Milieuanalyses Papier en Karton. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuanalyses Papier en Karton. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid"

Transcriptie

1 Milieuanalyses Papier en Karton Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Rapport Delft, juli 2010 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster (CE Delft) M.M (Marijn) Bijleveld (CE Delft)

2 Colofon Bibliotheekgegevens rapport: M.N. (Maartje Sevenster, M. (Marijn) Bijleveld Milieuanalyses Papier en Karton Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Delft, CE Delft, juli 2010 Papier / Milieu / Analyse / Afval / Wetgeving / Ketenbeheer / Milieudruk / Afname / Hergebruik / Energieverbruik / Grondstoffen Publicatienummer: Opdrachtgever: Ministerie van VROM. Alle openbare CE-publicaties zijn verkrijgbaar via Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Maartje Sevenster. copyright, CE Delft, Delft CE Delft Committed to the Environment CE Delft is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau, gespecialiseerd in het ontwikkelen van structurele en innovatieve oplossingen van milieuvraagstukken. Kenmerken van CE-oplossingen zijn: beleidsmatig haalbaar, technisch onderbouwd, economisch verstandig maar ook maatschappelijk rechtvaardig. 2 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

3 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Doel Leeswijzer 7 2 Methode Werkwijze Scope en afbakening Impact assessment, milieuthema s en weegmethoden 12 3 Data Inleiding Referentiescenario Alternatieve grondstoffen Grafische drukkerijen Inzameling drankenkartons 25 4 Resultaten Inleiding Grondstoffen Drukkerijen Inzameling drankenkartons Discussie 33 5 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 37 Literatuurlijst 39 Bijlage A Data referentie 43 A.1 Hoeveelheden en energie 43 A.2 Gegevens energiedragers en papier 44 Bijlage B Modellering scenario s 47 B.1 Alternatieve grondstoffen 47 B.2 Drukkerijen 49 3 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

4 Bijlage C Drankenkartons 51 C.1 Uitgangspunten 51 C.2 Inzamelmethodes 52 C.3 Verwerkingsmethodes 53 C.4 Milieuimpact per ton ingezamelde drankenkartons 57 C.5 Gevoeligheidanalyse 58 Bijlage D ReCiPe 61 D.1 Vertaling midpoint endpoint 61 4 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

5 Samenvatting Ketengericht Afvalbeleid is een nieuwe aanpak in het kader van het Tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2). Voor zeven prioritaire materiaalstromen zal gedurende de tweede planperiode ( ) de ketenaanpak in het afvalbeleid verder worden ingevuld. Richtinggevende doelstelling is om 20% vermindering van milieudruk over de keten te realiseren in Eén van deze stromen is papier en karton. In dit rapport wordt een analyse gemaakt van de milieubelasting die gepaard gaat met het huidige gebruik van papier en karton in Nederland. Dit betreft in totaal kton, waarvan 70 kton drankenkartons. Daarnaast wordt het reductiepotentieel in kaart gebracht van een drietal mogelijke maatregelen: 1. Grondstofvervanging: inzet van alternatieve grondstoffen die oud papier dan wel sulfaatpulp vervangen in de Nederlandse papierproductie. 2. Efficiëntieverbetering drukkerijen: materiaal- en energiebesparing in de grafische offsetdrukkerij. 3. Hergebruik drankenkartons: inzameling en materiaalhergebruik van drankenkartons. Voor grondstofvervanging is gekeken naar de inzet van 5% (naar gewicht) van de alternatieven gras, ontinktingsslib, rejects, bierbostel, vlas en hennep. Naast de inzet van restvezels uit de eigen keten (ontinktingsslib en rejects) lijkt vooral het gebruik van gras als alternatieve grondstof interessant vanuit milieuoogpunt. Efficiëntieverbetering van drukkerijen betreft vooral besparing op elektriciteit en reductie van papieruitval, zoals behaald binnen de Milieucirkel Breda. Uitval van papier bij verwerkers (drukkerijen, verpakkingvullers, etc.) is waarschijnlijk zeer significant. Uit de casus van de Milieucirkel Breda blijkt dat bij die grafische drukkerijen een gemiddeld papierverlies van 20 tot 30% optreedt. In de referentie geeft de nulmeting 444 miljoen ReCiPe-punten. In milieubelasting per persoon komt dit overeen met ruim autokilometers per jaar. De beschouwde maatregelen kunnen besparingen opleveren van 1 tot 5%. Er is geen overlap tussen de maatregelen, dus de besparingen kunnen direct worden opgeteld als meerdere maatregelen tegelijk worden genomen. Dit levert een totaal besparingspotentieel van ongeveer 8%. Voor een complete milieukundige beoordeling van de inzet van alternatieve grondstoffen is meer praktijkinformatie nodig. Overigens is oud papier, naast directe inzet van grasvezel, de meest aantrekkelijke optie vanuit milieuoogpunt. Het verdient daarom ook aanbeveling te overwegen om inzameling buiten Nederland of zelfs buiten Europa te stimuleren. 5 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

6 6 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het kader van de nieuwe ketenaanpak in het Tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2) is een aantal prioritaire afvalstromen geselecteerd. Met behulp van deze stromen zal gedurende de tweede planperiode ( ) de ketenaanpak in het afvalbeleid verder worden ingevuld. Voor elk van de zeven geselecteerde stromen zal daarom een plan van aanpak worden opgesteld om 20% vermindering van milieudruk over de keten te realiseren in Ter ondersteuning van dit plan van aanpak is een milieuanalyse nodig van zowel de status quo (nulmeting) als een beoordeling van het reductiepotentieel. Deze nulmeting moet uiteraard een beeld geven van de huidige situatie, maar kan daarmee ook inzicht geven in mogelijke aangrijpingspunten voor verbetering. Eén van de zeven prioritaire stromen is papier en karton. 1.2 Doel Het centrale doel van dit project is het uitvoeren van de nulmeting van de milieu-impact van de stroom papier en karton. In deze nulmeting wordt de hele keten vanaf de ruwe grondstoffen tot en met de afvalfase meegerekend. Op basis van de nulmeting wordt een beoordeling gemaakt van het potentieel te behalen milieuwinst door een aantal maatregelen. In deze rapportage worden drie maatregelen besproken : Grondstofvervanging: inzet van alternatieve grondstoffen die oud papier dan wel sulfaatpulp vervangen in de Nederlandse papierproductie. Efficiëntieverbetering drukkerijen: materiaal- en energiebesparing in de grafische offsetdrukkerij. Hergebruik drankenkartons: inzameling en materiaalhergebruik van drankenkartons. Een aparte rapportage behandelt de vervanging van geprinte documenten in kantooromgeving door e-readers. Deze rapportage zal eveneens in 2010 worden gepubliceerd. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de algemene methodiek, die ook voor de andere zes prioritaire stromen is toegepast. Hoofdstuk 3 beschrijft de drie types maatregelen die zijn bekeken en de alternatieve scenario s, evenals de gebruikte data en gemaakte aannames. In Hoofdstuk 4 worden de resultaten gepresenteerd. Hoofdstuk 5 sluit af met conclusies en aanbevelingen. 7 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

8 8 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

9 2 Methode 2.1 Werkwijze De Nederlandse papierketen, op basis van consumptie, wordt in totaal gemodelleerd als referentie voor maatregelen. De reden hiervoor is ten eerste dat de maatregel grondstofvervanging de gehele Nederlandse productie aangrijpt en zodoende op alle verschillende eindproducten (verpakkingen, sanitair, grafisch, etc.). Ten tweede zijn voor de schakel papierproductie gegevens gebruikt die voor de industrie als geheel gelden. Onderverdeling naar specifieke producten was hierbij niet haalbaar. Alleen voor drankenkartons is de hele keten apart in kaart gebracht op basis van data uit de algemene database Ecoinvent. De maatregelen grondstofvervanging en efficiëntieverbetering drukkerijen worden daarom ten opzichte van de totale nulmeting weergegeven. De maatregel hergebruik drankenkartons kan ten opzichte van de subketen en de totale nulmeting worden weergegeven. De verbeterpotentiëlen van opties worden zodoende direct ten opzichte van de totale stroom gemeten. Voordeel hiervan is dat opschaling van subketens naar totale stroom niet nodig is. 2.2 Scope en afbakening Het doel van deze studie is het bepalen van de milieubelasting in de totale keten van papierconsumptie in Nederland, om als referentie te dienen voor het bepalen van reductiepotentieel van mogelijke maatregelen. De gehele keten wordt gemodelleerd, van bosbouw tot en met afvalverwerking en recycling van papier. Hiervoor is de keten onderverdeeld in de volgende stappen: productie van grondstoffen, waaronder ingezameld oud papier 1, t.b.v. totale consumptie; productie van papier en karton uit grondstoffen t.b.v. totale consumptie; het drukken en anderszins verwerken van papier en karton voor verschillende eindtoepassingen; de verwerking van restafval en vermeden milieubelasting door energie- en materiaalterugwinning t.b.v. totale consumptie. De deelketens (kranten, verpakkingen, grafisch papier, etc.) zijn dus niet volledig apart gemodelleerd, maar via een totale massabalans van grondstofen basismateriaalproductie. De gegevens betreffende energiegebruik voor basismateriaalproductie zijn alleen in geaggregeerde vorm beschikbaar 2. Uitzondering hierop zijn de drankenkartons, die wel als aparte keten zijn 1 2 Onder grondstoffenstadium vallen de impacts van inzameling en sorteren van oud papier; het uitsparen van sulfaatpulp is meegerekend onder het afvalstadium. Alternatief was om gebruik te maken van Ecoinvent-data, waarmee geen onderscheid tussen pulpproductie en basismateriaalproductie kan worden gemaakt en ook niet tussen NL- en EUaandeel. De nu gebruikte energiegegevens voor de papierindustrie als geheel zijn bovendien actueler. 9 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

