In Hegebeintum, Wijnaldum en Oude Bildtzijl zijn permanente exposities ingericht waarin de bezoeker kennismaakt met de resultaten van oud en nieuw onderzoek naar de wisselwerking tussen het landschap en zijn bewoners door de eeuwen heen.

De lezer zal zich wellicht afvragen wat deze producten nu eigenlijk te maken hebben met plattelandsontwikkeling. Daarvoor moeten we ons allereerst realiseren dat de tijd ook in Fryslân niet heeft stilgestaan. In het kielzog van economische groei, schaalvergroting en mobiliteit is het Friese landschap, inclusief steden, dorpen, en boerderijen, drastisch van aanzien veranderd. Daarbij is er niet altijd even zorgvuldig omgegaan met de cultuurhistorische waarden. Gelukkig is dat besef doorgedrongen tot beleidsmakers op provinciaal en rijksniveau. Bij de inrichting van de schaarse ruimte wordt tegenwoordig liefst al in de planvormingsfase rekening gehouden met cultuurhistorische waarden en het behoud van het lokale en regionale karakter.

Archeologische steunpunten

De inrichting van de archeologische steunpunten is een uitvloeisel van deze nieuwe koers. De drie centra zijn dan ook ingericht op plaatsen die exemplarisch zijn voor de variëteit aan historische landschappen in Fryslân. Het project levert daarmee een aantrekkelijke bijdrage aan het cultuurhistorisch toerisme, dat de laatste jaren zo in trek is bij Friezen en niet-Friezen. Het unieke van dit project is echter dat het meer beoogt. Als we op verantwoorde wijze willen omgaan met de eeuwenoude landschappen en hun erfenis, dan vraagt dat van alle betrokkenen immers de nodige consideratie (en soms zelfs offers). Dat kan alleen worden gerechtvaardigd als daarvoor brede steun bestaat, niet alleen bij bestuurders en beleidsmakers maar ook bij de burgers. In hun activiteiten rond het beheer en behoud van de historische landschappen van Fryslân beijveren de provincie en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) zich er dan ook voor om het verhaal van de terpbewoners en hun nalatenschap op aantrekkelijke wijze aan een groot publiek te presenteren. Ziehier een stukje plattelandsontwikkeling in de breedste zin van het woord.
De laatste jaren zijn her en der in Fryslân al heel wat lokale initiatieven van de grond gekomen door bewoners die zich zorgen maken over hun leefomgeving. Bij de realisatie van het besproken project heeft men dan ook dankbaar gebruikgemaakt van bestaande structuren en faciliteiten. Na de feestelijke oplevering van de informatiecentra hebben de uitvoerders het beheer echter ook overgedragen aan de lokale initiatiefnemers. In Hegebeintum, Wijnaldum en Oude Bildtzijl kan men bekijken wat deze gezamenlijke inspanning heeft opgeleverd.

Thema’s

In het project staat de wisselwerking centraal tussen het landschap en zijn bewoners door de eeuwen heen. Daarbinnen is voor elk van de deelgebieden (Ferwerderadiel, Wijnaldum en het Bildt) een thema uitgekozen dat centraal staat in de expositie en verder wordt uitgewerkt in een begeleidend boek. Speciaal voor de exposities, die zijn ingericht door Evert van Ginkel van het Leidse bureau TGV, zijn fraaie vitrines ontworpen. Het verhaal van het verleden krijgt daarin gestalte door archeologische vondsten, foto’s en kaarten. In Hegebeintum en Oude Bildtzijl verschijnt Van Ginkel zélf in beeld: in een uiterst onderhoudende audiovisuele presentatie fietst de bezoeker als het ware met hem mee door het landschap.

Ferwerderadiel: begraven op de terpen in middeleeuws Fryslân

Terpen zijn karakteristieke elementen in het Noord-Nederlandse landschap. Helaas is het grootste deel in de loop der tijd afgegraven voor de winning van de vruchtbare terpaarde. Gelukkig zijn veel terpen tegenwoordig wettelijk beschermd. Ze bevatten namelijk waardevolle informatie over de bewoningsgeschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied.
Op 23 september 1904 zijn arbeiders bij het afgraven van de terp Hegebeintum gestuit op de resten van een grafveld uit de vroege Middeleeuwen (ca. 350-900 na Christus). Daarbij zijn allerlei voorwerpen aan het licht gekomen die de bewoners van het terpengebied destijds aan hun doden meegaven.
Aan de hand van archeologische vondsten uit Hegebeintum en Oosterbeintum, waar in 1988-89 een grafveld op wetenschappelijke is onderzocht, wordt een beeld geschetst van het dodenbestel in vroeg-middeleeuws Fryslân. Daarbij wordt duidelijk waarom archeologen zoveel waarde hechten aan het onderzoek van de doden: juist door naar de doden te kijken proberen we de ‘levende bevolking’ te zien.

Wijnaldum: de rijke terpen van Westergo

Tussen 1991 en 1993 is onder grote publieke belangstelling een opgraving uitgevoerd op de terp Tjitsma bij Wijnaldum. In de pers verschenen krantenkoppen als ‘Wijnaldum was ooit middelpunt van een koninkrijk’ en ‘Terp in Wijnaldum blijkt archeologisch luilekkerland’. De massale belangstelling voor het onderzoek komt voort uit het vermoeden dat Wijnaldum in de vroege Middeleeuwen (ca. 350-900 na Christus) de residentie was van een of meer Friese koningen. Al veertig jaar eerder was namelijk op deze terp een unieke gouden mantelspeld uit de zevende eeuw na Christus gevonden: een topstuk dat parallellen vertoont met voorwerpen uit het praalgraf van de Angelsaksische koning Redwald in Sutton Hoo (Engeland).
Er zijn echter weinig zaken zo schimmig in de vaderlandse geschiedenis als het Friese koninkrijk tussen ruwweg het einde van de zesde en het begin van de achtste eeuw. De expositie in Wijnaldum geeft een overzicht van de bewoningsgeschiedenis van de terp Tjitsma op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek. In het begeleidende themaboek gaat de aandacht uit naar het leven van de Friese elite in de vroege Middeleeuwen en naar de betekenis van waardevolle voorwerpen in deze samenleving.

Het Bildt: landaanwinning in de Middeleeuwen en vroeg-moderne tijd

In 1398 wordt Arend, heer van Egmond en IJsselstein, de nieuwe heer van het eiland Ameland en van een uytlant (buitendijks land), geheten Bil. Tijdens de Friese bedijkingen in de late Middeleeuwen (1200-1500) waren tussen Minnertsga en Hallum schier bolvormige slikken opgebild (gegroeid, opgewassen): het huidige Het Bildt. Het zou nog tot 1505 duren voordat Hollandse dijk- en slikwerkers en Friezen van het aangrenzende oudland hier een begin zouden maken met de bedijking van de vruchtbare, begroeide kwelders. Maar weldra zou er graan groeien als ware het aren út skelpen. Met de inpoldering van Het Bildt werd de kroon gezet op de bedijkingsgeschiedenis van Fryslân. De inpoldering van bijna 7000 hectare land was een prestatie die niet meer zou worden geëvenaard: na 1600 kwam het in Fryslân niet meer tot grootschalige bedijkingen. Langs de dijken en in de dorpen van Het Bildt ontwikkelde zich een gemeenschap met een geheel eigen karakter. Tot op de dag van vandaag spreken de bewoners van Het Bildt hun eigen, van het Fries afwijkende streektaal. Met het oog daarop zijn de bijschriften op de expositie ook in het Bildts vertaald. Dat geldt eveneens voor het Bildtse themaboek en de fietsroute.

Identiteit

In het kader van plattelandsontwikkeling wordt steeds meer aandacht besteed aan de identiteit van landelijke gebieden. Die identiteit is onlosmakelijk verbonden met het omringende landschap, lokale tradities, een gemeenschappelijk verleden en – niet te vergeten – de taal. Met het oog daarop zijn de exposities en boeken in het Nederlands en het Fries. In Het Bildt zijn de producten zelfs vertaald in de eigen streektaal, het Bildts.
De drie gerealiseerde projecten zijn pilots. Als ze succesvol blijken kan het netwerk verder worden uitgebreid. Zou het sympathieke initiatief misschien ook tot andere provincies worden uitgebreid?

De auteur is werkzaam op de afdeling Communicatie, Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek.

Archeologische steunpunten

Hegebeintum: Pypkedyk 4. Openingstijden april t/m oktober: di-za 10-17 uur, zon- en feestdagen 14-17 uur; november t/m maart: di-zo 13-17 uur.
Wijnaldum: Consistorie van de Hervormde Kerk. Alle dagen te bezichtigen d.m.v. sleutelfunctie.
Oude Bildtzijl: ’t Bildts Kultuurtoeristys Informasysintrum De Witte Klok, Ds. Schuilingstraat 2-6. Openingstijden april t/m oktober: di-za 10-17 uur, zon- en feestdagen 12-17 uur; november t/m maart: di-zo 13-17 uur.
Themaboeken zijn verkrijgbaar bij de archeologische steunpunten, de VVV’s, in de boekhandel, en bij uitgeverij Uniepers, 0294-285111; prijs 25 gulden.
Arnold Carmiggelt: Begraven op de terpen in Ferwerderadiel. Het dodenbestel in middeleeuws Fryslân 400-1200. Abcoude 2000 (Archeologie in Fryslân 1). ISBN 9068252410 (Nederlands) en ISBN 9068252569 (Fries).
Arnold Carmiggelt: De ‘Koningsterp’ van Wijnaldum. De Friese elite in de vroege Middeleeuwen. Abcoude 2000 (Archeologie in Fryslân 2). ISBN 9068252429 (Nederlands) en ISBN 9068252577 (Fries).
Meindert Schroor: Van Middelzee tot Bildt. Landaanwinning in Fryslân in de Middeleeuwen en vroeg-moderne tijd. Abcoude 2000 (Archeologie in Fryslân 3). ISBN 9068252437 (Nederlands) en ISBN 9068252585 (Bildts).

TRAP-routes zijn verkrijgbaar bij de archeologische steunpunten, de VVV’s en in de boekhandel; prijs 9,50 gulden.
Olav Reijers: Ferwerderadiel. Fietsen door het oude kwelderlandschap van Oostergo. ISBN 9076046182 (Nederlands) en ISBN 9076046220 (Fries).
Olav Reijers: Wijnaldum. Fietsen langs de rijke terpen van Westergo. ISBN 9076046174 (Nederlands) en ISBN 9076046212 (Fries).
Olav Reijers: Het Bildt. Fietsen door de drooggelegde Middelzee. ISBN 9076046166 (Nederlands) en ISBN 9076046204 (Bildts).