Grote regionale inkomensverschillen in de afgelopen halve eeuw

De inkomensverschillen tussen provincies zijn in de periode 1950-2000 sterk veranderd. In de kustprovincies is het gemiddeld besteedbaar inkomen minder sterk toegenomen dan landelijk. Daarentegen is in het binnenland het inkomen naar verhouding sterk gestegen. In veel grote steden is de inkomensontwikkeling achtergebleven.

Noord-Brabant en Gelderland haalden achterstand in

Begin jaren vijftig lag het besteedbaar inkomen in Noord-Brabant, Gelderland en Drenthe 8 tot 9 procent onder het landelijk gemiddelde. Vijftig jaar later hebben zij hun inkomensachterstand vrijwel ingelopen.

Groningen en Friesland zijn tegenwoordig de achterblijvers. Het inkomen lag er in 2000 respectievelijk 10 en 7 procent onder het gemiddelde. Vooral de positie van Groningen is in vijftig jaar tijd sterk verslechterd.

Inkomenspositie van inkomensontvangers naar provincie

Inkomenspositie van inkomensontvangers naar provincie

Noord- en Zuid-Holland verspelen koppositie

Ook in West-Nederland loopt de ontwikkeling tussen de provincies sterk uiteen. Noord- en Zuid-Holland hadden in 1950 nog het hoogste inkomen, maar zijn hun koppositie kwijtgeraakt. De provincie Utrecht had in 2000 verreweg het hoogste besteedbaar inkomen.

Sterke verslechtering positie drie grootste steden

In de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is de inkomensontwikkeling sterk achtergebleven. Lag het inkomen in deze steden in de jaren vijftig nog ruim boven het landelijk gemiddelde, in de jaren zestig en zeventig sloeg deze voorsprong om in een achterstand. In 2000 was het besteedbaar inkomen in de drie grootste steden van ons land 6 tot 12 procent lager dan het gemiddelde.

Inkomensontwikkeling van inkomensontvangers in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag

Inkomensontwikkeling van inkomensontvangers in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag

Hoge en lage inkomens

In de voorafgaande decennia is het aandeel hoge inkomens in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag afgenomen. Veel hoge inkomens hebben de grote stad verlaten om zich in de omliggende gemeenten te vestigen. Mede door deze suburbanisatie is de samenstelling van de bevolking in de grote steden veranderd. Alleenstaanden en allochtonen maken hiervan een steeds groter deel uit. Omdat het inkomen van deze bevolkingsgroepen verhoudingsgewijs laag is, nam het aandeel lage inkomens in drie grootste steden toe.

Andere grote steden volgen

Vanaf eind jaren zeventig is ook de inkomenspositie van veel andere grote steden verslechterd. Vooral de steden Groningen en Enschede zijn achtergebleven. In het zuiden van het land geldt dit voor de gemeente Heerlen. De positie van Apeldoorn, Ede en Haarlemmermeer is daarentegen aanzienlijk verbeterd.

Inkomenspositie van inkomensontvangers in enkele grote gemeenten

Inkomenspositie van inkomensontvangers in enkele grote gemeenten

Hans Kasperski

Bron: StatLine