De psychologie van milieugedrag en natuurbeleving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De psychologie van milieugedrag en natuurbeleving"

Transcriptie

1 PSYCHOLOGIE De psychologie van milieugedrag en natuurbeleving Dr. Linda Steg Rijksuniversiteit Groningen Drs. Arjen Buijs Alterra, Wageningen UR

2 Inhoudsopgave Summary Pagina 1 Voorwoord Pagina 5 1 Introductie Pagina 7 Dr. Linda Steg Rijksuniversiteit Groningen Afdeling Psychologie Drs. Arjen Buijs Alterra, Wageningen UR Drs. Dorri te Boekhorst Universitair Centrum Milieuwetenschappen en Duurzame Ontwikkeling Katholieke Universiteit Nijmegen Voorjaar 2004 Werkgroep Disciplinaire Verdieping Duurzame Ontwikkeling Netwerk Duurzaam Hoger Onderwijs Deze uitgave kwam tot stand met financiële steun van het ministerie van VROM 2 De invloed van de omgeving op welzijn en gedrag Pagina De invloed van natuurlijke omgevingen op gezondheid, Pagina 9 welzijn en beleving Liefde voor de natuur van alle tijden? Pagina Natuur en gezondheid Pagina Natuurervaring als betekenisverlening Pagina Van space naar place Pagina Recreatieve ervaringen Pagina Belevenismaatschappij Pagina Voorkeur voor soorten natuur Pagina Evolutionaire voorkeuren Pagina Kennis als basis voor beleving Pagina Affectieve en cognitieve respons Pagina Verschillen in landschapsvoorkeuren en natuurhoudingen Pagina De relatie tussen de mens en de natuur Pagina Natuurbeelden Pagina Negatieve effecten van de omgeving op welzijn en gedrag Pagina 28 3 Duurzaam consumentengedrag Pagina Categorisatie van gedrag Pagina Aanschaf versus gebruik Pagina Doel of gevolg Pagina Gedrag met directe of indirecte gevolgen voor het milieu Pagina 35

3 3.2 Verklaren van gedrag Pagina Theorie van planmatig gedrag (TPG) Pagina Norm-activatie model (NAM) Pagina Value-belief-norm-theorie (VBN-theorie) Pagina Milieubesef en waarden Pagina Sociaal dilemma Pagina Gewoontegedrag Pagina Conclusie Pagina Gedragsverandering Pagina Strategieën voor gedragsverandering Pagina Psychologische strategieën Pagina Structurele strategieën Pagina Straffen en belonen Pagina Gedragsverandering Pagina Interventieplanning Pagina Effecten van gedragsverandering op Kwaliteit van Leven Pagina 53 4 Conclusies Pagina 55 Literatuurlijst Pagina 57 Bijlagen Appendix 1 Overzicht onderzoeksprogramma s Pagina 69 Nederlandse universiteiten Appendix 2 Overzicht onderwijsprogramma s Pagina 77 Nederlandse universiteiten Summary Sustainable development implies balancing economical, social and environmental qualities (see Ruckelhaus, 1989; WCED, 1987). The Brundtland Commission defined sustainable development as development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs (WCED, 1987, p.43). This disciplinary review shows that psychology can significantly contribute to sustainable development. Psychology can investigate the extent to which the quality of nature and the environment affect human well-being and behaviour. It can also look at the extent to which consumer behaviour can be changed. Not surprisingly, there is a growing interest in Psychology for sustainability issues. There are many ways in which Psychology and therefore the study Psychology - can contribute to sustainable development. A number of these will be examined in this Review. The emphasis lies thereby on the important effect of nature on human beings, and the understanding and changing of environmental behaviour. Other subjects are mentioned briefly, such as factors affecting the quality of build-up areas, and effects of stress factors noise pollution, noxious smell, environmental damage on people s health and well-being. It is shown that the negative effects of environmental stress factors depend not only on the stressor itself, but also on individual factors like perceived control and attitudes towards the source of stress. Relatively little is known about the combined effect of a number of environmental stress factors on a person s well-being and residential satisfaction. It is still unclear whether various environmental stress factors could strengthen or compensate each other. Chapter Two shows that people, generally, see the importance of nature conservation. Nature is valued and considered important for recreation. It is beneficial for human health and well-being. Nature has a stress reducing effect, and to experience nature can lessen the negative effects of environmental stress factors (for example the effect of noise). It also strengthens people s fighting spirit and is important for personal development. These positive effects are known intuitively, and in recent years this feeling is more and more backed by scientific research. Although many theories explain these effects, little is as yet known about the underlying mechanisms. 1

4 Apart from the immediate effect on people s health, nature also contributes to a general feeling of well-being. People have many interesting experiences in nature, not only peace and relaxation, but also fascination and devotion. Many people feel strongly connected to their natural environment. In short, what nature has to offer the people is largely positive. These positive experiences are an important basis for nature conservation. As a result of the link that exists between nature conservation and protection of the environment, people s experiences in nature strengthen people s motivation to adopt environmentally sound behaviour. As Chapter Three shows, consumers are an important factor in sustainable and unsustainable development. The chapter gives an overview of human behaviour towards the environment that results from various motives. Environmentally sound behaviour cannot be taken for granted. Some people are insufficiently aware how their behaviour affects the environment. Also, people may have developed (environmentally unsound) habits that are not easily changed. Moreover, caring for the environment often means that you have to put in extra money, time, and effort. This makes it attractive to opt for ways that are environmentally less sound. However, not everyone acts in their own interest. Some people are concerned about the environment and value collective (environmental) values and do not necessarily put their personal interests first. Despite the extra costs, they live their lives mindful of nature and environment. Sustainability problems can be (partly) solved by changing people s behaviour. However, this requires knowledge of the factors that lead to (un)sustainable behaviour, as to make clear what hinders people to act in a (more) sustainable way. Different strategies can be used to change behaviour. Each strategy focuses on a limited number of determinants of behaviour. There is an important difference between structural and psychological strategies. The first focuses on changing the situation in which behavioural choices are made. The latter is aimed at changing people s knowledge, perception, and preferences. Psychological strategies do not restrict people s freedom of choice and are often less effective as a result. Evaluating effects of interventions is of great importance. Were the goals that had been set reached? Where in the process is it necessary to make adjustments? Another important point is to examine the effect that policy has on people s quality of life before and after policies have been implemented. Behavioural patterns will only than be sustainable if they are also bearable. 2 3

