Voedsel uit (stads)tuin in opkomst

Enkele voorbeelden van de bonenoogst die de familie Hermans uit Nunhem jaarlijks heeft. © Maartje van de Berkel

Stadslandbouw is in ons land bezig aan een opmars, daar is geen twijfel over mogelijk, zeggen experts van de universiteit van Wageningen. Ook in Limburg wint deze vorm van duurzame teelt - al is het kleinschalig - terrein. „Het voedt ons fysiek én mentaal.”

Kim Noach

Stadslandbouw zal de stad nooit 100 procent van voeding voorzien, klinkt het nuchter aan de andere kant van de lijn. Met andere woorden: reguliere land- en akkerbouw zal in welke vorm dan ook nodig blijven. Aan het woord is Jan-Eelco Jansma, hij is sinds 2012 met een team onderzoekers en wetenschappers bezig stad-landrelaties in Nederland in kaart te brengen voor de universiteit van Wageningen. Het staat wel onomstotelijk vast dat (kleinschalige) stadslandbouw in ons land aan een sterke opmars bezig is. „Mensen zijn bewuster bezig met wat ze eten en waar het vandaan komt, geholpen door de voedselschandalen die we de afgelopen jaren gekend hebben.”

Cijfermateriaal over de grootte van de branche ontbreekt (nog). Maar afgezet tegen de reguliere tuin- of landbouw is de groei van stadslandbouw marginaal als je het puur economisch bekijkt. „Kijkend naar de branche is de groei geweldig hard gegaan”, zegt Jansma.

Samengevat is stadslandbouw een containerbegrip voor veelal kleinschalige, vaak innovatieve vormen van duurzame voedselen landbouwsystemen die in of rondom een stedelijke omgeving te vinden zijn. Variërend van balkon- of dakmoestuinen in het hartje van de stad, volkstuincomplexen tot professionele stedelijke voedselproductie en voedselverwerking aan de rand van de stad (denk aan LOCOtuinen in Maastricht). Kernwoorden zijn: duurzame (biologische/ecologische) productie, korte lijnen tussen telers en afnemers waardoor je lange transportlijnen (zoals boontjes uit Afrika) en daarmee CO2-uitstoot voorkomt, eerlijke (kostendekkende) prijzen voor de boer of teler. Jansma: „Je ziet vaak dat mensen uit ideologie een project starten en vaak geen land- of tuinbouwachtergrond hebben. Een voorbeeld daarvan is Rotter- Zwam, ondernemers die in het voormalige Tropicana-zwembad in Rotterdam oesterzwammen kweken op koffiedrab.” Een rondgang in Limburg leert dat er al vele tientallen stadslandbouwinitiatieven bestaan. De diversiteit is ook in onze provincie groot. Van community supported agriculture (CSA) tot particuliere moestuinen. Een vorm van CSA is zelfoogsttuin De Vrije Akker van Moniek van Hirtum (zie verhaal rechts). Hierbij verbindt een gemeenschap (een groep burgers) zich aan een tuinder. Bij de een hoort zelf oogsten tot de mogelijkheden, bij de ander komt het eten in de vorm van voedselboxen wekelijks binnen bij de consument. Een goed overzicht - op gemeenteniveau - biedt Maastricht via het onlineplatform Groen-Maastricht. com met een overzicht van circa vijftig initiatieven. Jansma: „Stadslandbouw is een mooie aanvulling op de reguliere land- en tuinbouw. Die twee kunnen van elkaar leren. Het is ook niet de intentie van stadslandbouw- initiatieven om steden volledig van voeding te voorzien. Het is de combinatie dat het ons fysiek, maar ook mentaal voedt en dat je werkt aan een groenere, duurzamere omgeving. Dat inspireert en zorgt voor groei.”