dat stelde Michiel Adriaanse van het Kenniscentrum Papier en Karton (KCPK) op het Papier- en Kartonketen Innovatie Evenement van KCPK dat begin februari werd georganiseerd in het Gelderse Doorwerth.

‘Zoals de branchevereniging VNP (Koninklijke Nederlandse Vereniging van Papier- en Kartonfabrieken) heeft verwoord in haar visie, wil het “het maximale halen uit natuurlijke grondstoffen”.’

Oudpapier, goed voor 82,5 procent (2,2 miljoen ton) van het totale volume, is de belangrijkste grondstof. De rest is virgin cellulose en zogenaamde nieuwe vezels, veelal uit eenjarige gewassen. ‘Het laatste segment is weliswaar klein in volume, maar zal de komende jaren toenemen. Bovendien kent het segment aansprekende voorbeelden.’ 

Zekerheid van grondstoffen

Volgens Adriaanse kunnen de voornoemde plantaardige vezels op drie manieren worden ingezet: als 1op1-vervanger van hoogwaardige oudpapiersoorten, als vulmiddel of als decoratief element, bijvoorbeeld in hoogwaardige verpakkingen en/of papiersoorten. ‘De industrie kijkt naar deze vezels omdat het niet alleen van oudpapier afhankelijk wil zijn. Bovendien is er een tekort aan hoogwaardig oudpapier omdat deze markt in volume daalt. Het is dus onder meer een kwestie van grondstoffenzekerheid. Daarnaast speelt prijs een rol, al zijn alternatieve vezels nog niet goedkoper dan oud papier. Tot slot zijn er bedrijven die vanuit een marketingperspectief alternatieve vezels verwerken in hun papierproducten.’

Biocoatings voor betere recycling

Een belangrijk aspect om de hoeveelheid oudpapier op peil te houden, is het verbiobasen van de coatings. Deze leveren idealiter minder problemen op in de papierkringloop. Momenteel worden coatings vooral geproduceerd op basis van fossiele grondstoffen, zoals polyethyleen, fossiele was en/of fluorderivaten of metaalachtige lagen zoals aluminiumfolie. Deze barrièrecoatings zijn bijvoorbeeld waterafstotend en hebben verschillende barrière-eigenschappen, onder andere tegen vet, licht, zuurstof, CO2 of andere gassen. Het probleem met deze traditionele coatings is dat deze het recyclingproces bemoeilijken. Daarnaast is de fossiele oorsprong een doorn in het oog omdat deze producten niet of nauwelijks afbreken.

Wei-eiwit

Biobased coatings zijn in principe afbreekbaar, maar zullen op barrière-eigenschappen, bijvoorbeeld waterafstotendheid, vergelijkbaar moeten scoren. Daarnaast zullen de coatings bestand moeten zijn tegen fysische krachten omdat deze via extrusie op de verpakkingen moeten worden aangebracht, aldus Martina Lindner van het Fraunhofer Instituut die haar bevindingen van enkele projecten die op dit gebied presenteerde.

Er zijn volgens Lindner verschillende biogebaseerde grondstoffen, zoals wei-eiwit, natuurlijke was en aardappelzetmeel, die in aanmerking komen. Binnen het Bioboard-programma, waaraan onder meer Tetra Pak meedeed, zijn wei-eiwit en aardappelzetmeel zodanig gemodificeerd (chemisch, enzymatisch) dat zij ingezet kunnen worden als biocoating. Lindner: ‘We hebben ons in eerste instantie gericht op het isoleren en zuiveren van de eiwitten. Vervolgens hebben we additieven toegevoegd en de bovengenoemde modificaties doorgevoerd. Qua eigenschappen scoren deze biobased coatings vergelijkbaar met hun fossiele pendanten.’

Biocoat

Het Nederlandse Bionic Technology ontwikkelt biocoatings voor verschillende toepassingen. Het Groningse bedrijf werkt hiervoor samen met de multinational Brenntag die de coatings produceert en levert. De coatings zijn gebaseerd op silicium oxide en zijn waterafstotend, reinigbaar met water en schimmel- en bacteriewerend (terwijl deze geen biociden bevatten, red.). Biocoat kan ook worden gebruikt voor toepassingen in papier en/of kartontoepassingen, zoals drankverpakkingen, aldus mede-eigenaar Ton van de Klashorst. ‘Het is volledig recyclebaar en kan gewoon worden bedrukt, net als bij ‘gewone’ coatings.’

Greenery: consument begrijpt het (nog) niet

Merkeigenaren/producenten in de verpakkingsketen zijn nodig om bovengenoemde verpakkingsinnovaties op de markt te krijgen. Nu let de FMCG-sector op elke eurocent als het gaat om verpakkingskosten. Des te verheugender dat sommige ondernemingen hun nek uitsteken. Zo’n bedrijf is The Greenery die haar verpakkingsmaterialen verder wil verduurzamen, onder andere door de inzet van biobased kunststoffen/folies en kartonnen verpakkingen die zijn gebaseerd op alternatieve vezels (o.a. van tomatenplanten). Aad van Dijk, senior product manager bij The Greenery, liet zien dat retailers hierin verschillende aanpakken voorstaan. Sommige supermarkten kiezen voor een ‘naakte’ aanpak, waarbij de agf zonder folieverpakking wordt gepresenteerd. Andere retailers kiezen juist voor folieverpakkingen, onder meer om de houdbaarheid van de producten te verlengen.

PLA-folie

Van Dijk stelde dat natuurlijk ogende plastics een oplossing kunnen zijn. ‘Consumenten verwachten wel dat ze hun agf zonder problemen kunnen vervoeren naar hun huis. Dat vraagt om robuuste verpakkingsmaterialen die de integriteit van het product waarborgen. Anderszins willen supermarktketens het totale gewicht aan verpakkingsmateriaal reduceren. Andere eisen aan het materiaal zijn dat het gemakkelijk te openen en te resealen is.’ The Greenery zet ook biobased materialen in voor haar producten, zij het in bescheiden volumes. De coöperatie gebruikt vooral PLA-folie, kartonnen schalen van Paperwise en kartonnen transportdozen op basis van tomatenplantenvezels (Solidus Solutions). Ook is de trend dat steeds meer plastic schalen omgezet worden naar karton. Volgens The Greenery zijn consumenten van biologische producten bereid om een meerprijs te betalen voor een bio-afbreekbare verpakking. ‘Wel weet de gemiddelde consument weinig van het materiaal, waardoor PLA vaker in de vuilniszak belandt, in plaats van de groene bak. Er ligt nog een uitdaging op gebied van communicatie richting de consument.’

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met BIC-ON.