Sinds 1982 was Johan Visser de solide basis waarop Noorderbreedte als organisatie en uitgeverij stoelde. Hij was verantwoordelijk voor de organisatie, de bestuurscoördinatie, de administratie, de financiën, de advertentieacquisitie en de abonneewerving. Naast abonnementsgelden waren ook structurele en projectsubsidies noodzaak. Hij voerde daarover vele gesprekken met subsidiegevers. Johan: ‘Je probeert dan duidelijk te maken waar Noorderbreedte voor staat: een mooi, eigentijds vormgegeven tijdschrift met een mix van goede artikelen, interviews, vaste rubrieken en indrukwekkende (lucht)foto’s. Maar nog beter is het, wanneer het landschap voor zichzelf spreekt. Daarom namen we de randstedelijke subsidiegevers graag mee naar ons werkgebied. We voerden de besprekingen varend over het Reitdiep of naar Rottumeroog. Of we bezochten de Gronings-Drentse Veenkoloniën. Dat heeft altijd indruk gemaakt.’

Feestelijke bijeenkomsten

Het regelen van zulke bijeenkomsten was Johan als geen ander toevertrouwd. Dat gold eveneens voor congressen en de presentaties van themanummers, in het prachtige etablissement De Sleutel in Groningen of op locatie in bijvoorbeeld het Fochteloërveen, Café Hamming of bij Oerol op Terschelling. Feestelijk was ook steeds de boottocht die Noorderbreedte jaarlijks met zijn vrijwillige bestuurs- en redactieleden maakt. Met tjalk De trouwe hulp werden het Lauwersmeer, de Waddenzee, het Reitdiep en de Dokkumer Ee verkend. ‘Zoiets mag wat kosten, want je doet iets terug voor mensen die hun tijd en aandacht aan Noorderbreedte geven.’ En mochten er eens meningsverschillen zijn, dan zorgde Johan er met dergelijke ontspannen tochtjes voor dat alle neuzen weer dezelfde kant op wezen.

Zeilschool, de S 16 en Meerzicht

Dat subsidiegevers, bestuur en vrijwilligers regelmatig van wal staken, is geen toeval. Varen zit in Johans genen. Voor zijn tijd bij Noorderbreedte begon hij als verwoed zeiler een zeilschool aan het Zuidlaardermeer. Daarvoor kocht hij ook een klipper, die hij met zijn compagnon verbouwde tot verblijf voor de cursisten. Anno 2010 maakt in de huidige accommodatie de verwarming via een ingenieus kringloopsysteem gebruik van het water van het Zuidlaardermeer.
Met anderen ontwierp Johan ook een eigen boot, een polyester 16m2 met een zelflozende kuip. ‘Destijds was dat voor dat type boot uniek. We produceerden die boten zelf. Van de 17 hebben we er 16 verkocht, onder andere aan een zeilschool in Heeg. Ze varen nog altijd op de Nederlandse wateren’, zegt hij vol trots.

Meanderende Hunze

Daarna pachtten Johan en zijn vrouw Loes het naastgelegen paviljoen Meerzicht. ‘Dat was destijds alleen overdag geopend. Loes en ik vroegen een tapvergunning aan en haalden onze horecapapieren. Pas in de trein naar Den Haag hebben we het cursusmateriaal bestudeerd, maar we kwamen gelukkig terug met het diploma op zak. Met bingo- en klaverjasavonden en bekende dj’s trokken we soms wel tweehonderd bezoekers. In die tijd kreeg ik ook voor elkaar dat de wat gewonere campingbezoekers weer samen met de chiquere woonbootbezitters konden verkeren, want tussen deze sociale groepen was nogal wat afstand geslopen.’
Noorderbreedte schreef juist in die tijd over de Hunze dat de prachtige meanderende rivier was rechtgetrokken en gekanaliseerd, waarbij paviljoen Meerzicht de recreatieve kant uitbuitte met de verkoop van frikandellen speciaal. Johans vader was als directeur gemeentewerken van Zuidlaren medeverantwoordelijk voor de kanalisatie van de Hunze. Hij liet Johan in de jaren zestig van de vorige eeuw vol trots zien hoe onder zijn supervisie een fraai, efficiënt landschap voor de boeren tot stand was gekomen. ‘Nu wordt de Hunze gehermeanderd en stelt de provincie in de plannen dat paviljoen Meerzicht een nostalgisch element vormt in dit prachtige beeklandschap. Dat doet mij natuurlijk deugd.’

