Een kunstwerk van zwerfkeien moet de inwoners van het Westerkwartier zelfbewuster maken.

Maandagochtend 18 december is het druk in het kleine zaaltje van het dorpshuis van Lutjegast. Staatsbosbeheer Westerkwartier en de Stichting Kwartiermakers ontvangen er samen met Organisatiebureau Geert Lameris ir. C.J. Vriesman, landelijk directeur van Staatsbosbeheer. Een aantal betrokkenen vertelt welke plannen er zijn in en rond Lutjegast. Plannen die beginnen met het verhaal over De Baak, dat eerst als kunstwerk bij Exloo in Drenthe stond, waar het in 2002 door kunstenaar Rob Schreefel was neergezet. ‘Compositie in majeur’ heetten de gestapelde zwerfstenen toen nog. Omdat er andere plannen waren met de locatie Exloo, moest het kunstwerk daar weg. Staatsbosbeheer kocht het aan en liet het verplaatsen naar Lutjegast. Op 23 juni 2006 is het massieve object feestelijk onthuld.
Nico Boele, opzichter van de beheerseenheid Westerkwartier van Staatsbosbeheer, vertelt erover op die maandagochtend in december. ‘Staatsbosbeheer doet meer dan de bescherming van de natuur. We vinden dat we ook een verantwoordelijkheid hebben voor het behoud van cultuurhistorie en karakteristieke cultuurlandschappen. Dit alles komt op een unieke wijze bij elkaar in het Westerkwartier. Wij willen samen met de inwoners van de streek de kwaliteit van het landschap behouden en verbeteren.’
De Baak past volgens hem perfect in dat streven. De zwerfkeien waaruit het is opgebouwd leggen de link met de ijstijden, die zo bepalend zijn geweest voor de vorming van het landschap. ‘En het is niet voor niets op deze plaats neergezet’, aldus Nico Boele. ‘Het staat als een landmark op de overgang van de Drentse zandgronden naar het zeekleigebied. Het Drents plateau eindigt hier. Daarom hebben we het De Baak genoemd: het is een punt waarop je je oriënteert: een baken. De Martinitoren in Groningen en De Baak in Lutjegast markeren als het ware de oude kustlijn.’
Een oude ingelijste kaart die deze ochtend in het dorpshuis van Lutjegast op tafel ligt, laat zien dat dit dorp in het Westerkwartier ooit aan zee lag. Abel Tasman werd er geboren. Later zwierf hij uit over de wereldzeeën. Het Abel Tasman Kabinet herinnert aan deze tijd. ‘Ik noem het geen kunstwerk’, zegt een bevlogen Nico Boele over De Baak. ‘Voor mij is het een metafoor. Er gaat een geweldige kracht, enorm veel energie van uit. Een soort Stonehenge-gevoel.’

Verbindende kracht

Edward Mackenzie is een van die mensen die zich laat inspireren door De Baak. Hij is nauw betrokken bij De Kwartiermakers, waarbij organisaties en personen zijn aangesloten die de cultuurhistorie van het gebied willen gebruiken als motor voor toekomstige ontwikkelingen. Mackenzie over het ontstaan van De Kwartiermakers: ‘Toen de tien historische verenigingen in deze streek rond de millenniumwisseling het project 1000 jaar Westerkwartier met succes hadden afgerond, borduurde een aantal betrokkenen voort op de gedachte dat cultuurhistorie een verbindend element kan zijn. De geschiedenis is immers wat alle streekbewoners gemeenschappelijk hebben, en in het landschap is een belangrijk deel van die geschiedenis te lezen. Tot de dag van vandaag is het land door allerlei natuurverschijnselen en menselijke activiteit continu in beweging geweest en dat heeft duidelijke sporen achtergelaten. Die sporen willen we gebruiken om verbindingen te leggen tussen vroeger, heden en toekomst.’
Volgens Mackenzie lukt dit alleen als er een breed draagvlak is onder de bevolking van het gebied, en dat draagvlak kan volgens hem ontstaan als men zich meer bewust wordt van wat de dorpen en hun omgeving te bieden hebben. ‘Daar willen we als Kwartiermakers aan werken: het regionale bewustzijn, de trots op het eigen dorp, trots op de streek. De Baak is daarvoor een perfect kristallisatiepunt. En het werkt. Men heeft sterk het gevoel gekregen dat die Baak hier hoort, onlosmakelijk is verbonden met Lutjegast en omgeving. Je ziet nu al dat het beeld dorpsbewoners inspireert om na te denken over wat ze er als dorp mee kunnen. En dan komt het gesprek al snel op de toekomst van het dorp zelf. Zo’n proces: geweldig!’

