Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout
|
|
- Daniël Pauwels
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout
2 Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout Tekst: Dick Groenendijk Met medewerking van: Victor Mensing (tellingen), Jaap Bouwman (figuur 3 en commentaar), Mathilde Groenendijk, Henk Arends & Saskia Janssen Rapportnummer: VS Productie: De Vlinderstichting Postbus AM Wageningen telefoon: fax: info@vlinderstichting.nl homepage: Opdrachtgever: Expertisecentrum LNV Deze publicatie kan worden geciteerd als: Groenendijk, D. (2004). Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout. Rapportnummer VS , De Vlinderstichting, Wageningen. Trefwoorden: Rivierrombout, Gomphus flavipes, libellen, monitoring, exuviae Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en de opdrachtgever. oktober DE VLINDERSTICHTING
3 Inhoud Samenvatting... 3 Hoofdstuk 1 / Inleiding... 4 Hoofdstuk 2 / Verspreiding en trend... 5 Hoofdstuk 3 / Methode... 7 Hoofdstuk 4 / Resultaten... 9 Hoofdstuk 5 / Conclusie en discussie Hoofdstuk 4 / Referenties DE VLINDERSTICHTING
4 Samenvatting Inleiding en doel De rombouten behoren tot een bijzondere libellenfamilie. Ze zijn als libel vaak moeilijk te vinden, maar de larvenhuidjes bevinden zich veelal op een opvallende plaats. De huidige situatie is dan ook dat ze niet goed in het Landelijk Meetnet Libellen zitten, en het dus niet mogelijk is om trends voor deze soorten te berekenen. Toch is dit van belang, omdat binnen Nederland twee soorten rombouten, de rivierrombout en de gaffellibel, op de Habitatrichtlijn staan. Het doel van dit onderzoek was daarom om te onderzoeken of er een methode mogelijk is aan de hand van tellingen van de larvenhuidjes de rivierrombout en mogelijk ook andere soorten rombouten op te nemen in het Libellenmeetnet. Methode De rivierrombout is in 1996 na een jarenlange afwezigheid weer in Nederland vastgesteld. Sindsdien heeft de soort een flinke opmars gemaakt en wordt deze soort in de meeste grotere riviersystemen van Nederland gevonden. In 2004 werden acht telroutes van ongeveer één kilometer uitgezet in het stroomgebied van de Rijn en Waal in de directe omgeving van Wageningen. Deze routes werden allemaal tweemaal gelopen tussen 28 juni en 17 juli, waarbij alle larvenhuidjes werden genoteerd per kribvak. Resultaten In totaal werden ruim 80 exuviae van de rivierrombout op de acht telroutes gevonden. Ook werden enkele imago s aangetroffen. Langs de Rijn-routes werden meer larvenhuidjes gevonden in directe vergelijking met de routes langs de Waal. Het tellen van een telroute duurde gemiddeld ruim een uur. Conclusie Uit de resultaten blijkt dat bij een goede keuze van telroutes, tellingen van larvenhuidjes van de rivierrombout een goede mogelijkheid bieden voor opname in het NEM en dan in de toekomst geteld door vrijwillige tellers. Deze telmethode biedt dan de meeste kans voor de rivierrombout en waarschijnlijk ook voor de beekrombout. Belangrijk is wel dat de telroute wordt ingekort tot maximaal 500 meter en dat tellingen niet worden uitgevoerd bij windkracht 4B en hoger. Over de benodigde telfrequentie zijn nog geen uitspraken te doen. DE VLINDERSTICHTING
5 Hoofdstuk 1 / Inleiding Rombouten zijn een bijzondere familie binnen de libellen. Ze zijn in het algemeen lastig waar te nemen als imago, maar ze laten vaak gemakkelijk vindbare exuviae achter. Omdat ze als libel zich vaak slecht laten zien, zitten ze niet goed in het Landelijk Meetnet Libellen. Omdat binnen Nederland twee soorten rombouten, de rivierrombout en de gaffellibel, op de Habitatrichtlijn staan, is monitoring echter wel gewenst. In dit rapport worden de resultaten van een korte haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om rombouten met behulp van tellingen aan exuviae, gepresenteerd. Rombouten De libellenfamilie van de rombouten (Gomphidae) kent twee soorten die voor Nederland op de Habitatrichtlijn staan. Dit zijn de gaffellibel (Ophiogomphus cecilia) en de rivierrombout (Gomphus flavipes). Beide soorten komen slechts in lage dichtheden voor en zijn slechts korte tijd als imago bij het water te vinden. Hierdoor zijn ze slecht te tellen met de methode van het Landelijk Meetnet Libellen. Illustratief is het feit dat er in alle teljaren van het Landelijk Meetnet Libellen geen rivierrombouten zijn gezien op de telroutes, ook niet op de telroutes die in het rivierengebied liggen. Een voordeel is dat rombouten gemakkelijk vindbare huidjes achterlaten (exuviae genaamd) bij de gedaanteverwisseling van larve naar imago, wat ook wel uitsluipen wordt genoemd. Vooral voor de rivierrombout zijn deze huidjes relatief gemakkelijk te vinden en gaat het vaak om relatief grote aantallen. De verspreidingsinformatie over de rombouten is dan ook redelijk volledig, maar er zijn geen trends voor de rombouten beschikbaar. Monitoring Om rombouten goed te kunnen monitoren zal er een nieuwe telmethode moeten worden ontwikkeld. Deze zal, als tellingen aan imago s niet werkbaar zijn, gebaseerd moeten zijn op larvenhuidjes. In 2004 is een korte haalbaarheidsstudie gedaan naar de mogelijkheden om met behulp van tellingen aan larvenhuidjes bij de rivierrombout een inschatting te kunnen maken van de mogelijkheid om deze soort op te nemen in het Landelijk Meetnet Libellen. In deze korte rapportage wordt verslag gedaan van de resultaten en wordt een overzicht gegeven van de huidige verspreiding en opmars van de rivierrombout. Het onderzoek heeft zich toegespitst op de rivierrombout, maar in hoofdstuk 5 zal van alle in Nederland voorkomende rombouten een inschatting worden gemaakt van de huidige telbaarheid in het Landelijk Meetnet Libellen en de eventuele toegevoegde waarde van het starten van tellingen aan exuviae. DE VLINDERSTICHTING