10 geïntegreerd, omdat één van de maatregelen zeer specifiek hierop aangrijpt en de modellen in een parallel traject worden gebruikt waarin de kosteneffectiviteit van recycling van drankenkartons wordt bepaald (CE, 2010a). De modellering is deels gebaseerd op Ecoinvent-data 3. Hierin worden kapitaalgoederen meegenomen en deze zijn niet uit de data weg te filteren. Voor data die specifiek voor dit onderzoek zijn verzameld zijn kapitaalgoederen niet geïnventariseerd. Kapitaalgoederen zijn dus alleen in achtergrondprocessen meegenomen. De bijdrage van kapitaalgoederen in dergelijke ketens is ongeveer 1% en de hierdoor geïntroduceerde onnauwkeurigheid is dus kleiner dan 1%. Een belangrijk punt bij het hergebruik van papier is hoe de vermeden productie wordt gemodelleerd. In de keten van Nederlandse papierconsumptie is sprake van een overschot aan ingezameld oud papier ten opzichte van de inzet van oud papier aan het begin van de keten, met name vanwege de lagere inzet van oud papier in het buitenland (aandeel import). We kunnen de recycling dus niet geheel als gesloten kringloop modelleren. Daarom wordt de hoeveelheid oud papier die aan het begin van de keten wordt ingezet afgetrokken van de hoeveelheid oud papier die aan het eind van de keten wordt ingezameld. Dit geeft een overschot aan oud papier en dit overschot spaart sulfaatpulp uit. Ook bij het inzamelen en hergebruiken van drankenkartons gaan we hiervan uit. Uitgangspunt hierbij is dat dit overschot (binnen de Nederlandse keten van consumptie) elders zal worden ingezet in plaats van verse vezel. Zolang de vraag naar oud papier wereldwijd groter is dan het aanbod ervan zal dit effectief het geval zijn, mits de ingezamelde fractie niet om kwalitatieve of hygiënische reden wordt uitgesloten van de algemene stroom oud papier en karton. Er is een aantal beslissingen genomen over allocatie, landgebruik, kortcyclische CO 2 en emissies door LULUCF 4 die voor alle prioritaire stromen binnen Ketengericht Afvalbeleid zijn toegepast. Die worden hieronder besproken. Allocatie In LCA speelt allocatie bij een drietal processen: multi-inputprocessen, zoals afvalverwerking; multi-outputprocessen, zoals processen in landbouwketens waarbij sprake is van meer dan één coproduct (zoals wol en vlees, katoenvezel en katoenolie, etc.); allocatie van vermeden emissies of productie, in het geval van recycling. In deze nulmeting is voor multi-input- en multi-outputprocessen gebruik gemaakt van economische allocatie. Bij economische allocatie gaan we er vanuit dat het coproduct dat het meeste oplevert, in financiële zin, ook verantwoordelijk is voor het grootste deel van de milieu-impact van de voorgaande keten. Hierbij is weliswaar enige variabiliteit in de loop van de tijd mogelijk, vanwege prijsfluctuaties, maar als gekeken wordt naar langjarige gemiddelden dan is dit over het algemeen beperkt (Blonk en Ponsioen, 2009). Alleen bij zeer sterk veranderende markten, zoals in de laatste jaren koolzaad voor olie (biodiesel) in plaats van schroot (veevoer), kunnen grotere verschuivingen optreden. 3 4 Ecoinvent versie 2.2 (mei 2010), Land Use, Land Use Change and Forestry. 10 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

11 Een allocatie van vermeden emissies of productie speelt in het geval van recycling van materialen in open kringloop. Als materiaal uit keten A wordt ingezet in keten B dan is er in het algemeen sprake van vermeden productie (met bijbehorende emissies), maar het is niet eenduidig welke keten hiervoor verantwoordelijk is. Omdat we in deze studie de totale papier- en kartonketen bekijken speelt dit probleem van allocatie niet zo sterk bij recycling van materiaal. In sommige deelproducten (bijvoorbeeld verpakkingen) wordt weliswaar oud papier ingezet dat afkomstig is van andere deelproducten (bijvoorbeeld grafisch papier) maar de besparing valt binnen de totale keten en de allocatie hiervan heeft dus geen invloed op de nulmeting. Alleen de inzameling van oud papier dat volledig buiten de gesloten kringloop valt (overschot ten opzichte van inzet in totale productie) leidt in praktijk tot uitsparing van virgin pulp in een ander systeem (consumptie buiten Nederland). Hiervoor wordt volledige credit gegeven aan de beschouwde stroom papier en karton, omdat in de papierketen in het algemeen de inzameling een groter knelpunt is dan de verwerking van oud papier (vraag is groter dan aanbod). Bij verwerking van restafval met energieopwekking (verbranding in AVI) is een andere keten nodig voor de uitsparing, namelijk de elektriciteitketen. Ook in dit geval is de winst van deze vermeden productie voor 100% toegerekend aan de papierketen, evenals voor de andere prioritaire stromen en conform algemene praktijk. Kortcyclische CO 2 In een LCA is het belangrijk om een beslissing te nemen over hoe kortcyclische CO 2 meegenomen wordt in de analyse. Biotische grondstoffen als katoen, wol en linnen nemen in de productiefase immers CO 2 op. In de afvalfase komt deze CO 2 weer vrij. Er zijn dus twee mogelijkheden: 1. De opgenomen CO 2 meerekenen als hij wordt opgenomen aan het begin van de keten en ook als hij weer vrijkomt aan het eind van de keten. 2. Kortcyclische CO 2 buiten beschouwing laten. Voor een Cradle to Grave-LCA, waarin de complete keten wordt meegenomen, maakt het niet uit welke mogelijkheid gekozen wordt. De resultaten per ketenstap zullen verschillend zijn, maar het overall resultaat is hetzelfde. Voor een Cradle to Gate-LCA, waarin alleen de emissies tot en met productie worden meegenomen, leveren de verschillende methodes echter een verschillend resultaat op. Wordt er voor gekozen kortcyclische CO 2 mee te rekenen, dan wordt bij een Cradle to Gate-LCA de kortcyclische CO 2 wel opgenomen in het product, maar omdat de afvalfase niet meegerekend wordt, wordt de uitstoot van kortcyclische CO 2 ook niet meegerekend. Wordt er voor gekozen kortcyclische CO 2 buiten beschouwing te laten, dan wordt de opname van kortcyclische CO 2 in het product niet meegerekend, waardoor er bij de Gate een verschil tussen de twee benaderingen is ter grootte van de CO 2 -opname 5. In deze studie speelt dit geen rol. Alleen als het kortcyclische CO 2 wordt omgezet in methaan, zoals bij spijsvertering van met name herkauwers (productie van vlees, melk), dan zou strikt genomen de karakterisatiefactor (global warming potential) van methaan moeten worden gecorrigeerd 6. In deze studie is dit niet gedaan. 5 6 Dit is in praktijk met name lastig bij Cradle to Gate-LCA s waarin fossiele en biotische producten vergeleken worden. Dit wordt o.a. voorgeschreven in de PAS2050-richtlijn (BSI, 2008), maar buiten die context wordt het in praktijk (nog) weinig toegepast. 11 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

12 Binnen de in deze studie gebruikte impactmethode, ReCiPe (zie Paragraaf 2.3), wordt kortcyclische CO 2 volledig buiten beschouwing gelaten en dat is in deze studie dan ook gedaan. Dit betekent dat cijfers voor papierproductie geen CO 2 -opname bevatten en cijfers voor afvalverwerking geen emissies van CO 2. Over de hele keten is het effect netto nul. Landgebruik en LULUCF Landgebruik is een belangrijk thema, maar het heeft een aparte status ten opzichte van de andere te beschouwen thema s. Landgebruik op zich is in feite geen milieu-impact maar een milieu-ingreep die tot effecten leidt, zoals verlies aan biodiversiteit, veranderde waterhuishouding, etc. Al deze effecten zijn in grote mate afhankelijk van de precieze locatie waar het landgebruik optreedt en dit is in een levenscyclusinventarisatie over het algemeen slecht in kaart te brengen. Omdat de effecten potentieel zeer belangrijk zijn, is landgebruik als indicator opgenomen. Het al of niet meenemen van landgebruik is bijvoorbeeld cruciaal in het beoordelen van recycling van hernieuwbare materialen zoals papier. Daarnaast kan er sprake zijn van landtransformatie (land use change), zoals ontbossing voor nieuwe landbouwgronden. Hierbij treden zeer significante verliezen van biodiversiteit op en daarnaast emissies van broeikasgassen. Het precies toerekenen van landtransformatie aan een bepaald product is lastig, omdat het meestal ondoenlijk is een product terug te traceren tot een bepaald stuk landoppervlak. Vanwege deze onduidelijkheid wordt LUC en de effecten van LUC niet meegenomen in de nulmetingen van de prioritaire stromen. Ook sinks 7 en emissies als gevolg van landgebruik worden niet meegerekend. Het is moeilijk in te schatten wat het effect hiervan is op de papierketen. Landtransformatie en emissies door veranderde koolstofhuishouding in de bodem zijn in ieder geval veel minder een issue dan in de voedselketen. Bij sterk toenemende vraag naar papier of verplaatsing van de productie van virgin pulp naar nieuwe gebieden kan dit wel veranderen. Het buiten beschouwing laten betekent hoe dan ook een onderschatting van de totale impact. Vanwege grote onzekerheid in zowel meting als toerekening van deze effecten is dit zoals gezegd buiten beschouwing gelaten. Dit betekent uiteraard dat het ook bij het berekenen van verbeteropties buiten beschouwing moet worden gelaten. Hiermee is dus zowel de nulmeting als het reductiepotentieel in absolute zin lager. Bij eventuele reductiemaatregelen moet wel worden opgelet dat deze niet tot toename van landtransformatie leiden, aangezien dit buiten beeld valt. 2.3 Impact assessment, milieuthema s en weegmethoden Nadat in de LCA-methode het doel en het kader zijn vastgesteld en data zijn verzameld, wordt een totaal inventarisatieresultaat berekend. Dit inventarisatieresultaat is een erg lange lijst van emissies, verbruikte grondstoffen en soms ook andere onderwerpen. De interpretatie van deze lijst is moeilijk. Een levenscyclusimpact beoordeling (life cycle impact assessment, LCIA) methode helpt bij de interpretatie. De LCIA-resultaten in dit rapport zijn berekend met de ReCiPe-methode, die voortbouwt op de veelgebruikte Eco-indicator 99- en CML2-methoden. 7 Opslag van koolstof in de bodem als gevolg van natuurlijke processen. 12 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