5 TITEL Auteur Psychologie en Duurzame Ontwikkeling Dr. Linda Steg, Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Psychologie Drs. Arjen Buijs. Alterra, Wageningen UR Voorwoord Redactie Lay-out Drs. Dorri te Boekhorst Universitair Centrum voor Milieuwetenschappen, Katholieke Universiteit Nijmegen Lidwien van der Horst / Afd. Grafische Vormgeving, FNWI, KUN Drukkerij McDonald/SSN, Nijmegen Papier Cover: Biotop 250g/m 2, binnenwerk: Biotop 120g/m 2, Uitgave UCM-DO/KUN Bestellen UCM-DO DHO, Toernooiveld 1, A ED Nijmegen amooren@sci.kun.nl Kosten 7 ISBN Dit is deel achttien in de serie Vakreviews Duurzame Ontwikkeling. DE SERIE VAKREVIEWS DUURZAME ONTWIKKELING OMVAT DE VOLGENDE PUBLICATIES (2001, 2002 en 2003): 1 Dr. Jan Jonker & Rutger Grollers: Bedrijfskunde en Duurzame Ontwikkeling 2 Prof. dr. Jeroen van den Bergh en prof. dr. Cees Withagen: Economie en Duurzame Ontwikkeling 3 Dr. Remke Bras-Klapwijk: Natuurkunde en Duurzame Ontwikkeling 4 Drs. Gijs van Hengstum: Biologie en Duurzame Ontwikkeling 5 Dr. Henk van Zon: Geschiedenis en Duurzame Ontwikkeling 6 Dr. Gerard Alberts: Wiskunde en Duurzame Ontwikkeling 7 Dr. Remke Bras-Klapwijk: Civiele Techniek en Duurzame Ontwikkeling 8 Dr. Françoise Barten en dr. Joost van den Gulden: Health and Sustainable Development 9 Ir. Arjan Kirkels: Werktuigbouwkunde en Duurzame Ontwikkeling 10 Ir. Andreas Vlasman en drs. Irene Dankelman: Denkraam voor Duurzame Ontwikkeling 11 Drs. Tom Severijn: Technische Bedrijfskunde (HBO) en Duurzame Ontwikkeling 12 Dr. Anja de Groene: Economie (HBO) en Duurzame Ontwikkeling 13 Dr. Tineke Egyedi en ir. Dirk-Jan Peet: Informatica en Duurzame Ontwikkeling 14 Prof.dr. Nico Schrijver: Rechten en Duurzame Ontwikkeling 15 Drs. Kirsten Kuipers: Filosofie en Duurzame Ontwikkeling 16 Dr. Günther Nieuwdorp: Scheikunde, Scheikundige Technologie en Duurzame Ontwikkeling 17 Dr. André Bus: Planologie en Duurzame Ontwikkeling 18 Dr. Linda Steg en drs. Arjen Buijs: Psychologie en Duurzame Ontwikkeling De omgevingspsychologie bestudeert de wisselwerking tussen individuen en de fysieke omgeving. Dat betekent dat zowel de invloed van de omgeving op het welzijn en gedrag van individuen wordt bestudeerd, alsook de invloed van de mens op de omgeving. In deze vakreview, Psychologie en Duurzame Ontwikkeling, staat de rol van de mens ten opzichte van de omgeving, en de invloed van de omgeving op de mens centraal. Het is de achttiende binnen een reeks die door het Landelijk Netwerk Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) wordt gepubliceerd en tot stand is gekomen met financiële steun van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). De serie beoogt de integratie van duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs te stimuleren. Deze coproductie van de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen UR (Alterra) gaat in op de relatie die de omgevingspsychologie heeft met duurzame ontwikkeling. De auteurs, Linda Steg en Arjen Buijs, geven een beknopte weergave van een aantal belangrijke psychologische methoden, theorieën, principes en onderzoeksresultaten die zijn toegepast om duurzaamheidsvraagstukken te begrijpen of op te lossen. Om tot een meer duurzame samenleving te komen, is inzicht in hoe gedrag tot stand komt, en hoe dit bij te sturen is, onontbeerlijk. De publicatie richt zich voornamelijk op de ecologische dimensie van duurzame ontwikkeling. Indirect komen echter ook noties als solidariteit en de achterliggende gronden daarvoor aan de orde. Enerzijds worden thema s als de invloed van omgevingsfactoren op gezondheid, welzijn en gedrag en het belang van natuur(-behoud) voor het welzijn van mensen behandeld. Anderzijds wordt ingegaan op het gedrag dat mensen vertonen, waardoor dat (mede) bepaald wordt, en de factoren die daarbij een rol spelen. Want: De mate waarin een samenleving duurzaam kan worden genoemd, is in belangrijke mate afhankelijk van het gedrag dat mensen vertonen. Deze studie is gedegen geschreven en geeft een duidelijk beeld van de state-of-art in de omgevingspsychologie, gebaseerd op een uitgebreid literatuuronderzoek. In de bijlagen wordt een overzicht gegeven van de onderzoek- en onderwijsprogramma s aan de Nederlandse universiteiten die ingaan op de relatie tussen de mens, zijn gedrag en de omgeving. We hopen dan ook dat deze publicatie een bron van inspiratie is voor docenten, studenten en onderzoekers, die hun interesse in de relatie tussen duurzame ontwikkeling en (omgevings-)psychologie opwekt. Dorri te Boekhorst / Programma Duurzame Ontwikkeling, KUN / Voorjaar

6 Introductie 1 Deze vakreview geeft een beknopte weergave van enkele belangrijke onderzoekslijnen en onderwijsprogramma s binnen de psychologie die raakvlakken hebben met duurzame ontwikkeling. Duurzaamheidsvraagstukken zijn een belangrijk thema in de omgevingspsychologie (in het Engels: environmental psychology). De omgevingspsychologie bestudeert de wisselwerking tussen individuen en de fysieke omgeving. Dat betekent dat zowel de invloed van de omgeving op het welzijn en gedrag van individuen wordt bestudeerd, alsook de invloed van de mens op de omgeving. In deze review zullen beide aspecten aan bod komen. In de omgevingspsychologie worden psychologische methoden, theorieën, principes en onderzoeksresultaten toegepast om (onder meer) duurzaamheidsvraagstukken te begrijpen of op te lossen. In deze review gaan we vooral in op theorieën en modellen die succesvol zijn toegepast. Deze zijn niet uniek voor de omgevingspsychologie, maar zijn deels afkomstig uit bijvoorbeeld de functieleer en sociale psychologie. We denken dat de psychologie een belangrijke bijdrage kan leveren aan duurzame ontwikkeling. Enerzijds is het van belang inzicht te hebben in de invloed van omgevingsfactoren op gezondheid, welzijn en gedrag, omdat dit duidelijk maakt welke ontwikkelingen in meer of mindere mate (on-)duurzaam zijn. Ook geeft deze kennis inzicht in het belang van het behoud van natuurlijke hulpbronnen voor het menselijk welzijn. Natuur blijkt bijvoorbeeld belangrijk te zijn voor het welzijn van mensen, zoals we in hoofdstuk 2 zullen toelichten. Anderzijds is de mate waarin een samenleving duurzaam kan worden genoemd, in belangrijke mate afhankelijk van het gedrag dat mensen vertonen. Daarom is het van belang inzicht te hebben in de factoren die van invloed zijn op dat gedrag, in mogelijkheden om gedrag te veranderen in een meer duurzame richting, en in de mate waarin duurzame leefstijlen leefbaar zijn. In deze vakreview beschrijven we enkele belangrijke onderzoekslijnen binnen de omgevingspsychologie op basis van een analyse van de (inter-)nationale literatuur op dit gebied. Het vakgebied is veelomvattend en kan in een beknopt vakreview niet volledig tot zijn recht komen. We beperken ons daarom tot enkele onderzoekslijnen binnen de omgevingspsychologie die een belangrijke bijdrage (kunnen) leveren aan duurzame ontwikkeling. Hoofdstuk 2 gaat in op de betekenis van de omgeving voor de gezondheid, het welbevinden en het gedrag van mensen. Daarbij 6 7