6 Hoofdstuk 2 / Verspreiding en trend De rivierrombout is in 1996 na een jarenlange afwezigheid weer in Nederland vastgesteld. Sindsdien heeft de soort een flinke opmars gemaakt en wordt deze soort in de meeste grotere riviersystemen van Nederland gevonden. Verspreiding De rivierrombout is in Nederland voor 1902 zeven keer in Nederland vastgesteld, telkens betrekking hebbend op vangsten van een of twee imago s. Na 1902 werd de rivierrombout niet meer vastgesteld en verdween de soort uit vrijwel geheel Noordwest-Europa inclusief Nederland. Het duurde ruim negentig jaar voordat weer een exemplaar werd vastgesteld. Op 5 juni 1996 werd een larve gevonden in een elektriciteitscentrale aan de Waal bij Nijmegen. In 1998 werden op een aantal locaties in deze omgeving een aantal larvenhuidjes en ook enkele imago s aangetroffen. Daarna ging het snel, grote aantallen larvenhuidjes van de rivierrombout werden aangetroffen in het gehele stroomgebied van de Waal en Rijn westelijk tot voorbij de Biesbosch. Ook in de IJssel en de Roer bleek de soort aanwezig en ook in de Maas werden op enkele locaties rivierrombouten aangetroffen. In figuur 1 wordt een overzicht gegeven van vondsten van de rivierrombout in Nederland en het aangrenzende Duitsland na In dit kaartje zijn de gegevens die verzameld zijn in het kader van de inhaalslag niet opgenomen. Figuur 1: Verspreiding van de rivierrombout in Nederland en het aangrenzende Duitsland na De Duitse verspreidingsgegevens betreffen nog ongepubliceerde gegevens die gebruikt zijn op het symposium Libellen in het grensgebied van Nederland en Duitsland op 19 september 2004 in Kranenburg Aantalsontwikkeling Met behulp van waarnemingen uit het Landelijk Bestand Libellen (in beheer bij De Vlinderstichting, EIS-Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie) is geprobeerd om een schatting te maken van de trend van de rivierrombout na de vestiging in 1996 (figuur 2). Hiertoe is de relatieve abundantie per jaar berekend, dat wil zeggen: de verhouding tussen het aantal kilometerhokken waar de rivierrombout is vastgesteld en het aantal kilometerhokken waar libellenwaarnemingen zijn verricht. Voor het jaar 2000 is de relatieve abundantie op 100 gesteld en voor de jaren 2003 en 2004 zijn nog onvoldoende DE VLINDERSTICHTING
7 waarnemingen om de relatieve abundantie te berekenen. In figuur 2 is te zien dat er sprake is van een stijgende trend voor de rivierrombout, hetgeen ook te verwachten was na de opvallende stijging van het aantal waarnemingen de afgelopen jaren. Het moet opgemerkt worden dat de trend alleen is berekend aan de hand van het verspreidingsgebied en niet aan de hand van waargenomen aantallen. Om meer betrouwbare trends te kunnen berekenen, zal een monitoringmethode binnen het NEM moeten worden vastgesteld. index jaartal Figuur 2: Relatieve abundantie van de rivierrombout per jaar. De relatieve abundantie in het jaar 2000 is op 100 gesteld. Gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Bestand Libellen (De Vlinderstichting/NVL/EIS-Nederland). DE VLINDERSTICHTING
8 Hoofdstuk 3 / Methode In 2004 werden acht telroutes van ongeveer één kilometer uitgezet in het stroomgebied van de Rijn en Waal in de directe omgeving van Wageningen. Deze routes werden allemaal tweemaal gelopen tussen 28 juni en 17 juli. Telroutes Op locaties waar in het verleden larvenhuidjes van de rivierrombout waren gevonden en die in de nabije omgeving van Wageningen liggen, zijn in totaal acht telroutes uitgezet in het voorjaar van De ligging van de telroutes ten opzichte van Wageningen wordt weergegeven in figuur 3. Enkele karakteristieken voor de telroutes worden gegeven in tabel 1. De telroutes werden opgedeeld in secties. In het Landelijk Meetnet Libellen worden deze secties opgedeeld in stukken van precies honderd meter. Gezien de praktische uitvoerbaarheid werden de secties van de telroutes langs de rivier gedefinieerd als kribvakken. Deze zijn echter vrij eenvoudig om te rekenen naar lengte. Alle telroutes lagen direct langs de rivier op zowel noord- als zuidoevers. Tabel 1: karakteristieken en ligging van de telroutes voor de tellingen aan exuviae van de rivierrombout in 2004 routenummer Locatie Rivier en ligging Coördinaten Lengte Aantal kribvakken 1 Opheusden Rijn, zuidoever m 8 2 Blauwe Kamer Rijn, noordoever m 6 3 Wageningen Rijn, noordoever m 7 4 Wageningen-Lexkesveer Rijn, noordoever m 6 5 Druten Waal, zuidoever m 6 6 Afferden Waal, zuidoever m 5 7 Dodewaard Waal, noordoever m 6 8 Wolferen Waal, noordoever m 6 Telmethode De routes werden bij daglicht gelopen. Omdat exuviae soms lastig te vinden zijn, werd een laag wandeltempo aangehouden en werd speurend over de rivieroever gelopen. De zone waarin naar exuviae werd gezocht was vanaf de aanspoelsellijn tot maximaal circa vijf meter hoger op de oever. Als er direct grenzend aan de aanspoelsellijn geen strand meer was, werd niet in de ruigtezone naar exuviae gezocht. Losstaande pollen gras en dergelijke binnen de beschreven zone werden wel op larvenhuidjes gecontroleerd. Alle getelde larvenhuidjes werden meegenomen om dubbeltellingen uit te sluiten. Bij elke telling werden temperatuur, windkracht en bewolking genoteerd alsmede de duur van de totale telling. Ook de ondergrond waarop de larvenhuidjes werden aangetroffen werd genoteerd, alsmede de aantallen aangetroffen imago s. DE VLINDERSTICHTING
