Rupsentijd

De Vlinderstichting
23-AUG-2010 - In augustus komen bij De Vlinderstichting veel telefoontjes en mailtjes binnen van mensen die rupsen hebben gevonden. Vaak gaat het om grote rupsen, bijvoorbeeld van pijlstaarten, die op weg zijn naar een plaats om te verpoppen.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

In augustus komen bij De Vlinderstichting veel telefoontjes en mailtjes binnen van mensen die rupsen hebben gevonden. Vaak gaat het om grote rupsen, bijvoorbeeld van pijlstaarten, die op weg zijn naar een plaats om te verpoppen.

Rups avondrood (foto: Kars Veling)Avondrood
De rups van het groot avondrood wordt ook wel olifantsrups genoemd omdat hij een aantal grote oogvlekken op zijn kop heeft en omdat hij zijn kop kan opzetten, waarbij er een lange dunne snuit tevoorschijn komt. De rupsen worden soms op fuchsia's gevonden en omdat het forse rupsen zijn als ze eenmaal volgroeid zijn, kunnen ze aardig huishouden in deze planten. Fuchsia-liefhebbers zijn dan ook niet blij met deze rupsen. De rupsen lusten gelukkig ook wilde planten zoals wilgenroosje en kattenstaart, zodat ze ‘overgezet’ kunnen worden. Wel lijken de rupsen met tegenzin op een andere waardplant over te schakelen, maar als de honger toeslaat kiezen ze toch meestal eieren voor hun geld.

Ligusterpijlstaart
Rups ligusterpijlstaart (foto: A. Alberts)Hoewel ze erg opvallend gekleurd zijn vallen de rupsen van de ligusterpijlstaart tussen de groene bladeren van liguster niet erg op. Je ontdekt de grotere rupsen door de grote keutels die onder de struik op de grond liggen. In de loop van september-oktober verlaten de rupsen hun struik en gaan ze op weg om een plek te zoeken om als pop te  overwinteren. De rups kruipt de grond in en verpopt daar, soms wel op 30 centimeter diepte. De volgende zomer, of soms zelfs twee zomers later, komt de vlinder uit de pop en kruipt door de grond omhoog een plantenstengel in. Daar begint de vlinder pas met het oppompen van de vleugels. Het is een gewone soort die vooral veel in het westen van het land voorkomt. Er komen relatief weinig waarnemingen uit de oostelijke helft van Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant.

Rups wapendrager (foto: Kars Veling)Wapendrager
De rupsen van de wapendrager kun je van juli tot in september vinden op allerlei loofbomen en struiken, waaronder wilg, berk, eik, linde en hazelaar. Na het uitkomen van de grote eilegsels blijven de rupsen aanvankelijk bijeen en foerageren ze in groepen, zowel overdag als ´s nachts. Zeker als ze al wat groter zijn, vallen deze etende groepen nogal op. De volgroeide rupsen, zoals op bijgaande foto, leven solitair en worden vaak gezien als ze over de grond kruipen op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. De soort overwintert namelijk als pop in een holte in de grond. De rupsen zijn goed te herkennen met hun gelige tekening en de dunne witte haren op hun lijf. De vlinder, die in juni en juli te zien is heeft een heel bijzondere kleur. Hij lijkt sprekend op een afgebroken berkentakje zoals te zien is op de foto in het natuurbericht van 13 juli 2010

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: A. Alberts en Kars Veling