Positieve samenwerking

Naast het uitbaten van Meerzicht studeerde Johan psychologie aan de RUG. Daar kwam een einde aan toen de toenmalige penningmeester van Noorderbreedte, Victor Ferrari, Johan attent maakte op de vacature voor coördinator van Noorderbreedte. Zijn eerste grote klus werd het congres ‘Anders omgaan met afval’, in maart 1983. Ministeries, de provincies, gemeenten, het bedrijfsleven en kopstukken uit de milieuwereld bogen zich in de Martinihal over groot en klein chemisch afval. Verder was er inbreng van milieuspeurders Klaas Bieze en Coby Ensink, en van kunstenaars als Han Jansen en Jan Stroosma. Films en optredens van de Gescheiden Zakken (Koos Huizenga en Wouter de Koning), Liane Abeln en Het Geld Maakt Niet Gelukkig Ensemble omlijstten het geheel. Johan: ‘Zo hebben we altijd gewerkt met betrokken mensen uit alle geledingen van de samenleving. Nooit zijn we vervallen in geiten-wollen-sokken-gedrag. Noorderbreedte werd de drager van vele projecten op het gebied van natuur, landschap en cultuur en dat resulteerde in boeken, brochures, videofilms en zeefdrukken. Met waterschappen, agrarische verenigingen, wetenschappers en culturele instellingen hebben we altijd in positieve sfeer tot vruchtbare resultaten weten te komen.’

Unieke formule

Als wij eind mei aan zijn ziekbed zitten, kijkt Johan met heel veel plezier terug op zijn werkzame leven bij Noorderbreedte. ‘Het concept was destijds volkomen nieuw: een gezamenlijk blad van ruim twintig natuur- en milieuorganisaties, dat zich niet stoorde aan provinciegrenzen. Ook inhoudelijk is Noorderbreedte een buitenbeentje. We proberen steeds weer onzichtbaar gebleven kanten van het Noorden te laten zien, nieuwe invalshoeken, opmerkelijke ontwikkelingen. En op zijn tijd graag met een knipoog, want Noorderbreedte moet in de eerste plaats leuk zijn om te lezen.’
De formule bleef lang uniek. ‘Pas nu, dertig jaar later, is er in Overijssel het blad Oost van de grond gekomen. De initiatiefnemers hebben hun licht verschillende keren bij ons opgestoken. Prachtig dat Noorderbreedte zo als voorbeeld wordt gezien!’
Johan Visser vormde al die tijd een constante en onverwoestbaar optimistische factor, die zich in verschillende opzichten een innemende persoonlijkheid toonde. De afgelopen jaren heeft hij, vol toewijding omringd door Loes, zijn ziekte met moed en een grap en een grol weten te relativeren. Over zijn rol blijft hij bescheiden. ‘We hebben vooral veel te danken aan alle vrijwilligers. Het directeurschap is een parttime baan en voor het hoofdredacteurschap geldt hetzelfde. Nee, Noorderbreedte wordt vooral gedragen door tientallen personen die als bestuurlid, als redacteur of als wetenschapper en deskundige hun sporen hebben verdiend. Al die jaren met hen samen voor Noorderbreedte te werken, was een feest.’

Wijlen Driek van Wissen maakte, toen Johan twintig jaar in dienst was bij Noorderbreedte, het volgende gedicht voor hem:

De knapste jongen van de klas

Mijn meesterbrein wordt op den duur niet frisser.
Vandaar ook dat ik iedereen vergat,
die vroeger bij mij taalles heeft gehad.
Ja, behalve dan natuurlijk Johan Visser.
Een gisse knaap en met het jaar nog gisser.
Die altijd netjes in de schoolbank zat
En keurig antwoord gaf en steeds gevat.
En telkens to the point en nooit een misser.
En een beschaafde spreker, dus niet plat
Geen stottertong, geen hakkelaar, geen slisser
Dus gaf ik hem vaak om zijn woordenschat
Een schouderklopje met de bordenwisser
En zei hem dan wanneer hij vroeg: wat is er
Jij zult ooit werken bij een prachtig blad.

Trefwoorden