9 Figuur 3: Ligging van de acht trajecten waarop in 2004 larvenhuidjes van de rivierrombout zijn geteld. Telroute 5 en 6 liggen direct in elkaars verlengde. Meer details over de teltrajecten zijn te vinden in tabel 1. DE VLINDERSTICHTING
10 Hoofdstuk 4 / Resultaten In totaal werden ruim 80 exuviae van de rivierrombout op de telroutes gevonden. Ook werden enkele imago s aangetroffen. Langs de Rijn-routes werden meer larvenhuidjes gevonden in directe vergelijking met de routes langs de Waal. Telomstandigheden In tabel 2 worden per route per datum de weersomstandigheden en duur van de telling weergegeven. Alle tellingen zijn uitgevoerd tussen 28 juni en 17 juli onder vergelijkbare weersomstandigheden. Voor tellingen aan imago s was de hoeveelheid bewolking veelal te hoog (6-8 octa s), maar voor tellingen aan larvenhuidjes is dit geen belemmering. Harde wind kan een belemmering zijn. Bij tellingen uitgevoerd onder windkracht vier, werden weg gewaaide huidjes gevonden, die overigens nog binnen de telzone aanwezig waren. Bij nog hardere wind (windkracht 5 of hoger), dan waarbij de tellingen nu gedaan zijn, zijn veel huidjes waarschijnlijk niet meer te vinden. De tellingen hebben relatief lang geduurd. Een volledige telling duurde al gauw een uur, met uitschieters naar twee uur. Gemiddeld genomen bedroeg de tijdsduur van een volledig getelde route 67 minuten. Dit is meer dan normaal gesproken bij monitoring van dagvlinders of imago s aan libellen wordt aangehouden. Routes met de huidige lengte vragen dan ook veel concentratie van de teller. Tabel 2: Teldatum, telduur en weersomstandigheden per telroute. Na de teldatum volgt de telduur in minuten, de temperatuur in graden Celsius, windkracht in Beaufort en bewolkingsgraad in achtsten. Routenaam en nummer Ronde 1 Ronde 2 1 (Opheusden) 1 juli: 60 min; 18 C, 4B, bew: 7 17 juli: 75 min; 25 C, 3B, bew: 3 2 (Blauwe Kamer) 28 juni: 75 min; 21 C, 3B, bew: 6 6 juli: 120 min; 22 C, 4B, bew: 7 3 (Wageningen) 1 juli: 70 min; 19 C, 4B, bew: 4 15 juli: 60 min; 19 C, 3B, bew: 8 4 (Wageningen-Lexkesveer) 8 juli: 40 min; 22 C, 2B, bew: 6 15 juli: 30 min; 20 C, 2B, bew: 8 5 (Druten) 8 juli: 70 min; 21 C, 2B, bew: 6 15 juli: 65 min; 19 C, 3B, bew: 8 6 (Afferden) 8 juli: 70 min; 22 C, 2B, bew: 6 15 juli: 75 min; 19 C, 2B, bew: 8 7 (Dodewaard) 8 juli: 80 min; 21 C, 2B, bew: 6 15 juli: 75 min; 20 C, 3B, bew: 8 8 (Wolferen) 8 juli: 60 min; 20 C, 2B, bew: 6 15 juli: 50 min; 19 C, 3B, bew: 8 Getelde aantallen In tabel 3 worden de aantallen gevonden larvenhuidjes en imago s aangegeven. Imago s werden zoals verwacht vrijwel niet aangetroffen ondanks dat de getelde periode in de hoofdvliegtijd van de rivierrombout valt. Deels is dit te verklaren uit de bewolkte omstandigheden waaronder werd geteld. De imago s die werden aangetroffen betroffen overigens vrijwel allemaal verkeerd uitgeslopen exemplaren die dus niet of slecht konden vliegen. De totaal aantallen gevonden exuviae waren voor beide rondes ongeveer gelijk, maar tussen de verschillende telroutes liggen vrij grote verschillen. Opvallend is dat langs de Waal veel minder larvenhuidjes zijn gevonden DE VLINDERSTICHTING
11 dan langs de routes langs de Rijn. Gemiddeld werden langs de Waal slechts 1.8 exemplaar per route geteld, terwijl dit 18.5 exemplaar per route langs de Rijn was. Vooral op de route bij de Blauwe Kamer en bij Wageningen werden relatief hoge aantallen larvenhuidjes aangetroffen. Tabel 3: Aantal aangetroffen exuviae van de rivierrombout per route en telronde. Tussen haakjes wordt het aantal aangetroffen imago s aangegeven. Routenaam en nummer Ronde 1 Ronde 2 1 (Opheusden) 4 (3) 1 2 (Blauwe Kamer) (Wageningen) (Wageningen-Lexkesveer) (Druten) (Afferden) (Dodewaard) (Wolferen) 0 (1) 1 Totaal en gemiddelde 39 (4); gem: 4.9 exuviae per route 42; gem 5.3 exuviae per route DE VLINDERSTICHTING
