Kwartaalblad Het Drentse Landschap nr. 87

Page 28

28

Flora

Vlier, van fleer en vledder Jan van Ginkel*

Vlaer, fleer, vleerboom, vleerbos, vleerstroek en vledder zijn Drentse streeknamen voor de Gewone vlier (Sambucus nigra). Vooral vledder vinden we terug in diverse veldnamen, bijv. in Stroovledder, de Vledders en zelfs als de naam van het mooie esdorp in Zuidwest-Drenthe.

Het is echter oppassen met de interpretatie van het woord vledder.Vledder(s) kan ook verwijzen naar laaggelegen natte grond.We vinden in de beekdalen vlierveen in de ondergrond. Dit veen is ontstaan in voedselrijke moerassen die door beekwater werden gevoed. Daarin heeft de vlier zo goed gedijt dat hij een belangrijk bestanddeel van het veen is gaan uitmaken. Gewone vlier wordt ook Zwarte vlier

genoemd. Een bijzondere en oude streeknaam voor de Zwarte vlier is heulenteer.Teer is het Middelnederlandse woord voor boom. Heul betekent in dit verband waarschijnlijk hol. In het jonge hout van de vlier zit namelijk een makkelijk te verwijderen kern van merg. Kinderen maakten van een uitgeholde tak proppenschieters, ‘balderbussen’, en fluitjes. In het oudere vlierhout is deze ‘merg-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.