Zuid-Afrikaans Herpeto-Elftal

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op donderdag 17 juni 2010

Het WK voetbal is in volle gang. Duizenden Nederlanders zijn afgereisd naar Zuid-Afrika om daar de wedstrijden te bezoeken. Naast het voetbal heeft Zuid-Afrika echter nog veel meer te bieden. Zoals een zeer grote diversiteit aan reptielen en amfibieën. Genoeg keuze dus om een Zuid-Afrikaans Herpeto elftal te selecteren.

Zuid-Afrika staat bekend om zijn natuurschoon en diversiteit. Het zuiden van Afrika is een hotspot voor reptielen. Tot op heden zijn er maar liefst 517 soorten beschreven. Dit in vergelijking tot de 157 soorten reptielen in Europa en slechts 7 soorten die in Nederland voorkomen. Ook de diversiteit van amfibieën is groot, maar liefst 130 soorten (Europa 85 soorten, Nederland 16 soorten). Tijd voor een kleine (voetbal)selectie:

Coach: Zuid-Afrikaanse brulkikker, deze kikker schreeuwt de ploeg naar de overwinning.

Op doel: de nijlkrokodil, het grootste reptiel van Zuid-Afrika. Deze keeper straalt gezag uit, geen spits die in de buurt durft te komen.

Laatste man: de gabonpofadder. Deze logge slang heeft de grootste giftanden van alle slangen ter wereld. Elke spits wordt lam gelegd.

 

Voorstopper: de pofadder. Het neefje van de gabonpofadder. Minder groot, maar veel algemener en verantwoordelijk voor de meeste dodelijke slangenbeten in Afrika. Schakelt elke spits uit.

Links-back: de Tinker rietkikker, deze felgroene kikker houdt met zijn kleefpoten elke spits in bedwang.
 

Rechts-back: de bruinrugboompadda, deze boomkikker is zeer divers en kan met grote sprongen de hele flank bestrijken.

Links-midden: de Van Sons Gekko, dit is een stofzuiger op het middenveld die met zijn kleefpoten bal na bal afpakt.

 

Mid-mid: de kameleon. Deze soort is zeer divers en past zich aan, aan elke spelstijl en omgeving.

Rechts-midden: de Nijlvaraan. Deze grote hagedis staat zijn mannetje op het middenveld. Zijn staart gebruikt hij als een zweep om zich te verdedigen, in de aanval is hij verassend snel.

Links-buiten: de zandrenslang. Deze forse slang is werkelijk watervlug, pijlsnel op de flank met een scherpe voorzet.

Spits: de twijgslang. Dit is een giftige soort waarvoor geen antigif beschikbaar is. Deze goed gecamoufleerde slang wacht zijn kansen rustig af. Blijft gedurende lange tijd van de wedstrijd onzichtbaar, maar kan plotseling toeslaan.

Rechts-buiten: de gespikkelde bosslang. Deze sierlijke groene slang is een ware acrobaat. Zeer behendig passeert hij elke verdediger.

En er wordt gespeeld met een 'blaasoppie' als bal.







Tekst en foto's: Jelger Herder, RAVON (www.digitalnature.org)