12 Hoofdstuk 5 / Conclusie en discussie Uit de resultaten blijkt dat bij een goede keuze van telroutes, tellingen van larvenhuidjes van de rivierrombout een goede mogelijkheid bieden voor opname in het NEM. Deze telmethode biedt dan de meeste kans voor de rivierrombout en waarschijnlijk ook voor de beekrombout. Weersomstandigheden Gemiddeld genomen kunnen tellingen aan larvenhuidjes plaatsvinden onder minder goede weersomstandigheden in vergelijking met de tellingen aan imago s. Bewolking en temperatuur hebben geen invloed op de hoeveelheid huidjes die op de strandjes gevonden worden. Windkracht heeft echter wel invloed. Het bleek namelijk dat golfslag op de rivier de larvenhuidjes op de strandjes kon wegspoelen en dat larvenhuidjes die geëxposeerd op de strandjes aanwezig waren door windvlagen konden worden weggeblazen. Een aantal van deze weggewaaide of weggespoelde huidjes werden echter toch nog gewoon in de aanspoelsellijn teruggevonden. Het is niet bekend hoe groot het aandeel van de huidjes is dat definitief weg waait of wegspoelt. Om de invloed van weersomstandigheden op tellingen aan exuviae te beperken, verdient het aanbeveling om geen tellingen uit te voeren bij een windkracht die hoger ligt dan windkracht 3B. Conclusie/aanbeveling: de weersomstandigheden voor tellingen aan larvenhuidjes luisteren minder nauw dan bij de reguliere tellingen aan imago s. Toekomstige tellingen moeten worden uitgevoerd bij windkracht 3B of lager. Ligging en lengte routes De in deze haalbaarheidsstudie getelde routes zijn neergelegd op plekken waar vanuit het verleden bekend was dat er larvenhuidjes van de rivierrombout gevonden zijn, en die relatief gemakkelijk te bereiken waren. De aantallen huidjes per traject wisselde echter sterk. Vanuit tellingen in 2001 en 2002 om te onderzoeken of dichtheden van de rivierrombout worden gestuurd door hydro-morfologische kenmerken van de rivier (Kalkman et al., 2003), bleek dit ook al. De huidige lengte van de telroutes varieert van circa 800 tot 1200 meter en daardoor is de gemiddelde duur van het tellen van een route ruim een uur. Dit is langer dan gemiddeld nodig is voor het tellen van een telroute in het huidige Libellenmeetnet. Omdat het nodig is om aandachtig te zoeken naar de larvenhuidjes, kost het meer inspanning dan de gemiddelde normale telroute met imagotellingen. Vooral de telroutes waarbij huidjes gezocht moeten worden op brede strandjes, op een ondergrond met stenen of andere onoverzichtelijke substraten kosten veel mentale energie. Het is daarom beter om de telroutes circa de helft korter te maken en een maximale lengte van 500 meter af te spreken. Verlies van aandacht voor het vinden van de huidjes wordt daarmee beperkt; kortom het tellen blijft leuk en de teller blijft beter en langer gespitst op het vinden van de huidjes. DE VLINDERSTICHTING
13 Conclusie/aanbeveling: de aantallen huidjes op de verschillende teltrajecten wisselt vrij sterk en lange telroutes kosten vrij veel tijd. Het verdient daarom aanbeveling om de telroutes niet langer te maken dan maximaal 500 meter. Telfrequentie De huidige studie heeft niet als doel gehad om een optimale telfrequentie te onderzoeken. Vanuit de literatuur kan hier enig inzicht in worden gegeven. De rivierrombout heeft een vrij lange periode van uitsluipen. De eerste exuviae kunnen rond circa begin juni worden gevonden en de laatste tot circa half augustus. De totale uitsluiptijd is daarmee circa 70 dagen (Suhling & Müller, 1996). Het grootste aantal (circa 75%) wordt echter gevonden tussen circa 25 juni en 25 juli, dus gedurende een periode van circa vier tot vijf weken. Hiermee is de top van de uitsluiptijd ongeveer gelijk aan de vliegtijd van een libellensoort. In soortgerichte routes wordt een telfrequentie van circa eenmaal per week aangehouden met een minimum van drie tellingen. Waarschijnlijk zal iets dergelijks ook voldoende resultaten opleveren voor de larvenhuidjestellingen. Maar om dit te onderzoeken, wordt voorgesteld om in het seizoen van 2005 uit de acht trajecten van 2004 twee trajecten te kiezen waarop minstens vijf maal in 2005 de aantallen huidjes worden geteld in de hoofduitsluiptijd van de rivierrombout. Conclusie/aanbeveling: er is nog geen uitspraak te doen over de telfrequentie die nodig is tellingen aan larvenhuidjes op te nemen in het Libellenmeetnet. Het verdient aanbeveling om in het seizoen 2005 op enkele telroutes frequente tellingen uit te voeren om hier inzicht in te krijgen. Dit geeft dan tevens inzicht in schommelingen van de aantallen huidjes tussen jaren. Vrijwilligers Omdat de romboutenfamilie een bijzondere familie binnen de libellen is met een wat onbegrepen en fascinerende leefwijze, spreken ze een hoop mensen aan. Binnen de amateurlibellenkijkers is ook duidelijk dat de groep van rombouten aanspreekt. In ieder geval is een deel van de vrijwilligers betrokken geweest bij de opkomst van de rivierrombout in Nederland getuige de verschillende recente publicaties (onder andere Kleukers & Reemer, 1998; Termaat, 2000; Boesveld & van der Neut, 2003; Boesveld & van der Neut, 2003). Daarbij bleek telkens dat vooral de larvenhuidjes als hulpmiddel bij inventarisaties werden gebruikt. De inschatting is dan ook dat larvenhuidjestellingen door middel van vrijwilligers in de toekomst haalbaar zouden moeten zijn. Belangrijk is dan een goede methode en een goede communicatie. De rivierrombout en de beekrombout lijken op dit moment het meest in aanmerking te komen voor gestandaardiseerde tellingen aan larvenhuidjes (zie ook hieronder). Conclusie/aanbeveling: waarschijnlijk is er voldoende draagkracht en kunde te vinden bij de Nederlandse vrijwilligers gestandaardiseerde monitoringtellingen te doen aan rombouten. Voor de rivierrombout geldt dan wel dat eerst de methode uitgekristalliseerd moet zijn. Mogelijk kan ook de beekrombout goed op deze manier worden geteld (cf Geraeds & van Schaik, 2002). Soorten In Nederland komen op dit moment vier of wellicht vijf soorten rombouten (Gomphidae) voor. In deze paragraaf wordt per soort aangegeven of de methode van de tellingen aan larvenhuidjes zoals hier besproken voor de rivierrombout, ook bruikbaar zijn voor de andere rombouten (tabel 4). DE VLINDERSTICHTING
