Lees verder
Het Groningse BioBTX produceert bio-aromaten door middel van katalytische pyrolyse. Na laboratoriumproeven en kleine opschaling is het bedrijf nu bezig met de volgende stap, een pilotfabriek voor grootschalige productie.
Aribert Guiking

De gedaalde prijs van aardolie is voor veel sectoren in handel en industrie een prettig gegeven en consumenten merken het direct aan de pomp. Voor bedrijven die biobased producten maken en moeten concurreren met producten die aardolie als grondstof gebruiken, is dat een domper. Zou je zeggen. Niels Schenk ziet dat anders. Hij is COO bij BioBTX waarbij de laatste drie letters staan voor benzeen, tolueen en xyleen en Bio staat voor biologisch wat refereert aan de grondstof om deze bio-aromaten te produceren.

BioBTX begon in 2009 met onderzoek naar de mogelijkheid om van biomassa aromaten te maken en staat nu voor een grote sprong: de bouw van een pilotplant om te laten zien dat zij biobouwstenen kan produceren die kunnen concurreren met bouwstenen die gebaseerd zijn op aardolie. Schenk is in dit streven niet bang voor die gedaalde aardolieprijs. ‘Die prijsdaling is tijdelijk, kijk maar wat er de afgelopen jaren is gebeurd. De volatiliteit van de olieprijs wordt hiermee weer eens onderstreept. Als je moet budgetteren, heb je behoefte aan een bepaalde zekerheid en dat geldt niet voor de olieprijs.’

 

Een processtap

Bedrijven die bio-aromaten produceren, zitten voornamelijk in Nederland en de Verenigde Staten en gebruiken zeer diverse technieken. BioBTX doet dat via katalytische pyrolyse en daarin heeft het bedrijf volgens Schenk weinig concurrentie. In de VS is dat Annelotech dat net als BioBTX werkt met slechts een processtap om te komen tot bio-aromaten. In geval van katalytische pyrolyse wordt biomassa in aanwezigheid van een katalysator verhit waarbij diverse gassen ontstaan. Vervolgens wordt via aromatisering BTX gecreëerd. Een groot voordeel hierbij is dat er geen externe proceswarmte nodig is omdat de tijdens de pyrolyse gevormde char (houtskool) voldoende energie bevat om het proces te voeden. Bovendien komen aan het eind van het proces waardevolle gassen als ethyleen en propeen vrij. Aan de voorkant kan de biomassa bestaan uit onder meer hout, lignine, miscanthus (olifantsgras), palmolie en bagasse (afval van suikerriet). Het beste resultaat geeft jatropha-olie (zaad van een exotische noot), maar het nadeel is de hoge prijs. ‘In de praktijk zal misschien blijken dat lignine de beste grondstof is vanwege de grote beschikbaarheid hiervan’, aldus Schenk.

 

Beter mengsel

De flexibiliteit van de input is een positief gegeven en de mix die uit het proces rolt, is beter dan bij de petrochemische industrie, meent Schenk. ‘Onze crude is beter omdat de condenseerbare fractie puur uit aromaten en naftalenen bestaat, dus geen paraffine- en olefine koolwaterstoffen.’

Ook doordat er biomassa wordt gebruikt dat niet concurreert met voedsel, is er geen sprake van de discussie food versus fuel/chemicals. Zo zijn er diverse voordelen te behalen bij de omzetting van biomassa naar bio-aromaten via katalytische pyrolyse, maar hoe werkt het nu op grotere schaal? Op laboratoriumniveau is veel getest en ook met grotere reactoren zijn de uitkomsten goed, maar de volgende stap moet nu genomen worden en die stap is wat groter. BioBTX wil een pilot plant bouwen en daarvoor zijn ‘meerdere miljoenen’ nodig, aldus Schenk. Begin januari heeft het bedrijf een toekenning van 500.000 euro gekregen van TKI-BBE. ‘Daar zijn wij heel blij mee en zie ik als startpunt. Wij zijn nu op zoek naar samenwerkingspartijen.’

 

Met Cumapol in zee

De pilotfabriek zal verrijzen bij het bedrijf Cumapol in Emmen, een producent van verschillende polyesters waaronder PET (zie het artikel ‘Cumapol: polyesters op maat’ in Agro&Chemie 1 uit 2014, red.). Van de door BioBTX geproduceerde bio-aromaten is de p-xyleenfractie de basis voor één van de grondstoffen (PTA) voor de polyesters. Samen met Cumapol wil BioBTX starten met de synthese en uiteindelijk de productie van BioPET. Op deze manier willen beide bedrijven een bijdrage leveren aan de vergroening en verduurzaming van dit type materialen. Dit zal echter nog wel even duren en de eerste stap voor BioBTX is om direct na de zomer met de bouw van de pilot te beginnen om spoedig daarna te kunnen starten met de echte productie. Niet dat er haast bij is vanwege mogelijke concurrentie. Schenk ziet andere partijen niet zo snel instappen omdat er veel specifieke kennis nodig is. ‘Je moet bijvoorbeeld door de verschillende reactieomstandigheden veel inzicht hebben in de conversie. Wij hebben inmiddels veel kennis opgebouwd en zijn een van de weinige partijen die hiermee bezig is.’

 

Bestaande markt

Een voordeel is dat BioBTX geen nieuw product maakt of nieuwe markten hoeft te ontwikkelen. Schenk: ‘Veel technologiebedrijven starten vanuit de techniek en gaan dan toepassingen zoeken. Wij zijn uitgegaan van de markt en hebben gekeken waar de maatschappij behoefte aan heeft en zijn daar de technologie bij gaan zoeken.’ Het gaat om aromaten met een identieke functionaliteit in bestaande markten waardoor er sprake is van een directe drop-in. Dat scheelt een stuk, want uit cijfers blijkt dat het twintig tot veertig jaar duurt voor je kunststoffen kunt ontwikkelen die je op voldoende schaal kunt produceren en distribueren, zo rekent Schenk voor. Daarbij benadrukt hij nogmaals de sterke punten van de door BioBTX gebruikte techniek: er is maar een processtap nodig, alle geproduceerde stoffen krijgen waarde en de input van biomassa is flexibel. De marktpotentie is er, maar cijfers over afzet en omzet zijn lastig te geven.