7 bespreken we onder meer de herkomst van de liefde voor natuur die een belangrijke basis vormt van duurzame ontwikkeling en de belangrijkste theorieën over landschapsvoorkeuren. Hoofdstuk 3 beschrijft de invloed van menselijk gedrag op duurzame ontwikkeling. Daarbij gaan we vooral in op het verklaren en veranderen van (on-)duurzame consumptiepatronen. In de bijlagen wordt een beknopt overzicht gegeven van onderzoekslijnen en onderwijsprogramma s op het gebied van de omgevingspsychologie aan Nederlandse universiteiten die betrekking hebben op psychologie en duurzame ontwikkeling. Deze informatie is aangeleverd door de genoemde contactpersonen. Wij denken dat de omgevingspsychologie een relevant en interessant toepassingsgebied is voor fundamentele onderzoekers om hun theorieën te toetsen en te valideren. Omgevingspsychologisch onderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van (nieuwe) fundamentele theorieën, principes en methoden. We hopen dat deze review onderzoekers en docenten zal inspireren om middels hun onderzoek en onderwijs een bijdrage te leveren aan duurzame ontwikkeling. We zijn de redactiecommissie, bestaande uit prof. dr. ir. W.T. de Groot en dr. L. Hendrickx, zeer erkentelijk voor hun commentaren en suggesties. Verder willen we alle docenten en onderzoekers die een bijdrage aan deze review hebben gegeven (zie bijlage) hartelijk danken voor hun medewerking. De invloed van de omgeving op welzijn en gedrag Tal van omgevingsfactoren kunnen invloed uitoefenen op het welzijn en gedrag van mensen, zowel positief als negatief. In dit hoofdstuk gaan we allereerst uitgebreid in op de positieve effecten van de omgeving op gezondheid, welzijn en gedrag. De nadruk ligt hierbij op natuurlijke omgevingen. In paragraaf 2.2 gaan we in op negatieve effecten van de omgeving op gezondheid en welzijn. De invloed van natuurlijke omgevingen op gezondheid, welzijn en beleving Behoud van waardevolle natuur en een aantrekkelijk landschap in Nederland is een belangrijk aspect van duurzame ontwikkeling. Milieuvervuiling tast immers niet alleen op globaal, maar ook op lokaal niveau de natuur aan. Liefde voor de natuur geeft veel mensen een motivatie om zich milieuvriendelijk te gedragen (zie hoofdstuk 3). In de huidige samenleving heeft natuur een positieve klank voor veel mensen. We zien het als een gezonde en aantrekkelijke omgeving. Uit onderzoek blijkt in bijna alle westerse landen een grote natuurvriendelijke houding onder de bevolking. Zeventig tot negentig procent van de bevolking vindt dat de natuur moet worden beschermd, ongeacht het directe nut voor de mens (Van den Born, Lenders & De Groot, Dit maakt natuurbehoud tot een belangrijk argument voor duurzame ontwikkeling. Veel mensen zien dit belang ook in en hechten daarom erg aan het behoud van aantrekkelijke natuurlijke landschappen. Men vindt natuurbehoud belangrijk voor het nageslacht en men vindt natuur een prettige omgeving om in te recreëren In deze paragraaf gaan we uitgebreid in op de betekenis van de natuur. In paragraaf geven we allereerst een aantal verklaringen voor de voorkeur voor natuur. Het belang dat mensen hechten aan natuurbescherming kent een aantal drijfveren. De belangrijkste drijfveer voor veel mensen is de relatie tussen natuur en gezondheid (Buijs & Volker, 1997). Dit komt in paragraaf aan bod. De natuur draagt daarnaast ook bij aan het algemene welzijn. We kunnen er interessante of fascinerende ervaringen opdoen. Welke ervaringen dat zijn hangt vooral af van de betekenis die mensen toekennen aan natuurlijke landschappen (paragraaf 2.1.3). In paragraaf gaan we dieper in op de verklaring van onze liefde voor de natuur. Hierin worden de belangrijkste theorieën over landschapsbeleving 8 9

8 besproken. In paragraaf komen de verschillen in voorkeuren voor soorten natuur aan bod. Hierin zal blijken dat de manier waarop wij naar de natuur kijken cultureel bepaald is en dus verandert in de tijd en afhankelijk is van onze sociaal, culturele en economische positie. In paragraaf 2.2 worden de negatieve effecten op welzijn en gezondheid besproken. Liefde voor de natuur van alle tijden? Uit onderzoek blijkt dat de mens een duidelijke voorkeur heeft voor natuurlijke omgevingen boven een stedelijke omgeving. Als mensen gevraagd wordt willekeurige omgevingen te beoordelen, prefereren ze bijna altijd natuurlijke omgevingen boven de stad. En stedelijke omgevingen worden aantrekkelijker gevonden naarmate er meer groen aanwezig is in die omgeving (zie bijvoorbeeld Kaplan & Kaplan, 1989). Verschillende verklaringen worden gegeven voor deze grote voorkeur voor natuurlijke omgevingen. Vaak wordt verwezen naar de evolutionaire herkomst van onze voorkeuren. Zo heeft de mens zich in de loop van vele eeuwen gespecialiseerd in het verwerken van informatie over natuurlijke omgevingen. Hierdoor zijn onze hersenen meer ingesteld op het verwerken van dergelijke informatie dan op informatie over bijvoorbeeld stedelijke omgevingen. In stedelijke omgevingen ontvangen we daardoor soms te veel prikkels uit de omgeving (Ulrich, 1983). Andere evolutionaire verklaringen stellen dat de mens in z n bestaan zo lang afhankelijk is geweest van de natuur voor z n voortbestaan, dat hierdoor een genetische voorkeur voor dergelijke omgevingen is ontstaan. Daarom zou de moderne mens nog steeds een aangeboren liefde voor de natuur hebben (Appleton, 1975). Ook individuele leerprocessen zouden een rol kunnen spelen in de voorliefde voor natuur. Verschillende onderzoekers hebben er op gewezen dat voor de moderne Westerling een bezoek aan de natuur vrijwel altijd gepaard gaat met allerlei aangename zaken (Pronk, De Boer & Boerwinkel, 1997). Van jongs af aan worden mensen elke keer wanneer ze de natuur bezoeken beloond, want als je in de natuur bent hoef je niet naar school of werk, en niet aan sociale verplichtingen te voldoen. Hierdoor worden mensen als het ware geconditioneerd om natuur positief te waarderen. Tenslotte worden ook sociaal-culturele verklaringen geopperd voor deze voorkeur. Elke cultuur heeft een bepaalde visie op de relatie van de natuur tot mensen, en deze visie krijgen leden van die cultuur mee in hun opvoeding, opleiding en andere socialiseringsactiviteiten. Een belangrijke ondersteuning voor sociaal-culturele verklaringen is dat mensen niet altijd een grote voorkeur voor natuur gehad lijken te hebben. Ook heeft men in de loop der tijd het begrip natuur verschillend ingevuld. In de prehistorische samenlevingen was het beeld van de natuur bijvoorbeeld sterk religieus gefundeerd. Voor de jagers en verzamelaars, zonder vaste verblijfplaats, was de natuur direct verbonden met het dagelijks leven. Bomen en stenen waren geesten. Van een scheiding tussen cultuur en natuur was geen sprake (Schama, 1995). Als de mens landbouw gaat bedrijven houdt het trekkende bestaan op. De mens begint de natuur langzaam naar zijn hand te zetten. De natuur verschijnt dan als een weerbarstige omgeving, met plagen, onkruid, stenen in akkers en ongedierte. Er ontstaat verschil tussen wilde en gedomesticeerde natuur. De natuur wordt een vijand van de mens (De Groot, 1999). De oceaan wordt in de Middeleeuwen als een vreselijk oord beleeft, het domein van de duivel, verlaten door god, bevolkt door zeemonsters, de chaos herbergend en het terrein van de dood (Corbin, 1989). Naarmate de rationalisering in de loop der eeuwen voortschrijdt, wordt de natuur steeds meer onder controle gebracht. Dit roept uiteindelijk een tegenreactie op in de vorm van de Romantiek. Het verzet tegen de rationalisering van de Verlichting richt zich onder andere op een andere beleving van de natuur. De objectieve (instrumentele) betekenis van de natuur wordt naar de achtergrond gedrongen door de expressieve betekenis. Doordat de mens de natuur grotendeels onder controle heeft gebracht, ontstaat er ruimte voor een positieve waardering van de natuur, waarbij de natuur wordt geïdealiseerd ten opzichte van de dagelijkse werkelijkheid (Schama, 1995). Het Romantische natuurbeeld ontstaat. In het romantische natuurbeeld staat een positieve waardering van de natuur centraal, met veel aandacht voor het genieten van natuurschoon en voor natuurstudie. Vooral in de hogere kringen deed dit beeld opgang in de 18e en 19e eeuw. Het ontstaan van de vele buitenplaatsen en landgoederen is hier een direct gevolg van. Jac. P. Thijsse is hiervan lange tijd het boegbeeld geweest (zie onder andere Van der Windt, 1995). Toch is dit romantische natuurbeeld niet nieuw. Vaak wordt de herkomst van dit positieve beeld van de natuur gelegd in de Renaissance, waar de elite het natuurschoon ontdekt, onder andere als één van de vele manieren om hun status van vrijgestelde klasse te bevestigen, vrij van de vieze en gevaarlijke (ziektes!) opkomende steden (zie onder andere Elias, 1982). Vooral in de achttiende en negentiende eeuw ontstond een trek de steden uit door welgestelde stedelingen op zoek naar schone lucht. Dit was het begin van de nadruk op het gezonde aspect van de natuur. Ook werd de stad steeds meer als een verderfelijk oord gezien, waartegen de paradijselijke natuur werd gezet (Montijn, z.j.). Frederik van Eeden was hier een belangrijke exponent van, zoals hij schrijft in de Kleine Johannes (1885): Onder mensschen wacht u eindeloos verdriet, verveling, vermoeidheid en zorg. Toch was dit positieve beeld van de natuur ook al terug te vinden bij de Romeinen. Ook zij zagen een heilzame werking van de natuur (Schama, 1995)

