“Zonder organisch materiaal is er geen bodemleven”
Bodemleven bestaat vooral uit bacteriën en schimmels, die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Het belang van dit bodemleven wordt helaas vaak onderschat.Eén gram grond, een koffielepeltje vol, bevat zo’n 16 000 soorten bacteriën of 1 à 5 miljard bacteriën in totaal en 10 tot 500 meter schimmeldraden. Deze zijn allemaal actief in het afbreken van organisch materiaal tot voedingsstoffen voor de gewassen en de vorming van actieve humus. Ze dragen ook fundamenteel bij aan het vormen van de bodemstructuur door middel van aggregaatvorming (zie figuur). Onder het bodemleven zijn onvermijdelijk een aantal ziekteverwekkers aanwezig, maar tezelfdertijd zijn er ook een aantal ziektewerende factoren en organismen aanwezig.
“Een ziektewerende grond = grond waarin weinig of geen aantasting optreedt in een vatbaar gewas, ondanks de aanwezigheid van een ziekteverwekker”.
De mechanismen hiervoor zijn de volgende:
• Bodemleven: concurrentie om voedsel en ruimte
• Specifieke ziektewering: via productie van antibiotica en giftige stoffen, predatie of parasitisme onderdrukt bodemleven ziekteverwekkers.
• Via resistente planten.
Dat voldoende bodemleven de sleutel is naar een grond die weinig gevoelig is voor ziekten en parasieten is overduidelijk. Het is dus zaak te zorgen voor voldoende bodemleven. Organische resten zijn de basis voor het bodemleven. We moeten dan ook maximaal gebruik maken van de bemestingsnormen om organisch materiaal (mest, compost) aan te brengen. Daarnaast dient ingezet te worden op groenbemesters om extra organisch materiaal voor het bodemleven te creëren. Toevoegen van nieuw bodemleven (preparaten, geënte compost, ...) lukt meestal niet omwille van de massale aanwezigheid van natuurlijke antagonisten, die de nieuwkomers verdringen. Stimuleren van het natuurlijke bodemleven is efficiënter en wordt door PRP-technologie reeds meer dan 40 jaar toepast.
Toepassing in mei: nu toepassen op grasland is ideaal, 150 – 250 kg/ha.
Toepassing in het voorjaar: Suikerbieten: 3 x 1,5 l/ha; Ui: 3 x 2 l/ha; Mais: 1 x 4 l/ha;Spinazie: 1 x 2L/ha i.c.m. herbicide bespuiting; Aardappelen: 4 x 2 l/ha; Groente/Sla: 2 l/ha per toepassing. is met herbiciden, fungiciden en bladmeststoffen mengbaar.
Voor meer informatie:
Jonas Klinkert
Accountmanager PRP Benelux
M:+31 612865501
E:jklinkert@prp-technologies.nl
I.:www.prp-technologies.eu