13 2.3.1 ReCiPe Het hoofddoel van de ReCiPe-methode, is om de lange lijst met inventarisatieresultaten om te zetten in een beperkt aantal indicatorscores. Deze indicatorscores geven de relatieve ernst van een milieu-impactcategorie weer. In ReCiPe worden indicatoren op drie niveaus onderscheiden: 1. Achttien midpointindicatoren. 2. Drie endpointindicatoren. 3. Één single score-indicator. ReCiPe gebruikt een milieumechanisme als basis voor de modellering. Een milieumechanisme kan worden gezien als een reeks van effecten (oorzaakgevolgketen) die samen een bepaald niveau van schade veroorzaken aan bijvoorbeeld humane gezondheid of ecosystemen. Voor klimaatverandering bijvoorbeeld weten we dat een aantal stoffen de stralingsforcering laten toenemen, wat betekent dat voorkomen wordt dat warmte wordt uitgestraald van de aarde naar de ruimte. Het resultaat is dat meer energie op aarde blijft en dat de temperatuur stijgt. Als gevolg daarvan kunnen we verwachten dat veranderingen in natuurlijke leefomgeving voor levende organismen optreden, met als mogelijke consequentie dat soorten kunnen uitsterven. Dit voorbeeld wordt weergegeven in Figuur 1. Figuur 1 Voorbeeld van een geharmoniseerd midpoint-endpointmodel voor klimaatverandering, gekoppeld aan ecosysteemschade Bron: Uit dit voorbeeld wordt duidelijk dat naarmate men het milieumechanisme langer maakt, de onzekerheden toenemen. De stralingsforcering (in Figuur 1 IPCC equivalency factors ) is een fysieke parameter, die relatief eenvoudig in een laboratorium kan worden gemeten. De temperatuurtoename als gevolg daarvan is minder eenvoudig vast te stellen, omdat er vele parallelle positieve en negatieve consequenties zijn. Ons begrip van de verwachte verandering in natuurlijke leefomgeving is ook niet volledig, enzovoorts. 13 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

14 Het duidelijke voordeel van alleen de eerste stap nemen is dus de relatief lage onzekerheid, maar het nadeel is dat de stralingsforcering ons niet direct iets zegt over de merkbare gevolgen. Daarom is het minder makkelijk te interpreteren en te vergelijken met andere milieu-impacts ReCiPe combineert mid- en endpoints In ReCiPe zijn factoren berekend voor achttien van dergelijke midpointindicatoren, maar ook voor drie veel onzekerder endpointindicatoren. De reden om ook de endpointindicatoren te berekenen, is dat het grote aantal midpointindicatoren erg moeilijk te interpreteren is, deels omdat het er zoveel zijn, deels omdat ze een erg abstracte betekenis hebben. Hoe moet je stralingsforcering vergelijken met basis verzadigingsgetallen die verzuring uitdrukken? De indicatoren op het endpointlevel zijn bedoeld om eenvoudiger interpretatie te faciliteren, doordat het er maar drie zijn en doordat ze begrijpelijker zijn. Het idee is dat elke gebruiker kan kiezen op welk niveau hij het resultaat wil hebben: achttien relatief robuuste midpoints, die echter niet eenvoudig te interpreteren zijn; drie eenvoudig te begrijpen, maar onzekerder, endpoints: schade aan humane gezondheid ( verloren levensjaren/kwaliteit ); schade aan ecosystemen ( verloren soorten maal tijdsduur ); schade aan grondstoffen beschikbaarheid ( toegenomen kosten van winning ). De gebruiker kan zo kiezen tussen onzekerheid in de indicatoren zelf en onzekerheid in de correcte interpretatie van de indicatoren. Omdat in dit onderzoek het bepalen van een relatieve reductie centraal staat, is juist de interpretatie van de indicatoren (onderlinge verhouding van verschillende impactcategorieën) van belang. Daarom is de keuze gemaakt voor endpoint. Figuur 2 geeft de globale structuur van de methode. Figuur 2 Globale structuur van de ReCiPe-methode Bron: 14 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

15 De factoren die tussen midpointcategorieën en endpointcategorieën zitten, worden gegeven in Bijlage D. Merk op dat waterconsumptie en mariene vermesting niet op endpoint meetellen. De midpointcategorie klimaatverandering daarentegen leidt tot schade aan zowel gezondheid als aan ecosystemen. In Tabel 1 staat een overzicht van de milieuthema s die in de nulmeting meegenomen worden, met de Engelse en Nederlandse namen en namen zoals gebruikt in figuren en tabellen. In de nulmeting is de categorie landtransformatie buiten beschouwing gelaten (zie Paragraaf 2.2). Om de totale impact te kunnen bepalen, is het nodig om de scores op de verschillende impactcategorieën te wegen. Hiervoor wordt de ReCiPe H/A-weegset gebruikt, met Europese normalisatie. Deze weegset is standaard in ReCiPe beschikbaar en geeft een gewicht van 40% aan humane gezondheid en ecosystemen en een gewicht van 20% aan uitputting van grondstoffen. Wanneer in deze rapportage milieubelasting zonder nadere toelichting staat, dan wordt het éénpuntsresultaat bedoeld volgens deze weegset 8. Dit is de basis voor de nulmetingen ten behoeve van het toetsen van de milieu-impact reductiedoelstellingen. Tabel 1 Impactcategorieën (midpointindicatoren) Impact category Unit NL naam NL naam - kort Climate change Human Health DALY (a) Klimaatverandering, Klimaat, gezond humane gezondheid Climate change Ecosystems Species. yr Klimaatverandering, Klimaat, eco ecosystemen Ozone depletion DALY Ozonlaagaantasting Ozonlaag Terrestrial acidification Species. yr Verzuring, bodem Verzuring Freshwater eutrophication Species. yr Vermesting, zoetwater Vermesting Marine eutrophication (b) Human toxicity DALY Humane toxiciteit Humane tox. Photochemical oxidant formation DALY Smogvorming Smog Particulate matter formation DALY Fijn stofvorming Fijn stof Terrestrial ecotoxicity Species. yr Ecotoxiciteit, bodem Ecotox, bodem Freshwater ecotoxicity Species. yr Ecotoxiciteit, zoetwater Ecotox, zoetw. Marine ecotoxicity Species. yr Ecotoxiciteit, zoutwater Ecotox, zoutw. Ionising radiation DALY Ioniserende straling Straling Agricultural land occupation Species. yr Landgebruik, agrarisch Land, agr. Urban land occupation Species. yr Landgebruik, urbaan Land, urb. Water depletion (b) Minerals depletion $ Uitputting, Uitp. mineraal mineralen/metalen Fossil depletion $ Uitputting, fossiel Uitp. fossiel (a) Disability Adjusted Life Year. (b) Deze categorieën tellen niet mee op endpointniveau. 8 ReCiPe 2008 method, version 1.02, October 19 th Aangepast aan deze analyse door expliciet uitsluiten van land transformation en CO 2 van land transformation, normalisatie zonder de bijdrage van land transformation en karakterisatiefactor PM formation voor PM 2.5 die 1,577 maal hoger is dan voor PM Juli Milieuanalyses Papier en Karton

16 2.3.3 Korte toelichting per ReCiPe midpoint Klimaatverandering, humane gezondheid en klimaatver andering, ecosystemen K limaatverandering, het versterkt broeikaseffect, veroorzaakt een aantal milieumechanismen die zowel de endpoint humane gezondheid als ecosystemen beïnvloeden. Omdat deze endpoints in verschillende eenheden worden uitgedrukt (DALY en Species. yr) zijn ze al op midpointniveau opgesplitst. Koolstofdioxide (CO2) is het bekendste broeikasgas. Ozonlaagaantasting Tussen ongeveer 15 en 30 kilometer hoogte bevindt zich het meeste ozon en dat deel van de atmosfeer wordt daarom ook wel de ozonlaag genoemd. De ozonlaag neemt een belangrijk deel van de voor het leven schadelijke u ltraviolette straling (UV) van de zon op. De dikte van de oz onlaag is vooral sinds de jaren tachtig afgenom en. Boven de Zuidpool is steeds in het voorjaar e nige tijd ruim de helft van het ozon verdwenen. Ook boven onze streken is de o zonlaag dunner geworden. Ook hier is deze ozonafname het grootst in het voorjaar, terwijl in de herfst nauwelijks minder is gemeten. De ozonlaag wordt aangetast door bepaalde gassen zoals chloorfluorkoolwaters toffen (CFK s). Deze komen in de ozonlaag terecht, desintegreren daar en de chlooratomen breken de ozonmoleculen af tot chloormonoxide en gewone zuurstof (Cl + O 3 ClO + O 2 ). Vervolgens doet de UV-straling het chloormonoxide- molecuul weer uiteenvallen in twee vrije atomen, waarna het chlooratoom weer een nieuw ozonmolecuul ontbindt. Verzuring, bodem Verzuring van bodem (of water) is een gevolg van de emissie van vervuilende gassen door fabrieken, landbouwbedrijven, elektriciteitscentrales en voertuigen. De uitstoot bevat onder andere zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofoxiden (NO x ), ammoniak (NH 3 ) en vluchtige organische stoffen (VOS). Deze verzurende stoffen komen via lucht of water in de grond terecht. Dat wordt zure depositie genoemd. De stoffen dringen via bladeren en wortels in planten en bomen, waardoor deze vatbaarder worden voor ziekten. Zure depositie tast ook rivieren en meren, en uiteindelijk de dieren die er in leven of uit drinken, aan door hogere zuur- en aluminiumconcentraties. Vermesting, zoetwater Vermesting (ook: eutrofiëring) is de vergroting van de voedselrijkdom in met name water. In de biologie wordt hiermee het verschijnsel aangeduid dat door toevoer van een overmaat aan voedingsstoffen een sterke groei en vermeerdering van bepaalde soorten optreedt, waarbij meestal de soortenrijkheid of biodiversiteit sterk afneemt. Eutrofiëring treedt bijvoorbeeld op in zoetwater waar door uitspoeling veel meststoffen in terecht komen, met name stikstof en fosfaat afkomstig van mest en kunstmest uit de agrarische industrie. Het resultaat is een sterke algenbloei. Dit kan herkend worden aan donkere wateren die daarnaast ook behoorlijk stinken. Eutrofiëring kan leiden tot hypoxie, een tekort aan zuurstof in water. Humane toxiciteit Onder humane toxiciteit worden emissies naar lucht, water of bodem beschouwd die (uiteindelijk) resulteren in schade voor de humane gezondheid. 16 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

17 Smogvorming Smog, een combinatie van de Engelse woorden smoke en fog, is luchtvervuiling, door rook en uitlaatgassen vervuilde mist die in een bepaalde periode opeens sterk toeneemt, met mogelijk nadelige gevolgen voor de gezondheid. De stoffen die invloed hebben op het ontstaan van smog zijn vooral ozon en fijn stof en in mindere mate stikstofdioxide en zwaveldioxide. Fijn stofvorming Tot fijn stof worden in de lucht zwevende deeltjes kleiner dan 10 micrometer gerekend. Fijn stof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte, herkomst en chemische samenstelling. Fijn stof is bij inademing schadelijk voor de gezond- chronische blootstelling aan fijn stof hun symptomen en het belemmert de heid. Bij mensen met luchtwegaandoeningen en hart- en vaatziekten verergert ontwikkeling van de longen bij kinderen. De normen voor fijn stof worden in Europa op veel plaatsen overschreden, vooral langs drukke wegen. Ecotoxiciteit, bodem, zoetwater, zoutwater Onder ecotoxiciteit worden emissies naar lucht, water of bodem beschouwd die (uiteindelijk) resulteren in schade voor het ecosysteem in respectievelijk bodem, zoetwater en zoutwater. Ioniserende straling Ioniserende straling (ook wel radioactieve straling genoemd) is het gevolg van het uiteenvallen van radioactieve atomen zoals Uranium-235, Krypton-85 en Jodium-129. Er zijn twee typen ioniserende straling: deeltjesstraling (alfastraling, bètastraling, neutronen, protonen) en hoogenergetische elektromagnetische straling (röntgenstraling, gammastraling). Ioniserende straling kan DNA-schade veroorzaken en kankerverwekkend zijn. Landgebruik, agrarisch en urbaan De landgebruik impactcategorie geeft de schade weer aan ecosystemen door effecten van het bezet houden van land gedurende een bepaalde tijd. Vanwege gebrek aan en onzekerheid over de inventarisatiedata is de ReCiPecategorietransformatie bij de in dit rapport gepresenteerde resultaten buiten beschouwing gebleven (zie Paragraaf 2.2). Uitputting, mineralen en fossiel Gebruik van minerale grondstoffen en fossiele brandstoffen wordt gewogen met een factor die hoger is naarmate het voorkomen op aarde beperkter en de concentratie lager zijn. De maat is marginale kostentoename van de winning (in Dollars per kg). 17 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

18 18 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

19 3 Data 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven we de gebruikte uitgangspunten en data die ten grondslag liggen aan de nulmeting. Eerst worden de uitgangspunten voor het referentiescenario (nulmeting) beschreven. Vervolgens gaan we in op de veranderingen die hierin optreden als gevolg van de drie gekozen maatregelen: Grondstofvervanging: inzet van alternatieve grondstoffen die oud papier dan wel sulfaatpulp vervangen in de Nederlandse papierproductie. Efficiëntieverbetering drukkerijen: materiaal- en energiebesparing in de grafische offsetdrukkerij. Hergebruik drankenkartons: inzameling en materiaalhergebruik van drankenkartons. 3.2 Referentiescenario Voor de nulmeting gaan we uit van de totale Nederlandse consumptie, inclusief uitval in de schakels tussen productie en consument (uitgeverij, drukkerij, etc.). De massabalans die hiervoor is gebruikt, wordt gegeven in Tabel 2. Tabel 2 Totale massabalans Nederlandse papierketen Omvang Eenheid Bron Consumptie kton Koninklijke VNP, online statistieken, jaar 2008 Inzameling OPK kton Koninklijke VNP, online statistieken, jaar 2008 Restafval 411 kton Afgeleid Nederlandse productie 774 kton Binnenlandse afzet 26%, Koninklijke VNP Jaarcijfers 2008 Import kton Afgeleid Inzet secundair NL 75 % Koninklijke VNP, online statistieken, jaar 2008 Inzet secundair import 57 % CEPI 2003, gecorrigeerd voor drankenkartons (70 kton, import) Inzameling OPK 87 % Afgeleid Inzameling OPK 89 % Correctie voor drankenkartons (70 kton) De cijfers in Tabel 2 waarbij afgeleid vermeld staat, zijn uit de relevante andere cijfers in de tabel berekend. Tussen inzameling en inzet van oud papier en karton (OPK) wordt een uitvalpercentage van 2% gehanteerd. Het resterende verschil tussen inzameling en inzet (NL + import) wordt als uitgespaard sulfaatpulp (ton/ton) in de modellering meegenomen. Uitgangspunt hierbij is dat het ingezamelde papier ook buiten het hier direct gemodelleerde systeem zal leiden tot uitsparing van virgin vezel, zolang de 19 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

20 vraag naar oud papier groter is dan het aanbod. Van virgin vezel is wereldwijd ongeveer 75% chemisch pulp (Das & Houtman, 2004). Van de kton papier en karton die in Nederland worden gebruikt is 70 kton drankenkartons. Deze zijn met het oog op de derde casus apart in beeld gebracht. In Tabel 3 staat het referentiescenario in meer detail weer- basiscijfers uit Tabel 2 komen hierin uiteraard weer terug en gegeven. De worden aangevuld met energie- en grondstofgebruik. Tabel 3 Referentiescenario (hoeveelheden per jaar, 2008) NL productie Import Drankenkarton (import) Totaal Opmerking Massabalans Kton Drankenkartons aparte stroom; samenstelling, etc., zie Bijlage C Inzet OPK, % 75% 57% 61% Inzet OPK, kton 580, ,8 (0) 1.902,4 Virgin vezel en vulmateriaal 193, , ,6 Samenstelling zie Tabel 4 (kton) Alternatieve vezel In referentiescenario nog nul Inzameling (kton) ,0 Op basis van 89% (gecorrigeerd voor drankenkartons) Overschot (kton) ,4 Inzameling * 98% minus inzet Uitgespaard ,4 sulfaatpulp (kton) Papier- naar (70) 411,0 restafval (kton) Productie Elektriciteit 206, , ,3 Zie Bijlage A.1 (netto TJ) Gas input cogen 6.758, , ,5 Zie Bijlage A.1 (netto TJ) Restwarmte (TJ) -14,2 0-14,2 Zie Bijlage A.1 Verwerking (kton verwerkt) Verpakkingen, offset printing (70) 1.261,8 Zie Bijlage A.1, Invulling milieu-impacts Ecoinvent Grafisch, print en kopieer 433,8 Zie Bijlage A.1, Invulling milieu-impacts Ecoinvent, EnergyStar Grafisch, druk 707,8 Zie Bijlage A.1, Invulling milieu-impacts volgens Milieucirkel (zie Paragraaf 3.4) Kranten 412,2 Zie Bijlage A.1, Invulling milieu-impacts op basis van Wegener, Juli Milieuanalyses Papier en Karton

21 De mix van virgin vezelgebruik en vulstoffen is afgeleid uit gegevens voor de Nederlandse productie (Koninklijke VNP Jaarcijfers 2008, samenstelling vulstoffen gemiddeld op basis van Ecoinvent). Het aandeel geïntegreerde productie in Nederland van het totaal aan verse vezel betreft thermomechanische pulp. De geïmporteerde verse vezel betreft chemisch pulp. Voor het modelleren hiervan is sulfaatpulp gebruikt; er is echter weinig verschil in milieu-impact tussen de Ecoinvent-processen sulfaat- en sulfietpulp. In de CEPI-landen gemiddeld (deel import) is het aandeel mechanisch pulp iets hoger dan in Nederland (CEPI, 2003). Tabel 4 Samenstelling virgin vezel en vulmidd elen in referentie, op basis van NL productie (vezel, VNP, 2008) en Ecoin vent (vulmiddelen) NL Import Invulling materiaal milieuprofiel Sulfaatpulp 61,3% 56,9% Ecoinvent, gemiddelde mix TMP 21,4% 25,8% Eco invent, niet-geintegreerd Kaolin 7,5% 7,5% Ecoinvent Limestone 7,5% 7,5% Ecoinvent Zetmeel 2,4% 2,4% Ecoinvent (aardappel) Merk op dat ook de geïntegreerde productie met mechanisch pulp is gemodelleerd als niet-geïntegreerd. Dit betekent dat een onnodige droogstap in het proces wordt meege nomen; h iervoor kan lastig gecorrigeerd worden o mdat in Ecoinvent de droogstap niet te isoleren is van de andere processen. Op de totale score draagt het aandeel TMP 6% bij. Het aandeel van de droogstap aan TMP is naar schatting 1%. De onnodige droogstap zal dus naar schatting de score met ongeveer 0,5% verhogen. Details over de gebruikte inventarisatie van emissies en dergelijke voor energiegebruik en materialen worden gegeven in B ijlage A Alternatieve grondstoffen In deze casus wordt gekeken naar het gebruik van alternatieve grondstoffen. Deels betreft dit grondstoffen die qua vezeleigenschappen op oud papier lijken, deels betreft het grondstoffen met langere vezels die in plaats van verse vezel (chemisch pulp) kunnen worden ingezet. Voor elk van de grondstoffen die als oud papier kunnen worden ingezet wordt h et alternatieve scenario gebruikt d at in Tabel 5 is weerg egeven. Ten opzichte van het referentiescenario veranderen alleen de getallen voor inzet van oud papier en karton, inzet van alternatieve vezel en voor overschot aan OPK. In het aandeel import verandert niets. 21 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

