‘Natuur’ vormt geen statisch begrip. Flora, fauna en landschapstypen die wij nu kenmerkend vinden voor Fryslân waren dat in het – verre dan wel nabije – verleden niet: onze provincie is door de eeuwen heen diverse malen sterk van aanzien veranderd. Ook de relatie tussen de in dit steeds wisselende landschap wonende en van dit landschap gebruik makende mens en zijn omgeving kent een lange en complexe geschiedenis. Binnen de archeologie vormt archeozoölogie de discipline die zich bezighoudt met deze relatie tussen mens, dier en landschap. In onderstaand artikel zoomt archeozoöloge Wietske Prummel in op dierenresten uit het Tjongerdal. Tegenwoordig grotendeels gekanaliseerd, vormde deze rivier in vroeger tijden een sterk meanderende stroom die werd omgeven door vochtige beekdalgronden met daarlangs hoger gelegen zandkoppen. Waar de steentijdmens zijn nederzettingen vaak op deze dekzandruggen had, haalde hij zijn voedsel veelal uit de beekdalen. Duidelijk wordt, dat de fauna van het Tjongerdal in het verleden exotische vertegenwoordigers heeft gehad. Dat wil zeggen: voor de huidige mens!