14 Tabel 4: In Nederland voorkomende rombouten (Gomphidae), met beleidsstatus (RL = Rode Lijst; HRL = Habitatrichtlijn; SBP = Soortbeschermingsplan), huidig voorkomen in Nederland en een inschatting van de mogelijkheid om de soort te monitoren aan de hand van tellingen van larvenhuidjes. Soort Beleidsstatus Huidig voorkomen Rivierrombout RL: verdwenen; HRL: IV; SBP: geen Vrijwel alle grote Gaffellibel RL: ernstig bedreigd; HRL: II & IV; SBP: geen rivieren Lage dichtheden in de Roer Beekrombout RL: bedreigd; HRL: geen; SBP: geen Bredere beken in oost- en zuid Nederland; soms ook in rivieren. Plasrombout RL: geen; HRL: geen; SBP: geen In grotere plassen in oostelijke helft van Nederland Kleine tanglibel RL: niet beschouwd; HRL: geen; SBP: geen Mogelijk inheems in de Roer Exuviaetellingen? Ja Ja (?) Ja Nee Nee (?) Opmerkingen Zie dit rapport Dichtheden zijn laag en de exuviae moeilijk te vinden, maar de laatste jaren worden door vrijwilligers langs de Roer behoorlijke resultaten geboekt. Dichtheden en vindbaarheid exuviae vergelijkbaar met rivierrombout. Bewoond vooral stilstaande wateren en wordt geregeld in de reguliere tellingen gezien. Status nog onduidelijk, op dit moment te lage dichtheden. Algemeen Het gebruik van tellingen aan larvenhuidjes van libellen om populaties van bepaalde soorten te monitoren is nieuw. Er is relatief weinig literatuur over te vinden. Recent is een artikel verschenen over de mogelijkheid om voor een glanslibel uit Noord-Amerika met behulp van larvenhuidjes populaties te monitoren (Foster & Soluk, 2004). Het gaat om een soort die nauw verwant is met de in Nederland voorkomende glanslibellen uit het geslacht Somatochlora. In de meeste gevallen gaat het om soorten die moeilijk te inventariseren zijn aan de hand van imago s. Dit geldt ook in Nederland voor bijvoorbeeld de gevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata) en de hoogveenglanslibel (Somatochlora arctica). In het onderzoek zijn in vaste plots van vier vierkante meter gedurende twee seizoenen elke vier dagen larvenhuidjes van de bewuste soort gezocht. In het bewuste artikel wordt geconcludeerd dat de methode een very effective tool for monitoring populations of endangered dragonflies is. Conclusie/aanbeveling: het gebruik van larvenhuidjes voor monitoring van bepaalde soorten libellen, kan wellicht ook overwogen worden voor enkele andere soorten die nu slecht in het Libellenmeetnet zitten. De hoogveenglanslibel en mogelijk zelfs de gevlekte glanslibel zijn dan de meest voor de hand liggende soorten. Hiervoor is echter wel aanvullend onderzoek nodig. DE VLINDERSTICHTING
15 Hoofdstuk 6 / Referenties Boesveld, A. & J. van der Neut (2001) Rheofiele libellen in de diverse Merwedetakken. Staatsbosbeheer, district De Biesbosch. Boesveld, A. & J. van der Neut (2003) Libellennieuws uit de Biesbosch, goede waterkwaliteit lokt waardevolle soorten. Brachytron 7(1): Foster, S.E. & D.A. Soluk (2004) Evaluating exuvia collection as a management tool for the federally endangered Hine s emerald dragonfly, Somathochlora hineana Williamson (Odonata: Cordulidae). Biological Conservation 118: Geraeds, R.P.G. & V.A. van Schaik (2002) Het voorkomen van de beekrombout (Gomphus vulgatissimus) langs de Roer. Natuurhistorisch Maandblad 91(6): Kalkman, V., A. Kop & T. Zeegers (2003) De relatie tussen hydromorfologie en het voorkomen van de rivierrombout. EIS-Nederland, Leiden. Kleukers, R.M.J.C. & M. Reemer (1998) De terugkeer van de rivierrombout (Gomphus flavipes (Charpentier)) in Nederland. Brachytron 2(2): Suhling, F. & O. Müller (1996) Die Flussjungfern Europas. Die Neue Brehmbücherei 628, Magdenburch, Duitsland. Termaat, T. (2000) Een overzicht van de nieuwe vindplaatsen van de rivierrombout (Gomphus flavipes) in Nederland in Brachytron 4(1): DE VLINDERSTICHTING
Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005
Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005 Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005 Tekst: Dick Groenendijk Met medewerking van: Victor Mensing (inventarisaties
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatieLibellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat
Nadere informatieLibellenmeetnetten in Vlaanderen
Libellenmeetnetten in Vlaanderen Hannes Ledegen Natuurpunt Studie Geert De Knijf Libellenvereniging Vlaanderen, INBO Wie telde in 2016 al mee? Wat hebben deze soorten gemeen? Meetnetten Wat & waarom? Bepalen
Nadere informatieOpslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder
Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Saskia Janssen, Gerrit Padding,
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieGevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H1042. 1. Status:
Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H1042 1. Status: Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2013 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 6 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan acht vlindersoorten op