9 Sinds de opkomst van de stad en de stedelijke elite is deze positieve appreciatie van natuur centraal komen te staan in onze natuurbeleving. Natuur heeft steeds meer de betekenis gekregen van genieten, van rust en van ontspanning. Het Nederlandse landschap is daarmee ook steeds meer een consumptielandschap geworden (Woestenburg et al., 2003). Natuur en gezondheid Hoe kan dit gezondheidseffect van de natuur verklaard worden? Van den Berg en Van den Berg (2001) concluderen dat het effect van de natuur op de gezondheid voornamelijk via drie wegen loopt: natuur als bron van rust en ontspanning, natuur als bron van geestelijke en lichamelijke weerbaarheid en natuur als bron van persoonlijke groei en betekenisverlening. Deze worden hierna toegelicht. In de huidige samenleving bestaat er een breed gedragen voorkeur voor natuurlijke omgevingen. In de vrije tijd zoeken grote groepen mensen rust en ontspanning in de natuur. Dit is voor veel mensen één van de belangrijkste redenen om natuurgebieden te bezoeken (Reneman, Visser, Edelmann & Mors, 1999). Deze liefde voor natuurrecreatie heeft ongetwijfeld ook te maken met het breed gedragen gevoel van veel mensen dat de natuur gezond is voor de mens (Van den Berg & Van den Berg, 2001). Mensen die zich gestresst voelen, gaan vaak een ommetje maken in de natuur en veel ouders zoeken een woonomgeving waarbij hun kinderen in het groen kunnen spelen (Huijsman, 1999). Hoewel het onderzoek naar de gezondheidsbaten van de natuur nog in de kinderschoenen staat, lijkt de intuïtieve relatie bevestigd te worden. Blootstelling aan natuurlijke omgevingen lijkt inderdaad een positief effect op de gezondheid te hebben. Zo blijkt uitzicht op groen het herstel van ziekenhuispatiënten te bevorderen (Ulrich, 1984). Gevangenen die uitzicht hadden op groen melden zich minder vaak ziek dan gevangen die tegen een muur aankijken (Moore, 1981) en studenten die sliepen in slaapzalen met uitzicht op groen blijken zich beter te kunnen concentreren (Tennessen & Cimprich, 1995). Amerikaans onderzoek heeft ook aangetoond dat het bezoeken van wildernisgebieden bijdraagt aan de psychische gezondheid (Henwood, 2001). In Nederland is in een epidemiologische studie aangetoond dat een groene woonomgeving bijdraagt aan de gezondheid (De Vries, Verheij, Groenewegen & Spreeuwenberg, 2003). Zo blijkt uit die studie dat 10% meer groen in de woonomgeving samen gaat met 0,08% minder gezondheidsklachten per week. Daarnaast voelen bewoners van groene wijken zich gezonder en hebben ze minder kans op psychische ziektes. Opvallend is dat het soort groen er niet toe lijkt te doen. Een stadspark en een natuurgebied hebben ongeveer hetzelfde effect op de gezondheid. Deze en andere studies van de afgelopen jaren hebben aangetoond dat natuurlijke omgevingen een positief effect hebben op positieve emoties, fysiologie, cognitie en gezondheid (Han, 2001). Het meeste onderzoek is gedaan naar het ontspannende effect van de natuur. Er bestaan verschillende theorieën over dit effect. Ulrich (1983) verklaart het effect op de gezondheid vanuit een evolutionair perspectief. Vanuit een dergelijk perspectief heeft de mens volgens Ulrich een voorkeur voor een groene omgeving. Het zien van groen en natuur triggert daarom op een primair psychologisch niveau het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Hierdoor kan de mens in een groene omgeving herstellen van vermoeiende aspecten van het dagelijks leven en de stress die daar een gevolg van is. Na een drukke werkweek in de stad is het in het weekend goed ontspannen in de natuur. Deze theorie is bekend als de stress recovery of stress restoration theorie. Volgens deze theorie leiden vooral groene of waterrijke omgevingen tot stressreductie, en natuurlijke omgevingen met een redelijke mate van complexiteit waarbij een duidelijke focus (focal point) in het landschap aanwezig is (Henwood, 2001). Kaplan en Kaplan (1989) zoeken het gezondheidsbevorderende effect van de natuur echter meer in een psychologische verklaring. In de dagelijkse leef- en werkomgeving van mensen vragen vele prikkels om aandacht. Geluiden, reclame of het verkeer vereisen continue aandacht van de mens. Dit vraagt om directed attention. De informatie die hiermee binnenkomt en moet worden verwerkt, leidt na verloop van tijd tot geestelijke vermoeidheid. Volgens deze attention restoration theory biedt de natuur de mogelijkheid om te herstellen van deze vermoeidheid omdat in de natuur veel minder een beroep wordt gedaan op de directed attention van mensen. Dit herstellende effect kan op verschillende manieren werken (Henwood, 2001). Allereerst door er even tussenuit te zijn : het scheppen van een fysieke en/of psychologische afstand tussen de dagelijkse beslommeringen en het bezoek aan de natuur. Daarnaast leiden fascinerende ervaringen in de natuur de aandacht spontaan en ongedwongen (undirected attention) af van de dagelijkse beslommeringen. De vereiste cognitieve inspanning is hierbij aanzienlijk lager, waardoor herstel op kan treden. Een laatste manier van herstel loopt via de onderdompeling in een samenhangende en herkenbare omgeving. Het opgaan in de omgeving geeft een gevoel van geborgenheid en vertrouwdheid (Tuan, 1974)

