keizersmantel klein

Relatief veel zwervende keizersmantels gezien

De Vlinderstichting
3-AUG-2009 - Vanaf eind juni zijn er al een kleine twintig meldingen van keizersmantel gedaan. Deze in Nederland uitgestorven soort zwerft regelmatig ons land in. Er zijn de afgelopen jaren aanwijzingen geweest dat de keizersmantel zich voortplantte in ons land. Als hij zich vijf jaar achter elkaar op een plek in Nederland voortplant, wordt hij weer als aanwezig beschouwd.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op maandag 3 augustus 2009

Vanaf eind juni zijn er al meer dan vijfentwintig meldingen van keizersmantel gedaan. Deze in Nederland uitgestorven soort zwerft regelmatig ons land in. Er zijn de afgelopen jaren aanwijzingen geweest dat de keizersmantel zich voortplantte in ons land. Als hij zich vijf jaar achter elkaar op een plek in Nederland voortplant, wordt hij weer als aanwezig beschouwd.

De keizersmantel (Argynnis paphia) is een grote en opvallende vlinder. De mannetjes zijn helder oranje en hebben een rij zwarte geurstrepen op de voorvleugel (foto rechts). De vrouwtjes zijn meer bruin-oranje en hebben meer stippen dan lijnen (foto linksonder). Het is een liefhebber van nectar en de soort wordt dan ook regelmatig in tuinen aangetroffen, vaak op de vlinderstruik. Het aantal varieert nogal van jaar tot jaar, maar 2009 is weer heel redelijk met nu al meer dan vijfentwintig meldingen via waarneming.nl en telmee.nl. De soort is van noord tot zuid gezien, maar waarnemingen uit het westen van het land zijn dit jaar nog schaars. De rupsen leven op viooltjes en het is een soort van bloemrijke bosranden en kleinschalig landschap met houtwallen.

Er zijn de afgelopen jaren wel eens aanwijzingen geweest dat de keizersmantel zich voortplantte in ons land. Zo zijn er meldingen van een aantal opvolgende jaren bij Oostvoorne en uit de Amsterdamse Waterleidingduinen. Toch is er daar nooit voortplanting vastgesteld en is de soort ook al jaren niet meer gezien. Ook bij Elspeet op de Veluwe is de soort de afgelopen vijf jaar in vier jaren in dezelfde tuin waargenomen. Hier lijkt het toeval uitgesloten te kunnen worden en gaan we ervan uit dat de soort zich daar in de buurt heeft gevestigd. Helaas gaat het slechts om enkele exemplaren die worden gezien en het is moeilijk om hieruit een beeld te krijgen van de plek waar eitjes worden afgezet en waar de rupsen leven op de viooltjes. Hier zal in het voorjaar van 2010 speciaal onderzoek naar gedaan worden. Als een soort zich vijf jaar op een plek voortplant zien we dit als (her)vestiging en wordt hij dus weer als aanwezig in Nederland beschouwd.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting