Arbeidsdeelname ouderen gestegen

In de periode 1997-2002 is de arbeidsdeelname van 50-plussers aanmerkelijk gestegen. Vooral oudere vrouwen hebben vaker een baan. Onder mensen boven de 65 jaar blijft het aandeel werkenden zeer laag.

Grote uittocht begint bij zestig

In 2002 was de arbeidsdeelname van 50-54-jarigen 70 procent. Voor 55-59-jarigen lag dit met 54 procent een stuk lager. Maar boven de 60 jaar neemt het aandeel werkenden zeer snel af. Van de groep 60-64 jarigen werkte nog 17 procent. Vanaf 65 jaar wordt nauwelijks gewerkt. Van de 65-69 jarigen werkte nog slechts 4 procent.

Arbeidsdeelname 50-plussers

Aanmerkelijke toename van 50-plussers met werk

De arbeidsdeelname van ouderen is in de periode 1997-2002 gestegen. In alle leeftijdscategorieën tot 65 jaar is deze gestegen. Vooral onder 55-59-jarigen nam het aandeel met een baan toe. Dit steeg van 42 naar 54 procent. De arbeidsdeelname van 65-plussers is in de periode 1997-2002 onveranderd laag gebleven.

Mannen werken langer door

Bij de mannen is toename van de arbeidsdeelname vooral zichtbaar in de leeftijdcategorie 55-59 jaar. De arbeidsdeelname van 55-59-jarigen nam in de periode 1997-2002 toe van bijna 60 procent naar meer dan 70 procent. In de overige leeftijdscategorieën is nauwelijks een toename zichtbaar. De gestegen arbeidsdeelname van 55-59-jarige mannen kan een gevolg zijn van de gunstige economische situatie in deze periode.

Arbeidsdeelname mannen van 50-69 jaar

Grote toename arbeidsdeelname vrouwen tot 60 jaar

Ook bij de ouderen wordt het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen kleiner. Vooral in de leeftijd van 50 tot en met 59 jaar nam het aantal werkende vrouwen sterk toe. Behoorde in 1997 nog geen 40 procent van de vrouwen in de leeftijd van 50-54 jaar tot de werkzame beroepsbevolking, in 2002 is dit toegenomen tot boven de 50 procent. Ook in leeftijdscategorie 55-59 jaar nam de arbeidsparticipatie toe met ruim 10 procentpunten.

Bij de vrouwen is de toename vooral het gevolg van een generatieverschil. Vrouwen uit jongere generaties werken namelijk vaker dan vrouwen uit oudere generaties. Dit betekent dat het verschil in arbeidsdeelname verder zal afnemen wanneer nieuwe generaties vrouwen de hogere leeftijdsklassen gaan bevolken.

Arbeidsdeelname vrouwen van 50-69 jaar

Welke 65-plussers blijven werken?

Van de mensen van 65 tot en met 69 jaar behoort nog maar een zeer klein deel tot de werkzame beroepsbevolking. Dit zijn voornamelijk mannen. In deze groep treffen we veel zelfstandigen aan. Ook mensen aan met een flexibele baan komen in deze groep relatief vaker voor.

Cees Maas

Bron: StatLine