De auteur kwam begin jaren tachtig vanuit het waterschap Reiderzijlvest alras in aanraking met de ruilverkavelingscommissies van Onstwedde, Beerta en Vriescheloo, en wat later met de herinrichting van onder andere de Veenkoloniën. Met zijn persoonlijke ervaringen van twintig jaar land- en waterinrichting geeft de auteur zijn beeld van veertig jaar landinrichtingsdynamiek in relatie tot de Gronings-Drentse waterschappen.

De historie met betrekking tot de verbetering van de waterbeheersing in Oost-Groningen begint pas goed met de grootscheepse kanalisatieplannen onder voorzitterschap van de beroemde Boelo Tijdens en de uitvoering tussen 1901 en 1920 onder leiding van de waterbouwkundige Ir. A. Zandstra van het waterschap Westerwolde. Hierdoor verbeterde de waterbeheersing aanzienlijk kreeg de al lange tijd zwaar getroffen landbouw een nieuwe impuls. Bovendien had het een gunstige invloed op de ontginning van de ‘woeste gronden’. Sociaal-economisch gezien waren de waterbeheersingsplannen ? ook vanwege de verbeterde ontsluiting over water van het gebied ? een flinke opsteker.
Het waterschap had in deze plannen een belangrijke trekkersrol. Het proces ging door maar de tijden veranderden: sloten en kanalen w…