raaf
7-MRT-2009 - De raaf is er als de kippen bij. Al in maart zit deze zwarte jongen (dame in dit geval) op de eieren. Met een beetje geluk vliegen de eerste jongen uit in april. Een echte vroege broeder dus, de raaf.

Bericht uitgegeven op zaterdag 7 maart 2009 door Vogelbescherming Nederland

De raaf is er als de kippen bij. Al in maart zit deze zwarte jongen (dame in dit geval) op de eieren. Met een beetje geluk vliegen de eerste jongen uit in april. Een echte vroege broeder dus, de raaf.

 

Vergis je niet: raven zijn grote jongens. Van kop tot staart zijn ze zo’n 65 centimeter. En net als veel kraaiachtigen, is ook de raaf ontzettend intelligent. Raven gebruiken gereedschap: met stokjes peuteren ze eten uit holtes en met stenen kraken ze noten. Ook kunnen ze veel geluiden imiteren, waaronder… de mens!

 

Raven zijn, net als aalscholvers, blauwe reigers en bosuilen, hele vroege broeders. Zodra de lente zich aankondigt, gaan de heren en dames aan de slag. Elk jaar gaan ze terug naar hun oude, vertrouwde nest hoog in de bomen. Er wordt dan opnieuw druk aan het onderkomen gesleuteld en gebouwd. Op die manier wordt het nest elk jaar een stukje groter.

 

In april vliegen de eerste jongen uit. Dat gebeurt op steeds meer plaatsen in Nederland, want de raaf is steeds minder zeldzaam. In het begin van de twintigste eeuw was de soort praktisch uitgeroeid in ons land. Maar na een spannend uitzetproject, kreeg de raaf langzaamaan weer voet aan de grond. Vooral op en rond de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en in Flevoland kunnen we ze vandaag de dag tegenkomen.

 

Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland

Foto: Donarreiskoffer (Wikipedia)