22 Tabel 5 Scenario inzet alternatief, 5% vervanging OPK (rood = wijzigingen) Nederlandse productie Import Drankenkarton Totaal Massabalans Kton Inzet OPK, % 70% 57% 59% Inzet OPK, kton 541, , ,7 Virgin vezel en vulmateriaal 193, , ,6 (kton) Alternatieve vezel 38,7 0 38,7 Inzameling (kton) ,0 Overschot (kton) ,1 Uitgespaard sulfaatpulp (kton) ,1 Papier naar restafval (kton) ,0 Uitgangspunt is dat het energiegebruik van papierproductie niet verandert. Er is voor diverse grondstoffen een bewerkingss tap nodig voordat de vezels kunnen worden ingezet in de productie, dit geldt echter ook voor de verse vezel op basis van hout. Het is niet voldoende bekend of, en zo ja, welke verschillen hierin te verwachten zijn. Wel is bekend dat bij gebruik van bierbostel energiebesparing te verwachten is in het droogproces. In dat geval is er dus sprake van energiewinst ten opzichte van het standaardproces. Ook dit is niet in de berekeningen meegenomen. In Paragaaf gaan we in op hoeveel verschil in energiegebruik de te verwachten milieuwinst ongedaan zou maken. Voor elk van de grondstoffen die in plaats van verse vezel kunnen worden ingezet wordt het alternatieve scenario gebruikt dat in Tabel 6 is weergegeven. Ten opzichte van het referentiescenario veranderen alleen de getallen voor inzet van verse vezel (sulfaatpulp) en alternatieve vezel in de Nederlandse productie. Tabel 6 Scenario inzet alternatief, 5% vervanging sulfaat pulp (rood = wijzigingen) Nederlandse productie Import Drankenkarton Totaal Massabalans Kton Inzet OPK, % 75% 57% 60% Inzet OPK, kton 580, , ,4 Virgin vezel en vulmateriaal (kton) 154, , , kton minder sulfaatpulp in NL productie t.o.v. Tabel 4 Alternatieve vezel 38,7 0 38,7 Inzameling (kton) ,0 Overschot (kton) ,4 Uitgespaard sulfaatpulp (kton) ,4 Papier naar restafval (kton) (70) 411,0 22 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

23 3.3.1 Te bekijken grondstoffen In de berekeningen is een aantal grondst offen meegenomen: Gras, zowel directe inzet van gras als vezel (geen bewerking nodig) als het vezeldeel van vergisting en fermentatie van gras, met coproductie van ethanol/methaan en eiwitten. Bierbostel, bijproduct van bier, op dit moment vrijwel volledig ingezet als diervoeder. Rejects en ontinktingsslib, beide reststromen van de verwerking en inzet van oud papier uit de industrie zelf, die op dit moment buiten de papierketen worden ingezet in energie- en/of materiaalterugwinning; Vezelgewassen vlas en hennep, die speciaal voor gebruik gekweekt zouden kunnen worden. De huidige commerciële kweek van hennep in Nederland is waarschijnlijk klein; het CBS geeft geen cijfers sin ds I n Tabel 7 geven we een overzicht van de grondstoffen. Tabel 7 Overzicht beschouwde alternatieve grondstoffen en parameters Huidige toepassing Vervanging OPK (ton/ton d.s.) Vervanging chemisch pulp (ton/ton d.s.) Beschikbaar (kton d.s./jaar) T.o.v. 774 kton productie Aanpassing papierproductie? Energie voorbewerking Gras Gras Gras Bier- Rejects OI slib Vlas Hennep Direct Vergisting Fermentatie bostel Geen Geen Geen Veevoer Secundaire CDEM Geen Geen brandstof (b) +/ (a) Onbekend +/- 100% 13% 4% 6,5% 1,5% Reductie Extra energie zetmeel droogbehoefte nodig Middel Middel Middel Hoog Laag Laag (a) Oogst in Nederland in 2008 (CBS Statline). (b) Natuurgras (40% droge stof) (Koppejan et al., 2009). Voor zowel grasvezels als de beide vezelgew assen is geen rekening gehouden m et huidige inzet en dus verschuivingen in andere ketens. Voor vlas en hennep is het onwaarschijnlijk dat de inzet in papierproductie ten koste van andere toepassingen zou gaan. Wel zou de nodige uitbreiding van areaal uiteraard ten koste gaan van andere gewassen. De effecten hiervan zouden in meer detail moeten worden bekeken, indien dit een interessante optie lijkt. De teelt van hennep en vlas zou in dat geval direct met bosbouw moeten worden vergeleken in termen van opbrengsten per hectare, effecten van land 23 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

24 management (ploegen, bemesting, etc.) en risico s op landtransformatie en ontbossing. In deze studie is alleen rekening gehouden met biodiversiteit- dat op dit moment gecomposteerd effecten van het gebruik van landoppervlak. Voor gras wordt uitgegaan van natuurgras zou worden. Bij gebrek aan goede data voor het composteren van gras wordt het proces vermeden composteren buiten beschouwing gelaten. Het is waarschijnlijk dat bij meenemen van dit proces, de score van natuurgras lager zou worden (zie Paragraaf 4.2), omdat het composteren in het algemeen een netto milieubelasting heeft ondanks uitgespaarde meststoffen. Er zijn wel andere mogelijke toepassingen van natuurgras, zoals covergisting met mest of andere hoogenergetische toepassingen. Vergelijking hiermee wordt niet gemaakt in deze studie, omdat de status quo uitgangspunt is. Tot slot merken we op dat de gemaakte vergelijking niet opgaat voor natuurgras dat in de huidige situatie ter plekke achterblijft. In dat geval zou toepassing als papiergrondstof namelijk een verandering in de lokale koolstofbalans gaan veroorzaken en zou dit effect moeten worden meegenomen. De details van de milieuana lyse wo rden gegev en in Bijl age B Grafische drukkerijen Voor de casus efficiëntieverbetering grafische drukkerijen is gebruik gemaakt van ervaringen uit de Grafische Milieucirkel Breda 9. Hierin is een aantal drukkerijen verenigd, die via de Milieubarometer 10 een aantal indicatoren m onitoren. In Tabel 8 worden de in deze studie beschouwde parameters weergegeven, met zowel gemiddelde waarden als beste waarden voor de deelnemende bedrijven. Tabel 8 Gegevens grafische offsetdru kkerijen, Grafische Milieucirkel Breda Milieuaspect Invulling Eenheid Gemiddeld Beste Grote drukkerijen Elektriciteit Elektriciteit/kg papierdoorzet kwh/kg 0,66 0,34 Papierverlies Percentage papierverlies % Water Water/kg papierdoorzet liter/kg 1,07 0,62 IPA-verbruik (a) IPA/ton papierdoorzet liter/ton 4,74 1,47 Kleine drukkerijen Elektriciteit Elektriciteit/kg papierdoorzet kwh/kg 1,0 0,34 Papierverlies Percentage % papierverlies Water Water/kg papierdoorzet liter/kg 2,9 1,35 IPA-verbruik (a) IPA/ton papierdoorzet liter/ton 4,74 1,47 (a) Isopropylalchohol. In het referentiescenario (Tabel 2) gaan we uit van een 50/50-verdeling van het drukken van grafisch papier (naar kton) over kleine en grote drukkerijen met gemiddelde prestatie. De verbeteroptie is dan dat de prestatie van drukkerijen verbetert van gemiddeld met de helft van het verschil tussen Juli Milieuanalyses Papier en Karton

25 gemiddeld en best. De beste scores in Tabel 8 zijn namelijk per categorie bepaald en het is niet waarschijnlijk dat er bedrijfsomstandigheden bestaan waarbij op alle onderdelen tegelijk best gescoord kan worden. Om een schatting te maken van het verbeterpotentieel voor de gehele drukkerij is daarom de helft van de verbetering voor elk onderdeel genomen. De details van de milieuanalyse worden gegeven in Bijlage B Inzameling drankenkartons Op dit moment worden verreweg de meeste drankenkartons (96%) meegegeven met het restafval en verbrand in een AVI. Alternatieve afvalverwerking is mogelijk via ofwel mechanische nascheiding ofwel gescheiden inzameling, apart dan wel samen met bijvoorbeeld kunststoffen. In het geval van mechanische nascheiding is hergebruik van het materiaal niet mogelijk vanwege hygiënische overwegingen. Daarom is alleen energie- met hoog rendement (bijstook in een kolencentrale) een optie. terugwinning In geval van gescheiden inzameling zijn diverse recyclingopties mogelijk: volledig hergebruik; volledige bijstook cementoven; hergebruik LPB 11 en aluminium, polyethyleen (PE) vergassen; hergebruik LPB, PE en aluminium bijstoken in cementoven. Inzameling kan lopen via een haalsysteem, bijvoorbeeld een kunststofdrankenkarton-zak in huis, of een brengsysteem, zoals een wijkcontainer. Alles bij elkaar geeft dit in theorie achttien mogelijkheden. Voor tien hiervan is het milieueffect van de verwerkingsroute per kton drankenkarton bepaald (zie Bijlage C). Het verschil tussen het haalsysteem en het brengsysteem is in praktijk verwaarloosbaar. Een klein verschil wordt veroorzaakt door het al of niet samen met kunststof ophalen; de scheidingsstap die dan nodig is vergt extra energie. We beschouwen als significante verbeteropties gescheiden inzameling met recycling van papierdeel, met bijstook van PE en aluminium in een cementoven, en gescheiden inzameling met volledige materiaalrecycling. Hiermee wordt de grootste winst gehaald ten opzichte van verbrand ing in AVI (zie Bijlage C). Het effect van het precieze inzamelsys teem is niet significant 12. Geen enkel inzamelsysteem zal 100% effectief zijn en ook in de toekomst zal naar verwachting dus een deel van de afvalverwerking dus nog steeds in AVI s plaatsvinden. Voor d oorrekening van de verbeteropties gaan we uit van een inzamelpercentage van 50%. Voor de referentie gaan we uit van 100% verwerking via AVI; o p dit moment wordt slechts ongeveer 4% van de dranken- gescheiden ingezameld. kartons De details van de milieuanalyse worden gegeven in Bijlage C Liquid Packaging Board, het kartonnen deel van een drankenkarton. Zie echter CE (2010a) voor een discussie over mogelijke vervuiling van kunststoffen door zuivel in drankenkartons. 25 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

