kuifleeuwerik klein

Kuifleeuweriken: Hoe lang nog?

Sovon Vogelonderzoek Nederland
25-JAN-2009 - SOVON Vogelonderzoek Nederland houdt jaarlijks een stevige vinger aan de pols als het gaat om de Nederlandse vogelstand. Door het jaarlijks verzamelen van vele duizenden gegevens veelal door tellingen die uitgevoerd worden door vrijwillige vogeltellers weten we heel goed hoe het met de Nederlandse vogels gaat. Al twee jaar geeft ze in samenwerking met Vogelbescherming Nederland de Vogelbalans uit. Soorten komen en soorten gaan. De kuifleeuwerik gaat.

Bericht uitgegeven door SOVON op 25 januari 2009

SOVON Vogelonderzoek Nederland houdt jaarlijks een stevige vinger aan de pols als het gaat om de Nederlandse vogelstand. Door het jaarlijks verzamelen van vele duizenden gegevens veelal door tellingen die uitgevoerd worden door vrijwillige vogeltellers weten we heel goed hoe het met de Nederlandse vogels gaat. Al twee jaar geeft ze in samenwerking met Vogelbescherming Nederland de Vogelbalans uit. Soorten komen en soorten gaan. De kuifleeuwerik gaat.

Van de ruwweg 250 broedvogels die in ons land voorkomen zijn er soorten die toenemen (winnaars) maar ook soorten die afnemen (verliezers). Van die verliezers staan er een paar zelfs op de rand van uitsterven in ons land. De klapekster, duinpieper en ortolaan kunnen al als uitgestorven worden beschouwd, de kuifleeuwerik volgt in zeer rap tempo.

Het afgelopen jaar kon er met moeite een handjevol territoria gevonden worden. De kuifleeuwerik was zo'n 30 jaar geleden nog een algemene broedvogel met een geschat aantal van zo'n 3000 tot 5000 broedparen. In een paar decennia is de gehele populatie dus weggevaagd. Het verdwijnen van geschikt habitat en bijvoorbeeld het feit dat braakliggende terreinen met geplande huizenbouw nu veel sneller bebouwd zijn doen hem de das om. Als liefhebber van kale, zandige bodems op industrieterreinen, havens, nieuwbouwwijken e.d. heeft hij hier steeds minder te zoeken. Triest maar waar.

Tekst: Harvey van Diek, SOVON
Foto: Artur Mikolajewski, Wikipedia Commons