Voorbeeld van een gegeorefereerd DMC beeld van Nederland op 25 May 2012

Nederland is 20 procent groener dan een jaar geleden

De Natuurkalender
26-JAN-2014 - Door de zeer zachte winter tot nu toe is Nederland gemiddeld 20 procent groener dan precies een jaar geleden. Dit blijkt uit de Groenindex die De Natuurkalender en Alterra vandaag voor het eerst publiceren in de uitzending van Vroege Vogels. Vooral kale grond in bebouwd gebied (meer onkruid), duinheide en duinen met planten groter dan een meter zijn beduidend groener. De Groenindex wordt verkregen uit zeer gedetailleerde satellietmetingen. De Groenindex van loofbossen en graslanden laat verder zien dat het groeiseizoen in 2013 laat begon maar lang aanhield. In het voorjaar van 2013 lag de productiviteit zo’n 11 tot 16 procent lager dan in het voorjaar van 2012. De zomermaanden waren vergelijkbaar terwijl de productiviteit in oktober en november 2013 rond de 20 procent hoger lag dan het jaar ervoor.

Bericht uitgegeven door De Natuurkalender en Alterra Wageningen UR [land] op [publicatiedatum]

Door de zeer zachte winter tot nu toe is Nederland gemiddeld 20 procent groener dan precies een jaar geleden. Dit blijkt uit de Groenindex die De Natuurkalender en Alterra vandaag voor het eerst publiceren in de uitzending van Vroege Vogels. Vooral kale grond in bebouwd gebied (meer onkruid), duinheide en duinen met planten groter dan een meter zijn beduidend groener. De Groenindex wordt verkregen uit zeer gedetailleerde satellietmetingen. De Groenindex van loofbossen en graslanden laat verder zien dat het groeiseizoen in 2013 laat begon maar lang aanhield. In het voorjaar van 2013 lag de productiviteit zo’n 11 tot 16 procent lager dan in het voorjaar van 2012. De zomermaanden waren vergelijkbaar terwijl de productiviteit in oktober en november 2013 rond de 20 procent hoger lag dan het jaar ervoor.

Voorbeeld van een DMC-satellietkaart van Nederland (bron: Roerink en Mucher, 2012)Drie keer per week maken satellieten van de Disaster Monitoring Constellation (DMC) van heel Nederland gedetailleerde foto’s met een resolutie van 25 bij 25 meter. Uit de opnames kan, bij afwezigheid van wolken, een Groenindex bepaald worden. Deze Groenindex bepaalt letterlijk hoe groen het oppervlak is en is een maat voor hoe hard de planten groeien. De Groenindex loopt van 0 tot 10, waarbij 10 staat voor maximale groenheid en dus productiviteit. Vanaf 15 maart 2012 zijn deze opnames beschikbaar. Het onderzoeksinstituut Alterra van Wageningen UR heeft een Groenmonitor (www.groenmonitor.nl) ontwikkeld waarmee de beelden die via de satelliet binnen komen, verwerkt worden tot een landdekkende kaart. Door de gegevens te combineren met landgebruikskaarten is per landgebruikstype (bijvoorbeeld loofbos, agrarische graslanden of bos in bebouwd gebied) een aparte Groenindex te bepalen.

Groene winter
We zitten nu midden in de winter, de minst groene periode van het jaar. De Groenindex laat echter duidelijk zien dat de planten reageren op de zeer warme winter tot nu toe. De Groenindex in januari ligt ten opzichte van december gemiddeld zo’n 15 procent hoger. Ten opzichte van precies een jaar geleden ligt de Groenindex zelfs 21 procent hoger. In de onderstaande tabel is voor elk type landbedekking de gemiddelde Groenindex in januari 2014 weergegeven. Verder geeft de tabel aan hoeveel procent de Groenindex in januari 2014 hoger ligt ten opzichte van januari 2013 en ten opzichte van december 2013. Wat opvalt is dat de Groenindex van vrijwel elk landgebruikstype in januari hoger ligt dan vorige maand of vorig jaar.Groenindex in januari 2014 en het verschil met december en januari 2013. Een positief percentage houdt in dat de groenindex in januari 2014 hoger ligt (bron: Alterra Wageningen UR)

Groenindex over twee jaren
De verandering van de Groenindex door het jaar heen laat mooi zien hoe het groeiseizoen verloopt en wat de invloed is van weersomstandigheden en menselijke activiteiten op de groei van planten. We laten dat hieronder zien aan de hand van twee voorbeelden: loofbos en graslanden.

Loofbos
Begin maart 2013 liep de Groenindex sterk op door een zeer zachte start van de maand met maximumtemperaturen tot 18 graden Celsius. Daarna werd het echter weer koud met een droge oostenwind waardoor de Groenindex op een constant laag niveau bleef hangen tot 24 april. Toen liep de Groenindex op. Dat was op het moment dat bij De Natuurkalender de eerste meldingen van bladontplooiing van eiken, beuken en berken binnen kwamen. In 2012 begon de Groenindex al vanaf 12 april op te lopen, bijna 2 weken vroeger. De snelheid van vergroening was in beide jaren gelijk. Door de achterstand in 2013 ten opzichte van 2012 lag de gemiddelde Groenindex in mei 2013 16 procent lager dan de gemiddelde Groenindex in mei 2012.