26 26 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

27 4 Resultaten 4.1 Inleiding Op basis van de data beschreven in Hoofdstuk 3 zijn de ReCiPe-scores voor verschillende scenario s bepaald. In dit hoofdstuk geven we de resultaten voor de casus alternatieve grondstoffen en efficiëntieverbetering drukkerijen. Waar onderscheid wordt gemaakt naar ketenfase gaan we uit van de volgende indeling: Grondstoffen: winning (teelt, bosbouw) en verdere ketenstappen tot aan inzet in de papierfabriek. Diverse bestanddelen worden voor zover mogelijk apart weergegeven. Productie: productie van het basismateriaal (grafisch papier, massief karton, etc.) uit de grondstoffen. Drukken: gebruik van basismateriaal zowel commercieel als door consument, bedrukken en vouwen van verpakkingen, bedrukken (printen, kopiëren) van papier. Afval: onderscheid naar restafval, waaronder emissies van verbranding in AVI en vermeden energieopwekking en uitgespaard sulfaatpulp door materiaalhergebruik. 4.2 Grondstoffen De milieuscores per kg voor de alternatieve grondstoffen zoals besproken in Hoofdstuk 3 kunnen worden weergegeven naast de traditionele grondstoffen sulfaatpulp, sulfietpulp, thermo-mechanisch pulp (TMP) en oud papier (alle vier volgens Ecoinvent). Figuur 3 Scores per kg grondstof, zoals ingezet in papierproductie (cijfers geven netto totaal) ReCiPe-punten per kg (droge stof) Overig Uitputting, fossiel Landgebruik Fijnstof vorming Klimaat Grasvezel, vergisting Grasvezel, fermentatie Gras, direct Sulfaatpulp Sulfietpulp TMP Bierbostel Rejects OI slib Vlas Hennep Oud papier 27 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

28 We zien dat grasvezel, bij directe inzet, dezelfde score heeft als oud papier. Dit is naar verwachting, omdat voor beide alleen de inzameltransporten meetellen. Ontinktingsslib en bierbostel zijn ook alternatieven met lage milieu-impact. Vervolgens kunnen we zeggen dat de scores van grasvezel uit vergisting of fermentatie en rejects ongeveer gelijk scoren. Voor deze grondstoffen is de score hoger dan voor TMP maar belangrijk lager dan voor chemisch pulp. De productie van vlas en hennep tenslotte leidt tot meer impacts dan chemisch pulp. De negatieve impact in de overige categorieën betreft vrijwel volledig de uitgespaarde emissie van het insecticide cypermethrin dat een extreem hoge toxische impact heeft en dat bij raapzaadteelt wordt gebruikt (zie Bijlage B.1 voor aannames over veevoervervanging). Dat de score van grasvezels uit vergisting of fermentatie zoveel hoger is dan gewoon gras lijkt op het eerste gezicht verbazend, omdat er tenslotte sprake is van coproducten waar ook een deel van de milieubelasting aan toegerekend wordt. Ongeveer 60% van de milieuscore van vezel uit grasraffinage bestaat uit de productie van het gras. Zoals gezegd, bij directe inzet van grasvezel wordt aangenomen dat dit natuurgras betreft, waardoor er geen impact van productie is (maar zie opmerkingen Paragraaf 3.3.1). Zelfs bij buiten beschouwing laten van deze impacts is de score nog aanzienlijk hoger. Het raffinageproces levert weliswaar waardevolle coproducten maar is toch tamelijk energie-intensief. Bovendien wordt in de Ecoinvent-database het grootste gedeelte van de milieu-impacts aan de vezel gealloceerd 13. Figuur 4 Totale nulmeting (referentie) en scenario s met 5% inzet van alternatieve grondstoffen ReCiPe-punten totale consumptie 5.0E E E E E E E E E E E+00 Overig Uitputting, fossiel Fijnstof vorming Klimaat Referentie Bierbostel Gras, vergisting Gras, fermentatie Gras, direct Vlas Rejects Ontinktingslib Hennep In de referentie geeft de nulmeting 444 miljoen ReCiPe-punten (hele keten NL-consumptie). De besparing bij 5% inzet van alternatieve grondstoffen ter vervanging van oud papier is 2 à 3%. De inzet van vlas en hennep in plaats van sulfaatpulp geeft een toename van de milieuscore met 3%. Bij inzet van 10% alternatieve grondstof is de winst/achteruitgang ook tweemaal zo groot. 13 Omdat de allocatiepercentages per stap verschillen, is het achterhalen van de precieze allocatie aan vezel lastig. Het is in ieder geval meer dan 50%. 28 Juli Milieuanalyses Papier en Karton

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen Nederland importland Landgebruik en emissies van grondstofstromen Vraagstelling en invulling Welke materiaalstromen naar en via Nederland veroorzaken wereldwijd de grootste milieudruk? Klimaat, toxische

Nadere informatie

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Monitoring 2013 Datum: 6-5-2014 Versie: Eindrapport Project nummer: CL1039 In opdracht van: Hendrik Bijker, Wecycle. Uitgevoerd door: Jorrit Leijting,

Nadere informatie

Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden

Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden Klimaatimpact van de 0,5 liter PET-fles Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden Openbare notitie Delft, april 2011 Opgesteld door: M.M. (Marijn) Bijleveld G.C. (Geert) Bergsma

Nadere informatie

Samenvatting Duurzaamheid van het afvalwater transport systeem; LCA methodiek toegepast op verschillende diameters en materialen

Samenvatting Duurzaamheid van het afvalwater transport systeem; LCA methodiek toegepast op verschillende diameters en materialen Samenvatting Duurzaamheid van het afvalwater transport systeem; LCA methodiek toegepast op verschillende diameters en materialen Inleiding De complexiteit van ons afvalwatersysteem is, naast de lange levensduur,

Nadere informatie

Aluminium, LCA en EPD

Aluminium, LCA en EPD Symposium Duurzaam Aluminium 5 februari 2015 Aluminium, LCA en EPD Harry van Ewijk IVAM UvA BV www.ivam.uva.nl IVAM UvA BV Opgericht in 1993 vanuit de Vakgroep Milieukunde UvA is enige aandeelhouder 15

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Onderzoek naar de milieu-impact van natuurlijk grassportvelden Dit rapport beschrijft de milieu-impact van natuurlijke grassportvelden en de mogelijkheden om deze milieu-impact

Nadere informatie

Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid

Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Milieuanalyses textiel Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Rapport Delft, maart 2010 Opgesteld door: G.J. (Gerdien) van de Vreede M.N. (Maartje) Sevenster Colofon Bibliotheekgegevens

Nadere informatie

Milieuanalyse: PaperWise als papier voor het tijdschrift Petrochem

Milieuanalyse: PaperWise als papier voor het tijdschrift Petrochem Milieuanalyse: PaperWise als papier voor het tijdschrift Petrochem Milieuanalyse: PaperWise als papier voor het tijdschrift Petrochem Delft, CE Delft, september 2015 Deze notitie is opgesteld door: M.M.

Nadere informatie

Masterclass LCA. Wat kan je met LCA-studies in afvalland? Geert Bergsma

Masterclass LCA. Wat kan je met LCA-studies in afvalland? Geert Bergsma Masterclass LCA Wat kan je met LCA-studies in afvalland? Geert Bergsma CE Delft sinds 1978 Onafhankelijk onderzoek en advies Milieu, economie, techniek en beleid Energie, transport, afval, biomassa, voedsel,

Nadere informatie

Levenscyclusanalyse van grassportvelden. 22 november Jasper Scholten

Levenscyclusanalyse van grassportvelden. 22 november Jasper Scholten Levenscyclusanalyse van grassportvelden 22 november 2012 Jasper Scholten Inhoud 1. Introductie Blonk Consultants 2. De levenscyclusanalyse (LCA) in 4 stappen 3. Resultaten 4. Advisering over duurzaam sportveldonderhoud

Nadere informatie

Milieucijfers SuperWijzer

Milieucijfers SuperWijzer Milieucijfers SuperWijzer Achtergrond onderzoek Geert Bergsma en Marieke Head Ketenanalysegroep CE Delft Doelstelling onderzoek CE Delft Wat is de milieubelasting van verschillende eiwitproducten te koop

Nadere informatie

Milieu-impact van groene wandsystemen

Milieu-impact van groene wandsystemen Groen Bouwen: Groene gevels voor duurzame gebouwen en steden Milieu-impact van groene wandsystemen Lisa Wastiels, An Janssen WTCB Met de financiële steun van: 1 Milieu-impact van groene wanden 1. Levenscyclusanalyse

Nadere informatie

Milieuanalyses Voedsel en Voedselverliezen. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid

Milieuanalyses Voedsel en Voedselverliezen. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Milieuanalyses Voedsel en Voedselverliezen Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Rapport Delft, januari 2010 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster (CE Delft), H. (Hans) Blonk

Nadere informatie

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse Samenvatting LCA Ioniqa Screening carbon footprintanalyse Samenvatting LCA Ioniqa Screening carbon footprintanalyse Deze samevatting is geschreven door: Erik Roos Lindgreen Geert Bergsma Delft, CE Delft,