Nadere informatieHoe de rombouten weer helemaal terug zijn van weggeweest
Hoe de rombouten weer helemaal terug zijn van weggeweest Rivierrombout: wie had ooit gedacht dat die zou terugkeren? beekrombout plasrombout rivierrombout gaffellibel kleine tanglibel Gomphus vulgatissimus
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieRecent teruggekomen soorten, 2011
Indicator 9 augustus 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sommige verdwenen soorten zijn
Nadere informatieSBP hoogveenglanslibel: Uitvoering en coördinatie 2009
SBP hoogveenglanslibel: Uitvoering en coördinatie 2009 SBP hoogveenglanslibel: uitvoering en coördinatie 2009 Tekst: Dick Groenendijk Rapportnummer: VS2010.019 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek libellen 2009
Verspreidingsonderzoek libellen 2009 Verspreidingsonderzoek libellen 2009 Tekst: Tim Termaat (De Vlinderstichting) & Vincent Kalkman (EIS-Nederland) Met medewerking van: Jaap Bouwman, Kim Huskens, René
Nadere informatieAcuut bedreigde dagvlinders in Nederland
Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Tekst: Chris van Swaay Met medewerking van Calijn Plate, CBS. Rapportnummer: VS2004.023 Productie: De Vlinderstichting
Nadere informatieWaterbodemsanering Biesbosch
Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Nadere informatieRecent teruggekomen soorten
Indicator 1 juni 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sommige verdwenen soorten zijn de
Nadere informatieKleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander
Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander Inleiding Drie keer per week fiets ik van mijn huis in het zuidwestelijk deel van Wijchen naar mijn werk in het oostelijk deel
Nadere informatieProject rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001
Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey
Nadere informatieRingslangen in Oostvaardersveld 2016
Ringslangen in Oostvaardersveld 216 Jeroen Reinhold Rapport LBF-216-15 Inleiding. Het Oostvaardersveld was het eerste gebied in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland waar reproductie van de ringslang vastgesteld
Nadere informatieVerslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
Nadere informatieMonitoring Natura 2000-soorten en overige soorten prioritair voor het Vlaams beleid. Blauwdrukken soortenmonitoring in Vlaanderen
INBO.R.2012.16 INBO.R.2014.2319355 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Brussel Kliniekstraat 25 1070 Brussel T: +32 2 525 02 00 F: +32 2 525 03 00 E: info@inbo.be www.inbo.be Monitoring
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp In 2015 met een overzicht van incidentele waarnemingen 1992 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2016 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C.
Nadere informatieLibelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2009 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen - 2 / 43 - - 3 / 43 - Copyright 2010 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur
Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto
Nadere informatieMonitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010
Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010 Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Ronald Hofmeester Hans van Oosterhout Informatie over dit rapport: Ronald Hofmeester,
Nadere informatieHet overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. In het westelijke deel van het Nieuwediep kwamen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef-
Nadere informatieTREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE
TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE Arjan Boele en Frank Engelen In de loop van het jaar vliegen er veel aalscholvers over trektelpost De Horde. Nu er op deze post al sinds 1997 geteld wordt, willen
Nadere informatieHerintroductie bever,
Indicator 20 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties vanaf
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatieInhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07.
Inhaalslag Verspreidingsonderzoek De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts BLWG Rapport 2004.07 Oktober 2004 In opdracht van Expertisecentrum LNV Inhaalslag verspreidingsonderzoek,
Nadere informatieLibelleninventarisatie Goois Natuurreservaat Gebied Zanderij Cruysbergen
Libelleninventarisatie Goois Natuurreservaat Gebied Zanderij Cruysbergen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieVoortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse
Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse D.L. Bekker Februari 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In
Nadere informatieHandleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen
Handleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen Tekst: Chris van Swaay Tim Termaat Calijn Plate Rapportnummer: VS2011.002 De Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen zijn een samenwerkingsproject
Nadere informatieBever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 3 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties (vanaf
Nadere informatieGrote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003.
Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Gerrit Padding, Sjoerd Steenbergen, Saskia Janssen,
Nadere informatieGroene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep. Leeswijzer: Van de waarnemingen van de jaren voor het jaar 2015 worden ter wille van de leesbaarheid vrijwel uitsluitend de maximaal
Nadere informatieOndersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud
Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren
Nadere informatieKevers van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van
Nadere informatieFauna-inventarisatie. Wetgeving en methoden
Fauna-inventarisatie Wetgeving en methoden IPC Groene Ruimte, Arnhem 2012 Inhoud Vooraf 7 Deel I - Wettelijk kader 9 Inleiding 11 1 De Flora- en faunawet in vogelvlucht 12 1.1 Bescherming 12 1.2 Uitvoeringsbevoegdheid
Nadere informatieGemeente Mill en St. Hubert. Parkeeronderzoek centrum Mill
Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Datum 28 oktober 2009 MSH005/Hdt/0067 Kenmerk Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s)
Nadere informatieHandleiding Landelijk Meetnet Libellen
Handleiding Landelijk Meetnet Libellen De Vlinderstichting, Wageningen Centraal Bureau voor de Statistiek Handleiding Landelijk Meetnet Libellen Tekst: Robert Ketelaar & Calijn Plate Rapportnummer: VS
Nadere informatie40 jaar libellenonderzoek in Nederland
40 jaar libellenonderzoek in Nederland Samenwerken voor libellen E.J. Ruiter, R.M.J.C. Kleukers & T.J. Verstrael Inleiding Sinds de oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie (NVL) op
Nadere informatieBroedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer
Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.
Nadere informatieGrote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003.
Grote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003. Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Jeroen Bredenbeek, Anneke de Vries, Gerrit Padding,
Nadere informatieVeldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer
Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk
Nadere informatieLandelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten
Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter
Nadere informatieGroene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep. In het westelijke deel van het Nieuwediep komen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef- en voortplantingsgebied
Nadere informatieOntwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland
Ontwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland Ontwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland Tekst Roy van Grunsven Chris van Swaay Rapportnummer VS2017.034 Projectnummer P-2017.121 Productie De Vlinderstichting
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieInventarisatie Azewijnse Broek 2016 en Resultaten van de veldinventarisaties naar fauna. In opdracht van Netterden Zand en Grind B.V.
Inventarisatie Azewijnse Broek 2016 en 2017 Resultaten van de veldinventarisaties naar fauna In opdracht van Netterden Zand en Grind B.V. Colofon Rapportnummer : 1817 Projectnummer : 2891 Opdrachtgever
Nadere informatieLibellen geteld Jaarverslag 2014
Libellen geteld Jaarverslag 214 Libellen geteld Jaarverslag 214 Tekst Tim Termaat, Kim Huskens en Arco van Strien Foto s Tenzij anders vermeld: Kim Huskens, Tim Termaat Voorplaat: koraaljuffer Rapportnummer
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011
Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33
Nadere informatieGroene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010,
Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014. Deel: Waterschap Hunze en Aas Groen: Krabbenscheer; Rood: Groene glazenmaker. In de gemeente Emmen zijn nu op meerdere
Nadere informatieMonitoring van Steenuilen in : een succes!
Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,
Nadere informatieVleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst
Notitie Contactpersoon Sipke Holtes Datum 26 juni 2008 Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst In opdracht van Amer Adviseurs bv is door Tauw begin 2007 een Natuurtoets met kenmerk N003-4463429FKO-pla-V01
Nadere informatieMidwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale
Nadere informatieVLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008
VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012
Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 D.L. Bekker & H. Hollander Rapport nummer 2013.10 mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Rapport
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009
Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieHans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013
Hans Hollander Rapport 29 8 februari 2014 Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties: 1 Hollander,
Nadere informatieBataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling
Bataviastad Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad, Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Datum 7 juli 21 LLS12/Glw/817 Kenmerk Documentatiepagina
Nadere informatieOostroute Lelystad Airport
Oostroute Lelystad Airport In opdracht van: Natuur en Milieu Flevoland en Staatsbosbeheer To70 Postbus 43001 2504 AA Den Haag tel. +31 (0)70 3922 322 fax +31 (0)70 3658 867 E-mail: info@to70.nl Door: Ruud
Nadere informatieVrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie
Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieWerkprotocol visbemonsteringen FF-wet
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij
Nadere informatieNotitie zomertelling Ingekorven vleermuis Midden-Limburg 2016
Notitie zomertelling Ingekorven vleermuis Midden-Limburg 2016 Status: Definitief Opdrachtgever: Provincie Limburg Opgesteld door: Jasja Dekker & René Janssen Datum: 12 december 2016 Verantwoording De tellingen
Nadere informatieVeldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers
Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009 Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Op 3 t/m 6 augustus 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie- en een aantal natuurlijke zeegraslocaties.
Nadere informatieRecent teruggekomen soorten, 2012
Recent teruggekomen soorten, 2012 Indicator 26 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken.