10 Ten tweede draagt de natuur bij aan de geestelijke en lichamelijke weerbaarheid. Zoals eerder beschreven was de natuur in de Middeleeuwen vooral een gevaarlijke plek die terecht angst opriep bij mensen. Deze angst voor de natuur voelen we tegenwoordig soms ook nog (Van den Berg, in press). Soms is het reële angst, zoals de angst voor overstromingen, en soms zijn het meer irreële angsten, zoals voor spinnen. Het overwinnen van dergelijke angsten kan bijdragen aan de algemene weerbaarheid. Door angst voor de natuur te overwinnen leren mensen hun angsten te beheersen en kunnen zij in de toekomst beter omgaan met reële of irreële angsten (Van den Berg & Van den Berg, 2001). Veel jongeren komen tegenwoordig nauwelijks meer in de natuur. Zij hebben daardoor een irreëel beeld gekregen van de natuur (Verboom et al., 2004). Om jongeren in contact met de natuur te brengen worden in Nederland bijvoorbeeld speciale natuurinspiratiedagen georganiseerd (zie bijvoorbeeld NMI2004.htm). Over het effect van deze programma s zijn echter vooral anekdotische verhalen bekend. In de Verenigde Staten zijn in het verleden educatieve wildernisprogramma s, opgezet om jongeren vertrouwd te maken met de natuur, wel geëvalueerd ( Jongeren blijken aanvankelijk bang te zijn in de wildernis, maar na verloop van tijd voelen ze zich steeds meer op hun gemak en kunnen ze beter omgaan met de gevaren van wildernis. Zij voelden zich hierdoor ook weerbaarder (Kaplan, 1984). Aangezien we in Nederland geen wildernis hebben, zouden soortgelijke programma s als in de Verenigde Staten vooral in dynamische, waterrijke gebieden opgezet kunnen worden, aangezien ook daar reële gevaren kunnen bestaan die jongeren kunnen helpen om te leren gaan met hun angsten. Ten derde leidt de toegenomen weerbaarheid tot persoonlijke groei. Dit effect kan optreden door de overwinning van de aanvankelijke angst die men in de wildernis heeft ervaren (Kaplan & Kaplan, 1989). Daarnaast kunnen natuurlijke omgevingen ook betekenis verlenen aan het eigen bestaan. Mensen voelen zich onderdeel van een groter geheel of voelen zich thuis in een bepaalde omgeving. Het is bekend dat het thuis voelen (rootedness) een positief effect heeft op de gezondheid (Relph, 1976). Niet alleen het sociale aspect van rootedness is hierbij van belang (opgenomen zijn in sociale verbanden), maar ook de fysieke omgeving kan een bijdrage leveren aan de eigen identiteit en daarmee de eigenwaarde (Henwood, 2001). Hierover is vooral vanuit antropologische hoek veel onderzoek gedaan. Rootedness hangt nauw samen met enerzijds de identiteit van speciale plaatsen en anderzijds met processen van identiteitsvorming die plaats hebben gevonden op die plaats (Tuan, 1974). De ervaringen die mensen in het hun omringende landschap hebben opgedaan dragen bij aan hun eigen identiteit. Mensen voelen zich dan meer op hun gemak in die omgevingen (Pronk et al., 1997). Er zijn aanwijzingen dat natuurerva- ringen (vooral tijdens de jeugd) mede bepalend zijn voor de persoonlijke groei (Huijsmans, 1999; Van den Berg & Van den Berg, 2001). Dit blijkt onder andere uit studies naar de invloed van natuurervaringen in de kindertijd (Sebba, 1991). Ook doordat de natuur soms troost biedt of ons herinnert aan onze nietigheid (Buijs & Van der Molen, 2004; Schouten, 2001) kan zij een bijdrage leveren aan innerlijke groei. Natuurervaring als betekenisverlening Het beschermen van de natuur is een waarde die belangrijk gevonden wordt in de Nederlandse samenleving: 94% van de Nederlandse bevolking is van mening dat natuurbescherming belangrijk is (RIVM, 2002). In 2001 stond het beschermen van de natuur op de vierde plaats van belangrijke beleidsitems, na sociale zekerheid, veiligheid en milieubeleid (RIVM, 2002). Welke ervaringen zoeken we in de natuur? Vooral fenomenologische stromingen binnen en buiten de omgevingspsychologie hebben zich met deze vraag bezig gehouden. Uitgangspunt is dat de omgeving pas een betekenis krijgt door interpretatie van de waarnemer. Betekenisverlening is een actief proces dat zich in een specifieke persoonlijke, sociale en landschappelijke context afspeelt (Grauman, 2002). Taal is een belangrijk medium hiervoor. Door te praten over de omgeving, krijgt zij vorm en betekenis (Boomars & Philipsen, 2002). Tegenwoordig noemen we de heide natuur, vroeger was het onland. De betekenis ligt dus niet onveranderlijk vast in de fysieke eigenschappen, maar wordt geconstrueerd, het is een sociale constructie: bovengenoemde heide zelf is immers niet veranderd. We zijn er alleen met andere ogen naar gaan kijken. En daarmee is de heide toch veranderd, van een plek waar de meeste mensen vroeger weinig te zoeken hadden tot een geliefde recreatieplek. De betekenis die de natuur heeft, wordt dus geconstrueerd door de mens zelf. Dit gebeurt door het toekennen van specifieke betekenissen aan plekken (van space naar place) tijdens recreatieve ervaringen. Een meer recente trend is dat deze betekenisverlening ook actief wordt gestuurd door de aanbieders van ervaringen (in de belevenismaatschappij). Van space naar place De verhalen over een gebied, de gebeurtenissen die er hebben plaatsgevonden en de betekenissen die het heeft gehad voor mensen en hun voorouders zijn van belang voor de beleving. Op basis van deze subjectieve kenmerken van het landschap krijgt een gebied zijn eigen identiteit, wordt het van een willekeurige ruimte (space) een specifieke plek (place) (Tuan, 1974; Relph, 1976). Hier nauw mee verbonden is het concept genius loci of sense of place (Norberg-Schulz, 1980 in: Seamon, 1987). Lengkeek (2000) spreekt hierbij van de narratieve waarde