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten LED-lichtbakken

Vergelijking milieuaspecten LED-lichtbakken Vergelijking milieuaspecten LED-lichtbakken Monitoring 2015 (meting 4 van 5) Datum: 5 juni 2015 Versie: 1.1 In opdracht van: Uitgevoerd door: Terry Heemskerk Vakgroep Lichtreclame, Uneto-VNI Laura Golsteijn

Nadere informatie

Denktank Grondstoffen uit reststromen. Startnotitie 9 december 2016

Denktank Grondstoffen uit reststromen. Startnotitie 9 december 2016 Denktank Grondstoffen uit reststromen Startnotitie 9 december 2016 1 Inhoudsopgave 1 3 12 19 Denktank recapitulatie startbijeenkomst 8 sept 2016 Inhoud komende sessies Wat is circulair? Bronnen 2 Denktank

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY MANAGEMENT SUMMARY Aanleiding: De keuze voor het werken met disposable en versus de wasbare microvezel doeken in de professionele schoonmaak wordt vaak op basis van meerdere factoren gemaakt. Een van de

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten LEDlichtbakken

Vergelijking milieuaspecten LEDlichtbakken Vergelijking milieuaspecten LEDlichtbakken Nulmeting Datum: 22 november 2012 Versie: Eindrapport Project nummer: C423 In opdracht van: Uitgevoerd door: Vakgroep Lichtreclame, Uneto-VNI Jorrit Leijting,

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum Samenvatting uit rapport: Life Cycle Analysis Granova Heros Sluiskil B.V Datum 10-10-2014 Opdrachtgever Heros Sluiskil B.V. Oostkade 5 4541 HH Sluiskil Opdrachtnemer EcoChain Technologies B.V. Oostenburgermiddenstraat

Nadere informatie

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf Vergelijkende milieustudie bruggen Onderzoek Brede studie met meerdere sectoren Specificatie, berekeningsmethode, data Niet-materiaal gebonden specificaties

Nadere informatie

LCA Quickscan: koffiebekers voor eenmalig gebruik

LCA Quickscan: koffiebekers voor eenmalig gebruik LCA Quickscan: koffiebekers voor eenmalig gebruik Partners for Innovation BV Siem Haffmans i.s.m. IVAM UvA BV Research and Consultancy on Sustainability Bart Krutwagen / Niels Jonkers 31 maart 2011 1.

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten LED-letter reclameverlichting

Vergelijking milieuaspecten LED-letter reclameverlichting Vergelijking milieuaspecten LED-letter reclameverlichting Monitoring (meting 4 van 5) Datum: 18 juni Versie: 1.1 In opdracht van: Uitgevoerd door: Terry Heemskerk Vakgroep Lichtreclame, Uneto-VNI Laura

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting

Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting VAKGROEP LICHTRECLAME Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting Monitoring 212 De techniek waarop Nederland draait 1 UNETO-VNI, februari 213, Zoetermeer Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Kwantificeren van Milieuprestatie. Mantijn van Leeuwen

Kwantificeren van Milieuprestatie. Mantijn van Leeuwen Kwantificeren van Milieuprestatie Mantijn van Leeuwen NIBE (Experts in Sustainability) Ondersteund door LCA gegevens, maakt u betere beslissingen NIBE speelt een centrale rol tussen producenten, ontwerpers,

Nadere informatie

Levenscyclusanalyse van groene wanden

Levenscyclusanalyse van groene wanden Groen Bouwen: Groene gevels voor duurzame gebouwen en steden Levenscyclusanalyse van groene wanden Inzicht in de milieu-impact van de verschillende onderdelen Lisa Wastiels, An Janssen WTCB 1 Mid-term

Nadere informatie

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen via milieustraten Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Huidige EPS stofstromen Export 1.748 ton Productie EPS verpakkingen in NL 8.265 ton EPS

Nadere informatie

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign De Ecolizer 2.0 Een instrument voor introductie van ecodesign Ecolizer 2.0 Inhoud OVAM & ecodesign Ecolizer historiek Ecolizer 2.0 Toekomst OVAM Ecodesign Award Pro in samenwerking met Winnaars OVAM Ecodesign

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Milieuanalyses PVC. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid. Eindrapport. Harry van Ewijk. Amsterdam, 21 april 2010

Milieuanalyses PVC. Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid. Eindrapport. Harry van Ewijk. Amsterdam, 21 april 2010 Milieuanalyses PVC Ten behoeve van prioritaire stromen ketengericht afvalbeleid Eindrapport Harry van Ewijk Amsterdam, 21 april 2010 IVAM research and consultancy on sustainability Plantage Muidergracht

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens, Paul Koutstaal Gijs Zeestraten (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Gevolgen van scenario s uitfasering kolencentrales

Nadere informatie

Schaduwprijzen chloriden en bromiden

Schaduwprijzen chloriden en bromiden Schaduwprijzen chloriden en bromiden Rapport Delft, december 2012 Opgesteld door: CE Delft Colofon Bibliotheekgegevens rapport: CE Delft Schaduwprijzen chloriden en bromiden Delft, CE Delft, december 2012

Nadere informatie

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Notitie Delft, maart 2011 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster M.E. (Marieke) Head 2 Maart 2011 2.403.1 Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg 1 Inleiding Binnen de prestatieladder

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting

Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting VAKGROEP LICHTRECLAME Vergelijking milieuaspecten led-letter reclameverlichting Monitoring 2015 (meting 5 van 5) De techniek waarop Nederland draait 1 Opdrachtgever Terry Heemskerk Vakgroep Lichtreclame,

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Relevantie van (carbon) footprinting voor telers. Jasper Scholten 23 juni 2011

Relevantie van (carbon) footprinting voor telers. Jasper Scholten 23 juni 2011 Relevantie van (carbon) footprinting voor telers Jasper Scholten 23 juni 2011 Inhoud 1. Blonk Milieu Advies 2. Levenscyclusanalyse (LCA) 3. Carbon Footprinting 4. Footprint van brouwgerst 5. Footprint

Nadere informatie

Screening LCA van e-waste recycling in Nederland

Screening LCA van e-waste recycling in Nederland Screening LCA van e-waste recycling in Nederland 2009-2012 Datum: 9 april 2013 Versie: Eindrapport Project nummer: CL1006b In opdracht van: Uitgevoerd door: Hendrik Bijker, Wecycle Jorrit Leijting, PRé

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten led-lichtbakken

Vergelijking milieuaspecten led-lichtbakken VAKGROEP LICHTRECLAME Vergelijking milieuaspecten led-lichtbakken Monitoring 2015 (meting 5 van 5) De techniek waarop Nederland draait 1 Opdrachtgever Terry Heemskerk Vakgroep Lichtreclame, UNETO-VNI Auteur(s)

Nadere informatie

Vergelijking milieuaspecten LED reclame verlichting

Vergelijking milieuaspecten LED reclame verlichting Vergelijking milieuaspecten LED reclame verlichting Eindrapport Datum: 30 juni 2011 Projectnummer: 307 In opdracht van: Vakgroep Lichtreclame, Uneto-VNI Uitgevoerd door: Hoofd auteur: PRé Consultants B.V.

Nadere informatie

Onkruidbeheer op verhardingen in Lelystad. Kosten en milieueffecten van verschillende onkruidbestrijdingstechnieken

Onkruidbeheer op verhardingen in Lelystad. Kosten en milieueffecten van verschillende onkruidbestrijdingstechnieken Onkruidbeheer op verhardingen in Lelystad Kosten en milieueffecten van verschillende onkruidbestrijdingstechnieken Plant Research International, Wageningen oktober 2013 2013 Wageningen, Stichting Dienst

Nadere informatie

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid Duurzaamheid is één van de belangrijke aandachtspunten van het bedrijfsleven. Deze brochure is een initiatief van EMPAC, de organisatie van de

Nadere informatie

CO2 impact kringloopbedrijven

CO2 impact kringloopbedrijven CO2 impact kringloopbedrijven CO2 besparing gerealiseerd in 2014 door Stichting Aktief Dhr. G. Berndsen Gildenstraat 43 7005 bl Doetinchem Tel. 0314330980 g.berndsen@aktief-groep.nl Samenvatting Met 1

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

Tabel 1 Basisprofiel standaard geleiderails

Tabel 1 Basisprofiel standaard geleiderails Memo Aan: Kenmerk: Betreft: Van: Delft, 8 mei 2014 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Verzinkerij Van Aert LCA-resultaten van s Basisprofielen van de standaard s en de verzinkte s en vergelijking

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

Ketenanalyse Afval in project Nobelweg te Amsterdam Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 4.A.1_2 Ketenanalyse afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 1/16 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Van

Nadere informatie

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.

Nadere informatie

Levenscyclusanalyse Droogvergister HarvestaGG. Publieksversie

Levenscyclusanalyse Droogvergister HarvestaGG. Publieksversie Levenscyclusanalyse Droogvergister HarvestaGG Publieksversie Publieksversie Levenscyclusanalyse Droogvergister HarvestaGG E.V. Elferink D.D.J. Keuper H. Kloen CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, juli

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Definitie. Wat is Duurzaamheid?

