Wetenschap en kunst verbinden is een spannende aangelegenheid. Dat bleek tijdens het symposium Sense of Place van de Waddenacademie deze zomer op Terschelling.

Wetenschap en kunst verbinden is een spannende aangelegenheid. Dat bleek tijdens het symposium
Sense of Place van de Waddenacademie deze zomer op Terschelling.

Veel deelnemers schuiven wat ongemakkelijk heen en weer op hun stoel wanneer kunstenaar en
wetenschappelijk onderzoeker Davina Kirkpatrick uitgebreid vertelt hoe ze in de periode na de
dood van haar partner troost vond in het landschap. Na afloop kun je een speld horen vallen, want
wat moet je hier van vinden? Is dit nou wetenschap?

Jouke van Dijk moet lachen bij de herinnering. ‘Ja, kunst en wetenschap kunnen nog veel van
elkaar leren.’ Van Dijk is voorzitter van de Waddenacademie en hoogleraar regionale marktanalyse
aan de RUG-faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. ‘Als eenvoudig econoom vond ik dat eerst maar
een lastige gedachte, maar goed beschouwd liggen kunst en wetenschap dicht bij elkaar. Je stelt
vragen, je wilt dingen te weten komen. Het is zowel voor de wetenschapper als de kunstenaar een
soort ontdekkingstocht, maar de tocht uit zich alleen anders.’
Van Dijk ervoer dat vorig jaar op Oerol aan den lijve. ‘Je kon deelnemen aan een wandeling, in je
eentje, en in het landschap gebeurde van alles. Je zag een opgezette haas die toch bewoog, zand dat
in een onnatuurlijk patroon ronddraaide. Ik begreep dat het onderdeel van de wandeling uitmaakte.
Maar hoe verder je kwam, hoe meer je zag en hoe meer je ging twijfelen of dat wat je zag een
bedacht onderdeel van de wandeling was, of een toevallige gebeurtenis. En dat was een vreemde
ervaring. En ik dacht, ja zo kunnen we van elkaar leren. Want je gaat anders kijken en dat is goed.’

Mensenhanden
Het symposium Sense of Place vond niet toevallig vlak voor het Oerol-festival plaats. Sense
of Place is het meerjarige thema van Oerol en maakt onderdeel uit van het programma van
Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018. Oerol-directeur Joop Mulder verschuift het accent
voorzichtig van locatietheater naar wat hij noemt ‘culturele landschapsontwikkeling’. De grenzen
van kunst en wetenschap aftasten, hoort nadrukkelijk bij die koerswijziging. ‘Met Sense of Place
willen we de bijzonderheden van het wad en het eiland laten zien’, zegt Mulder. ‘Het eiland is
grotendeels door mensenhanden gemaakt: de kwelders bijvoorbeeld, of de dijken. Deze processen
willen we met kunst zichtbaar maken.’
Mulder noemt het project Wadland, dat deze zomer te zien was op de Noordvaarder, de zandvlakte
op de westpunt van Terschelling. Gebogen constructies van wilgentenen steken in het zand. Bij eb
staan ze droog en kun je ertussendoor lopen, bij vloed staan de bouwsels onder water en bezinkt
er nieuw zand tussen de takken. Landschapsarchitect Bruno Doedens en architect Machiel Spaan
willen zo de dynamiek van het wad laten zien. Honderden studenten hielpen mee met bouwen. ‘Het
gaat allemaal om beleving’, vertelt Mulder. ‘Je moet de natuur openstellen voor mensen zodat ze
die aan den lijve kunnen ervaren. Geen natuur achter hekken en prikkeldraad, je moet mensen laten
beleven wat er in de natuur gebeurt, dán zullen ze die natuur ook willen beschermen. En kunst is
een goed middel om mensen de natuur te laten ervaren.’

Allemanstaal
Het begrip ‘sense of place’ is niet voorbehouden aan Terschelling. Het duikt overal op. Bettina
van Hoven is cultureel geograaf aan de RUG-faculteit Ruimtelijke Wetenschappen en houdt zich
bezig met onderzoek ernaar. Een lastig, maar belangrijk begrip, vindt ze. Maar is het ook niet
voor de hand liggend, iedereen heeft toch gevoel bij bepaalde plekken? Van Hoven begrijpt de
scepsis. ‘Sense of place is typische allemanstaal’, legt ze uit. ‘Veel disciplines gebruiken het begrip
nu, maar het komt oorspronkelijk uit de milieupsychologie. Het gaat om plaatsbinding en welke
fysieke, sociale en psychische factoren daarbij een rol spelen. Oftewel: waar voel je je thuis en
waarom is dat zo? Welke elementen kun je daarbij onderscheiden?’
Volgens Van Hoven is het ingewikkelde van sense of place dat eenzelfde plek voor verschillende
groepen een andere betekenis kan hebben. Als je het over de sense of place van de stad Groningen
hebt, blijkt al snel dat die niet bestaat. Verschillende groepen, met andere ritmes en andere
bezigheden ervaren de stad totaal anders. Zo hebben studenten een heel ander gevoel bij Groningen
dan ouderen bij diezelfde stad. Desalniettemin voelen beide groepen zich er thuis.