11 Sense of place, of plekidentiteit, speelt ook een belangrijke rol in de binding die mensen voelen met specifieke plekken. Deze persoonlijke verbondenheid met een plek speelt vooral in de eigen woonomgeving of bij functionele verbondenheid, zoals boeren hebben met hun land (Twigger-Ross & Uzzell, 1996). Zij bouwen een band op met het gebied en naarmate ze er vaker komen, langer wonen, meer ervaringen opdoen of zich meer verdiepen in het gebied, zullen zij steeds meer een eigen betekenissen toe kennen aan die plek. De betekenis van de plek krijgt hiermee steeds meer een eigen invulling en de plek wordt psychologisch ook steeds meer toegeëigend (Pronk et al., 1997). Het visuele aspect wordt hierbij minder belangrijk, terwijl de historische en narratieve kant steeds belangrijker wordt. Ook wordt de binding met het gebied hierdoor groter. Een gevoel van verbondenheid met specifieke omgevingen kan volgens Relph (1976) ontstaan door enerzijds de specifieke eigen identiteit van een plek, en anderzijds door de verbinding van de persoonlijke levensgeschiedenis met een bepaalde plek. Zo heeft het rivierenlandschap in Nederland een hele duidelijke eigen identiteit. Iedere Nederlander kent het en ziet ogenblikkelijk de verschillen met buitenlandse rivierlandschappen. Maar niet voor iedere Nederlander is de persoonlijke levensgeschiedenis ook verbonden met het rivierenlandschap. Alleen mensen die daar opgegroeid zijn of gewoond hebben, hebben persoonlijke herinneringen aan specifieke plekken langs de rivier (Buijs & Van der Molen, 2004). tot het weekje ontspannen in een bungalowpark en de existentiële ervaring tijdens het bergbeklimmen. De kern van deze vormen van recreatie kan omschreven worden als het ergens anders zijn ; het ontsnappen aan de alledaagse werkelijkheid. De manier waarop dit ontsnappen plaatsvindt, verschilt echter sterk. Wel is het zo dat natuur en landschap hierbij een belangrijke rol kunnen spelen. Zij zorgen niet alleen voor een andere geografische en visuele omgeving, maar vaak ook voor een andere sociale, persoonlijke en culturele context. Tijdens een survivaltocht met collega s in de Ardennen vallen de hiërarchische verhoudingen tijdelijk weg en kunnen andere collega s plotseling de trekker van de groep blijken. De spanning tussen de dagelijkse leefwereld en de leefwereld van de recreatie kan verschillende vormen en intensiteit aannemen. Volgens Elands en Lengkeek (2000) kunnen vijf verschillende ervaringswerelden worden onderscheiden. De spanning tussen beide werelden neemt hierbij toe, waarbij in de laatste fase de alledaagse werkelijkheid uiteindelijk vervangen wordt door de nieuwe werkelijkheid. De vijf ervaringswerelden zijn weergegeven in Tabel 1. De diepte van de ervaringen neemt hierbij steeds verder toe. Bij amusement is de afstand tot de dagelijkse werkelijkheid het kleinst. Gezelligheid is hierbij belangrijk. Het gaat bijvoorbeeld om een bezoekje aan een pannenkoekrestaurant. Kenmerken van de recreatieomgeving zijn hierbij weinig van belang en het pannenkoekrestaurant hoeft dus ook niet in de natuur te staan. Bij afleiding wordt de afstand al wat groter Plekken met een duidelijke eigen identiteit maken het voor mensen gemakkelijker om zich ermee verbonden te voelen. Deze plekidentiteit is niet alleen een eigenschap van het gebied zelf, maar krijgt betekenis door de omgang van mensen met het gebied. Daarnaast kunnen mensen zich ook met een plek identificeren omdat hun persoonlijke leven zich voor een deel heeft afgespeeld in en om het gebied. Op deze manier ontstaat een gevoel van verbondenheid met gebieden die op zich los staat van de fysieke inrichting. Ook met zeer onaantrekkelijke en identiteitsloze plekken kunnen individuen binding opbouwen omdat zij er speciale ervaringen hebben opgedaan. De plek waar in de jeugd gespeeld werd, is hiervan een goed voorbeeld. Hoewel de fysieke inrichting hierbij vooral een faciliterende rol speelt, kan toch verzet ontstaan als deze inrichting veranderd dreigt te worden. De herinnering aan zo n gebied wordt dan immers bedreigd (Twigger-Ross & Uzzell, 1996; Buijs et al., 2004). Recreatieve ervaringen Hoewel natuur en landschap ook ervaren wordt vanuit de auto of de trein en steeds meer ook op de televisie, spelen vooral voor stedelingen de belangrijkste natuurervaringen zich af tijdens de recreatie. Van de wandeling op zondagmiddag De aandacht gaat expliciet naar de recreatieomgeving. Een survivaltocht in de Ardennen is hierbij een goed voorbeeld. Tabel 1: Ervaringswerelden van recreatie (Elands & Lengkeek, 2000; Boomars, 2001). Ervaringswereld Relatie tussen alledaagse werkelijkheid Kenmerken en het andere Amusement Het andere is complementair aan het alledaagse Vermaak, gemak en gezelligheid Afleiding Het andere als weg van het alledaagse Ontsnappen, bijkomen van stress Interesse Kennisnemen van het andere Verbeelding, informatie over geschiedenis of natuur Vervoering Ervaren van het andere Onverwachts, unieke ervaringen Toewijding Opgaan in het andere Authenticiteit, verbondenheid en uniekheid. Een langdurige relatie met het andere