Nadere informatieWatervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09
SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl
Nadere informatieGevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata) in de Eemshaven
Mededelingen Gevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata) in de Eemshaven A.-E. de Winter Op 27 juni 2008 werd tijdens een ochtend vogels ringen in de Groningse Eemshaven een wel heel bijzondere waarneming
Nadere informatieTELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden
TELINSTRUCTIE Wie? REEËN Wat? IN UTRECHT Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden januari 2013 INTRODUCTIE Voor u ligt de telinstructie reeën zoals tot stand gekomen in
Nadere informatieBeoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders
Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Tekst: Chris van Swaay, De
Nadere informatieVliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008
Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieLarvaal habitat van de Beekrombout (Gomphus vulgatissimus) in enkele Nederlands Limburgse beken
Larvaal habitat van de Beekrombout (Gomphus vulgatissimus) in enkele Nederlands Limburgse beken R.P.G. Geraeds Inleiding Langs de Roer in Nederlands Midden-Limburg is in de loop der jaren veel informatie
Nadere informatieDeelhandleiding uploadportal NEM VTT
Deelhandleiding uploadportal NEM VTT Onderdeel van de handleiding voor het meetnet NEM Vleermuis Transect Tellingen Schillemans, M.J. 2015.010 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht
Nadere informatieTwee nieuwe populaties Hoogveenglanslibel (Somatochlora arctica) in Overijssel
Twee nieuwe populaties Hoogveenglanslibel (Somatochlora arctica) in Overijssel J. Bouwman Nadat in 2005 de eerste populatie Hoogveenglanslibel voor de provincie Overijssel was gevonden door Judith Bosman
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg
Nadere informatieBiomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever
Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische
Nadere informatieLandelijk Meetnet Vlinders
Landelijk Meetnet Vlinders Juni 2014 Beste teller, Met de eerste bruine zandogen is het zomerseizoen voor de vlinders inmiddels van start gegaan. Uw tellingen laten zien dat de junidip dit jaar al in de
Nadere informatieDagvlinders tellen: populatietrends en implicaties voor terreinmonitoring. Michiel Wallis de Vries De Vlinderstichting i.s.m. Arco van Strien CBS
Dagvlinders tellen: populatietrends en implicaties voor terreinmonitoring Michiel Wallis de Vries De Vlinderstichting i.s.m. Arco van Strien CBS Argusvlinder Van Data naar Monitoring Wat willen we weten?
Nadere informatieMeetnetten Vlaams-Brabant
Meetnetten Vlaams-Brabant Terugblik 2016, vooruitblik 2017 Hannes Ledegen Natuurpunt Studie Natura 2000 en Vlaams prioritair? 1 Meetnetten Wat & waarom? Bepalen van Vlaamse toestand en trends 78 Europees
Nadere informatieVeenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013
Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag
Nadere informatieHET VLIEGEND HERT IN GELDERLAND VINCENT KALKMAN & SANDER WIJDEVEN
2003 HET VLIEGEND HERT IN GELDERLAND RESULTATEN 2003 VINCENT KALKMAN & SANDER WIJDEVEN VLIEGEND HERT IN GELDERLAND RESULTATEN 2003 2003 tekst Vincent Kalkman & Sander Wijdeven productie Stichting European
Nadere informatieMIRA 2012 Milieu & natuur
MRA 212 Milieu & natuur ndex overwinterende watervogels watervogelindex (1991-92=1) aantal (1991-92=1) 6 5 4 3 2 1 1 4 1 3 1 2 1 1 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1991-92 1993-94 1995-96 1997-98 1999-21-2 23-4 25-6
Nadere informatieInventarisatie van de kleine ijsvogelvlinder
Inventarisatie van de kleine ijsvogelvlinder 2011-2012 door J.J.Heuvelmans Met medewerking van natuurliefhebbers van IVN Maasduinen Frank Bons Camilia Sitsen Inhoud 1: Inleiding 2: Doelstelling 3: Kerngebied
Nadere informatie1902. Opmerkelijk was ook dat er op één dag. (16 mei) maar liefst twee populaties. werden ontdekt, waarmee het aantal populaties
Zeldzame libellen in Nederland in 1998, CWNO-mededeling 2 V.J. Kalkman & M.Th. Wasscher Inleiding Sinds de oprichting van de Commissie Waarnemingen Nederlandse Odonaten (CWNO) in 1996 zijn alle waarnemingen
Nadere informatieVerkeerstelling en kentekenonderzoek
BIJLAGEN Bijlage 1: Verkeerstelling en kentekenonderzoek Verkeersonderzoek Zijtaart november 2011 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: mevr. L. van Oort Rapporttype: Auteur(s): conceptrapport Jan Hagens
Nadere informatieFiguur 1. Kleine wintervlinder (copula).
Bomeninventarisatie kleine wintervlinder (Operophtera brumata) en andere insecten/ongewervelden in het Vormersbos te Wijchen, november en december 2017 Hans Hollander, 27 december 20177 Inleiding Van 2013
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieFauna in het rivierengebied: morfodynamiek in de Millingerwaard biedt kansen voor veel diersoorten. 1 juni 2013, Marieke de Lange
Fauna in het rivierengebied: morfodynamiek in de Millingerwaard biedt kansen voor veel diersoorten 1 juni 2013, Marieke de Lange Met dank aan Projectteam Jinze Noordijk Marijn Nijssen Gilbert Maas Sabine
Nadere informatieSNL, NEM en occupancy
SNL, NEM en occupancy Verschillende antwoorden op verschillende vragen 350 300 250 200 150 100 50 Vroege glazenmaker 0 1999 2002 2005 2008 2011 2014 Tim Termaat De Vlinderstichting Jaap Bouwman Unie van
Nadere informatieMeer leefgebied voor de groene glazenmaker in de polder Mastenbroek
Meer leefgebied voor de groene glazenmaker in de polder Mastenbroek Meer leefgebied voor de groene glazenmaker in de polder Mastenbroek DE VLINDERSTICHTING 2007 De groene glazenmaker in de polder Mastenbroek
Nadere informatie