Definitie. Wat is Duurzaamheid? Duurzaamheid Definitie Wat is Duurzaamheid? Waarom is duurzaamheid belangrijk? Bevolkingsgroei 7naar 9Miljard Waarom is duurzaamheid belangrijk? Grondstofschaarste Waarom is duurzaamheid belangrijk? Ontbossing

Nadere informatie

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot 2017 gemeente Doss. no. 18AA507 Tilburg, 19 februari 2018 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 1011 5000 JH Tilburg Tel: 085-771995

Nadere informatie

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014. Energie in Beweging

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014. Energie in Beweging Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014 Energie in Beweging Wat is Well to Wheel Met Well to Wheel wordt het totale rendement van brandstoffen voor wegtransport uitgedrukt Well to Wheel maakt duidelijk

Nadere informatie

zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD

zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD M + N PROJECTEN ONTWIKKELDE EEN NIEUWE GENERATIE ZONWERINGSDOEKEN, DIE DE HUIDIGE MATERIALEN

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018 Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak

Nadere informatie

Bepaling van de effecten van melkveehouderij op het milieu met een Life Cycle Analysis (LCA) Mark Dolman en Wim de Vries

Bepaling van de effecten van melkveehouderij op het milieu met een Life Cycle Analysis (LCA) Mark Dolman en Wim de Vries Bepaling van de effecten van melkveehouderij op het milieu met een Life Cycle Analysis (LCA) Mark Dolman en Wim de Vries Inhoud (13.30-16:00 uur) Milieueffecten van landbouw (veeteelt) Wat is het belang

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3 2016/ 2017 Ketenanalyse Papier Rapportage: KAP 2017 Datum: 27-11-2017 Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Ketenanalyse papier... 4 1.1 Keten van papier... 4 2.2 Identificeren

Nadere informatie

Achtergrond herziening Schaduwprijzen Milieubarometer 2011

Achtergrond herziening Schaduwprijzen Milieubarometer 2011 Achtergrond herziening Schaduwprijzen Milieubarometer 2011 Notitie Delft, december 2010 Opgesteld door: M.H. (Marisa) Korteland 2 December 2010 7.788.1 Achtergrond herziening Schaduwprijzen Milieubarometer

Nadere informatie

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN Aan: Van: Evert Kraaima [Kingspan Insulated Panels] Kamiel Jansen, Joost van Leeuwen [NIBE] Datum: 21-09-2018, laatste wijzigingen: 26-11-2018

Nadere informatie

Laminaat-folie-verpakkingen

Laminaat-folie-verpakkingen Laminaat-folie-verpakkingen In circulaire materiaalstromen 26 maart 19, KIDV, U. Thoden van Velzen & K. Molenveld Omvang ~3-4% (~15 kton) van de kunststofverpakkingen in NL, 2017 Cruciaal voor distributie

Nadere informatie

LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden

LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden In opdracht van Plant Research International Wageningen UR Eindrapport Niels Jonkers Amsterdam, 31 juli 2012 IVAM research and consultancy on sustainability

Nadere informatie

Impact van de voorgestelde projecten van de Thematafel Biomassa van het Gelders Energieakkoord

Impact van de voorgestelde projecten van de Thematafel Biomassa van het Gelders Energieakkoord 27 juli 2016 Impact van de voorgestelde projecten van de Thematafel Biomassa van het Gelders Energieakkoord Vertrouwelijk Quintel Intelligence Atrium - Strawinskylaan 3051 1077 ZX Amsterdam Nederland www.energi

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2016

Milieubarometerrapport 2016 Milieubarometerrapport 2016 Boom+Verweij Milieubarometer - 2016 Boom+Verweij Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de

Nadere informatie

het groenste papier ter wereld spaart bomen spaart energie spaart water

het groenste papier ter wereld spaart bomen spaart energie spaart water het groenste papier ter wereld spaart bomen spaart energie spaart water 100%eco & north river écht duurzaam produceren 100%eco 100% betrouwbaar - 100% transparant Ons doel is een kleurrijk voetspoor op

Nadere informatie

Circulaire economie LCA als basis DUBOkeur als bewijs

Circulaire economie LCA als basis DUBOkeur als bewijs DUURZAAMGEBOUWD CONGRES Workshop 2E Circulaire economie LCA als basis DUBOkeur als bewijs Inhoud Materialen worden belangrijker Life Cycle Assessment (LCA) DUBOkeur prof.dr.ir. Michiel Haas Faculty CiTG

Nadere informatie

HET GROENSTE PAPIER TER WERELD spaart bomen spaart energie spaart water

HET GROENSTE PAPIER TER WERELD spaart bomen spaart energie spaart water HET GROENSTE PAPIER TER WERELD spaart bomen spaart energie spaart water 100%eco & NORTH RIVER ÉCHT DUURZAAM PRODUCEREN 100%eco 100% betrouwbaar - 100% transparant Ons doel is een kleurrijk voetspoor op

Nadere informatie

Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen

Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen Kennisinstituut Duurzaam Verpakken Factsheet, augustus 2018 1 Introductie In de afgelopen periode is een brede discussie ontstaan over de vraag

Nadere informatie

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid. Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid. Een Levens Cyclus Duurzaamheids Analyse Auteur: Baukje Bruinsma November 2009 Samenvatting. Door het verbranden van fossiele

Nadere informatie

2: vermindering van koolmonoxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide en dat is erg goed om het broeikaseffect tegen te houden.

2: vermindering van koolmonoxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide en dat is erg goed om het broeikaseffect tegen te houden. Stelling door T. 1429 woorden 12 juni 2014 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Stelling 1: openbaar vervoer moet gratis worden 1: km autorijden levert dan per passagier gemiddeld zeven keer

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Samenvatting Burgers verwachten dat de overheid het voortouw neemt bij het aanpakken van duurzaamheidsproblemen. In deze

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1990-2009 Indicator 19 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen 9 Oktober 28 Laure Itard 1 november 28 1 Renovatie van een rijtjehuis gebouwd in de periode 1966-1976 1 november 28 2 1. Isolatie

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

REFERENTIE BETONMORTELS Aan: Daaf de Kok (De betonketen)

REFERENTIE BETONMORTELS Aan: Daaf de Kok (De betonketen) REFERENTIE BETONMORTELS Aan: Daaf de Kok (De betonketen) Van: 16-maart- 2016 Betreft: Referentie betonmortels 1. Inleiding In opdracht van het Netwerk Betonketen zijn er referentiebetonmengsels voor het

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Wat is CO 2? Waarom CO 2? Waarom Milieubarometer i.p.v. CO 2? Waarom CO 2 -footprint? Inhoud. Cursus CO 2 -footprint

Wat is CO 2? Waarom CO 2? Waarom Milieubarometer i.p.v. CO 2? Waarom CO 2 -footprint? Inhoud. Cursus CO 2 -footprint Inhoud Cursus CO 2 -footprint Hoe maak je de footprint en wat heb je eraan? 27 mei 2013 Voor de Werkgroep Monitoren van MPZ Wat is CO 2 en waarom hebben we het daar over? CO 2 -footprint t.o.v. Milieubarometer

Nadere informatie

LCA, de maatstaf voor milieu effecten? Maurits Dorlandt

LCA, de maatstaf voor milieu effecten? Maurits Dorlandt LCA, de maatstaf voor milieu effecten? Maurits Dorlandt Inhoud Levenscyclusanalyse (LCA) Meten, zweten en aannames Discussiepunten Soorten LCA s 3 Functies van LCA s Voorbeelden in de praktijk 2 Onze voetafdruk

Nadere informatie

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 11 april 2013 CONCEPT rapportage - 1-11 april 2013 Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status CONCEPT rapport

Nadere informatie

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2015 Milieubarometerrapport 2015 Boom+Verweij Milieubarometer - 2015 Boom+Verweij Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de

Nadere informatie

Milieuproblemen: Stoffen worden in het milieu onttrokken (deel verwijderen) en er worden andere stoffen aan toegevoegd = veranderen van het milieu.

Milieuproblemen: Stoffen worden in het milieu onttrokken (deel verwijderen) en er worden andere stoffen aan toegevoegd = veranderen van het milieu. Biologie hoofdstuk 7 Mens en milieu Paragraaf 1 mens en het milieu de mens is afhankelijk van het milieu: - voedsel => voor de mens. - zuurstof => voor planten (fotosynthese) en om te ademen. - water =>

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

Rekenvoorbeeld 1: CE Delft. dunnere folie voor koffiepads. CE Delft. Notitie. Delft, april milieu, en technolog. Oude Delft 180 Oude Delft 180

Rekenvoorbeeld 1: CE Delft. dunnere folie voor koffiepads. CE Delft. Notitie. Delft, april milieu, en technolog. Oude Delft 180 Oude Delft 180 Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

Kringlooptoets. Een instrument om de effectiviteit van maatregelen systematisch te onderzoeken. 24 juni 2015

Kringlooptoets. Een instrument om de effectiviteit van maatregelen systematisch te onderzoeken. 24 juni 2015 Kringlooptoets Een instrument om de effectiviteit van maatregelen systematisch te onderzoeken 24 juni 2015 Kringloop- WIJZER of TOETS? 2 Kringloopwijzer Gewassen Bodem Vee Mest Mest 3 Kringlooptoets Gewassen

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval 4.A.1 Ketenanalyse Groenafval Prop Beplantingswerken v.o.f. Autorisatie Nummer/versie Datum Opsteller Goedgekeurd directie 01 22-01-2015 Naam: F. van Doorn Naam: A. Prop Datum: 22 januari 2015 Datum: 22

Nadere informatie

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt Duurzame Industrie De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt De verduurzaming van Nederland en van de industrie vraagt onder andere

Nadere informatie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie Ecodesign Leen Van Aken Groep Design & Technologie Wat is ecodesign? Eco - design Ecologisch > esthetisch, ergonomisch, economisch, functioneel, Levenscyclus > ontwerp, productie, distributie, gebruik

Nadere informatie

NMVisie op Koe&Klimaat

NMVisie op Koe&Klimaat Wat is de positie van de melkveehouderij in het klimaatvraagstuk? Voor ons blijft onderbelicht wat het significante verschil is met overige bronnen van broeikasgassen. Positie van de melkveehouderij in

Nadere informatie

6 Levenscyclusanalyse (LCA) van Bioveem-bedrijven

6 Levenscyclusanalyse (LCA) van Bioveem-bedrijven 6 Levenscyclusanalyse (LCA) van Bioveem-bedrijven G.L. Iepema (Louis Bolk Instituut) M.A. Thomassen (Leerstoelgroep Dierlijke Productiesystemen WUR) L.M. s Gravendijk (studente Leerstoelgroep Dierlijke

Nadere informatie