In deze rubriek worden werkwijzen gepresenteerd die burgers en bestuurders kunnen inspireren in de praktijk van plattelandsvernieuwing.

Een dorpsomgevingsplan is een ontwikkelingsplan voor een dorp inclusief de landschappelijke omgeving. In het kader van het Belvedere-project ‘Dorp2000anno’ is in de provincie Drenthe een methodiek ontwikkeld om dorpsomgevingsplannen op te stellen. Niet voor niets vond dit project plaats in het Hunzedal, een gebied waarin grote veranderingen op de dorpen afkomen. Door de Europese landbouwpolitiek en nieuwe marktontwikkelingen heeft de landbouwsector behoefte aan structuurverbetering. Een omschakeling van landbouw naar waterwinning en natuur is in volle gang. Daarnaast willen provincie en gemeente het landelijk wonen in de randveendorpen nieuwe impulsen geven. Deze op stapel staande ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat een dorp meer dan een eigen visie of lokale agenda formuleert.
Het project startte in 1999 en is een initiatief van de BOKD (vereniging Brede Overleggroep Kleine dorpen in Drenthe). De filosofie is dat ‘bottom-up’ en ‘top-down’ worden samengesmeed tot een bruikbaar plan. Bij de eerste benadering gaat het om ‘Wat vinden dorpsbewoners van hun leefomgeving?’, bij de tweede benadering om ‘Hoe waarderen deskundigen het landschap en wat voor beleid heeft de overheid in petto?’ De ideeën van insiders (bewoners) en outsiders (deskundigen en beleidsmakers) worden met elkaar verbonden en door een landschapsarchitect vertaald in schetsen en kaartbeelden.
Buinen en Spijkerboor beten experimenteel het spits af. In redelijk korte tijd zijn met de bewoners van deze dorpen dorpsomgevingsplannen uitgewerkt die recht doen aan de specifieke kwaliteiten van het dorpsgebied, een hoog realiteitsgehalte hebben en kunnen rekenen op een breed draagvlak. Inhoudelijk zijn de twee plannen heel verschillend. Dit is niet verwonderlijk want Buinen is een esdorp en Spijkerboor een randveenontginning. Bovendien is er sprake van verschillende dorpsgemeenschappen met eigen visies, wensen en opvattingen. Een dorpsomgevingsplan is dus geen kopieerbare blauwdruk, maar altijd het resultaat van maatwerk en de uitdrukking van de ´couleur locale´; de eigen identiteit.

Een goed doortimmerd dorpsomgevingsplan is niet zomaar gemaakt. In het proces kunnen drie belangrijke elementen onderscheiden worden.
Ten eerste een zogenaamd perceptieonderzoek onder de dorpsbevolking. Hiervoor is een actieve dorpsbelangenvereniging nodig die een gemotiveerde werkgroep kan samenstellen. Via uitgekiende en aantrekkelijke methoden kunnen, onder regie van een procesbegeleider, veel bewoners participeren. In de twee voorbeelddorpen zijn een foto-opdracht, een historische excursie en een huiskamerdiscussie belangrijke methoden geweest. Bij de foto-opdracht krijgt iedere deelnemer een wegwerpfotocamera met de opdracht acht karakteristieke en acht niet-karakteristieke elementen in het dorpslandschap te fotograferen. Bij iedere foto hoort een schriftelijke motivatie. De resultaten van de verschillende toegepaste methoden worden in elkaar geschoven tot een inzichtelijk beeld van de overeenkomsten en verschillen in de beleving van identiteit en landschap. Vervolgens worden de gemeenschappelijke opvattingen tijdens een speciale bijeenkomst gepresenteerd.
Een tweede onderdeel van het proces is de vorming van een zogenoemde identiteitsvisie. Deskundigen doen onderzoek naar cultuurhistorie, identiteit en wordingsgeschiedenis van het landschap. Beleidsmakers onderzoeken de landschappelijke consequenties van beleidsvoornemens ten aanzien van wonen, recreatie, natuur, landbouw en infrastructuur. Beide partijen verbeelden de resultaten op een heldere manier in de identiteitsvisie.
Tot slot is er de ontwerpfase, waarin het daadwerkelijke dorpsomgevingsplan tot stand komt. Het perceptieonderzoek en het lokale leefbaarheidprogramma van de bewoners worden door een landschapsarchitect gekoppeld aan de identiteitsvisie van de deskundigen en de beleidsmakers. Dit resulteert in schetsen die voor iedereen begrijpelijk zijn. Voortdurende terugkoppeling is belangrijk en in een laatste bijeenkomst wordt het conceptplan voorgelegd aan de bewoners om met eventuele wijzigingen vastgesteld te worden.

Te vaak belanden goede ideeën van dorpsbewoners in een la, omdat de plannen niet goed zijn uitgewerkt en daardoor niet aansluiten bij de belevingswereld van beleidsmakers en bestuurders. Doordat bewoners bij het
maken van een dorpsomgevingsplan ondersteund worden door diverse partijen en door de intensieve communicatie tussen alle betrokkenen kunnen de dorpsbewoners zich identificeren met het eindresultaat. De dorpsomgevingsplannen van Buinen en Spijkerboor hebben kwaliteit en de bewoners zijn er trots op. Beide plannen zijn nu inzet van een voortgaand overleg met gemeente en provincie en er wordt momenteel al hard gewerkt aan het concreet maken van een aantal projecten, waarvan men de prioriteit gezamenlijk heeft vastgesteld. < Iedereen kan leren van de ervaringen die zijn opgedaan in het project ‘Dorp2000anno’. Zowel de identiteitsvisie voor het Hunzegebied als de (totstandkoming van de) beide dorpsomgevingsplannen staan namelijk beschreven in de fraaie publicatie Dorp2000anno. De Hunze maakt geschiedenis die gezien wordt als de eerste in een reeks Werkplaats Dorpslandschappen. Het in kleur uitgevoerde boek is uitgegeven door Profiel en kost € 19,50. Het is te bestellen via www.profiel.nl of telefonisch via (050) 301 21 44. Ook via de boekhandel verkrijgbaar.

Trefwoorden