Verloop van de Groenindex van loofbos in Nederland in 2012 en 2013 (bron: Alterra Wageningen UR)
In de maanden juni, juli en augustus was er gemiddeld nauwelijks een verschil in Groenindex tussen 2012 en 2013. De Groenindex liet in juli wel een heel ander beeld zien dan in het jaar ervoor. Juli 2013 was zeer warm, zonnig en droog. Door de warmte liep de groenindex in het begin van de maand sterk op maar door de hoge verdamping en de verdroging die daarmee ontstond liep de Groenindex in twee weken tijd 17 procent terug. Na de regen aan het einde van de maand herstelde de groenindex zich weer. In juli 2012 begon de Groenindex relatief laag door de koele juni en de koele eerste helft van juli zelf. Pas nadat de temperatuur in de tweede helft opliep steeg de Groenindex met 21 procent tot een waarde van 7,1, de hoogste waarde van het hele jaar.

In oktober en november 2013 lag de Groenindex 18 procent hoger dan in 2012. In 2013 bleef de Groenindex tot 24 oktober vrijwel constant terwijl in 2012 de index vanaf 6 september al geleidelijk begon te dalen. Door de zware storm op 28 oktober zakte de Groenindex zeer snel en daarmee lag de Groenindex op 3 november op een gelijk niveau als op 3 november 2012.

Graslanden
We maken onderscheid tussen twee graslanden: blijvend grasland en natuurlijk grasland. Beide type graslanden zijn al minimaal vijf jaar grasland maar de blijvende graslanden hebben een opbrengst van meer dan 5 ton per hectare per jaar terwijl de opbrengst van natuurlijke graslanden niet meer is dan 5 ton per hectare per jaar. Beide graslanden bestaan uit een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen. Bij het natuurlijk grasland is de grond veelal slecht van kwaliteit en wordt deze niet verbeterd door bemesting, inzaaiing, onkruidbestrijding of drainage. Het verschil in productiviteit blijkt ook uit de hoogte van de Groenindex die bij blijvend grasland maandelijks gemiddeld zo’n 18 procent hoger ligt dan een natuurlijk grasland. Met uitzondering van de maanden juni, juli en augustus waarin de waarde bij blijvend grasland maximaal 6 procent hoger ligt.

Door de zeer zachte maartmaand in 2012 liep de Groenindex van de graslanden sterk op. De Groenindex van de natuurlijke graslanden stabiliseerde vervolgens vanaf 25 maart tot en met 27 mei, vooral door de vrij koude aprilmaand en minimumtemperaturen tot vlak bij het vriespunt tot halverwege mei. Pas vanaf de tweede helft van mei liep de temperatuur flink op tot waardes boven de normaal.

Verloop van de Groenindex van natuurlijke graslanden in 2012 en 2013 (bron: Alterra Wageningen UR)

Verloop van de Groenindex voor permanent grasland in 2012 en 2013 (bron: Alterra Wageningen UR)

In 2013 liep de Groenindex van de graslanden begin maart even op door de zeer warme start van de maand waarna door het koude vervolg de Groenindex van de blijvende graslanden 20 procent terug liep en die van de natuurlijke graslanden 12 procent. De Groenindex liep vervolgens vanaf 7 april weer op. Doordat mei zeer koel verliep stabiliseerde de Groenindex. Na 27 mei daalde de Groenindex met 25 procent doordat er op grote schaal voor het eerst gemaaid werd. Bij de natuurlijke graslanden liep de Groenindex pas na 2 juni terug. Bij alle graslanden liep vanaf juli de Groenindex weer op maar door de droogte die ontstond en een tweede keer maaien daalde de Groenindex in de loop van de maand. Aan het einde van de maand, na flinke regenbuien, liep de Groenindex weer op maar door de droogte daalde de index weer geleidelijk. De Groenindex van de natuurlijke graslanden stabiliseerde vervolgens tot 24 oktober terwijl de index in het blijvende grasland geleidelijk aan weer opliep gedurende september en oktober doordat de temperaturen hoog bleven. De Groenindex in oktober lag voor zowel de blijvende als de natuurlijke graslanden ruim 20 procent boven de Groenindex van oktober 2012. Na 24 oktober 2013 zakte de Groenindex sterk toen de temperaturen ook terugzakten naar normale waardes voor de tijd van het jaar. Door de zeer warme winter tot nu toe steeg de Groenindex echter weer met 13 procent tot een waarde van 4,6.

Vanaf vandaag zullen we wekelijks, indien er nieuwe beelden beschikbaar zijn gekomen, een update maken van de Groenindex ontwikkeling.

Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University en Gerbert Roerink, Alterra Wageningen UR
Kaartje: Roerink en Mucher
Tabel en grafieken: Alterra Wageningen UR