waterpieper, wikipedia, GNU-licentie voor vrije documentatie

Zangvogel uit de bergen overwintert in zompig Nederland

16-DEC-2011 - De meeste vogelsoorten trekken van noord naar zuid of van oost naar west. Maar een enkeling trekt van zuid naar noord. Zoals de waterpieper, een zangvogel die ’s zomers broedt op bergweiden in gebergten in Midden-Europa. In herfst en winter zakt hij af tot beneden zeeniveau en vinden we hem ook in Nederland. Afgelopen week doken er op verschillende plekken flinke groepen op.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]

De meeste vogelsoorten trekken van noord naar zuid of van oost naar west. Maar een enkeling trekt van zuid naar noord. Zoals de waterpieper, een zangvogel die ’s zomers broedt op bergweiden in gebergten in Midden-Europa. In herfst en winter zakt hij af tot beneden zeeniveau en vinden we hem ook in Nederland. Afgelopen week doken er op verschillende plekken flinke groepen op.

Ongetwijfeld is de waterpieper een van de minst bekende vogels van Nederland. Dat is niet zo gek, want het is een onopvallende soort die bovendien lijkt op de graspieper, een veel algemener soort. Toch is de waterpieper allerminst zeldzaam. Er verblijven ’s winters vele duizenden waterpiepers in ons land. Ze zijn vooral aan te treffen op natte graslanden, zoals in de uiterwaarden en in moerassige streken, waar ze lopend voedsel zoeken. Hier kun je in deze tijd van het jaar groepjes vinden van soms tientallen exemplaren. Zo werden er afgelopen week behoorlijke groepen waterpiepers gezien in de Biesbosch en in de Welsumer Waard (Overijssel). Maar ook elders, zoals in het veenweidegebied rondom Amsterdam, zijn waterpiepers algemeen.

Waterpieper (foto: Scops)

De waterpieper heeft een bijzonder trekgedrag. Hij broedt boven de boomgrens, op bergweiden in onder andere de Alpen, de Pyreneeën en de Karpaten. Op deze hoogte valt de winter vroeg in het jaar in en dan zakken de waterpiepers af naar beneden, zoals veel bergvogels doen. De waterpiepers verspreiden zich in oktober over het ’s winters milde, laaggelegen deel van West-Europa en belanden zo in Nederland. Onze waterpiepers komen vermoedelijk uit de Alpen en de Karpaten. Als de winter ook bij ons gaat strengen, trekken de meeste waterpiepers door naar Zuidwest-Europa. De overblijvers zijn dan langs het schaarse open water te vinden.

De waterpieper heeft donkere poten en is groter dan de graspieper. Hij is ook grijzer van boven en heeft een opvallend lichte wenkbrauwstreep. In het voorjaar is het onderscheid met de graspieper veel makkelijker, want dan wordt de waterpieper vrijwel ongetekend roze van onderen. De waterpieper lijkt nog het meest op de oeverpieper, die aan de kust te vinden is, vooral op kwelders. Deze soort is donkerder getekend en heeft grijze buitenste staartpennen in plaats van witte.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Scops, Wikipedia, GNU-licentie voor vrije documentatie