Herziene versie: Woon- en energielasten drukken het zwaarst op laagste inkomens

Dit artikel is een herziene versie van de eerder verschenen versie op 15 juli 2009: 9.30 uur. De gemiddelde bestedingen van een Nederlands huishouden zijn niet 31,3 duizend euro, maar 31,4 duizend euro. Verder waren in de eerste grafiek de categorieën Hygiëne en geneeskundige verzorging en Overige bestedingen verwisseld. Aan Hygiëne en geneeskundige verzorging is geen 4 procent uitgegeven, maar 7 procent.

De grootste uitgavenpost voor huishoudens is wonen. Vooral de lagere inkomens besteden hier relatief veel aan. De hogere inkomens geven naar verhouding meer uit aan ontwikkeling en ontspanning.

Woning grootste kostenpost

In 2008 besteedde een Nederlands huishouden gemiddeld bijna 31,4 duizend euro. De woonlasten en de uitgaven voor het onderhoud van de woning en de tuin vormen met bijna 24 procent de grootste uitgavenpost. Op de tweede plaats staan met 17 procent de bestedingen aan verkeer en vervoer.

Bestedingen van huishoudens, 2008

Bestedingen van huishoudens, 2008

Voeding, en ontwikkeling en ontspanning zijn ieder goed voor bijna 16 procent van de bestedingen. Aan hygiëne en geneeskundige verzorging werd 7 procent uitgegeven. Kleren en schoenen volgt met 6 procent. Nog eens 6 procent ging op aan de kosten voor verwarming en verlichting. Het minste, namelijk 5 procent, werd uitgegeven aan de inventaris.

Lage inkomens geven relatief het meest uit aan wonen

Bij huishoudens in de laagste inkomensklasse  is het aandeel dat besteed wordt aan woonlasten en woningonderhoud met 29 procent aanmerkelijk hoger dan bij huishoudens in de hoogste inkomensgroep (21 procent). Wel wordt een deel van de lagere inkomens voor de relatief hogere woonlasten gecompenseerd door de huurtoeslag. Ook geven de lagere inkomens naar verhouding meer uit aan energie.

Bestedingen van huishoudens naar inkomensgroep, 2008

Bestedingen van huishoudens naar inkomensgroep, 2008

Hoge inkomens besteedden meer aan ontwikkeling en ontspanning

Huishoudens in de hoogste inkomensgroep spenderen juist veel meer aan ontwikkeling en ontspanning. Deze post staat bij deze huishoudens met 18 procent zelfs op de tweede plaats van de bestedingen. Ze geven vooral meer uit aan sport, spel en vakantie dan de laagste inkomens.

Nauwelijks verschil in aandeel voeding tussen de inkomensgroepen

Het aandeel dat besteed wordt aan eten en drinken is in alle inkomensgroepen ongeveer gelijk is: ongeveer 16 procent. De hogere inkomens geven hier dus veel meer geld aan uit dan de lagere inkomens. Dit komt doordat ze luxere producten kopen en ook vaker uit gaan eten.

Carin van der Ploeg

Bron: StatLine, Bestedingen; beknopte indeling naar huishoudenskenmerken