Ontsleutelen
De vraag waarom je je ergens thuis voelt, is van belang als je een plek wilt veranderen of
vernieuwen, zegt Van Hoven. ‘Je kunt in kaart brengen hoe mensen zich bewegen in hun wijk.
Waar doen ze boodschappen, hoe gebruiken ze het openbaar vervoer? De resultaten kunnen je
helpen om de wijk te verbeteren.’Ook bij krimpprocessen is het belangrijk om de sense of place
te begrijpen van de inwoners van een regio of dorp; de binding van mensen met die plaatsen is
essentieel. Vervolgens kan het volgens Van Hoven interessant zijn om te kijken naar de samenhang
tussen de ervaringen van jongeren en ouderen. Hoe beleven zij een zelfde plek, hoe kun je
vervolgens iets doen met die ervaringen, hoe kun je daar concreet vorm aan geven. ‘We moeten
zoeken naar wat er leeft binnen gemeenschappen en de belangrijkste vragen ontsleutelen: we
moeten ons als wetenschappers eerst afvragen waar we ons mee bezig moeten houden.’
Dat geldt volgens Van Hoven ook voor een plek als de wadden. Verschillende wetenschappers
houden zich met het gebied bezig: geologen, archeologen, ecologen, somt ze op, ‘en allemaal
hebben ze hun eigen waarheid. Maar de zogenaamde mens- en geesteswetenschappen en de kunsten
spelen daarbij nauwelijks een rol. Toch is juist het gevóel dat mensen bij die plek hebben van groot
belang. Ze komen er met vakantie, of hebben herinneringen aan vakanties als kind. Veel mensen
hebben iets met de Wadden en willen zich er ook voor inspannen. Dat gevoel breng je niet het
beste over met cijfers. Maar misschien wel met kunst.’
Van Hoven pleit daarom voor meer samenwerking tussen kunst en wetenschap. Samen op zoek naar
nieuwe methodes en nieuwe samenwerkingsvormen, zodat er nieuwe vragen voor wetenschappers
ontstaan. ‘Nu vragen wetenschappers zich niet af wat hun onderzoek kan betekenen voor
mensen of gemeenschappen’, zegt ze, ‘maar hoe ze het gefinancierd krijgen. Maar je moet je als
wetenschapper ook afvragen hoe je onderzoeksresultaten kunt vertalen naar een breder publiek.’
Tijdens het symposium op Terschelling trad Theunis Piersma op (hoogleraar trekvogelecologie en
winnaar van de Spinozapremie 2014, red.), met muzikant Sytze Pruiksma. ‘Dat was een geweldig
voorbeeld van hoe het zou kunnen’, zegt Van Hoven enthousiast. ‘In de voorstelling vertelde
Piersma over grutto-onderzoek en begeleidde Pruiksma dat verhaal muzikaal. Met hun optreden
lieten ze precies zien waarom kunst en wetenschap moeten samenwerken. Het publiek was onder de
indruk. Een verhaal dat op deze manier verteld wordt blijft je altijd bij.’

Souvenir
De econoom Van Dijk bekijkt het ook praktisch. Als je weet dat mensen een bepaald gevoel bij
een plek hebben, heeft die plek economische betekenis. Het hele idee van streekproducten is hierop
gebaseerd, legt hij uit. ‘Neem het Waddengoudkeurmerk. Blind geproefd is er misschien helemaal
geen verschil tussen jam met het keurmerk en jam zonder, maar het geeft mensen een goed gevoel.’
Van Dijk wijst op het werk van psychologe Agnes van den Berg. Zij deed onderzoek naar de
beleving van natuur en toonde aan dat je rustig wordt van natuur. Het opvallende is echter dat je
ook rustig wordt van het kijken naar een film over natuur. Misschien, zo zegt Van Dijk, word je ook
wel rustig als je op die film geen bomen en vogels ziet, maar golvende groene pulsen. Want wáár
wordt je precies rustig van? Is het de kleur groen, het ruisen van de bladeren, het licht of de geur?
Als je dat weet kun je dat commercieel gebruiken. Dan kun je als Waddeneiland precies definiëren
wat jouw sense of place is.
Ja, zegt Bettina van Hoven, je kunt mensen zelfs een stukje van die sense of place mee naar huis
laten nemen, in de vorm van een souvenir. Zo ontwikkelde Studio Elmo Vermijs in opdracht van
Oerol het project 100% Terschelling. Een onderdeel van het project leverde een reeks producten op,
ontworpen door designers met behulp van eilander kennis en eilander materialen. Dat sluit naadloos
aan bij het gevoel voor het eiland zoals dat Joop Mulder voor ogen staat: ‘We moeten het laten
zien’, zei hij op de slotdag van het symposium. ‘Wij kennen de plek en weten wat wij ermee moeten
doen. Ook dat is sense of place.’

Mondriaan op de kwelder
In 2018, het jaar waarin Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa is, wordt op Terschelling
een grote versie van Wadland gemaakt. Inspiratiebron van dit negentig hectare grote kunstwerk
bij Striep is het schilderij Pier en Oceaan uit 1914 van Piet Mondriaan. Doel is om het proces van
kweldervorming inzichtelijk te maken. Ook op andere plekken langs de Waddenkust komen dan
landschapskunstprojecten. Bijvoorbeeld bij Holwerd, waar bewoners bezig zijn met plannen om
het dorp weer direct te verbinden met de Waddenzee. En ook de nog te realiseren vismigratierivier
door de Afsluitdijk is één van de plekken die de sense of place van het Waddengebied tastbaar moet
maken. Oerol is als laboratorium bij al deze projecten betrokken.