Van onderop

Volgens Nico Boele is Staatsbosbeheer in het Westerkwartier een voortrekker in het denken over wat er moet gebeuren met de streek. ‘Maar je kunt alleen succesvol zijn als je ontwikkelingen van onderop een kans geeft. We moeten met elkaar praten over wat we wel en niet willen. Wat is de identiteit van de streek? Welk stempel willen we er op drukken? Dat zijn de vragen waarom het gaat. En uiteindelijk hebben we het dan met elkaar over het behoud van de houtsingels, over mogelijkheden voor verantwoorde woningbouw, over een multifunctioneel dorpscentrum met een Abel Tasman Museum en een onderkomen voor SBB, en meer van dat soort zaken. Op basis van een integraal plan voor de hele streek, waarbij recht wordt gedaan aan de diverse belangen, kunnen we vervolgens ook financiële bronnen gaan aanboren. Inmiddels heeft de gemeente Grootegast al een Landschapsfonds ingesteld. Het begin is er dus al.’
Nico Boele benadrukt het belang van economische impulsen voor het gebied. ‘We moeten bedenken wat de projecten die we gaan ontwikkelen kunnen betekenen voor de lokale en regionale economie. Als mensen overal naartoe kunnen, hoe zorgen wij er dan voor dat ze juist het Westerkwartier bezoeken en hier ook nog goed kunnen eten en slapen? We moeten aandacht besteden aan dit soort vragen.’

Trilveen

Later op die maandag wandelen we naar De Baak. Ter plekke hoor ik dat er onder het 6,5 meter hoge en veertig ton zware bouwwerk tijdsdocumenten begraven liggen die het resultaat zijn van een verhalenwedstrijd die rond de opening werd georganiseerd. De Baak staat nu nog midden in een drieënhalf hectare groot groen gebied dat de komende tijd op een passende wijze ingericht gaat worden. Er zijn plannen uitgewerkt voor een drietal ronde pleinen rondom De Baak. Elk plein zal worden ingericht op basis van een eigen thema, respectievelijk cultuurhistorie, natuur en platteland. Op de pleinen kunnen straks activiteiten en evenementen plaatsvinden. Vanuit de pleinen kan het omringende landschap verkend worden. De Baak vormt het punt waarvandaan je vertrekt en waar je ook altijd weer uitkomt. Nu al is De Baak het startpunt voor het Abel Tasmanpad. Via wegwijzers en informatiepanelen voert de route door het mooie coulisselandschap van Tasmans geboortegrond. Het pad slingert door de Grootegastermolenpolder en biedt de natuurliefhebber bijzonderheden als trilveen, een dobbe en een eendenkooi. Spannend zijn de verschillende speelse verbindingen over het water.
Dit gebied rond De Baak waarin we rondwandelen, staat centraal binnen het cultureel-educatieve project De Magie van het Landschap. Via lespakketten zullen scholieren op een creatieve en leerzame manier in contact gebracht worden met het Groninger landschap. Het professionele Groninger jeugdtheatergezelschap De Citadel zal in mei en juni 2008 rond De Baak theatervoorstellingen gaan maken. En onder de titel De Wondere Wereld van het Westerkwartier wordt gedacht aan een project waarbinnen de landschappelijke schoonheid van het gebied gekoppeld wordt aan beeldende kunst, literaire activiteiten in de streektaal van het Westerkwartier, en toerisme.

Leeg landschap

Tijdens de korte wandeling over een deel van het Abel Tasmanpad komt aan de orde dat het hele gebied waarover we uitzien, refereert aan activiteiten die door de jaren heen verdwenen zijn. Met de boeren vertrokken bijvoorbeeld ook de koeien, waardoor het landschap leeg is geworden. Het brengt Staatsbosbeheer-directeur Vriesman tot de vraag of zijn organisatie nu dan niet voor die koeien moet zorgen. Nico Boele en zijn collega Aaldrik Pot reageren op een wijze die verraadt dat zij alleen al vanwege het stellen van deze vraag, de aanwezigheid van hun directeur op deze dag als zinvol ervaren.