12 De omgeving is hierbij vooral onderschikt aan de afleiding door fysieke uitdagingen. Als mensen geïnteresseerd raken in een specifieke omgeving, neemt de afstand tot de dagelijkse werkelijkheid nog verder toe. Mensen verdiepen zich in de geschiedenis van een bepaald gebied Hun kennis van het gebied neemt toe, en daarmee krijgt het gebied ook steeds meer betekenis voor die mensen. Maar dit gebeurt nog steeds als een duidelijke buitenstaander. Als de ervaringen nog dieper gaan, kan zelfs de fase van vervoering optreden. Sublieme ervaringen zijn hier een voorbeeld van (Van den Berg & Ter Heijne, 2004). In de fase van toewijding verdwijnt ten slotte de afstand tussen de alledaagse werkelijkheid en de recreatieve omgeving. De recreatieve omgeving wordt psychologisch toegeëigend (Pronk et al., 1997) en wordt daarmee als het ware een nieuwe alledaagse werkelijkheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de stacaravan op de Veluwe, waar mensen al decennialang elk weekend en elke vakantie doorbrengen. De omgeving aldaar wordt na verloop van tijd eveneens een alledaagse omgeving voor de trouwe bezoekers. Belevenismaatschappij De afgelopen jaren is een trend zichtbaar geworden waarbij ervaringen en belevenissen steeds belangrijker worden (Mommaas, 2000). De fysieke verschijningsvorm van producten en omgevingen wordt steeds minder belangrijk. Het gaat veel meer om de betekenis die de gebruiker koppelt aan een product of een dienst en de beleving die dit oproept. Deze trend kan grote gevolgen hebben voor onze omgang met de groene ruimte (Jacobs, Lengkeek & Brinkhuijsen, 2003). De beleving van de groene ruimte wordt steeds meer expliciet gestuurd door bijvoorbeeld recreatieondernemingen. Zij scheppen bewust specifieke ervaringen voor hun bezoekers, soms zelfs volkomen onafhankelijk van het omringende landschap. Ook lijkt de trend te ontstaan naar steeds extremere ervaringen. Waar vroeger een extreme ervaring bijzonder was en slechts zelden optrad, komen deze ervaringen, doordat zij bewust worden geschapen, steeds vaker voor. Dit leidt tot een soort inflatie van ervaringen, waarbij steeds extremere belevenissen worden gezocht. Een gewone boswandeling is niet meer genoeg, je moet op zijn minst in het weekend over de boomtoppen lopen bij Staatsbosbeheer. Belevenissen van bestaande plekken worden hierbij uitvergroot. Nog ingrijpender is het scheppen van extreme belevenissen op willekeurige plekken, los van het lokale landschap. Een sprekend voorbeeld hiervan zijn de parken van Walt Disney, waar bijvoorbeeld ook een nagebouwde wildernis-lodge onderdeel uitmaakt van de overnachtingfaciliteiten (Schravesande, 2004). Dit soort landschappen worden footloose: onafhankelijk van de plek en volledig afhankelijk van de verbeelding (Jacobs et al., 2003). Voorkeur voor soorten natuur 1 Uit het bovenstaande blijkt dat veel mensen van de natuur houden, en dat de natuur een positief effect heeft op de gezondheid en ervaringen van mensen. Maar natuur komt in vele soorten en maten. Van welke natuur houden mensen dan? En houdt iedereen van dezelfde natuur? Alhoewel hiernaar sinds de jaren zeventig veel onderzoek is gedaan vanuit de omgevingspsychologie, is dit onderzoek vaak verbrokkeld. Er is relatief weinig theoretisch werk gedaan en de theorieën zijn sterk verbrokkeld en vaak niet empirisch getoetst. Het empirische onderzoek vanuit de omgevingspsychologie richt zich vaak op het beschrijven en verklaren van landschapsvoorkeuren (preferences) en kent vooral een (neo-)positivistische traditie. Uitgangspunt is dat de werkelijkheid zichtbaar wordt in de verschijning van de omgeving, dat deze bestaat onafhankelijk van de waarnemer en dat door herhaalde empirische metingen algemeen geldende wetten kunnen worden vastgesteld over de relatie tussen de mens en z n omgeving (Jackson & Smith, 1984, in: Seamon, 1987). Veel nadruk ligt op de vraag welke landschappen hoog gewaardeerd worden en welke factoren de waardering voor een landschap bepalen. In Nederland wordt dit vaak gemeten aan de hand van schoonheidsoordelen op kwantitatieve schalen (Van den Berg et al., 2003). Dit onderzoek heeft uitgewezen dat veel mensen ongeveer vergelijkbare visuele voorkeuren voor landschappen hebben. Afwisseling en natuurlijkheid zijn vaak de belangrijkste kwaliteiten voor de aantrekkelijkheid van landschappen (Buijs, Jacobs, Verweij & De Vries, 1999). Niet alleen afwisseling in begroeiing bevordert de aantrekkelijkheid van een landschap, ook bijvoorbeeld de aanwezigheid van water in het landschap draagt bij aan de aantrekkelijkheid van een landschap (Ulrich, 1983). Hoogteverschillen zijn een andere belangrijke voorspeller van visuele aantrekkelijkheid. Zelfs in Nederland zijn de landschappen die het meest aantrekkelijk worden gevonden vaak landschappen met reliëf (De Vries et al., in press). De zichtbare of hoorbare aanwezigheid van menselijke activiteiten verminderen voor veel mensen juist de aantrekkelijkheid. Zichtbaarheid van woningbouw of industrie en geluidsoverlast van wegen of vliegtuigen verstoren voor veel mensen de optimale natuurervaring. Één van de belangrijkste discussiepunten binnen het belevingsonderzoek is de basis van landschapsvoorkeuren. Al sinds de jaren zeventig speelt binnen de omgevingspsychologie een discussie over het belang van nature versus nurture: worden landschapsvoorkeuren bepaald door de menselijke evolutie van de afgelopen eeuwen of worden deze voorkeuren bepaald door culturele processen, zoals opvoeding en de media? Lange tijd is de theorie dominant geweest dat landschapsvoorkeuren in 1 Met tekstbijdragen van Agnes van den Berg en Maarten Jacobs

13 essentie bepaald zijn door evolutionaire (biologische) ontwikkelingen. Mensen waarderen landschappen die de grootse overlevingskansen bieden. Landschappen die de mogelijkheid boden om te oefenen in overleven of landschappen die optimale veiligheid bieden worden volgens deze theorieën ook nu nog steeds het hoogst gewaardeerd en het mooist gevonden. De prospect-refuge theorie is hier het duidelijkste voorbeeld van. Andere theorieën echter gaan uit van een combinatie van evolutionaire voorkeuren en culturele leerprocessen (bijvoorbeeld Hartig, 1993). In de volgende paragrafen zullen we de belangrijkste theorieën bespreken. Evolutionaire voorkeuren Veel belangrijke stromingen binnen de omgevingspsychologie maken gebruik van evolutionaire theorieën over de relatie tussen de mens en zijn omgeving. Centraal uitgangspunt hierbij is dat de mens een voorkeur heeft voor die landschappen die vroeger de beste overlevingskansen boden. Een goed voorbeeld hiervan is de arousaltheorie van Berlyne (1971). De centrale veronderstelling in de theorie is dat gevoelens van aangenaamheid bepaald worden door de ervaren prikkels (het arousal niveau) van het individu. Als de (stedelijke of natuurlijke) omgeving te weinig prikkels geeft aan de waarnemer, dan is het arousalniveau te laag voor een optimale beleving. Het landschap zal dan vooral als saai worden ervaren. Ook als het arousalniveau erg hoog is, zal de omgeving niet als aangenaam worden ervaren. Het landschap wordt dan rommelig en onoverzichtelijk gevonden. Een ander voorbeeld van een evolutionaire benadering is de prospect-refuge theorie van Appleton (1975). Volgens Appleton is de relatie van de mens tot de waargenomen omgeving vergelijkbaar met de relatie van een dier tot zijn habitat. De esthetische voldoening die een habitat de mens biedt hangt af van de mate waarin die omgeving bijdraagt aan de voldoening van biologische behoeften. Deze voorliefde is gedeeltelijk aangeboren, genetisch vastgelegd in de loop van de evolutie. We houden het meest van die landschappen waarin onze primitieve voorvaderen het best konden overleven; deze landschappen geven ons een positief gevoel. Vanuit evolutionair perspectief is volgens Appleton een combinatie van twee kenmerken van belang. Allereerst moet de mogelijkheid tot schuilen bestaan. Een goede schuilplaats biedt een veilige omgeving om de bedreiging van gevaarlijke dieren of andere stammen te ontlopen. De vroegere mens had naast een veilige schuilplaats ook een goed uitzicht nodig om gevaar al in een vroegtijdig stadium aan te kunnen zien komen of om zelf te kunnen jagen of verzamelen. De prospect (mogelijkheid te zien) refuge (mogelijkheid te verstoppen) theory stelt daarom dat landschappen met de mogelijkheid te zien zonder gezien te worden het meest gewaardeerd worden. In deze landschappen was de kans om te overleven het grootst (Appleton, 1975). De Afrikaanse savanne lijkt een landschap met een optimale balans tussen prospect en refuge mogelijkheden. Dit gegeven, gecombineerd met de in de antropologie gangbare hypothese dat de homo sapiens hier is ontstaan, bracht verschillende onderzoekers op de gedachte dat mensen een aangeboren voorkeur hebben voor omgevingen die lijken op de savanne (zie bijvoorbeeld Kaplan, 1987; Ulrich, 1983; Orians, 1980). In een empirische studie vonden Balling en Falk (1982) dat jonge kinderen uit het noordoosten van de Verenigde Staten inderdaad een voorkeur hebben voor de savanne, meer dan voor andere landschapstypen. Uit deze studie bleek verder dat deze voorkeur was verdwenen na het elfde levensjaar: bij oudere mensen is het landschap waarin ze leven vaak het populairst. Naarmate mensen ouder worden, spelen aangeleerde voorkeuren blijkbaar een steeds grotere rol. Kennis als basis voor beleving De theorie van Appleton is vooral theoretisch gefundeerd en heeft weinig empirische onderbouwing gekregen. Stephen en Rachel Kaplan hebben in hun theorievorming over landschapsbeleving een veel meer empirische ingang gekozen. Zij onderschrijven de gedachtegang achter de bovengenoemde habitattheorieën: mensen houden net als dieren het meest van omgevingen waarin ze het beste kunnen functioneren en overleven. Landschapsvoorkeuren zijn daarom ook volgens hen een uitdrukking van basisbehoeften van de mens. Alleen formuleren zij deze behoeften anders dan Appleton. Mensen zijn voor hun overleving vooral afhankelijk van kennis, zo is de gedachte achter hun theorie, omdat mensen alleen daarin veel beter zijn dan andere soorten. Op basis van hun empirisch onderzoek concluderen de Kaplans dat mensen landschappen classificeren op basis van twee soorten criteria: inhoud (bijvoorbeeld water versus droogte) en ruimtelijke configuratie (bijvoorbeeld half open versus gesloten landschap). Op basis hiervan hebben zij hun preferentiematrix ontwikkeld; deze is weergegeven in tabel 2. De mate waarin we kennis kunnen opdoen in een landschap hangt af van vier factoren: samenhang, leesbaarheid, complexiteit en mysterie (Kaplan & Kaplan, 1989). Deze vier variabelen zijn voorspellers van de waardering van landschappen. Samenhang is de mate waarin de delen in een scène bij elkaar horen, door bijvoorbeeld herhaling van elementen of textuur; het faciliteert begrip en inzicht, en het geeft orde. Complexiteit slaat op het aantal verschillende visuele elementen in een scène, hoeveel er te zien is; genoeg complexiteit zorgt voor interesse in een plek. Een leesbare ruimte is eenvoudig te begrijpen en te onthouden, het is de mate waarin een omgeving eruit ziet of men er rond kan lopen zonder te verdwalen. Met mysterie bedoelen Kaplan en Kaplan de belofte dat er nog meer te leren valt, dat er nu nog verborgen informatie is die men kan opnemen als men zich verder in het landschap begeeft. Het gaat in deze theorie om de gepercipieerde factoren, dus niet om bijvoorbeeld een absolute complexiteitsmaat voor een landschap, maar om de complexiteit zoals de waarnemer die ervaart

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie

Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie Het disciplinaire future self als bron van motivatie en activatie Onderwijsproject Faculteit Wetenschappen 2014-2015 promotor: Prof. Dr. Philippe Muchez Het disciplinaire future self Possible selves represent

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn Chapter 4 Understanding Families In this chapter, you will learn Topic 4-1 What Is a Family? In this topic, you will learn about the factors that make the family such an important unit, as well as Roles

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Waar vind je rust? r Fred Woudenberg en Miriam Weber. Haarlem, 29 november 2017

Waar vind je rust? r Fred Woudenberg en Miriam Weber. Haarlem, 29 november 2017 Waar vind je rust? r Fred Woudenberg en Miriam Weber Haarlem, 29 november 2017 Geluid of lawaai? Impact van geluid Gezondheidsimpact van wegverkeersgeluid Geluid gezondheidseffecten Overlijden (tientallen

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Groen en psychologisch welbevinden

Groen en psychologisch welbevinden Groen en psychologisch welbevinden Yannick Joye KULeuven Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Studievoormiddag Groen! 20-05-2011 1. Introductie Wat zou je een vriend aanraden wanneer hij of zij zich gestresseerd

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

Mindset en Effectief studeren

Mindset en Effectief studeren Mindset en Effectief studeren 2015 Geert Jan Roelofs Studieadviseur/docent Julius Instituut Dept. Natuur en Sterrenkunde, UU 1) Je intelligentie is een soort basis eigenschap van je waar je weinig aan

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind?

Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Angstige Vader, Angstig Kind? Wordt de Vader-Kind Angstrelatie Beïnvloed door Angstreducerend Gedrag van de Vader en de Kwantiteit van het Contact tussen Vader en Kind? Sicco de Haan Open Universiteit

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum Ontpopping Veel deelnemende bezoekers zijn dit jaar nog maar één keer in het Van Abbemuseum geweest. De vragenlijst van deze mensen hangt Orgacom in een honingraatpatroon. Bezoekers die vaker komen worden

Nadere informatie

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M. Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M. (Bert) Vrijhoef Take home messages: Voor toekomstbestendige chronische zorg zijn innovaties

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Zuidoost om zich bij de Soa-polikliniek van de GGD Amsterdam te laten Testen op Soa s en Hiv A Qualitative Research

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In dit essay/werkstuk/deze scriptie zal ik nagaan/onderzoeken/evalueren/analyseren Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Om deze

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Understanding and being understood begins with speaking Dutch Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Het formuleren van actieplannen, implementatie intenties en noodplannen bij stoppen. met roken. cessation. Martine Krekt

Het formuleren van actieplannen, implementatie intenties en noodplannen bij stoppen. met roken. cessation. Martine Krekt Het formuleren van actieplannen, implementatie intenties en noodplannen bij stoppen met roken. Formulating action plans, implementation intentions and recovery plans in smoking cessation. Martine Krekt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22618 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Schans, Martin van der Title: Blowup in the complex Ginzburg-Landau equation Issue

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te. De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te Stoppen The Influence of the Innovation Characteristics on the Intention of

Nadere informatie

Memo Academic Skills; the basis for better writers

Memo Academic Skills; the basis for better writers Memo Academic Skills; the basis for better writers With the rise of broader bachelor degrees and the University College, Dutch universities are paying more attention to essays and other written assignments.

Nadere informatie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie University of Groningen Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda University of Groningen Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin

Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin Een kwalitatief onderzoek naar de gepercipieerde (gezondheids)effecten van gezamenlijk tuinieren Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Safety Values in de context van Business Strategy.

Safety Values in de context van Business Strategy. Safety Values in de context van Business Strategy. Annick Starren en Gerard Zwetsloot (TNO) Papendal, 31 maart 2015. NVVK sessie Horen, Zien en Zwijgen. Safety Values in de context van Business strategy.

Nadere informatie